Minister Gelissen over vooruitzichten. de LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 2 Januari 1936 Bij den aanvang van het nieuwe jaar vallen eenige teekenen van opleving te constateeren. BINNENLAND. Koopt Kinderpostzegels RECHTZAKEN. De Minister acht geen andere structuur van onze handels balans noodig. De Haagsche redacteur van de „Stan daard" heeft aan den minister van Han del, Nijverheid en Scheepvaart ir. H. Ge lissen, de vraag voorgelegd, hoe hij den toestand ziet bij den aanvang van het nieuwe Jaar, Aan dit onderhoud ls het volgende ontleend: Juist eergisteravond, aldus de minister, dacht Ik erover na aan het eind van het Jaar gaat men wel eens overpeinzen hoe lk als Ingenieur bezig was met do uitwerking van een procédé, dat langen tijd vroeg, waardoor allerlei tegenstand en gebrek aan vertrouwen ln de zaak, die je bezig houdt, ontstaat, totdat Je eindelijk tot de technische uitvoering komt en slaagt. Onwillekeurig vergeleek ik die po sitie met die van een ministor en ik meen, het een goede leerschool ls geweest: strij den, werken en volhouden". „Men hoort soms, dat de Minister-Pre sident u ln uw plannen zou belemmeren". Het antwoord komt snel: „De heer Colljn zeker niet. Zelden heb ik een man met zulk een breed inzicht en zulk een hard werker ontmoet. Eiken dag leer ik van hem". De „politiek" is afgedaan en we komen tot den economischen toestand. „Kunt u voor het Nederlandsche be drijfsleven doen, wat u er zich van voor gesteld hebt?" „Die vraag raakt ons economisch beleid en daarbij moeten we wel onderschelden. Wij kunnen niet een geheel zelfstandige doelbewuste economische politiek voeren, zooals b,v. Rusland, het Brltsche impe rium en de Vereen. Staten van Amerika. Als een krachten-diagram. Onze economische houding wordt be paald door: 1. ons eigen kunnen en 2. door wat anderen doen en die twee fac toren werken als ln een krachten-diagram waarbij wij steeds rekening hebben te houden met dien beweeglijken en veran derlijken tweeden factor. Onze export naar Engeland, dat deva lueerde, wordt beperkt door hooge en soms zelfs preventieve rechten, ln Dultschland remmen de betalingsmoeilijkheden en ln andere landen zijn het nog weer andere oorzaken, die ons belemmeren. Ieder land streeft naar zelfvoorziening en steeds meer wordt gepoogd goederen tegen goederen uit te ruilen en niet meer zooals voorheen goederen tegen goederen plus diensten. Daardoor zoo vervolgde de minister wordt ook onze betalingsbalans be ïnvloed. Vroeger werd het passief van onze han delsbalans opgevangen en zelfs meer dan dat door het actief van onze dienstenba lans. Nu is dat actief niet groot genoeg meer, zoodat we zelfs gedwongen werden door beperking van den invoer, goud-uit voer, liquidatie van waarden ln het bui tenland e.d. daarin te voorzien. Geen andere structuur. Vraagt u mij nu: Moeten wij aansturen op een andere structuur van onze han delsbalans, zoodat deze van passief, actief wordt, dan zeg lk als mijn meening: Neen, dit behoeft niet! Als wij een kleine opleving krijgen, en sommige teekenen wijzen ln die richting, dan is dit passief, dat nu op de betalings balans drukt, spoedig Ingehaald". WIJ helpen de Nederlandsche Industrie door contingenteerlng, financiering reeds werden 50 credieten verleend het verleenen van credlet-garantles bij ex port en ook door een krachtige propagan da voor het Nederlandsch fabrikaat". „Men heeft gezegd. Excellentie, dat u meer voor hoogere rechten dan voer con tingenteerlng was". „De verstarrende werking van contin genteerlng ls moeilijk te ontkennen, doch men moet geval voor geval bezien. Zeker ls het niet mogelijk, de contingenteerlng over heel de linie door rechten te vervan gen. Wij doen wat we kunnen. Voor de scheepvaart werkt de B.E.N.A.S., werd 8 