Hevige gevechten in het Noorden. 764lfe Jaargang VRIJDAG 24 JANUARI 1936 No. 23261 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN STADSNIEUWS. Aan het Noordelijk front hebben zeer hevige gevechten plaats, die nog voortduren. Beide partijen melden successen en duizenden dooden bij de tegenpartij. In het Zuiden is generaal Nasiboe tusschen Wal-Wal en Gorahei in actie gekomen tegen den rechtervleugel van generaal Graziani om zoodoende de troepen van Ras Desta lucht te geven. Het voornaamste Nieuws van heden. NIEUW/ LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D cis. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakgnadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post f. 2 35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.V Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. DE STADHUISBOUW. Nadat de voorafgaande dagen tal van voorbereidende maatregelen waren getrof fen. heeft de gemeente gisteren een aan vang gemaakt met het gedeeltelijk slon- pen en stutten van de Derceelen. Maars- manssteeg 12 en Vischmarkt 6. Het stut- werk brengt ook inwendig een ware ra vage te weeg zooals wii hedenmorgen konden constateeren. De bewoner van laatstgenoemd perceel de heer Feld heeft tlideliik zlin zaak ondergebracht in het belendende perceel de voormalige kleer- makerlf van de firma van Zwieten. dat van gemeentewege bewoonbaar is gemaakt en vervolgens in verband met de gewij zigde bestemming provisorisch ls inge richt Hedenmorgen heeft de commissie van arbitrage, welke het conflict tusschen de gemeente en de aanneemster zal hebben te beslechten, den toestand ter plaatse opgenomen. DE NIEUWE GASTARIEVEN. f Een algemeen streven naar toename van het gasverbruik. Nu als gevolg van het besluit van den gemeenteraad in zijn zitting van Maandag J.l. binnenkort de nieuwe gastarieven in werking zullen treden, willen wij, teneinde alle ongerustheid te voorkomen, niet nala ten er nogmaals op te wijzen, dat vanwege de directie der Stedelijke Lichtfabrieken de uitdrukkelijke verzekering is gegeven, dat onder de bepalingen van het nieuwe tarief in 1936 niemand meet zal behoe ven te betalen dan bij eenzelfde gasver bruik in het afgeloopen jaar. Zulks geldt óók voor de verbruikers boven 600 kub. Meter per jaar. waarvoor de heer Eiker bout en volkomen terecht! in de vergadering van Maandag j.l. een lans brak. Zooals ook de burgemeester reeds op merkte: er zal de grootst mogelijke soe pelheid worden betracht, zoodat de bo venvermelde garantie voor de volle hon derd procent zal worden nagekomen. Zooals reeds eerder gezegd, heeft de nieuwe regeling uitsluitend ten doel het gasverbruik te stimuleeren door de afne mers ervan te overtuigen, dat de prijs per kubieke meter daalt, naarmate hun ver bruik toeneemt. Binnenkort zal iedere verbruiker afzon derlijk en schriftelijk worden ingelicht om trent het door hem verschuldigde vast recht, onder gelijktijdige vermelding in welke rubriek hij krachtens zijn verbruik in 1935 (verminderd met lO'.'o) is inge deeld. De directie der Lichtfabrieken zal voorts doen wat in haar vermogen ligt om het publiek te overtuigen van de voordeelen, welke aan het stoken met en het koken op gas verbonden zijn. Zoo stelt zij haar ambtenaren te allen tijde beschikbaar voor het verstrekken van alle gewenschte inlichtingen aangaande het nieuwe tarief, iets waartoe zich overigens ook de Leid- sche gas-installateurs hebben bereid ver klaard. Voor deze laatsten beteekent ver hooging van den totalen gasomzet immers een mogelijkheid tot werkverruiming, zoo dat zij hun eigen service volgaarne onder geschikt maken aan het gemeenschappe lijk doel, een belang, dat indirect ook weer dat van de geheele Leldsche burgerij is. Immers, het is voldoende bekend welk een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke Inkomsten wordt gevormd door de win sten, welke onze Lichtfabrieken afwerpen. Voorts zijn plannen in voorbereiding om uitbreiding te geven aan de reeds bestaan de voorlichting in den vorm van kookles sen, terwijl