GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. Nog slechts tot en met 25 Januari De gewijzigde verordeningen op de gastarieven en de straatbeiasting vastgesteld. 76»le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 Januari 1936 Vierde Blad No. 2325S Besloten is tot den bouw van een nieuw Gymnasium en tot instelling eener Gem. Sportstichting. o 9o. Voorstel tot den bouw van een nieuw Gymnasium c.a. aan de Fruinlaan en tot beschikbaarstelling van dc voor uien bouw benoodigde gelden. <250 van 1935 en 9) De heer SCHULLER herinnert aan zijn vroeger voorstel tot bouw van een nieuw gymnasium instede van het bestaande te verbouwen. Destijds stonden B. en W. af wijzend tegenover sprekers voorstel, o.a op grond van de hooge kosten, waardoor wethouder Tepe het plan zelfs onuitvoer baar noemde. Het voorstel-Schüller werd met 2112 stemmen verworpen. Het moet voor den wethouder niet aangenaam zijn thans dit voorstel zelf te moeten verdedigen. De praktijk stelt spr. wel heel erg in het gelijk! Spr. dringt thans aan op tewerk stelling van Leldsche arbeiders en hand having van het contractloon en vraagt wanneer met den bouw kan worden be gonnen. De heer MANDERS merkt op, dat de vroegere raming van 5 ton blijkbaar nog niet zoo ver bezijden de waarheid ls ge weest. De heer BEEKENKAMP zegt, dat het gewijzigde standpunt van B. en W. groo- tendeels verklaard wordt door het feit, dat het Rijk een ton voor het oude gymna sium heeft gegeven. De heer WILBRINK zegt. dat B. en W. niet terugkeeren op 's raads besluit, maar dat het Rijk weigerde den benoodigden grond af te staan, waardoor de verbou wing onmogelijk werd. Z. i. is de bereke ning van den kostprijs aan den optimis- tischen kant geweest vooral ten aanzien van den grondprijs. De heer ROMIJN kan dit plan niet be paald „sober van opzet" vinden. O.a. was het terrein aan de Cronesteinkade veel voordeeliger geweest, daar de thans als bouwterrein aangewezen grond gemakke lijk voor villabouw had kunnen worden verkocht. De opzet is grootsch, zelfs al zou de uitvoering sober zijn. Op grond van die overwegingen kan spr. zijn stem niet aan dit voorstel geven. Wethouder TEPE ziet in het betoog van den heer Schüller niet anders dan een poging om zichzelf een pluim op den hoed te zetten. Spr. moet hem de illusies ont nemen. dat het voorstel van den heer Schüller ook maar van den gerlngsten invloed is geweest op het thans ingediende plan van B. en W. De weigering van den minister om grond af te staan noodzaakte de aanvankelijke plannen op te geven en de aanbod van het Rlik om het oude Gymnasiumgebouw voor f. 100.000 over te nemen maakte den bouw van een nieuw gymnasium mogelijk. Dat laatste was een buitenkansje: de practische taxatie-waarde bedroeg niet meer dan f. 30.000. Alleen voor het Riik dat dit gebouw noodig had, had dit gebouw 'n zoodanig hooge waarde. Weth. SPLINTER kan zich niet veree nigen met de opvatting van de heeren Wilbrink en Romijn, dat de grondprijs te laag zou zijn berekend. Deze is in over eenstemming met rondom gelegen pan den. Ook de bouwoppervlakte is niet over dreven groot. Ook al is deze Iets grooter dan die van de gemeentelijke en de Chr. H. B. S. Het verschil met aankoop en ver bouwing van het Invalidenhuis was niet zoo groot, zoodat spr. de voorkeur gaf aan een nieuw gebouw. Na repliek van den heer Schüller werd 't voorstel van B. en W. z.h.st. aangeno men. (Reeds in een gedeelte der vorige oplaag geplaatst.) Aan de orde is: DE GASTARIEVEN. lOo. Voortzetting van de