mlllioen steun verleend en de loodsgelden op Bolgisch peil gebracht. Voorts ls het verleenen van Rijnvaart- premies in studie. Ook aan do toepassing van de Ordeningswet ligt hier niets meer ln den weg". Een positieve kapitaalbelegglngo- politiek? „Zijn er nog meer middelen om de in dustrie te steunen?" „Wij zouden, gelijk Engeland, Zwitser land en België, nog meer kunnen doen aan een positieve kapltaalbeleggingspoll- tiek, om langs dezen weg opdrachten voor onze Industrie te verzekeren. Daarvoor hebben de genoemde landen bedrilfeban- ken, die met de industrie samenwerken." „Wordt bij ons ln deze richting ge werkt?" „Ik kan alleen zeggen, dat de rogeering haar aandacht op de zaak hoeft en eenige besprekingen door mij zijn gevoerd." „Is onze industrie concurrenz-fahig?" „Naar mijn meening ln het algemeen wel. Het kostenpell ligt, ln totaal geno men, beneden dat van de Dultsche, onge veer op de zelfde hoogte als van de Fran- sohe en hier en daar iets boven dat van de Engelsche industrie. Het is wel een merkwaardigheid, dat wtf tegenover Scandinavië een actieve han delsbalans bezitten, niettegenstaande de daar toegepaste devaluatie. Bij ons wacht de aanpassing van de loonen op de verlaging van de huren, die ln het Vaste Lasten-ontwerp betrokken zijn. Spoedige afwerking daarvan is zeker gewenscht. „Is vermindering van werktijd een mid del om de werkloosheid te bestrijden?" „Zeker, bij terugbrenging, van de 48 tot een 40-urige werkweek zou een grooter aantal arbeidskrachten te werk kunnen worden gesteld, doch, en dat ls een groote maar, het kan alleen als het internatio naal geschiedt. Dingen, die hoop geven. „Er zijn eenige dingen, die hoopvol stemmen. In 1932 zien we ln de wereld een toenemende vraag naar grondstoffen en stijging van de productie, met uitzon dering van den landbouw, gepaard gaande met een vermeerdering van den wereld handel. Daardoor ontstaat eenige opleving ln de scheepvaart met tevens een aan trekking van de vrachtprijzen. Er zijn teekenen, die er op wijzen, dat Nederland hiervan ook definitief zijn deel krijgt. Maar al te veel wordt vergeten het wooid. van dr. Colijn: Wij zijn later dan de meeste andere landen in de crisis ge raakt, we komen er ook later weer uit. Overigens dient men er wel op te letten, dat de Vereenlgde Staten met hun 10 mll lioen werkloozen op de 120 mlllioen be woners, een nog aanmerkelijk hooger werkloosheidspercentage hebben dan wij met 400.000 op de 8 mlllioen. En dat on danks de Ingrijpende maatregelen daar. Bovendien moet er op gelet worden, dat uit de stijging van de werkloosheid niet mag worden afgeleid een dalende pro ductie. Tevens mag niet worden vergeten, dat jaarlijks 47.000 arbeidszoekenden het leger arbeidskrachten versterken. Naar mijn meening heeft de Nederland sche industrie ln 1935 meer verdiend dan ln 1934. In sommige takken van de nijverheid is een onmiskenbare gunstige tendenz; het handelsverdrag met Amerika gesloten biedt hoop op verruiming van afzet. De beginselen van dat handelsverdrag, beoogend meer wederzij dschen handel, vormen in elk geval een tegenstelling met de ln de laatste jaren heersehende nel- ging om het handelsverkeer te beperken. En dat ls een gelukkig verschijnsel. Onze schepen zijn weer ln de vaart en het vrachten-indexcijfer stijgt. In de landen die gedevalueerd hebben is er een noodzakelijke aanpassing van het levenspeil naar boven, bij ons een daling, zoo ian er weer een breeder draagvlak ontstaan. Als we weer op gang komen, wordt het tempo steeds sneller. Zoo mogen we het nieuwe Jaar Ingaan met eenlg meerder vertrouwen, hopend, dat de opleving een blijvend beteren toe stand voor ons volk zal brengen." EERSTE KAMER. Vergadering Dinsdag 7 Januari. De voorzitter is voornemens de Kamer bijeen te roepen tegen