ONZE REISLUSTIGE MINISTERS HET LANDBOUWCRISISFONDS VOOR 1936 m BUITENL. WEEKOVERZICHT 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Januari 1936 Derde Blad No. 23250 Voorloopig verslag der Tweede Kamer. FINANCIER BURG. STAND VAN LEIDEN „En komt het je soms ongelooflijk voor, En vind je het niet in de boeken, Dan moet je, daar dient het reizen voor, Het zelf gaan onderzoeken." Uit „Bereisde Roel" van A. C. W. Staring. NOG WEINIG VOORUITZICHTEN. Op het groote speeltooneel der politiek schijnt een diepe rust te heerschen. Met opzet zeggen wij „schijnt", want of die rust in werkelijkheid wel zoo diep is, be twijfelen we vooralsnog. Achter de scher men zal zich genoeg afspelen, maar men zwijgt liever daarover. Op 20 dezer komt de Volkenbondsraad wederom te Genève bijeen en moet men dus een globaal over zicht hebben, wat men verder wil in het momenteel alles overheerschend conflict. Uit het feit, dat daarover liefst geen sluier wordt gelicht, mag worden opgemaakt, dat men in ieder geval op dit oogeriblik niet denkt aan uitbreiding der sancties; dus ook niet aan het petroleum-embargo. In de eerste plaats moet dit worden toege schreven aan het feit, dat de nieuwe Ame- rikaansche neutraliteitswet te onduidelijk is, om er op te kunnen bouwen. Men kan inderdaad daaruit ongeveer putten, wat men het liefste wil en dat ieder dit doet, is derhalve moeilyk kwalijk te nemen. Met de presidentsverkiezing dit voorjaar in het verschiet, waagt men zich in Amerika liefst niet aan beslist vaststaande uitla tingen, laat men liever de kerk wat in het midden.... Het regiem Roosevelt heeft het trouwens al hard genoeg te verduren, zie b.v. de jongste uitspraak van het Hoog gerechtshof, dat de landbouw-wetgeving kalmpjes in strijd met de grondwet ver klaarde! Het is heel moeilijk hier te be- oordeelen, welke gevolgen die uitspraak zal hebben, doch dat het een geduchte tegenslag is voor de democraten staat als een paal boven water, al zullen zij onge twijfeld hun best doen om er een verkie zingsleuze uit te distilleeren, b.v. een voor stel tot wijziging der grondwet, opdat in den vervolge zulke, alles op losse schroe ven zettende uitspraken achterwege zullen blijven. Doch hoe het zij, duidelijkheid is momenteel niet het meest gewenschte ar tikel in de binnenlandsche Amerikaansche politiek en daarvan ondervindt ook Europa den terugslag. Zonder volledige medewerking van Ame rika is een petroleum-embargo vrijwel een onding en dientengevolge reeds heerscht er de grootste onzekerheid. Wel lijkt de nieuwe neutraliteitswet er op berekend om zoo'n embargo mogelijk te maken, doch zekerheid ontbreekt; er zou ook kunnen volgen een: wij kunnen oo*k anders! Dat stemt dus als van zelf tot voorzichtigheid. En in de tweede plaats, in ons eigen werelddeel begint evenzeer de overtuiging veld te winnen, dat het 't best is, om het conflict een dusdanige oplossing te geven, dat Italië tenminste niet als volslagen ver- slagene uit het avontuur te voorschijn komt. Waarvoor werkelijk veel, zoo niet alles te zeggen zou zijn, doch hoe dit te bereiken, gezien de Italiaansche mentali teit! Al met al draaien we weer eens in den bekenden vicieuzen cirkel rond en we vreezen, dat dit feit Europa nog heel wat zorgen zal baren, Eens zal men verder moeten. Op het oorlogsterrein gaat het den Ita lianen niet bepaald naar den vleeze. In het Noorden hebben zij belangrijke ge^ deelten veroverd gebied moeten prijs geven, wijkend voor een groots opgezetten guerilla-krijg van strategisch bijzonder juisten kijk en zelfs Makalle en Aksoem mogen als bedreigd worden genoemd. Van daar ook, dat maarschalk Badoglio ver sterkingen heeft gevraagd en zal ontvan gen. In het Zuiden zou ee,n Italiaansche aanval zijn losgekomen bij Dolo, doch dit is nog te vaag om reeds conclusies te kun nen trekken. Merkwaardig is overigens, hoe Italië de „es ist nicht wahr-politik" uit den we reldoorlog heeft overgenomen. Op los en vast wordt deze toegepast, met het resultaat, dat Italië eigen zaak steeds hopeloozer maakt in de publieke opinie, een factor, die vooral niet te laag mag worden aangeslagen. Wat beteekenen toch die aanvallen op ambulances, zooals nu weer op de Egyptische? Het kan slechts onnoodig kwaad bloed