behandeling van het voorstel tot wijziging van de verorde ning, betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec- trlcitelt te Leiden. Hierbij is een voorstel van den heer Eikerbout, luidende als volgt: De Raad noodigt B. en W. uit, een nadere regeling te treffen, waardoor het mogelijk wordt dat diegenen die meer dan 600 M3. gas per Jaar gebruiken, eenig voordeel daarvan zullen genieten. De VOORZITTER ontraadt aanneming van dit voorstel. De directie der S. L. F. zal de regeling zoo soepel mogelijk toepassen en aan de bezwaren dezer categorie zooveel mogelijk tegemoetkomen. Spr. geeft daarna den heer de Reede antwoord op zijn in de vorige zitting gestelde vragen. De heer VAIN ECK zegt, dat zijn fractie ermede accoord gaat, dat met dit stelsel een proef wordt genomen. Helaas zijn er ondanks de toezegging van de directie, dat niemand achteruit zou gaan, toch twee gevallen, die er wel minder van worden. De noodzakelijkheid daarvan ziet spr. niet in. Spr. wil dit voorstel van B. en W. steu nen behalve t. a. v. deze twee verbruiks- groepen. Daarom stelt hij voor om uit art. IV der verordening te laten vervallen de zinsnede: „een en ander met dien ver stande, dat per kalendermaand nimmer minder dan f. 1.— is verschuldigd". Verder stelt spr. voor het voorstel van den heer Eikerbout uit te breiden, waar door het een algemeen karakter krijgt en wil de raad doen uitspreken, dat zekerheid wordt gegeven, dat meerder verbruik den gasprijs zal doen dalen. De heer MANDERS kan zich met dit tarief, waarvan iedereen de consequenties kan overzien, wel vereenigen. De geredu ceerde prijs van 4 cent per kub. M., zoodra men een bepaalde grens heeft bereikt, zal stellig stimuleerend werken op het gas verbruik. Spr. is ook van meening, dat er een minimum-verbruik moet zijn om op het net te zijn aangesloten. De heer WILBRINK meent niet, dat het juist is thans in te gaan op de suggestie van den heer van Eek. Voor de verbruikers van meer dan 600 M3. is het vorige Jaar een betere regeling ge troffen. Spr. ziet geen reden om aan deze categorie nogmaals tegemoet te komen, zooals de heer Eikerbout wil. De heer ROMIJN gaat in beginsel accoord met het voorstel van B. en W„ temeer waar de directie der Lichtfabrieken open lijk erkent een zuiver zakelijke politiek te willen volgen. Om dat streven geen bezwa ren in den weg te leggen zal hij niet mee gaan met het denkbeeld van den heer Van Eek. Hij zou dat wel willen doen. wan neer de heer van Eek een voorstel indient om alle ingezetenen te verplichten uitslui tend gas te gebruiken. De heer ELKERBOUT is ervan overtuigd, dat dit stelsel geen tariefsverlaging in houdt. al kan het daar bij meerder ver bruik wel op uitloopen. Voorts verwondert spr. zich over de z.i. eigenaardige bepaling van het vastrecht en standaard-tarief. Spr. ziet geen bevoorreohting van degenen, die meer dan 600 kub. M. verbruiken, zooals de heer Wilbrink blijkbaar doet. Sprekers bezwaar tegen dit stelsel ls, dat het de groote gebruikers zwaarder be last dan de kleine afnemers. Tegen de toevoeging van den heer van Eek heeft spr. geen bezwaar. Voor terugnemen van zijn voorstel voelt hij niets. De VOORZITTER zet nogmaals de be doeling van deze tariefswijziging uiteen. De opzet is het gasverbruik op te voe ren zonder dat dit den ingezetenen meer zal gaan kosten. De prijs blijft practisch dezelfde, doch alleen het meer-gebruik wordt goedkoo- per. Een garantie als de heer van Eek wenscht, kan de directie niet geven: dat hangt geheel en al van het verbruik