Dinsdag 7 Januari a.s. des avonds te half negen, ter behan deling van het ontwerp van wet inzake de cumulatie Op Woensdag en volgende dagen zal afdeellnesonderzoek plaats heb ben om. van een aantal hoofdstukken der Rljksbeerootlng voor 1936 en van het ont- wem van wet tot verlaging van de open bare uitgaven voor het onderwijs. EERSTE KAMER OVER HET CUMULATIE- ONTWERP. Velen teleurgesteld over t« beperkte strekking. Bij het aideelingsonderzoek door de Eerste Kamer van het ontwerp van wet tot wijziging en aanvulling van de Pen sioenwet 1922. van de wet van 28 Mei 1922, van de Gemeentewet, van de Provinciale Wet. van de wet van 30 Juni 1923 en van de wet van 17 Juli 1923 (bepalingen be treffende cumulatie van traktement en pensioen) keurden eenige leden de daarin voorgestelde regeling af. Deze leden waren van oordeel, dat in de practijk van 's Rijks dienst de cumulatie van traktement en pensioen weinig beteekent en slechts uit zonderingsgevallen betreft. Cumulatie van inkomsten is, dus werd betoogd, ook in het particuliere bedrijf waarneembaar en wordt daar niet als iets verwerpelijks be schouwd. Dat het Kabinet, door de indie ning van dit wetsontwerp te bevorderen, beeft toegegeven aan een kunstmatig op gewekte publieke opinie, betreurden zij ten zeerste. Bovendien verklaarden zij, niet met dit wetsontwerp te kunnen instemmen, omdat zij pensioenen onaantastbaar achtten, op de gronden, reeds meermalen in de Staten- Generaal uiteengezet. Verscheidene andere leden konden zich met de hiervoren weergegeven opmrkln- gen niet vereenigen. Met name betwistten zij de onaantastbaarheid van pensioenen, Voorts waren zij van oordeel, dat. al zijn de gevallen van cumulatie in overheidsdienst zeldzamer dan gemeenlijk wordt voorge steld. het toch aanbeveling verdient, vooral ln de huidige tijdsomstandigheden, aan elke, niet per se gerechtvaardigde, bevoor rechting uit de openbare kas. een einde te maken Vele leden uitten hun teleurstelling over de h.i. te beperkte strekking van het wets ontwerp. o DE SPOORWEGPENSIOENEN. Een door de regeering overgenomen amendement niet in het ontwerp verwerkt. Blijkens het voorloopig verslag der Eer ste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging van de Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren 1925 hadden ver scheidene leden onoverkomelijke bezwaren tegen de ontworpen regeling, dewelke zij in strijd achtten met art.. 177 van de Grond wet en met de rechtvaardigheid in het algemeen, al werd toegegeven, dat het ge meen overleg tusschen de regeering en de Tweede Kamer tot niet onbelangrijke ver beteringen in het aanvankelijk ontwerp heeft geleld. De leden, hier aan het woord, beschouw den pensioen als uitgesteld loon, als een bij overeenkomst, althans quasi-contract, vastgelegde, vertraagde contra-prestatie voor reeds geleverden arbeid, alzoo een ver kregen recht, dat op onaantastbaren grondslag rust. Sommige leden betoogden, dat men, ook al achtte men aanvankelijk een pensioen onaantastbaar, niettemin met de, in dit wetsontwerp voorgestelde regeling kan in stemmen. omdat steeds meer, als gevolg van de sterke verlaging van loonen en salarissen bij het spoorwegbedrijf, het verschil tusschen deze en de pensioenen is verminderd, zoo niet opgeheven, welk ver schil uiteraard dient te worden gehand haafd. Deze leden waren evenwel van oor deel, dat niet is aangetoond, waarom de voorgestelde verlaging voor het spoorweg personeel een andere zou moeten zijn dan die voor het Rijkspersoneel. Noch in den financielen toestand der Nederlandseh6 Spoorwegen met hunne aanzienlijke te korten, noch ln dien van het pensioenfonds achtten zij daartoe een reden gelegen. Vele leden verklaarden zich met de aan gevoerde bezwaren niet te kunnen vereeni gen. Deze leden stonden