DE TROONSBESTIJGING
VAN KONING EDWARD VIII.
De begrafenis van wijlen
Koning George V Dinsdag a s.
De „Cruquius wordt Museum"
76,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 Januari 1936
Derde Blad
No. 23259
HERDENKINGSREDE VAN BALDWIN.
9 MAANDEN HOFROUW
HET OVERLIJDEN VAN
KONING GEORGE.
lMJN/T IN utïircn^
STEUNACTIE VOOR
„DE KUNST Itë NOOD"
BELANGSTELLING DER PRINSES
O
De proclamatie van den nieuwen koning
heeft hedenochtend om 10 uur, volgens een
oude traditie, behalve in het St. James
palace, op verscheidene openbare piemen
der hoofdstad, n.l. Oharing Cross, Temple
Bar en de Royal Exchange plaats gehad.
Teneinde een volkomen vlot verloop van
deze ceremonie mogelijk te maken droegen
vijf bataljons infanterie uit Aldershot in
de omgeving der pleinen, waar de procla
matie hi het openbaar werd voorgelezen,
voor een afzetting zorg.
Terwijl gisteren de vlaggen halfstok hin
gen en alle openbare feestelijkheden ach
terwege bleven, zijn heden in verband met
de bekendmaking der troonsbestijging van
Edward VIII de vlaggen weer in top ge-
heschen.
De admiraliteit heeft instructie gegeven,
dat vanmiddag ter eere van den nieuwen
koning op de geheele vloot saluutschoten
zullen worden gelost.
De eeds-aflegging.
De geheime raad is gistermiddag bijeen
gekomen om het overlijden van den koning
te constateeren, en kennis te nemen van
de troonsbestijging van den nieuwen vorst.
Dit is de eenlge gelegenheid, waarbij de
geheime raad, die uit ruim 300 leden be
staat, voltallig vergadert.
De nieuwe koning werd niet terstond in
de zittingszaal toegelaten. Men leidde hem
in een nevenvertrek.
Onder de diepste stilte werd de geheime
raad in kennis gesteld van den dood van
George V en de troonbestijging door zijn
zoon. Vervolgens werd de nieuwe koning
met het gebruikelijk ceremonieel binnen
geleid.
Zoodra de koning de zittingszaal was
binnengekomen, trad hij toe op de lords
van den geheimen raad en verklaarde hij
den troon te willen bestijgen.
De zitting van den troonraad, waarin
formeel tot de troonsbestijging van Edward
VIII besloten werd, heeft precies één uur
geduurd.
Volgens de traditie legde koning Edward
voor de vergadering de volgende verkla
ring af, die nog uit den tijd van den ge
loofsstrijd stamt.'
„Voor het aangezicht Gods beken, betuig
en verklaar' ik plechtig en oprecht, dat ik
een geloovig protestant ben en dat ik in
overeenstemming met het ware doel der
wetten, de protestantsche troonopvolging
verzekeren zal, de genoemde wetten naar
beste krachten zal behouden en steunen
zooals de wet dat verlangt."
Het Lager- en Hoogerhuis zijn gister
middag bijeengekomen, om trouw te zwe
ren aan den nieuwen koning.
Eerst legde de speaker van het Lagerhuis
den eed van trouw af. Hem volgden de
eerste minister, de kanseher van de schat
kist en de minister van binnenlandsche
zaken.
De eedsformule van den speaker luidde
als volgt: Ik zweer bij God, den Almach
tige, dat ik Z.M. koning Edward, zijn na
komelingen en opvolgers, overeenkomstig
de wet, trouw zal blijven. Zoo waarlijk
helpe mij God.
Op dezelfde wijze geschiedde de plechtige
eedsaflegging in het Hoogerhuis, waai' de
oorkonde eerst door den lord kanselier en
vervolgens door den lordzegelbewaarder en
den leidér van 't Hoogerhuis onderteekend
werd.
Ongeveer driehonderd afgevaardigden
van het Lagerhuis hebben den eed van
trouw afgelegd. Eenzelfde aantal leden van
het Hoogerhuis benevens het grootste deel
der 24 Anglicaansche bisschoppen, die lid
zijn van het Hoogerhuis, waren tegenwoor
dig voor de eedsaflegging.