af! Hij geeft den raad in overweging noch het voorstel van den heer Eikerbout, noch het amendement van den heer van Eek aan te nemen. De heer ELKERBOUT handhaaft zijn be zwaar, doch wil zijn voorstel wel intrek ken. aangezien het hier een proefneming betreft. De heer VAN ECK acht de veronderstel ling van den heer Romijn als zou hij alle ingezetenen willen verplichten gas in plaats van petroleum te gebruiken, de grootst mogelijke dwaasheid. De heer TOBé vraagt wat er gebeurt met iemand, die in den loop van het jaar door werkloosheid of anderszins niet langer in staat is zijn vast recht te be talen. De VOORZITTER: er zal steeds soepel heid worden betracht. Daarna wordt overgegaan tot de artl- kelsgewijze behandeling. Art. 1 wordt z. h. st. aangenomen. Art. 2 wordt aangenomen met 2015 stemmen (tegen de S.DA.P. en de heer van Weizen). Bij art. 4 komt eerst in stemming het amendement van den heer van Eek. Het wordt verworpen met 1916 stemmen (voor de S.D.A.P. en de heeren Vos en van Weizen). De artt. 3 en 4 worden z. h. st. aange nomen. DE STRAATBELASTING. Aan de orde is dan llo. Voorstel tot wijziging van de veror dening op de heffing van een belasting onder den naam van Straatbelasting, te Leiden, tevens praeadvies op het verzoek van den Verhuurdersbond voor Leiden en Omstreken om verlaging van de straatbe lasting en restitutie van die belasting bij langdurig leegstaan van gebouwde eigen dommen. (255 van 1935) Er worden geen algemeene beschouwin gen gehouden. Daar bij heeft de heer ROMIJN een tweetal amendementen ingediend, strek kende tot beperking van den termijn, waarover restitutie van belasting voor leegstaande huizen wordt verstrekt, van 12 maanden tot een half jaar. Zulks in aansluiting op een daartoe strekkend adres van den Leidschen Ver huurdersbond. De heer WILBRINK sluit zich aan bij het betoog van den heer Romijn; het ver langen der huiseigenaren is alleszins billijk. De heer MANDERS spreekt in den zelf den geest; hij veroordeelt de geheele straatbelasting en juicht iedere verlich ting toe. De heer HESSING meent, dat de pres taties van de gemeente t. o. v. de huis eigenaren precies dezelfde zijn, onver schillig of hun eigendommen leeg staan of niet. Waar een groot deel dier huls eigenaren bovendien nog forensen zijn en dit de eenige lasten zijn, welke de ge meente van hen vraagt, onraadt spr. aanneming van de amendementen van den heer Romijn. De heer BERGERS sluit zich daarente gen weer aan bij den heer Romijn. Weth- VERWEY zegt, dat de gemeente in de gegeven omstandigheden geen vaste lasten kan prijsgeven, temeer waar de be lastingen in de laatste vier jaren een ge weldige evolutie, bijna revolutie, hebben ondergaan. Waar de inkomstenbelasting practisch uniform ls ingesteld, blijven er voor de gemeente slechts weinig belast bare objecten over. In verhouding tot an dere gemeenten is de straatbelasting al hier zeer matig. Spr. onderschrijft verder hetgeen de heer Hesslng opmerkte ten op zichte van de forensen. Verlaging der straatbelastingen zou verhooging van an dere lasten inhouden. Als er één belasting Is, waarvan men dagelijks plezier beleeft en waarvoor men wat terug ziet, dan is het de straatbelasting. Aanneming van 't amendement van den heer Romijn zou de gemeente minstens f. 10.000per jaar kosten. De beide voorgestelde redactiewij zigingen ontraadt spr. eveneens. De heer GOSLINGA maakt den heer Verwey een compliment voor de keurige verdediging van de straatbelasting, maar vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat de wethouder van financiën het eene oogen- blik zegt geen inkomsten voor de gemeen te te willen prijsgeven en het andere oogenblik zijn stem geeft aan een voor stel, dat bij aanneming, de gemeentekas nog veel meer zou kosten. De heer ROMIJN betoogt, dat de ge meente de billijkheid van het verzoek blijkbaar inziet en er dan ook aan tege moet wil komen. In zooverre geeft de ge meente toch ook al inkomsten prijs! Waar het college die billijkheid erkent, dient het ook niet halverwege op die maatregel terug te komen. Het gaat hier niet om een vriendelijke daad tegenover de huis eigenaren; het gaat om de vraag: alles of niets. Spr- gelooft niet, dat zijn amende menten het college voor onoverkomenlijke moeilijkheden kunnen brengen. De heer WILMER aanvaardt niet het beginsel, waarop de heer VERWEY zich stelt, dat geen vaste inkomsten der ge meente mogen worden prijs gegeven. Z. i. moet dat zelfs geschieden, zoodra de rechtvaardigheid en de billijkheid in het gedrang worden gebracht en naar spr.'s meening is dat hier het geval. Mét den heer Romijn meent spr., dat de billijk heid wijst in de richting van 6 maanden. Wethouder VERWEY is aan zijn prestige verplicht antwoord te geven op de vraag van den heer Goslinga- Spr. heeft ge stemd vóór het amendement van Eek, om dat hij niet het risico wilde loopen, dat een groep verbruikers wordt uitgesloten van de gasconsumptie. Dat zou een ernstig verlies voor de gemeente zijn. Met de op vatting van de directie der Lichtfabrieken, dat het voorstel-yan Eek een uitgave van f, 12.000.zou worden, is spr. het niet eens. Spr. stemde alleen voor in het fi- nantieel belang der gemeente. De heer GOSLINGA: Uw verdediging lijkt naar niets- Wethouder VERWEY: Uit uw houding spreekt de verbittering, dat u niet meer aan dezen kant van de tafel zit. De voorzitter hamert. Het amendement van den heer Romijn wordt verworpen met 23 tegen 12 st. De geheele verordening wordt daarna z. h. st. aangenomen. DE GEM. SPORTSTICHTING. 12o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel: a. tot oprichting van een stichting voor de organisatie van de gemeentelijke be moeiingen ter zake van de beoefening van sport'en spel; b. tot vaststelling van de statuten van die stichting; c. tot vaststelling van den desbetreffen de n begrootingsstaat; d. tot vaststelling van de regelen met betrekking tot de belegging bij den Ge meente-Ontvanger van de overtollige kas gelden van de stichting. (153 en 210 van 1935) De heer BEEKENKAMP handhaaft zijn reeds eerder geuite bezwaren van finan- tieelen en principieelen aard tegen deze stichting- De heer CARTON acht uitstel noch een gemeente-, noch een sportbelang. Er is hier een groote achterstand op sportge bied. De bezwaren van den heer Beeken kamp noemt spr. opgeschroefd. Hierna te half zes wordt de zit ting geschorst tot 8 uur. AVONDZITTING. De heer WILBRINK zegt met genoegen uit den mond van den heer Romijn te hebben vernomen, dat de meerderheid der Leidsche burgerij op Zondagvoormiddag voor 1 uur geen wedstrijden wenscht. Niet eens is spr. het evenwel met den heer R„ waar deze de zeggenschap daarover wenscht toe te kennen aan het college van B. en W.; z.i. behoort die bevoegdheid aan den raad en moet een dergelijke bepaling meteen worden opgenomen in de statuten der stichting. Den heer Verweij zegt spr. zich te hebben verwonderd over diens uit lating, dat de commercieele zijde van deze zaak op het tweede plan staat. Wethouder VERWEIJ zegt dat de bedoe ling der Sportstichting