zetten, zonder eenige winst daartegenover. De Vlootconferentie toont het beeld der wanhoop, zooals algemeen tevoren is voor speld. De Japanners houden voet bij stuk en eischen voor er verder wordt onder handeld erkenning van hun pariteits- eischen, waaraan de overige landen een voudig niet denken. Nu heeft iedere confe rentie zijn tegenslagen, zoodat voorzichtig heid blijft geboden, doch in dit geval lijkt er toch iets onmogelijks te moeten gebeu ren, wil deze conferentie van Londen ook maar het minimaalste succes opleveren. Bij geruchte wordt het denkbeeld geopperd zonder Japan verder te gaan, maar is dit voor verwezenlijking vatbaar? Wij zijn zoo vrij daaraan te twijfelen, vooral waar in het Verre Oosten de situatie zich danig blijft toespitsen. De grensincidenten tus schen sovjet-Rusland en Mandsjoerije herhalen zich in steeds sterkere mate en eens zal het geduld aan een van beide zij den een einde nemen. In Noord-China blijft daarnevens de toestand even onze ker. Vandaag heet het, dat Japan bereid is te confereeren, morgen stellen de mili tairen weer nieuwe eischen, waardoor alles op losse schroeven wordt gezet. Ziender- oogen wordt daarnaast de verstandhou ding tusschen Japan en de Vereenigde Staten minder; trouwens al een noodwen dig gevolg van den Japanschen eisch van pariteit met Amerika. Spanje doorleeft de zooveelste crisis! Weliswaar is de regeering niet afgetreden, doch dit is slechts voorkomen tengevolge van een ontbinding der Cortes en het uit schrijven van nieuwe verkiezingen. Ware dit niet geschied, dan zou men zelfs ver moedelijk het smadelijke tooneel hebben bijgewoond van het in beschuldiging stel len der regeering van overtreding der grondwet. Een aanklacht tegen president Zamora, zou niet voldoende ondersteuning hebben gevonden. Zeer frappeerend bij dit alles is, hoe de leider der rechtsche repu blikeinen Gil Robles zich stelt naast de monarchisten. Mag men daarin een aan wijzing zien? Spanje beleeft van zijn repu- blikeinschen staatsvorm totdusver weinig goeds, dat is zeker. En waar het einde zal zijn Vereenvoudiging der steunmaatregelen noodzakelijk Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer nopens het wetsont werp tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Land- bouw-Crisisfonds voor het dienstjaar 1930. De nieuwe opzet der bëgrooting bleek vele leden niet aan te staan. Zij kondem zich. niet onttrekken aap den indruk, dat de bedoeling heeft voorgezeten, de finon- cieele uitkomsten van het jaar 1935 in een minder ongunstig daglicht te plaatsen dan volgens het oude systeem zou moeten geschieden. Dit achtten zij geen goede politiek. Het ware beter geweest, indien de regeering het bestaan van een waar schijnlijk niet gering tekort volgens den oorspronkelijken begrootingsopzet, openlijk erkend had. Het kostenpeil in alle bedrijven, ook in den landbouw, moet omlaag. Waar som migen aanpassing van de Ned. munt aan de veranderde omstandigheden bepleitten, verklaarden anderen, dat zij van deva luatie geen heil verwachtten, ook niet voor den landbouw. Sommige leden wilden niet nalaten, de aandacht te vestigen op de mogelijkheid van een betere regeling van den export. Zoo meenden zij, dat de beperking var den invoer van eieren in Engeland een ge volg is geweest van den ongebreidelden uitvoer in de voorafgaande maanden. Ook zal de afzeï naar landen, waarheen ons land nog weinig landbouwproducten uitvoert, moeten worden bevorderd, o, a. door voor het aanknoopen van relaties daarheen personen uit te zenden, die niet alleen vakkundig zijn, doch ook de taal beheerschen en met de toestanden aldaar op de hoogte zijn. Met betrekking tot het vraagstuk van den steun aan de kleine boeren, meenden verscheidene leden, dat verbetering van den toestand van deze categorie van land bouwers verkregen zou kunnen worden, indien 't tegenwoordige stelsel van steun- verleening werd veranderd in een systeem van garanties. Naar vereenvoudiging. Algemeen was men van oordeel, dat de wijze van uitvoering der steunmaatregelen vereenvoudigd moet worden. Op deze be grooting is een bedrag van ongeveer 6 millioen voor personeel en 4 millioen aan materieel uitgetrokken. Reeds deze be dragen alleen toonen aan. dat vereenvou