Minister Gelissen over
vooruitzichten.
de
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 2 Januari 1936
Bij den aanvang van het nieuwe jaar vallen eenige
teekenen van opleving te constateeren.
BINNENLAND.
Koopt
Kinderpostzegels
RECHTZAKEN.
De Minister acht geen andere
structuur van onze handels
balans noodig.
De Haagsche redacteur van de „Stan
daard" heeft aan den minister van Han
del, Nijverheid en Scheepvaart ir. H. Ge
lissen, de vraag voorgelegd, hoe hij den
toestand ziet bij den aanvang van het
nieuwe Jaar, Aan dit onderhoud ls het
volgende ontleend:
Juist eergisteravond, aldus de minister,
dacht Ik erover na aan het eind van
het Jaar gaat men wel eens overpeinzen
hoe lk als Ingenieur bezig was met do
uitwerking van een procédé, dat langen
tijd vroeg, waardoor allerlei tegenstand en
gebrek aan vertrouwen ln de zaak, die je
bezig houdt, ontstaat, totdat Je eindelijk
tot de technische uitvoering komt en
slaagt. Onwillekeurig vergeleek ik die po
sitie met die van een ministor en ik meen,
het een goede leerschool ls geweest: strij
den, werken en volhouden".
„Men hoort soms, dat de Minister-Pre
sident u ln uw plannen zou belemmeren".
Het antwoord komt snel:
„De heer Colljn zeker niet. Zelden heb
ik een man met zulk een breed inzicht
en zulk een hard werker ontmoet. Eiken
dag leer ik van hem".
De „politiek" is afgedaan en we komen
tot den economischen toestand.
„Kunt u voor het Nederlandsche be
drijfsleven doen, wat u er zich van voor
gesteld hebt?"
„Die vraag raakt ons economisch beleid
en daarbij moeten we wel onderschelden.
Wij kunnen niet een geheel zelfstandige
doelbewuste economische politiek voeren,
zooals b,v. Rusland, het Brltsche impe
rium en de Vereen. Staten van Amerika.
Als een krachten-diagram.
Onze economische houding wordt be
paald door: 1. ons eigen kunnen en 2.
door wat anderen doen en die twee fac
toren werken als ln een krachten-diagram
waarbij wij steeds rekening hebben te
houden met dien beweeglijken en veran
derlijken tweeden factor.
Onze export naar Engeland, dat deva
lueerde, wordt beperkt door hooge en soms
zelfs preventieve rechten, ln Dultschland
remmen de betalingsmoeilijkheden en ln
andere landen zijn het nog weer andere
oorzaken, die ons belemmeren. Ieder land
streeft naar zelfvoorziening en steeds meer
wordt gepoogd goederen tegen goederen
uit te ruilen en niet meer zooals voorheen
goederen tegen goederen plus diensten.
Daardoor zoo vervolgde de minister
wordt ook onze betalingsbalans be
ïnvloed.
Vroeger werd het passief van onze han
delsbalans opgevangen en zelfs meer dan
dat door het actief van onze dienstenba
lans. Nu is dat actief niet groot genoeg
meer, zoodat we zelfs gedwongen werden
door beperking van den invoer, goud-uit
voer, liquidatie van waarden ln het bui
tenland e.d. daarin te voorzien.
Geen andere structuur.
Vraagt u mij nu: Moeten wij aansturen
op een andere structuur van onze han
delsbalans, zoodat deze van passief, actief
wordt, dan zeg lk als mijn meening: Neen,
dit behoeft niet!
Als wij een kleine opleving krijgen, en
sommige teekenen wijzen ln die richting,
dan is dit passief, dat nu op de betalings
balans drukt, spoedig Ingehaald".
WIJ helpen de Nederlandsche Industrie
door contingenteerlng, financiering
reeds werden 50 credieten verleend het
verleenen van credlet-garantles bij ex
port en ook door een krachtige propagan
da voor het Nederlandsch fabrikaat".
„Men heeft gezegd. Excellentie, dat u
meer voor hoogere rechten dan voer con
tingenteerlng was".
„De verstarrende werking van contin
genteerlng ls moeilijk te ontkennen, doch
men moet geval voor geval bezien. Zeker
ls het niet mogelijk, de contingenteerlng
over heel de linie door rechten te vervan
gen. Wij doen wat we kunnen. Voor de
scheepvaart werkt de B.E.N.A.S., werd 8
mlllioen steun verleend en de loodsgelden
op Bolgisch peil gebracht.
Voorts ls het verleenen van Rijnvaart-
premies in studie. Ook aan do toepassing
van de Ordeningswet ligt hier niets meer
ln den weg".
Een positieve kapitaalbelegglngo-
politiek?
„Zijn er nog meer middelen om de in
dustrie te steunen?"
„Wij zouden, gelijk Engeland, Zwitser
land en België, nog meer kunnen doen
aan een positieve kapltaalbeleggingspoll-
tiek, om langs dezen weg opdrachten voor
onze Industrie te verzekeren. Daarvoor
hebben de genoemde landen bedrilfeban-
ken, die met de industrie samenwerken."
„Wordt bij ons ln deze richting ge
werkt?"