geen andere is dan de beschikking te hebben over een com missie, welke het college in sportaangele- genheden kan advlseeren. Dit heeft niets te maken met staatssocialisme, zooals de heer Beekenkamp opmerkte. Natuurlijk staat spr. niet onverschillig tegenover de financieele zijde van de zaak. Als er voor de gemeente baten bij te behalen zijn, zal spr. daartoe stellig medewerken. Maar men mag niet te veel nadruk leggen op de fi nanciën bij een stichting, waarvan men de werkwijze nog niet kent. Bovendien kan men daarop jaarlijks bij de begrooting terugkomen. Waar de toepassing van de Zondagsrust berust bij het college van B. en W„ ziet spr. geen reden om van dien regel in dit geval af te wijken. De algemeene beschouwingen zijn hier mede gesloten. Sub a wordt aangenomen met 31 tegen 4 stemmen (tegen de heeren Schoneveld, Goslinga, Eikerbout en Beekenkamp). De heer GOSLINGA wil de zweminrich tingen niet betrekken in de sportstichting. RECLAME. 746? De laatste ronde! Uw winkefier is nog maar een paar dagen in staat om U van het zeldzame voordeel te doen profiteren! Zorg dat U niet te laat komt, want zulk een voordeel moet U zich niet laten ontglippen. BON VOOR GRATIS PRESTO GELDIG TOT EN MET 25 JANUARI Uw winkelier verstrekt U tegen deze bon 3 pakken Presto, 7'/i ct. zeeppoe der, voor de prijs van 2, dus voor slechts 15 ct. 3 pakken Presto zeeppoeder. Naanu Straat- N V. WASCHOLINEFABRIEK Neem In plaits van het GRATIS PAK PRESTO geen ander merk zeeppoeder aanl U heeft recht op PRESTO en wie U iets anders geeft, benadeelt U. PRO A-tlt.091 H De heer ROMIJN heeft ook alle waar- deering voor het werk van het bestuur van de zweminrichting „de Zijl", doch meent, dat centralisatie ook de zwemsport ten goede zal komen. Wel wil hij dit be stuur zoo groot moeeliike vrijheid geven. Wethouder VERWEIJ sluit zien aan op de woorden van lof aan „de Zijl", doch wil geen uitzondering maken. De heer GOSLINGA is van meening, dat het bestuur deze maatregel wel degelijk zal beschouwen als een discriminatie, ook al beweert de heer Romijn het tegendeel. De heer WILBRINK blijft in lof voor „de Zijl" niet achter, doch voelt princi pieel ook niets voor een uitzondering. Wethouder VERWEIJ merkt nog op, dat de gymnastieklokalen, waar sport wordt beoefend, weliswaar bulten de stichting vallen, maar dat hij zich voorstelt, dat er door de Commissie toch wel degelijk con tact zal worden onderhouden met de be trokken gymnastiekvereenigingen. De heer GOSLINGA blijft het onjuist vinden, dat iets wat goed functioneert, wordt onderworpen aan een proefneming. Het voorstel van den heer Goslinga wordt verworpen met 314 stemmen. (Voor de heeren Beekenkamp, Schone veld, Goslinga en Eikerbout). De heer TOBÉ merkt bij art. 3 op, dat er bij een wedstrijd heel goed toeschou wers kunnen zijn zonder dat er publiek is. De betrokken vereeniglng promoveert ze eenvoudig tot donateurs. Om dit te voor komen stelt hij voor de inrichtingen op Zondag tot 1 uur gesloten te houden. De VOORZITTER zegt, dat de redactie van dat voorstel niet vereenigbaar is met het voorstel van B. en W. De redactie wordt eenigszins gewijzigd. De heer ROMIJN is van meening, dat de heer Tobé te veel aandacht schenkt aan het voetbalspel en door een dergelijken maatregel ook andere takken van sport dupeert, waarvoor 's heeren Tobé's bezwa ren toch niet gelden. Bovendien is een dergelijke bepaling in deze stichtingsakte niet op haar plaats. Eventueel misbruik moet door het bestuur worden tegengegaan. De heer MANDERS is