NAAR HET BAL TEEKENPLAATJE RAADSELS. ALS ER SNEEUW LIGT! RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN MOETEN 4 DE KLEINEREN 3 GOEDE OPLOSSINGEN INZENDEN. I. Ingezonden door Rie Hartevelt. Ik ben een smalle poort, niet van hout, eok niet van steen, geen slot er voor. geen toegangsweg er heen, de weg tot mij gaat door de lucht, direct naar het doel, bij ieder klein gerucht. n. Ingezonden door Maartje en Lena Sierag. Verborgen groente en vruchten. Die reiziger beeft een antieke gesp in Azië gevonden. Die paal bestaat uit hout ijzer en steen. Toen ze met Oma aten, kregen Bram en Wies alles wat ze lekker vonden (twee in dezen zin>. ni. Ingezonden door Hendrika van Egmond. Een land van 9 letters, 3 lettergrepen in Europa. 7, 8, 9 is niet arm; 8, 3, groote pret 's winters; 1, 2, 7 heeft mensch en som mige dieren; 9, 5, 7, 3 een lekkere vrucht; 4, 1. 6 een verkorte jongensnaam of om vloeistof of zoo in te doen. IV. Ingezonden door Marietje Laman. Welke palen zijn onzichtbaar soms, maar worden toch duidelijk opgemerkt en ge voeld. V. Ingezonden door Rla Veldhuyzen v. Zanten. Welke sterren staan nooit aan dem hemel? VI. Ingezonden door Rita Sohoonderteek Jong. Wat bevat het vuur, het water en de aarde, dat niet in de lucht voorkomt? VII. Ingezonden door Elsje van Leeuwen Welk haantje loopt nooit achteraan? door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Wij spelen „groote dame". Marietje heeft een sleep; Het tafelkleed! Een handdoek, Dat is haar avond-cape. Ik draag een kanten Jurk van.... Een heel, heel oud gordijn. Zeg zelf nu toch eens even, Of wij niet netjes zijn! We stappen in een auto (Van stoelen) en broer Daan Is de chauffeur. Hij rijdt ons, Als wij naar 't bal toe gaan. Hoor! Moeder zegt; 't Is tijd nu! Kom, Daan, waar blijf je toch? Wat?.... Moet hij al naar bed toe? 't Is toch geen bedtijd nog? Hé, moeten w' ook gaan slapen? Is 't uit nu met de pret? Moes antwoordt dan: De auto Is nu toch heusch je bed! Droom nog maar van het spelen En 't „groote dame" zijn, Rij prettig in de auto Bij held'ren maneschijn! En morgen speel j'opnieuw weer. Nacht, kindertjes, slaap zacht! De maan gluurt eens naar binnen; 't Is net. of 't ventje lacht! (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Witte vlokjes stoeien samen. Doen een aardig sneeuwvlok-spel. Bijna kun je ze niet volgen: Witte vlokjes dwarr'len snel! Kijk! Ze spreiden over d'aarde Samen uit een heel wit kleed. Niet één struikje is er buiten Dat het sneeuwvolkje vergeet! En zij maken d'aarde mooier. Wantwat leelijk is. verdwijnt. Zie de sneeuw nu toch eens schift'ren. Als de zon maar even schijnt! 't Dennenbosch is één groot Kerstbosch: Takken zijn heel zwaar belaen. Houden vast die witte schoonheid Ook nog bij het licht der maan 't Dennenbosch is nu een sprookje Maarhet sprookje is toch echt. Zelf zag j' immers, hoe het volkje 't Witte kleed heeft neergelegd! (Nadruk verboden). (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 16