ten slotte aan vereenigingen e.d. op aanvrage gaarne gelegenheid wordt gegeven tot het bezichtigen van de gasfabriek en de electrische centrale. Uit alles blijkt de vaste wil der directie om door het voeren van een zuiver zake lijke politiek en het verleenen van de grootst mogelijke „service" den achteruit gang in het gasverbruik, welke zich de laatste anderhalf jaar heeft geopenbaard, tot staan te brengen en. zoo mogelijk, om te zetten in een toename. DE WERKZAAMHEDEN NABIJ DE JAN VAN HOUTBRUG. Naar wit vernemen zal het monument nabii de Jan van Houtkade als gevolg van den thans in uitvoering ziinden bouw van het zuideliik rioolgemaal, circa tien meter achterwaarts worden verplaatst. De voor ste punt van het plantsoentje zal tevens komen te vervallen waardoor een betere verbinding wordt verkregen van de Geere- gracht met de Jan van Houtbrug en den Lammenschansweg. In de Korevaarstraat >s men momen teel druk bezig om een dieoriool te le^een teneinde een aanfluiting te verkrijgen van het Levendaal od het stamriool ter- wüi door de Geeregracht een persleiding wordt gelegd, welke loopt van het zuideliik naar het noordelijk rioolgemaal. o NED. CHR. VROUWENBOND. Christelijke strooiningen in de schilder kunst. De afd. Leiden van den Ned. Chr. Vrou wenbond had gisteravond een samenkomst, die zeer goed bezocht was, belegd in de Muziekschool der Mij. voor Toonkunst. De presidente, Mej. van Loo, heette al len hartelijk welkom om dan direct het woord te geven aan den heer A. Ingwersen, architect te Amsterdam, die zou spreken over „Christelijke stroomingen in de schil derkunst". De heer Ingwersen, wiens lezing met lichtbeelden werd verduidelijkt, wees er in zijn inleiding op, dat Holland zich o. m. heeft leeren kennen door zijn schilder kunst. In musea in het gansche buitenland zal men altijd Hollandsche meesters aan treffen. Nadrukkelijk zette spr. uiteen, dat wij een schilderij niet in de allereerste plaats om zijn onderwerp zullen beoordeelen, maar zullen letten op het scheppen van sfeer en kleuren-harmonie. De schilderkunst vanaf de 17e eeuw tot op heden besprekende, stond spr. achter eenvolgens stil bij de historische, religieuze en de anecdotische school, waaruit ten slotte als reactie voortvloeide het schil deren van griezelige afbeeldingen. Een nieuw geluid in de schilderkunst wordt waargenomen in 1870. Bosboom, Maris. Mauve en Jozef Israels (Haagsche School) brachten in hun werken ruimte, kleur, atmosfeer. Zij zagen wat eeuwig was, verdiepten zich niet in détails, schilderden de worsteling tusschen licht en duisternis. Zij waren het die Holland weer wakker schudden en den Jan Salie-geest kapot sloegen. Zij wilden geen atelier-schilders zijn, doch gingen de natuur in. Jozef Israels was de impressionist bij uitnemend heid. In het tweede gedeelte van zijn lezing behandelde de heer Ingwersen de Amster- damsche school (Breitner en Is. Israels) waar de sfeer van bewogenheid aan den dag treedt. Na nog even bij de ultra-moderne rich ting in de schilderkunst (futurisme) te hebben stilgestaan gaf spr. nog een be schouwing van het gebed en de kruis afneming. In het gebed van Toorop b.v. merken wij een hartstochtelijk begeeren op; bij de kruisafneming van Rembrandt innige teederheid. Beiden werden g'.dre- ven door hun religieuze gevoelens. Ware adoratie wordt in hun werk gevonden. Spr. eindigde zijn interessante lezing, met aan te toonen, dat het godsdienstig element in de schilderkunst vaak een voor name rol heeft gespeeld. Bij monde van de presidente werd de heer Ingwersen bsdankt voor zijn uiteen zetting, waarna sluiting op de gebruikelijke wijze volgde. VERKEERSBEVEILIGINGEN OP DEN RIJKSWEG LEIDEN—UTRECHT. In antwoord op een betreffend verzoek ontving de K.N A.C. van den Hoofdinge nieur-Directeur van den Rijkswaterstaat bericht, dat bii de daarvoor in aanmerking komende bochten en opritten van bruggen in den Rijksweg Leiden—Utrechtsche grens asverkeersstreepen zullen worden aange bracht. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving: Firma Langkamp (Beperkende Bepa lingen), Molenstraat 20, Noordwijk; han del en reparatie-inrichting van motor- en andere rijwielen enz. Vennooten J. Camp- huis en J. W. de Lange, Noordwijk. Wijzigingen: N V. Kalktabriek „Rijnland", Noordwyk- scheweg. Katwijk aan Zee, Hornerpolder. De procuratie van H. Schaap is ingetrok ken Procuratie verleend aan A. Ouwe hand, Katwijk aan Zee. (Beperkende Be palingen). Naamlooze Vennootschap A. Dorsman s Boekhandel en Stoomdrukkerij, Voorstraat 51/57, Noordwijk. Uittred"nd directeur A. Dorsman. Noord wijk. Uittr. comm. L. Graaf van Limburg Stirum van Noordwijk, W. L. Benschop en J. N. Dorsman. Nieuwe directeur J. Chr. Schmidt, Noordwijk-Binnen. Nieuwe com missaris A. Dorsman, Noordwijk. LEIDSCHE KUNSTVEREENIGING. Tentoonstelling van ceramiek van Chris Lanooy. In het Stedelijk Museum „de Lakenhal" is hedenmiddag, wederom onder de aus piciën der Leidsche Kunstvereeniglng, een tentoonstelling geopend, ditmaal van ce ramiek van Chris Lanooy. De voorzitter der L. K. V.. mr. J. Slagter sprak, zooals gebruikelijk, een kort ope ningswoord. waaraan het volgende is ont leend: Spr. meent te weten, dat Lanooy de eer ste pottenbakker in ons land is, di,e gelijk Japansche pottenbakkers al lang geleden gedaan hadden, de figuratieve versiering van ceramiek vaarwel zei en het effect uitsluitend zocht in de kleuren en tinten en de eigenaardige gevolgen van 't bloot stellen van glazuren aan het vuur van den oven. In de figuratieve versiering van het aardewerk heeft in ons land Colenbrander baanbrekend werk verricht, maar Lanooy is de meester geworden en gebleven van de ceramiek, waaruit de figuratie ls ver talmen. Wij vinden dat nu heel gewoon, omdat wij alle kunsthandels vol zien staan van dergelijk aardewerk, maar de op merkzame beschouwer zal daarin groot verschil in kwaliteit zien en zal steeds weer in het goede werkstuk het wonder beleven van de materialisatie der ontroe ring van een kunstenaar. Hij zal ook ont waren, hoe zeer dergelijke ceramiek vol maakter kan zijn dan die met een figura tieve versiering. Wij kennen ze allen, die vazen b.v. met een versiering van natura listische of gestyleerde bloemen. Altijd vloekt die twee-dimensionale versiering met het drie-dimensionale voorwerp. Maar ook kan ceramiek als deze van Lanooy volmaakter zijn, omdat elke ver- sieringsvorm, elk ornament den potten bakker hindert in het weergeven van zijn droomen. Men kan deze kunst wellicht 't beste vergelijken met de muziek. Ook de muziek geeft geen werkelijkheid weer; zij omschrijft niets, maar roept op, richt zich niet tot het verstand, maar tot den geest, blijft ongrijpbaar en tot op zekere hoogte onverklaarbaar. Ook de kleuren en tinten en overvloeiingen van substanties in deze ceramiek zijn ongrijpbaar; ook zij om schrijven niets en roepen alleen maar droomen op of herinneringen aan na tuurbeelden. Maar daarvan geven zij dan ook de diepste essentie. Er zijn potten of schotels, die men „herfst" zou kunnen noemen of „zomer", „lente" of „winter", stukken die herinneren aan den bodem van een bosch, aan het water van een beek, een besneeuwd land, aan mist of ijzel. Vaak zijn deze beelden en stemmin gen uit de natuur vollediger geuit in deze ceramiek dan in de schilderijen van be roemde meesters. Wie zoo ceramiek maakt als Lanooy, stort er zijn heele ziel in met al zijn ont roeringen, al zijn droomen, al zijn verlan gens en met de oneindig groote schat van alles, wat een kunstenaar in de natuur ervaart. Daarom zijn wij zoo gelukkig, deze kunst, die even onstoffelijk is ais de- muziek, te toonen, deze kunst, die ons weer leert hoe betrekkelijk slechts de waarde is van het weegbare en het meet bare. Op de tentoonstelling zelve komen wij nader terug. o INSTITUUT PONT. Deze maand slaagden te Den Haag voor het examen Machineschrijven: de dames Herta Goldscheider, Dany Raphael en de heer Pluym Mentz, allen uit Oegstgeest; mej. Selis uit Noordwijk en mej. v. d. Hoeve, alhier. Voor Stenografie (130 lettergr.) slaag den: de