het niet eens met het amendement van den heer Romijn, die wil. dat de gemeenteraad geen voor waarden mag verbinden aan den inbreng der sportvereenigngen t.a.v. de sportbe oefening op Zondagochtend. Overigens schaart hii zich aan de ziide van den heer Tobé. De he.er VAN ECK geeft er ziin ergernis over te kennen, dat personen van zijn levensbeschouwing door andersdenkenden belet zouden worden om den Zondag naar eigen goeddunken te besteden. Iedereen moet daarin vrii zijn, Spr. denkt er ook niet aan om menschen van een andere levensbeschouwing bindende bepalingen op te leggen. Men moet eikaars opvatting niet alleen respecteeren. maar ook zooveel mo- geliik vrijlaten. Ook de finantleele exploitatie zou door een dergelijke beperking zeer worden be moeilijkt. 'De heer BEEKENKAMP blijft van mee ning. dat de godsdienstige overtuiging der rechtsche partijen wel degelijk tot uitdruk king behoort te komen in het beleid der overheid. Spr. ziet met spanning den uitslag der stemming tegemoet, temeer waar de ver tegenwoordiger van Nat. Herstel in deze ..op de wip" zit. Aan de hand van eenige citaten tracht spr. aan te toonen. dat de heer de Vries ten deze aan de ziide der rechtsche partijen behoort te staan. De heer WILBRINK zegt, dat het hier niet gaat om de materieele belangen der gemeente, maar om hetgeen God van ons waagt. Ons standpunt is een eisch des beginsels waaraan wii ons niet mogen en willen onttrekken. De heer DE VRIES wil zich stellen op de grondslagen van ons christelijk volks leven. maar de heer Tobé gaat te ver. waar hii alle sportbeoefening op Zondag voor 1 uur wil verbieden. Men zou zelfs dan niet eens mogen zwemmen! Anders ware het. wanneer de heer Tobé had voorge steld wedstrüden vóór 1 uur te verbieden. Wethouder VERWEY is verwonderd over het voorstel van den heer Tobé. daar dit de training der jonge spelers en dus de ontwikkeling der voetbalsport in hooga mate zou belemmeren. Bovendien zou men toch geen zeggen schap hebben over de particuliere terrei nen. waardoor het door rechts gewenschte doel toch niet wordt bereikt De heer TOBÉ is niet tegen ontwikke ling der sport maar de godsdienst mag daaronder niet lliden. Het Hikt wel of de soort alleen maar op Zondag beoefend kan worden. Ziet eens naar Engeland, waar sport op Zondag niet bestaat! De heer GROENEVELD ontkent het recht van een kleine meerderheid om de minderheid zijn wil op te leggen en be paalde leefregelen voor den Zondag voor te schritven. Het voorstel van den heer Tobé wordt verworpen met 1817 stemmen (tegen de S.D.A.P. en de heeren de Vries. Romijn, Vos en van Weizen). De heer BEEKENKAMP dient een amen dement In, dat de terreinen voor het spe len van wedstrijden des Zondags voor 1 uur gesloten blliven. De heer ROMIJN meent, dat de anti revolutionairen zich hebben neer te leg gen bij de zoojuist gedane uitspraak van den raad. De heer MANDERS verklaart zich voor het amendement van den heer Beeken kamp. De heer WILBRINK is van oordeel, dat de heer Romijn het verleden oniulst inter preteert en schaart zich aan de zijde van den heer Beekenkamp. De heer ROMIJN verdedigt ziin stand punt nader en dringt er nogmaals op aan. dat aan het college van B. en W. wordt overgelaten wat aan dit college is opge dragen in casu de toepassing van de Zondagswet. De heer DE VRIES betoogt, dat de wed strijden voor 1 uur juist geen aanstoot geven voor het christelijk deel der bevol king omdat r. oractisch geen publiek bij aanwezig is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13