De eedsaflegging zal waarschijnlijk ver
scheidene dagen in beslag nemen. In aan
sluiting daarop zullen dan zoowel het
Lager- als het Hoogerhuis een persoonlijke
boodschap van den koning ontvangen,
welke in het Hoogerhuis door den lord-
kanselier en in het Lagerhuis door den
speaker zal worden voorgelezen. Beide
huizen van het parlement zullen vervol
gens moties van rouwbeklag en geluk-
wensch aannemen. Eerst daarna zal het
gewone parlementaire werk worden hervat.
Koning Edward aan het leger.
Koning Edward VIII heeft tot het leger
een boodschap gericht, waarin hij o.a.
zegt: „Ik wensen op het oogenblik van
mijn troonsbestijging mijn dank aan het
leger uit te spreken voor de diensten,
welke het aan mijn beminden vader heeft
bewezen.
Ik herinner met dankbaarheid de no
bele wijze, waarop het leger beantwoord
heeft aan zijn fier vertrouwen in de loya
liteit, de dapperheden, de vastbesloten
heid der Britsche strijdkrachten".
De koning voegde er aan toe, dat hij zijn
eerste dienstjaren beschouwt als een zij
ner kostbaarste ervaringen.
„Op het oogenblik, dat ik de groote ver
antwoordelijkheden, die op mij wachten,
op mij neem", aldus besluit de koning
zyn boodschap, „zal ik mij sterker voelen
door het vertrouwen, dat ik weet te mo
gen stellen op de onwrikbare trouw van
de soldaten van alle rangen, die de kroon
dienen in het geheele Britsche Imperium".
De klokken in Sandringham Castle
loopen niet langer een half uur
voor.
De klokken in Sandringham Castle, die
steeds een half uur voor liepen, zijn gis
termorgen, op last van den nieuwen ko
ning en de koningin-moeder gelijk gezet.
Dat de klokken steeds een half uur
voorliepen, vindt zijn oorzaak in 'n merk
waardige gebeurtenis. Koning Edward VII
KONING EDWARD VIII.
miste eens een trein naar Londen, Opdat
hem dit niet nog eens zou overkomen, be
paalde hij, dat alle klokken in het kasteel,
en ook die in het dorp een half uur voor
gezet moesten worden, hetgeen hem steeds
in staat zou stellen, op tijd te zijn voor
het vertrek van een trein.
Koning George heeft dit gebruik steeds
gehandhaafd, doch de nieuwe koning
heeft er onmiddellijk een einde aan ge
maakt.
BEGRAFENIS KONING GEORGE
DINSDAG A.S.
Uit alle deelen der wereld blijven de
teekenen van medeleven in het verlies, dat
het Engelsche koningshuis en het gansche
imperium hebben geleden, binnenstroomen.
Reeds was de duisternis ingevallen, toen
gisteravond de stoet met het stoffelijk
overschot van koning George zich in be
weging zette van het paleis naar de kleine
paroc'nie-kerk van Sandringham.
Het was somber weer; er viel regen, ge
mengd met natte sneeuw. Treurmuziek be
geleidde den droeven stoet.
In een tweetal auto's hadden de leden
der koninklijke familie zich reeds ter kerk
begeven, om er het stoffelijk overschot af
te wachten.
Nadat de lijkkist in het kerkje was op
gebaard, vond een korte rouwplechtigheid
plaats..
De trein met het stoffelijk overschot
van den overleden koning, zal morgen om
twaalf uur 's middags van het op drie en
een halve kilometer van Sandringham ge
legen station Wolferton naar Londen ver
trekken.
De kist zal naar Wolferton worden over
gebracht op een affuit, getrokken door
artilleriepaarden. De leden van de konink
lijke familie zullen de baar te voet volgen.
De orde zal worden gehandhaafd door de
politie van Norfolk.