dames Gr. Bauman uit Oegst geest en Coba Velthorst uit Voorschoten. Het diploma Boekhouden, afgenomen door de „Vereen, van Leeraren" behaalde de heer S. Anes, alhier. Allen zijn leerlingen van het Instituut Pont, Breèstraat 89a. MILITARIA. Kapitein J. P. Brasser van den zeneralen staf der artillerie is met inzanz van 15 Februari a s. benoemd tot majoor bii het 6e reziment veldartillerie alhier. De majoor V. E. Wilmay van 6 RVA. wordt met in zanz van d»nzelf''"n datum overzeclaatst bii den Gensralan staf De res'erve 2e luitenants W. Lazers en C. Pclak. belden van 6 R.V.A zijn met in zanz van 1 Maart benoemd tot reserve- eerste luitenant. TTEDERENAVOND MERIEL ST. CLAIR. Meriel St. Clair. Bij haar eerste optreden in Holland wachtte de ons onbekende Engelsche zan geres Meriel St. Clair een volle zaal. Doch ons land heeft de roep critisch te zijn, r'ëeel en onopgesmukt van oordeel. Daar enboven zijn wij gewend sterren van eerste grootte te mogen beluisteren, die meestal eerst hier komen, wanneer zij hun reputa tie elders hebben gevestigd. Wie in vertrouwen op zijn goed gesternte en de welwillendheid der critici zich bloot stelt aan de degelijke maat, waarmee hier gemeten wordt, zal dan ook wel eens te leurgesteld de terugreis aanvaarden. Is de provincie doorgaans nog gul met haar appreciatie, de groote steden, waar zooveel meer gehoord wordt, zijn onbarmhartiger. Dit diene niet om de charmante zangeres van gisteravond te ontmoedigen, waar er in haar zang toch veel goeds te constatee ren viel. Maar wie alléén een gansche avond vullen wil, moet véél pijlen op zijn boog hebben en in ieder genre wat bijzon ders kunnen brengen. Hiertoe is een groote veelzijdigheid noodig, technisch en geeste lijk, een affiniteit met de componisten, die zij vertolkt. De mogelijkheden van deze mezzo zijn zeker te beperkt, om ware bevrediging te geven, of een diepen indruk achter te laten. Toch kan ook wel het een en ander op haar debet geschreven worden. Haar sympathieke zang doet uiterst be schaafd aan, er is een duidelijke uitspraak, ook van het Fransch en Duitsch, er is rust in houding en gebaar, een volkomen zui verheid en een prijzenswaardig legato. En waai- de luchtig-vriendelijke intentie domineert, is voordracht zoowel als toon- geving van een weldadige, ongecompli ceerde bekoring (sweet). De inzet met de Sohubertliederen (lm Frühling, Schw-anengesang, Liebesbot- schaft), deed het allerbeste verwachten, was inderdaad véélbelovend. Daar was de toongeving nog het stralendst, maar later kwam het euvel der „wilde lucht", waar door het timbre verzwakt, soms geheel uit dooft en het niet volkomen „staan" der stem toch steeds meer naar voren. Daaren boven was een druk in het lage register bij het forte sterk merkbaar. Maar wat de hoofdzaak was: dit zingen werd niet door een innerlijke vlam gedra gen, het bleef te veel aan de oppervlakte. Een lied van Brahms als „Der Tod. das ist die kühle Naoht", verlangt toch een veel diepere wezensrijpheid, dan hier tot uiting kwam, de liederen van Debussy misten de teeder-droomerige mystiek, waaraan mede schuldig was het dikwijls te luide en te snelle accompagnement van den begeleider Gerald Moore, die overigens een technisch knap pianist bleek te zijn, doch de transpa rante sfeer niet benaderen kon. Het geestig speelsche genre van Ravel lag de zangeres weer beter: vooral het „D'Anne jouant de l'espinette" riep een charmante stemming op. Aan alles was te merken, dat Meriel St. Clair zich serieus had voorbereid en met groote toewijding bezield was. Na de pauze kregen wij nog een cyclus van vier ons niet bekende lyrische liedren van den Fin Yrjö Kilpinen. die aangenaam geschreven zijn en gemakkelijk in 't oor liggen en met veel aandacht ontvangen werden. Voor het „Wie vieles ist dein Wort geworden" mist de zangeres evenwel de diepe dramatiek, die daaraan ten grond slag ligt. Met een keur van typische Engelsche liederen, waarvan het karakteristieke "Come sing and dance" van Herbert Howelis, gebaseerd op een „old Christmas