op het standpunt, dat het te dezer zake een publiekrechte lijke in stede van een privaat-rechtelijke verhouding geldt. Verscheidene leden zouden gaarne ver nemen, waarom het amendement, op 15 November LI. door de leden van de Tweede Kamer, de heeren Amelink en Smeenk in gediend en denzelfden dag door de regee ring overgenomen niet in het wetsontwerp, zoodanig als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, is verwerkt. Zulks betreurden zij, naardien dat amendement de h.i. vol komen juiste strekking had, op pensioenen van f. 500 of minder geen korting toe te passen en voor pensioenen tot een hooger bedrag dain f 500, welke door de korting tot beneden dit bedrag zouden dalen, de korting te beperken tot het bedrag, ver- elscht om de bedoelde pensioenen tot f. 500 terug te brengen. De leden, hier aan het woord bepleitten de indiening van een ontwerp van wet. houdende een bepaling om het door de belde genoemde afgevaar digden nagestreefde doel te verwezenlijken. Andere leden gingen verder en vroegen zich af of het voorstel, zooals het hier ligt, voor behandeling door de Eerste Kamer vat baar ls. o VLOOTVOOGD IN INDIE. Schout bij nacht Ferwerda benoemd. Bij Kon. besluit is de vice-admiraal M. H. van Duim eervol ontheven van de be trekking van commandant der zeemacht en hoofd van het Deoartement der Marine ln Nederlandsch-Indië, met den datum, waarop hij die aan zijn opvolger zal over dragen, zulks onder dankbetuiging voor de door hem ln die betrekking bewezen diensten en is zijn betrekking opgedragen aan den benoemden schout-bij-nacht H. Ferwerda, Laten allen nog één of meer kinderzegels koopen, eer de ter mijn van verkoop sluit; op 9 Jan. a.s. is het de laatste dag. De laatste loodjes wegen het zwaarst! De nood onder de verwaarloosde Jeugd ls groot: alom, maar vooral ln onze groote steden neemt de jeugdcriminaliteit op angstwek kende wijze toe. Daarom ls aller steun zoo hard noodig! KEURINGSDIENSTEN. Tot Maart blijft de indeeling ongewijzigd Naar wordt bericht, is door de Koningin bepaald, dat de indeeling van het land ln keuringsdiensten Ingevolge de Waren wet, tot 1 Maart a.s. ongewijzigd zal blij ven. De bestaande keuringsdiensten blij ven tot dien datum hun taak dus onver anderd vervullen. Op dezen gang van zaken werd reeds gezinspeeld door den Mi nister van Sociale Zaken in zijn rede ln de Eerste Kamer der Staten-Gneraal op 24 December. o MINISTER-PRESIDENT COLIJN NAAR ZUID-FRANKRIJK. De minister-president en mevr. Colijn zijn gisteren per ss. „Johan de Witt" naar het Zuiden van Frankrijk vertrokken, al waar zij eenlgen tijd zullen vertoeven. Zij worden tegen 21 Jan. a.s. in Den Haag terug verwacht. HET LANDELIJK ^COLLECTIEF CON TRACT IN HET STUCADOORSBEDRIJF. De Patroonsbond wenscht het niet ongewijzigd te continueeren. De Nederlandsche Stucadoorspatroons- bond heeft aan de bonden, welke party zijn bil het landelijk collectief contract ln het stucadoorsbedrijf, te weten de Nederl. Christelijke Bouwarbeldersbond en de R.K. Bouwvakarbeidersbond, medegedeeld, dat hij het contract na afloop daarvan (31 Maart) niet ongewijzigd wenscht te con tinueeren. Het is vooralsnog niet mogelijk nieuwe voorstellen te doen, maar deze zullen zoo mogelijk worden geformuleerd. o DE WET OP DE VERBINDEND- VERKLARING VAN ONDERNEMERS OVEREENKOMSTEN. Een verklaring van den minister van handel. De Algemeene Bond van Koffiehuis houders en Slijters ln Nederland had tot den minister van handel het verzoek ge richt te mogen vernemen ln hoeverre te nemen ordenlngsbeslulten zouden kunnen dienen tot versterking van de organisatie, d.w.z. of de verbindendverklaring van overeenkomsten kan lelden tot ordelik verbruik en alle ongeorganiseerden te dwingen de regelen van de organisaties te volgen. De minister