Een opmerkelijke hulde is den overleden
souverein, als constitutioneel en democra
tisch koning, gebracht in een verklaring
van den nationalen raad der arbeiders
partij, welke op Buckingham palace is
overhandigd door Attlee, den leider der
partij. In deze verklaring wordt tevens
den nieuwen koning trouw betuigd, en
hem een lange regeering in vrede en voor
spoed toegewenscht.
De speciale dienst, die gisteren voor
koning George in St. Paul's kathedraal is
gehouden, werd door meer dan vierdui
zend personen bijgewoond.
De dienst zal worden herhaald heden en
Vrijdag.
De teraardebestelling van koning George
V zal plaats hebben op Dinsdag 28 Ja
nuari. In de St. Georges kapel van het
kasteel Windsor zal de rouwdienst gehou
den worden. Het stoffelijk overschot zal
rusten in een Chapelle Ardente van de
Westminster Hall, van morgen tot Dins
dag. De rouwstoet zal trekken van de
Westminster Hall naar Paddington Sta
tion
Drie staatshoofden zullen zich naar
Londen begeven, om tegenwoordig te zijn
bij de begrafenis van koning George V:
Lebrun, president der Fransche republiek,
de koning van Noorwegen, zwager van
koning George V en de koning van Dene
marken.
De mogelijkheid bestaat, dat de koning
van Bulgarije eveneens naar Londen zal
komen.
De koningen van Zweden en Italië zullen
zich doen vertegenwoordigen door de
kroonprinsen.
De koningin van Nederland zal een dele
gatie zenden.
De delegatie, welke Duitschland bij de
begrafenis van koning George V zal ver
tegenwoordigen, zal waarschijnlijk bestaan
uit twee generaals, onder wie Goering en
een admiraal. De delegatie zal staan onder
leiding van von Neurath.
De familie Hohenzollern zal eveneens bij
de begrafenis vertegenwoordigd zijn.
In tal van hoofdsteden hebben reeds her
denkingen plaats gehad, ook te Rome.
H M. DE KONINGIN BETUIGT
DEELNEMING.
H.M. de Koningin heeft telegrafisch
Haar deelneming betuigd aan de Koningin
van Engeland en eveneens aan den Koning
naar aanleiding van het overlijden van
Koning George V.
Negen maanden hofrouw.
Door Buckingham Palace is het volgen
de officieele communiqué gepubliceerd:
De koning heeft gelast, dat het Hof in
verband met het overlijden van koning
George V voor den tijd van 9 maanden, te
beginnen met vandaag, rouw zal aanne
men. Het Hof zal op 21 Juli halfrouw aan
nemen, en den rouw op Woensdag 21 Octo
ber doen afloopen.
Het testament van koning George, zal
niet worden gepubliceerd, daar het niet
aan notarieele verplichtingen is onderwor
pen en slechts bekend is aan de leden van
het koninklijk huis.
Rede van Baldwin.
In zijn gisteravond voor de radio gehou
den herdenkingsrede voor koning George,
zeide minister Baldwin o.a.:
„Als leden van één familie, zijn wij in
rouw om den koning. Er moeten op de
wereld millioenen menschen zijn, die, als
ik, het gevoel hebben, dat een toegenegen
vriend ons ontvallen is, en dat gedurende
langen tijd de wereld zonder hem een ar
mer. killer plaats zal schijnen.
Millioenen handen zouden, indien zij
haar zouden kunnen bereiken, de koningin
worden toegestoken en tranen van sym
pathie zouden met de hare worden ver
goten."
Baldwin vervolgde: „Gedurende de 25
jaren van zijn bestuur was er voor den
koning geen enkel respijt.
De geheele wereld verkeerde in een staat
van beweging en de koning scheen nooit
een tijdperk te kennen, gedurende hetwelk
hij de toekomst voor twee of drie jaren
kon overzien en kon verwachten, dat alles
vrede en rust zou zijn, en dat niets in de
wereld hem zou verstoren, hem, noch zijn
volk.
Gedurende dien tijd is de wereld een evo-
lutioneerende wereld geweest en de koning
speelde er zijn rol, dapper tot het einde."