diging en bezuiniging noodzakelijk zijn. Verscheidene leden drongen er nogmaals op aan, zoo spoedig mogelijk het bestaan de systeem van 'steunverleening te ver vangen door een stelsel van hcoge in voerrechten. Als een groot voordeel van zulk een politiek zagen zij een sterke in krimping van do ambtelijke bemoeiing. Vele andere leden achtten het hun plicht tegen een wijziging in de landbouw politiek in deze richting opnieuw krachtig te waarschuwen. Men bepleitte een fundamenteele wijzi ging in de landbouwcrisispolitiek in dezen zin, dat de Overheid zich bepaalt tot het geven van enkele algemeene richtlijnen en voorts tot het oefenen van controle en het verleenen van haar sanctie, terwijl verder het uitwerken der te nemen maat regelen zon worden overgelaten aan de organisaties der belanghebbenden zelf. Het bureaucratisch-gecentraliseerde crisis- apparaat is volkomen uit den booze. Eenige leden vroegen de aandacht van den minister voor het feit, dat de land bouwcoöperaties haar bemoeiingen steeds meer uitbreiden ten nadeele van den mid denstand, o.a. door aankoop van huishou delijke en andere behoeften. Verscheidene leden achtten de richtprij zen voor de verschillende akkerbouwpro ducten te laag. Bij de beoordeeling van deze prijzen wordt te veel uit het oog ver loren, dat het stroo thans vrijwel waar deloos is. De vraag wordt gesteld of het in ver band met aen dalenden wereldvoorraad aan suiker niet mogelijk is, aan de suiker bietenteelt hier te lande eenige uitbreiding te geven. Kan de minister de belangheb benden er niet toe brengen, het aantal fabrieken in te krimpen en de campagne te verlengen? In het Noorden van het land bijv. werken twee fabrieken elk gedu rende minder dan de helft van den daar voor beschikbaren tijd. e Te lage richtprijs. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de richtprijs voor tarwe nog te laag is. Bij de verlaging van dien prijs is, zoo meenden zij, te veel gelet op den bijzonder grooten oogst van het jaar 1934, Nu in 1935 de oogst weer normaal is geweest, werd wederom met verlies geproduceerd. Het akkerbouwbedrijf kan h. i. geen verdere inkomstenverlaging verdragen. Iedere verdere daling der inkomsten zal moeten leiden tot vergrooting van de werkloosheid of tot lagere loonen. Enkele leden vroegen of aan de scha penhouders. die uitsluitend of bijna uit sluitend van de schapenhouderij moeten leven, niet een tegemoetkoming gegeven kan worden in de verhoogde kosten van het krachtvoer. Gevraagd werd. of ook voor 1936 het bestaande contingent voor den uitvoer van spek naar Duitschland, groot 12 mil lioen K.G.. behouden gebleven is. Het was aan de leden, die deze vraag stelden, wel bekend, dat slechts 8 millioen K.G. wer kelijk is uitgevoerd in verband met de betalingsmoeilijkheden, doch zij zouden het betreuren, indien bij een eventueele verbetering der betalingspositie mocht blijken, dat het contingent een vergroo- I ting van den uitvoer in vergelijking met 1935 niet zou toelaten. Gedupeerde melkveehouders* Ofschoon reeds sedert jaren vast staat, dat er een te veel aan melk is en de vee afslachtingen daarin geen verandering hebben kunnen brengen, heeft de regee ring nog steeds geen afdoende maatrege len genomen om tot een beperking van de melkproductie te geraken. Op de voorge nomen beperking van den melksteun Is deze minister teruggekomen. Maar hoe wil de minister wèl tot een inkrimping van de melkproductie geraken? In het bijzonder laakten de hier aan het woord zijnde leden, dat geruimen tijd te voren was aangekondigd, dat de melksteun- beperking op een bepaalden dag zou ingaan. Vele boeren hebben zich daarop ingesteld, en juist deze worden nu gedu peerd. Zekerder middel ten einde de be reidwilligheid om de regeering bij haar maatregelen te steunen te dooden is wel niet te bedenken. Daar komt nog bij, dat de belofte, dat aan de gedupeerden zoo veel mogelijk tegemoet gekomen zou worden' nog niet is ingelost. Sommige leden betoogden opnieuw, dab de margarineproductie verder beperkt dient te worden. Zij zouden, nu opnieuw over afslachting van vee gesproken wordt, gaarne een duidelijk antwoord ontvangen op de vraag, wat het minst nadeelig en het gemakkelijkst te herstellen is: de sluiting van een