heeft daarop geantwoord, dat de wet op het algemeen verbindend en onverblndendverklaren van onderne mingsovereenkomsten niet beoogt onge organiseerde bedril fsgenooten te dwingen om tot de bestaande organisaties toe te treden aangezien dit directe dwang tot organisatie zou beteekenen. Alleen bedin gen uit overeenkomsten tusschen bedrijfs- genooten en besluiten van hun organisa ties die voor de oeconomische toestanden ln een bedriifstak overwegende beteekenis hebben en waarvan het algemeen belang verbindendverklaring eischt. komen even tueel voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking. o CONCENTRATIE VAN VLIEGTUIG INDUSTRIE. Het rapport van de commissie van Doorninck. Volgens het „Vad." heeft de Regeering besloten over te gaan tot stichting van een eenheidsfabriek voor vliegtuigen, welk besluit gebaseerd is op een rapport van de zgn interdepartementale commissie-Van Doorninck, dat dezelfde strekking heeft. De commissie is volgens het blad. tot de conclusie gekomen, dat de vliegtuigfabrie ken Koolhoven, Schelde en Avlolanda als zoodanig geen groote waarde hebben voor de ontwikkeling der vliegtuigindustrie. Als beste vorm van samenwerking z,*5t de commissie een nieuwe N.V., waarin de Staat, naast Fokker, deelneemt en ver tegenwoordigers der afnemende diensten als commissarissen plaatst. De heer A. G. H. Fokker moet niet als directeur, maar als technlsch-aeronautisch adviseur aan de nieuwe fabriek verbonden worden. De Staat moet de meerderheid der aandee- len hebben alsook de beslissende stem ln het college van commissarissen. Het tegenwoordige fabrieksgebouw van Fokker ls ongeschikt. De commissie wil een nieuwe fabriek doen bouwen in Schel- llngwoude even voorbij de Oranjesluizen. Fokker brengt ln f. 1.000.000 en krijgt daarvoor aandeelen B, de Staat brengt in f. 1.000.000 (uit de middelen van het Werkfonds) en krijgt daarvoor aandeelen A en bovendien het terrein ter waarde van f. 200.000, waar de Staat eveneens aandeelen A voor krijgt. Voor de typen, die Fokker inbrengt, be taalt het nieuwe bedrijf hem f. 300.000. De te maken winst 'zal zooveel mogelijk aan de particuliere aandeelen ten goede ko men. Daarom worde allereerst 4 over de aandeelen A en B uitgekeerd. Van de rest worde 15 gereserveerd, tot de reserve f. 500.000 bedraagt. Wat dan rest wordt als volgt verdeeld: 15 voor de directie, 10 'U voor de particuliere commissarissen (aand B): 65 aandeelen B: 20 aand. A en B ln verhouding. Op grond van de omzetten in de jaren 1925 tot en met 1934 door de Fokker fabrieken behaald, hoopt de commissie op een omzet van f. 2 mlllioen per Jaar en op een winst van f. 140.000. INVOER GEDROOGDE GARNALEN. Bij mlnisterieele besch'kklng is de mo- nopollehefflng bij den Invoer van ge droogde garnalen vastgesteld op f. 2.— per 100 k.g. netto- DE OMZET IN DEN RIJKSVISCHAFSLAG TE IJMUIDEN. De omzet in den Rijksafslag te IJmul- den bedroeg ln 1935 volgens voorlooplge cijfers f. 8.337.765 tegen f. 6.708.985 ln 1934. De omzet was dit jaar circa f. 370.000 min der dan verleden jaar. Dat de achterstand, bij verleden jaar vergeleken, niet grooter is, is voornamelijk te danken aan de groote aanvoeren van versche haring ln de laatste twee maanden- In November en December was de omzet ongeveer f. 1601)00 hooger dan in dezelfde maanden van 1934. WEER AFVLOEIING VAN PERSONEEL BIJ DE NED. SPOORWEGEN. Inzake verdere afvloeiing van personeel bij de Ned. Spoorwegen, ontving de Pcrsoneel- raad het volgende schrijven van de Di rectie: „Wij deelen u mede. dat wij met het oog op het overcompleet van perso neel bij den Dienst van Tractie en ma terieel besloten hebben met Ingang van 19 Jan. 1936 63 man op wachtgeld te stel len. Betrokkenen zijn geboren voor 1 Jan. 1878 (hieronder zijn wagenmeester, loco- motlefpcrsoneel