Baldwin verheugde zich er over, dat de
koning zoo lang gespaard was gebleven,
dat hij het Zilveren Jubileum mocht mede
maken, dat hem een bewijs was, dat zijn
volk trots op hem was als koning en gene
genheid voor hem voelde als mensch. De
koning was er diep door getroffen en aan
vaardde deze hulde in dankbare beschei
denheid."
„Ikzelf." zoo ging Baldwin voort, „heb
opgemerkt in de maanden die volgden op
het Jubileum, dat ik den koning nooit zoo
zacht en zoo kalm had gekend, hetwelk
zijn gewoonlijke beminnelijkheid nog deed
toenemen, en ik had het gevoel, dat hij
gereed was voor de lange reis, die hij zoo
spoedig reeds zou moeten aanvaarden."
Baldwin zeide verder, dat de koning aan
het eind van zijn laatste ziekte korte
oogenblikken had van opleving van den
geest, gedurende welke hij telkens op zwak
ken toon een vraag stelde, of een welwil
lende opmerking maakte,'of een woord van
dank uitte voor de goedheid, die men hem
had betoond.
In een van die oogenblikken, dat hij we
der bij kennis was gekomen, vroeg de ko
ning aan zijn secretaris: „Hoe gaat het
met het Rijk?" waarop deze antwoordde,
dat het het Rijk goed ging. De koning
dankte den secretaris met een glimlach en
sluimerde opnieuw in. Het vervullen van
zijn plicht tot de uiterste grens van zijn
natuurlijke gaven, dat, zoo zeide Baldwin,
was het principe, dat zijn leven leidde."
Baldwin voegde hieraan toe, dat de beste
wijze om de edele nagedachtenis van ko
ning George te eeren is, ons te scharen
rond den nieuwen koning en hem onzen
steun te geven. De koning laat zijn zoon
den troon na, dien hij zelf van zijn vader
ontving. Hij laat hem achter, hechter ge
fundeerd, en met versterkt moreel gezag
en versterkte eer en waardigheid.
H.M. DE KONINGIN STELT TWEE
WERKEN VAN HAAR HAND
BESCHIKBAAR TER
REPRODUCTIE.
EEN ERNSTIG BEROEP VAN
PRINSES JULIANA.
H. K. H. Prinses Juliana heeft gister
avond over beide zenders een radio-rede
gehouden ten bate van het comité „De
Kunst in Nood". Zij ving haar rede aan
met de volgende woorden:
„Zeer getroffen door het gToote verlies,
hetwelk het Engelsche volk geleden heeft,
acht Ik het niettemin Mijn plicht aan
Mijn voornemen gevolg te geven om tot U
te spreken."
Nog steeds blijft Nederland gebukt gaan
onder tijdsomstandigheden, die voor velen
in hooge mate zorgwekkend zijn. Menige
belangengroep beseft onvoldoende de
moeilijkheden, waarmee een ander te
kampen heeft, en zij, die kunnen en wil
len helpen, weten niet altijd de wegen,
die geopend zijn om den nood van een
bepaalde groep te verlichten
Thans wil ik u in het bijzonder wijzen
op de schilders en beeldhouwers, die in
het Land van Rembrandt gebrek lijden.
Het zijn immers de kunstenaars, die
schoonheid in ons leven brengen door hun
scheppende kracht; doch noodgedwongen
zijn hun kunstuitingen tegenwoordig voor
menigeen een luxe geworden.
Ons land dankt zijn roem voor een zeer
belangrijk deel aan de schilderkunst,
waarmee het overal en te allen tijde groote
bewondering heeft opgewekt. De Musea
van vele landen hebben eereplaatsen in
geruimd voor de Hollandsche Meesters.
Het zou een ondraaglijke gedachte zijn,
wanneer onze schilderkunst door nood en
ontberingen zou worden geschaad en onze
kunstenaars hun ondergang moesten te
gemoet zien. Daarom moet helpen, wie
helpen kan.
Reeds is véél ondernomen tot steun van
deze noodlijdenden. Zoo heeft het te Den
Haag zetelende comité „De Kunst in
Nood" al herhaaldelijk dringend de aan
dacht gevestigd op dezen ernstigen toe
stand. Het heeft een steunactie onder
nomen, waaraan zeer, zéér velen in den
lande spontaan hebben deelgenomen.