Carol" bovenal opviel, werd besoten. Ook hier veel allerliefste indrukken, maar bij gemis aan een sterk fond, konden toch de beste bedoelingen niet verwezenlijkt wor den naar de eischen, die een waarlijk hoog niveau stelt. Het recital bleef to eentonig, te weinig persoonlijk, om ons een climax te schenken of in vervoering te brengen. Er was telkenmale een vriendelijk ge stemd applaus, er waren enkele fraaie bloemstukken en een Engelsdh toegiftje, dat wat zoetelijk aandeed, maar misschien Juist daarvoor hevig insloeg. BINNENLAND. Zorgelijke bedrijfstoestand bij de Kon* Ned. Stoomboot-Maatschappij. (Binnen land, 3e Blad). De bouw van Poolsche duikbooten in ons land; een opdracht van f.5 millioen voor onze werven. (Binnenland, 3e Blad). Inaugureele rede van prof. dr. D. Nauta, te Amsterdam. (Kerk en School, 4e Blad). Te Den Haag is, 92 jaar oud, overleden de gep. luit.-generaal P. J. von Stein Cal- lenfels, oud-commandant van het 6e Regi ment Veldartillerie. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. Rond de Engelsche troonwisseling. (3e Blad en Tel. le Blad). Sarraut werkt snel om te trachten de Fransche crisis op te heffen. (Buitenland, 3e Blad en Tel. le Blad). Hevige gevechten aan het Noordelijk front met groote verliezen aan weerszijden. (3e en le Blad). Het geschil tusschen Uruguay en de sovjets voor den Volkenbondsraad. (Bui tenland, 3e Blad en Tel. le Blad). Spanningen in Egypte. (Buitenland, 3é Blad en Tel. le Blad). Een verklaring van Huil inzake Amerika's neutraliteit. (3e Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN, EERSTE BLAD. LEIDSCHE SCHOUWBURG. VER. ROTTERD. HOFSTAD-TOONEEL. Do-mi-sol-do, blijspel in 3 be drijven van Paul Geraldy. Na zijn „Aimer" (in ons land gespeeld onder den titel Hélène) is Geraldy zich steeds meer gaan bewegen in de richting van het losse „boulevard-tooneel". Hij bracht daarvoor mede enkel^ eigenschap pen, die zich daarvoor bij uitstek leenen: een geweldige dosis gemakkelijkheid, een geestige dialoog samen te stellen en groote spotlust in inslaande paradoxen. Handeling eigenlijk, het alpha en omega voor tooneel, laat hem koud! Getuigt daarvan zijn „Als ik wilde niet minder het gisteravond hier gegeven stuk onder den titel „Do-mi- sold-do". Drie bedrijven lang hoort men over zich heengaan een klaterstroom van praten, praten en nog eens praten. Nu en dan geestig, het zij direct erkend, doch actie van eenige beteekenis blijft verre. Para doxen als „men houdt het meest van elkaar, als men niet meer van elkaar houdt", zijn aan de orde van den dag. Het geheel doet ons eenigszins denken aan de „spinazie-theorie": „Ik houd niet van spi nazie en daar ben ik blij om, want als ik er van hield, dan zou ik er van eten en dat doe ik niet graag, want ik houd er niet van." Het gegeven is bovendien niet erg ,.mo- raal-versterkend"! Feitelijk wordt er. zij het railleerend, de stelling in verdedigd, dat een vrouw noodig heeft: een echtge noot en een amant, terwijl de man zich daartegenover dan dezelfde vrijheid mag veroorjoven! Dit wordt gedemonstreerd in een tooneel- stuk van 4 personen, gezwegen van een ge dienstige, een combinatie, waarop Geraldy bepaald verzot is. Een echtpaar verkeert in de omstandigheden van genoemden stel regel. Hij heeft de gescheiden vrouw, zij den gescheiden man van een vroeger ge huwd paar. Een oogenblik schijnt het echt paar- te zullen scheiden om een nieuw hu welijk aan te gaan, doch de stelregel be slist: alles blijft bij het oude: alleen de gescheidenen zullen gaan hertrouwen, dat is beter voor alle partijen. De vertolking was perfect. Licht en losjes, zooals het Fransche stuk dat eischt en bovendien werd een behoorlijke vaart be reikt. Piet Bron en Fie Carelsen waren de gehuwden. Dirk Verbeek en Vera Bondam da gescheidf-nen. Zij wisten ieder voor zich een juiste typeering te vinden voor de hun toegedachte karaklers, doch gaven daar naast nauwsluitend samenspel. De schouwburg was matig bezet, doch gul met applaus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 1