enz.) Bovendien zullen met Ingang van 1 Febr. 1936 op wacht geld gesteld worden 2 chefs de bureau, 1 chef-commies en 3 commiezen, totaal 9 man. o VERSPREIDE BERICHTEN. Bij K. B. is benoemd met ingang van 1 Jan. tot burgemeester van Wijdenes, C. Mol. Te Zeist is, vier-en-zeventig jaar oud, overleden mr. dr. R. H. Kleyn, oud-raads heer in het Hoog Gerechtshof van Nedcr- landsch-Indlë. De overledene die te 's-Gravenhage was geboren, was ridder ln de Orde van den Nederlandschcn Leeuw. Bij beschikking van de Minister van Waterstaat en van Handel, Nijverheid en Scheepvaart is alsnog benoemd tot lid van de commissie, die de Regeering zal hebben te advlseeren omtrent de instelling van een Encrgieraad en omtrent de samen stelling, de taak en de bevoegdheden van zoodanigen Raad, dr. ir. A. C. van Rossem, directeur van de N. V. Brouwer „D'OianJe- boom", oud-directeur van het Gcmeen'e- Hjk Electriciteltsbedrijf te Rotterdam en lid van den Nijverheidsraad. De gewone audiëntie van den minis ter van financiën zal op Maandag 6 Jan. as. niet plaats hebben. KANTONGERECHT TE HAARLEM. Voor den Kantonrechter te Haarlem stond terecht de veehouder A. J. de W. uit Haarlemmermeer wegens het vervalschen van melk en het afleveren van vuile melk. Het proefmonster vetgehalte gaf een ge halte van Iets meer dan 22°,» aan. terwijl de minimumgrens 24'/i ls. Het stalmonster bleek ongeveer 28°/» aan te wijzen. De ambtenaar van het O. M. mr. Kleere- koper vond het een schandaal om de melk te vervalschen en ook om vuile melk af te leveren. Eigenlijk moesten er twee straffen worden opgelegd, een wegens de verval- sching en een wegens de vervulling. Daar melk een voedsel is, bij uitstek geschikt voor kinderen en zieken, moeten hooge eischen gesteld worden. Bovendien is af- roomen van de melk diefstal in het groot. De ambtenaar wilde f. 50 boete eischen voor de vuile melk en f. 80 boete voor het verminderen van het vetgehalte. Daar de zaak echter gecombineerd was, eischte hij f. 100 of 50 dagen hechtenis. De Kanton rechter veroordeelde verdachte tot f. 50 subs. 25 dagen hechtenis. Vervolgens stond terecht G. B. uit Haar lemmermeer, terzake het verkoopen van vuile melk. De ambtenaar eischte een geld boete van f. 40 subs. 20 dagen hechtenis. De Kantonrechter veroordeelde verdachte tot f. 10 subs. 5 dagen hechtenis. - Hierna stond terecht de 29-j. landbou wer H. A. de Gr. uit Haarlemmermeer, we gens melkvervalsching bij voortduring. De man was reeds eens veroordeeld omdat hij water bij de melk had gedaan. Daarna ls hij op 21 Sept. bekeurd w#gens het mengen van water in de melk en terwijl deze ver volging nog gaande was, pleegde hij op 25 Oct. nog een6 hetzelfde feit. Zijn vader had 21 koeien. Verdachte betoogde, dat hij deze melkvervalsching niet begaan heeft ten eigen bate en dat hij bovendien uit nood gehandeld heeft. Dat doet men niet uit nood, aldus de kantonrechter. De slechte tijden hebben met dit geval niets te maken, maar wel onrechtmatige bevoordeeling. „Het beste is," aldus de kantonrechter, „dat u maar heelemaal met dit vak op houdt. U kunt het toch niet laten en er zijn meer gevallen bekend, dat het bedrijf wordt overgenomen, door iemand die de lust om water bij de melk te doen, wel kan bedwingen. De ambtenaar van liet O. M. zeide een straf te willen eischen, waarbij verdachte gelegenheid wordt gegeven, te toonen dat hij zich wil verbeteren. Spr. eischte tegen verd. twee geldboeten, ieder van f. 60 te vervangen door 20 dagen hechtenis. Dit voor de twee geconstateerde vervalschln- gen. Bovendien vorderde hij 8 dagen hech tenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 Jaar. De kantonrechter veroordeelde verd. tot f. 50 subs. 20 dagen hechtenis voor de eer ste vervalsching, en f. 75 subs. 25 dagen