aantal margarinefabrie- ken of de amputatie van onzen veestapel. Op de publieke ppinie, aldus deze leden, moet het toch wel een onaangenamen indruk maken, wanneer boter wordt geëx porteerd naar Engeland tegen een prijs van ongeveer f 0.50 per K.G., terwijl mar garine hier te lande voor ongeveer f. 1 in den groothandel gebracht wordt. Men meende, dat op de margarine een zoodanige heffing gelegd behoort te wor den. dat de margarine-industrie geen onredelijke winsten maakt. Deze industrie maakt onredelijke winsten en de heffing is dus niet hoog genoeg. Algemeen juichte men toe, dat voor de groenten- en fruitteelt ook voor 1936 wederom een steunbedrag van 12 millioen Ls uitgetrokken. Men sprak de hoop uit, dat nu ook het geheele verschil tusschen de werkelijke opbrengst en de richtprijzen zal worden uitgekeerd. Vele leden betreurden, dat nog steeds groenten vernietigd worden. Sommige leden veegden hieraan toe, dat de teelt regeling oorzaak schijnt te zijn, dat vruebtboomen gerooid* moeten worden; ook dat zouden zij ernstig betreuren. De haringvisscherij. Aangedrongen werd op andere wijze van credietverleening ten behoeve van de haringvisscherij. De gevolgde methode moge uit een oogpunt van credietverlee ning zeer solide geweest zijn, als hulp aan het bedrijf was ze naar het oordeel van deze leden te streng. Bovendien behoort de regeling van de credietverleening niet aan de Visscherijcentrale te worden opge dragen. Verscheidene leden uitten ernstige cri- tiek op het gevoerde beleid in zake de pluimveehouderij. Zij wilden uiteraard dezen minister niet aansprakelijk stellen voor hetgeen vóór diens optreden geschied is, doch het stelde hen teleur, dat uit de uitlatingen van den minister nog niet blijkt, dat hij de onjuistheid van de in het verleden gevoerde' pluimveepolitiek inziet. Verscheidene leden oefenden verder ernstige critiek op het uitblijven van een regeling. welke de pluimveehouderij reserveert voor die bedrijven, welke daar toe het meest geschikt zijn. Sommige leden hadden vernomen, dat de verkoop van gedroogde garnalen in Nederland met uitsluiting van alle ande ren in handen is gegeven van een naam- looze vennootschap, die zich voorheen niet met dezen verkoop bezighield en daaraan nu een aanzienlijke provisie ver dient. De ondernemingen die vroeger dezen verkoop in handen hadden, zouden daardoor gedupeerd zijn. AFWIKKELING ACHTERSTALLIGE HANDELSVORDERINGEN OP DUITSCHE DEBITEUREN. In de week van 6—11 Januari 1936 is door de Ned. Bank in totaal een bedrag van ca. R.M. 800.000 met de begunstigden afgerekend, van de op haar Sonderkonto bij de Duitsche VerrechnungssteHe uit staande vorderingen. De nummers liepen van 84.135 tot 84.261. Het totale bedrag van de nog uitstaande posten die nog niet uit betaald zijn. beloopt ca. R.M. 27.3 millioen. De sonderkonto posten waarvan koers- fixeering is verkregen, zijn hieronder be grepen. Aan Treuhander kontoposten is door de Ned. Bank gedurende dezelfde pe riode in totaal ca. R.M. 250.000 met de be gunstigden afgerekend. Het hoogste afge rekende volgnummer was 19361. Het to tale bedrag van de op het Treuhander- konto Niederlande uitstaande vorderingen, die nog niet uitbetaald zijn, beloopt ca. R.M. 17.4 millioen. De posten waarvan koersfixeering is verkregen zijn hieronder begrepen. GEBOREN: Johanna Adelheid, D. van C. Sloos en J. M. v. Pijlen Laurens, Z. van W. Zit man en M. v. Atten 'Gerritje, D. van F. Pijnnaken en C. J. Snik Jacoba Cor nelia, D. van A. Rakké en J. C. Verstraate Laurens, Z. van R. v. d. Linden en F. de Koning Simon, Z. van L. Wink en W. Berkenbosch Christianus Johannes Herman, Z. van G. M. Paardekooper en A. W. Wassenaar Hubertinus Johannes, Z. van J. J. Taskm en M. H. Duivenvoorde Maria Rijna, D. van Th. de Mooij en A C. v. d. Berg Martha. D van J. Rietdijk en F. E. M. Koster Jan, Z. van H. v. d. Luit en C. Zwaan Johan, Z. van H. v. d. Luit en C. Zwaan Johanna Marga- retha. D. van J. Pennenburg en G. Abbink Bartholomews, Z. van B. Honsbeek en M. de Graaf Pieter, Z. van B. Honsbeek en M. de Graaf. - -o OVERLEDEN. J v. Eijgen—Vinkoert, Wede. 79 j. M. Th. Th. ter Horst, D. 5 j. S. Nieuwen- burg—Kluivers, Wede. 69 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9