Van alle zijden is het Nederlandsche Volk
te hulp gekomen en droeg men het zijne
bij. Het Comité „De Kunst in Nood" heeft
tijdens de drie jaar, dat het zijn werk
verricht, ondervonden dat talloozen be
reid zijn, te offeren voor deze kunste
naars.
Nood duurt voort.
Ons Volk heeft bij deze steunactie een
groote eenheid getoond en het gevolg is
geweest, dat aanzienlijke geldsommen
konden worden beschikbaar gesteld. Maar
de nood gaat voort en ons Land nu telt
vele en zeer begaafde kunstenaars, die
moeten worden geholpen, zoolang dit nog
eenigermate in onze macht ligt.
Het Comité „De Kunst in Nood", dat
grootendeels de leiding van dit reddings
werk op zich genomen heeft, is gewend
de kunstenaars te steunen door middel
van aankoop hunner werken. Zoodoende
heeft dit comité een rijk bezit aan schil
derijen, grafische kunst en beeldhouwwer
ken verworven, die werden tentoonge
steld in tal van Nederlandsche gemeen
ten. Thans hebben deze exposities haar
taak vervuld en wil het Comité deze
groote en belangrijke kunstcollectie ver
spreiden. Dit geschiedt in den vorm van
een verloting. Daardoor zal het mogelijk
zijn, dat uiterst belangwekkwende en
kostbare kunstwerken in het bezit komen
van velen, die anders nooit in de moge
lijkheid zouden zijn, zich zulk een kunst
bezit aan te schaffen. Hiermee bereikt het
Comité tevens, dat het zijn kunstcollecte
onder ons volk brengt, waarbij allen er
een gelijke kans op hebben. En daardoor
verkrijgt men weer nieuwe gelden, waar
mee het Comité zijn arbeid kan voort
zetten, tot bij tijd en wijle anderen die
taak blijvend zullen hebben overgenomen.
Werken van H. M. de Koningin.
Mijn Moeder heeft op verzoek van het
comité „De Kunst in Nood" twee schilder
werken van haar hand beschikbaar ge
steld ter reproductie in kleuren. Het
vervaardigen van deze kleurendrukken is
een buitengewoon zorgvuldig en nauw
keurig werk geweest, een werk, dat men
in Nederland zeer goed verstaat zooals
Wij hebben kunnen constateeren.
Deze kleurenreproducties zijn versche
nen als even zoovele premies, ten behoeve
van de nieuwe steunactie, die het Comité
thans ondernomen heeft, en worden ver
krijgbaar gesteld voor één gulden en tien
cent per stuk, waarop bovendien een lot
op de schilderijen kosteloos wordt bijge
voegd. Het adres, waar reproducties, zoo
wel als loten verkrijgbaar zijn, luidt: Van
Hoboken's Bank te Den Haag.
Ik doe een ernstig beroep op u, om deze
actie te steunen door één of meermalen
1.1.10 te storten, op het gironummer van
Van Hoboken's Bank te Den Haag, op
nummer 84726. De prijzen vormen een
keur uit het werk der Nederlandsche
schilders en beeldhouwers. Wilt door uw
bijdrage een bewijs geven van uw mede
leven met onze Nederlandsche kunste
naars. die in dezen tijd zoo zwaar getrof
fen zijn. Laten wij nogmaals elk het onze
doen. eensgezind en vastberaden, om
dezen nood te keeren. Om deze dragers van
onze cultuur, deze scheppers van schoon
heid, deze vertegenwoordigers der Neder
landsche beschaving door den nood der
tijden heen te helpen.
Landgenooten
Gij, die naar Mij luistert: zoo gij kunt,
helpt mede en draagt uw deel bij! Moge
aller inspanning worden bekroond met
geluk in de harten onzer Nederlandsche
kunstenaars.
RECLAME.
7398
FOTO's wEIKumd
O
Rouwbetooging in den Volken
bondsraad.
De Volkenbondsraad is gistermiddag bij
eengekomen voor een openbare rouwbe
tooging voor koning George V van Enge
land. De Australische Hooge Commissaris
te Londen, Bruce, opende als raadspresi-
dent de zitting met een herdenkingsrede.