hechtenis voor de tweede vervalsching, als mede 7 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Dezelfde verdachte stond vervolgens te recht wegens het in de Haarlemmermeer met zijn rijwiel rijden zonder licht. Boven dien had hij een valschen naam opgegeven. Als reden hiervan zeide verd. wederom uit nood gehandeld te hebben. De ambtenaar van het O. M. eischte te gen verd. wegens het fietsen zonder licht een geldboete van f. 4 subs. 4 dagen hech tenis, en voor het opgeven van een val schen naam f. 15 subs. 10 dagen hechtenis. De kantonrechter veroordeelde verd. voor het eerste feit tot een geldboete van f. 2 subs. 1 dag hechtenis en voor het laat ste feit tot een geldboete van f. 8 subs. 4 dagen hechtenis. Dan stond terecht de reiziger de L. uit Amsterdam, terzake dat hij den bestuurder van een zeswielige vrachtauto op den Rijks straatweg te Ltsse welke uit de richting Leiden kwam. geen voorrang had verleend. De ambtenaar van het O. M. eischte te gen verd. een geldboete van f. 12 subs. 6 dagen hechtenis. De kantonrechter veroor deelde verd. tot f. 10 subs. 5 dagen hecht. Terecht stond C. B., chauffeur uit Den Haag, terzake dat hij 'op 8 Nov. op den Heerenweg op 8 Nov. te LLsse, te dicht ach ter een andere auto heeft gereden, waar door deze ln botsing is gekomen met een auto bestuurd door H. uit Rijnsburg. De ambtenaar had het beter gevonden, indien verd. een grooteren afstand had gehouden. Spr. eischte tegen veTd. f. 8 subs. 4 dagen hechtenis. Conform den elsch werd ver dachte veroordeeld. v Tenslotte stond terecht H. uit Rijnsburg, terzake dat hij op 8 Nov. te snel heeft ge stopt op den Rijksstraatweg met zijn auto bij een opgebroken weggedeelte, waardoor hij tegen de auto is opgebotst van C. B. uit Den Haag. Door deze botsing ls de auto van B. ernstig beschadigd. Verd. H. deelde mede, dat hij moest stoppen voor een mo torrijder die van den anderen kant kwam aanrijden. De ambtenaar eischte tegen ver dachte een geldboete van f. 5 subs. 3 dagen hechtenis. De katonrechter kon niet tot het overtuigend bewijs komen en sprak verd. vrij. DE STRANDING VAN DE „JOS. MARIA". De Raad voor de Scheepvaart behan delde Dinsdag de stranding van het mo torschip „Jos. Maria" bij Egmond aan Zee op 2 December jj. Hieraan ging vooraf een onderzoek naar motorongevallen van het zelfde schip in Augustus. Naar de meening van deskun digen ls alle ellende die de bemanning met de motor heeft meegemaakt, toe te schrijven aan een te groote schroef. De stranding van dit schip hield ook verband met den motor. In den middag van Zaterdag 30 Novem ber was het schip in zee met een lading stijfsel van Zaandam naar Rochester en Londen vertrokken. Tegen II uur des avonds begon de mo tor minder toeren te maken. De motor bleek toen op één cylinder te draaien. De gezagvoerder verklaarde verder, dat de voorste cylinder koud was en tenslotte bleef de motor stil staan. Gedurende den geheelen Zondag is men bezig geweest, waarna men het opgaf om rust te nemen. Om twee uur Zaterdagsnachts is men ten anker gegaan. Toen men eindigde met werken aan den motor was de ankerpei- '.ing nog dezelfde. Te middernacht (van 1 op 2 December) wakkerde de wind plot seling aan en begon het anker te krabben. Het schip dreef naar de kust waar het omstreeks half twee vastliep ter hoogte van Egmond aan Zee. De inspecteur-generaal merkte op, dat uit de rapporten bleek, dat door deskun digen ls verklaard, dat de regulateur van den motor niet goed werkte. Er was af spraak, dat de kapitein binnen drie weken de regulateur te Wormerveer zou laten nazien. De gezagvoerder wist dus, dat toen hij de reis begon de motor niet geheel in orde was. De Raad zal nader beraadsla gen en daarna uitspraak doen. 3-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 10