Vervolgens spraken alle raadsleden ter
eering van den persoon van den overleden
koning. Ten slotte voerde Eden, de Engel
sche minister van bultenlandsche zaken,
het woord, om den Raad voor zijn deelne
ming te danken. Hij verklaarde o.a. dat
voor ieder van de vele millioenen onderda
nen des konings ter wereld zijn dood het
gevoel beteekent van een zwaar verlies.
Voor hen, wier trotsche plicht het is ge
weest hem te dienen, beteekent zijn dood
een diepe smart. „Wij leven in een tijd van
groote bewogenheid. Wij worstelen moei
zaam door mul zand. Maar voor ons be
stond er in mijn land een zeker houvast,
de persoonlijkheid van onzen koning. In
talrijke landen was hij het symbool van al
datgene, wat wij eerbiedigen, het levende
voorbeeld van de eigenschappen, waar
naar wij als Engelschen streven. Wij voe
len, dat wij in hem niet alleen den vorst,
maar ook den vader van ons volk hebben
verloren."
Het stoomgemaal „Cruquius" in Haarlemmermeer, dat museum wordt.
Te half vijf gistermiddag bracht Prinses
Juliana, in gezelschap van haar Kamer
heer. baron Baud en haar Hofdame, freule
v. Heemstra, een bezoek aan het Kon. In
stituut van Ingenieurs te 's Gravenhage,
waarvan zij sinds 1933 honorair lid is.
Ontvangen door den president, prof, L. A.
v. Royen. den penningmeester, jhr. C. E.
W. v. Panhuys en den alg. secretaris Wou
ter Cool, werd H.K.H. naar de groote zaal
geleid, waar enkele hoofdbestuurderen van
het instituut, sommigen vergezeld van hun
dames, aanwezig waren. Ook waren tegen
woordig van den Haarlemmermeerpolder
de dijkgraaf, de heer Reinders Folmer. de
secretaris van dien polder, jhr. mr. Ren-
gers Hora Siccama en de ingenieur, de
heer Bijl.
De president heette H.K.H welkom en
wees vervolgens op de heuglijke omstan
digheid dat sinds de oprichting van het
Instituut in Maart 1847. er steeds een
nauw verband bestaan heeft tusschen het
Kon. Huis en het Instituut. Koning Wil
lem II was de beschermheer presideerde
meerdere malen de vergaderingen en de
samenkomsten van het bestuur hadden in
het paleis plaats. Dit voorbeeld werd ge
volgd door de prinsen van het Huis van
Oranje. Koningin Wilhelmina trad later
als beschermvrouwe op en Prins Hendrik
als beschermheer. Deze samenkomst, aldus
prof. v. Royen. had nu plaats om te be
houden hetgeen in vroeger tilden mede
gewerkt had om den naam van ons land
in waterbouwkundig opzicht alom bekend
te maken, namelijk De Cruquius. een der
drie stoomgemalen, waarmee de Haarlem
mermeer is drooggelegd, zal, nu het buiten
werking is gesteld, niet worden afgebro
ken. maar worden ingericht als technisch
museum voor bemalingswerktuigen.
De desbetreffende overeenkomst werd in
biizijn van de Prinses onderteekend.
H.K.H. dankte daarop voor de ontvangst
en sprak de hoop uit. dat de Cruquius nog
lang aan het thans gestelde doei zal be
antwoorden.
Vervolgens hield ir. Biil een korte voor
dracht over de Haarlemmermeer en de
drooglegging in het bijzonder wijzend op
de taak daarbij van de onderwerpelijke
stoommachine, destijds de grootste in haar
soort.
Ten slotte werd samengekomen in de
z.g. Ir, v. Sandick-kamer. waar aan de
Prinses de herinneringsmedaille van de
Cruquius werd uitgereikt haar het eere
diploma werd overhandigd en de presen-
tie'iist werd geteekend
Met het gebruiken van de thee werd de
samenkomst beëindigd nadat ook nog de
interessante patriciërswoning, waarin het
Instituut is gevestigd, werd bezichtigd.