„Ik kan alleen zeggen, dat de rogeering
haar aandacht op de zaak hoeft en eenige
besprekingen door mij zijn gevoerd."
„Is onze industrie concurrenz-fahig?"
„Naar mijn meening ln het algemeen
wel. Het kostenpell ligt, ln totaal geno
men, beneden dat van de Dultsche, onge
veer op de zelfde hoogte als van de Fran-
sohe en hier en daar iets boven dat van
de Engelsche industrie.
Het is wel een merkwaardigheid, dat wtf
tegenover Scandinavië een actieve han
delsbalans bezitten, niettegenstaande de
daar toegepaste devaluatie.
Bij ons wacht de aanpassing van de
loonen op de verlaging van de huren, die
ln het Vaste Lasten-ontwerp betrokken
zijn. Spoedige afwerking daarvan is zeker
gewenscht.
„Is vermindering van werktijd een mid
del om de werkloosheid te bestrijden?"
„Zeker, bij terugbrenging, van de 48 tot
een 40-urige werkweek zou een grooter
aantal arbeidskrachten te werk kunnen
worden gesteld, doch, en dat ls een groote
maar, het kan alleen als het internatio
naal geschiedt.
Dingen, die hoop geven.
„Er zijn eenige dingen, die hoopvol
stemmen. In 1932 zien we ln de wereld
een toenemende vraag naar grondstoffen
en stijging van de productie, met uitzon
dering van den landbouw, gepaard gaande
met een vermeerdering van den wereld
handel. Daardoor ontstaat eenige opleving
ln de scheepvaart met tevens een aan
trekking van de vrachtprijzen. Er zijn
teekenen, die er op wijzen, dat Nederland
hiervan ook definitief zijn deel krijgt.
Maar al te veel wordt vergeten het wooid.
van dr. Colijn: Wij zijn later dan de
meeste andere landen in de crisis ge
raakt, we komen er ook later weer uit.
Overigens dient men er wel op te letten,
dat de Vereenlgde Staten met hun 10 mll
lioen werkloozen op de 120 mlllioen be
woners, een nog aanmerkelijk hooger
werkloosheidspercentage hebben dan wij
met 400.000 op de 8 mlllioen. En dat on
danks de Ingrijpende maatregelen daar.
Bovendien moet er op gelet worden, dat
uit de stijging van de werkloosheid niet
mag worden afgeleid een dalende pro
ductie. Tevens mag niet worden vergeten,
dat jaarlijks 47.000 arbeidszoekenden het
leger arbeidskrachten versterken.
Naar mijn meening heeft de Nederland
sche industrie ln 1935 meer verdiend dan
ln 1934.
In sommige takken van de nijverheid is
een onmiskenbare gunstige tendenz; het
handelsverdrag met Amerika gesloten
biedt hoop op verruiming van afzet.
De beginselen van dat handelsverdrag,
beoogend meer wederzij dschen handel,
vormen in elk geval een tegenstelling met
de ln de laatste jaren heersehende nel-
ging om het handelsverkeer te beperken.
En dat ls een gelukkig verschijnsel.
Onze schepen zijn weer ln de vaart en
het vrachten-indexcijfer stijgt.
In de landen die gedevalueerd hebben
is er een noodzakelijke aanpassing van
het levenspeil naar boven, bij ons een
daling, zoo ian er weer een breeder
draagvlak ontstaan. Als we weer op gang
komen, wordt het tempo steeds sneller.
Zoo mogen we het nieuwe Jaar Ingaan
met eenlg meerder vertrouwen, hopend,
dat de opleving een blijvend beteren toe
stand voor ons volk zal brengen."
EERSTE KAMER.
Vergadering Dinsdag 7 Januari.
De voorzitter is voornemens de Kamer
bijeen te roepen tegen Dinsdag 7 Januari
a.s. des avonds te half negen, ter behan
deling van het ontwerp van wet inzake
de cumulatie Op Woensdag en volgende
dagen zal afdeellnesonderzoek plaats heb
ben om. van een aantal hoofdstukken der
Rljksbeerootlng voor 1936 en van het ont-
wem van wet tot verlaging van de open
bare uitgaven voor het onderwijs.
EERSTE KAMER OVER HET CUMULATIE-
ONTWERP.
Velen teleurgesteld over t« beperkte
strekking.
Bij het aideelingsonderzoek door de
Eerste Kamer van het ontwerp van wet
tot wijziging en aanvulling van de Pen
sioenwet 1922. van de wet van 28 Mei 1922,
van de Gemeentewet, van de Provinciale
Wet. van de wet van 30 Juni 1923 en van
de wet van 17 Juli 1923 (bepalingen be
treffende cumulatie van traktement en
pensioen) keurden eenige leden de daarin
voorgestelde regeling af. Deze leden waren
van oordeel, dat in de practijk van 's Rijks
dienst de cumulatie van traktement en
pensioen weinig beteekent en slechts uit
zonderingsgevallen betreft. Cumulatie van
inkomsten is, dus werd betoogd, ook in het
particuliere bedrijf waarneembaar en
wordt daar niet als iets verwerpelijks be
schouwd. Dat het Kabinet, door de indie
ning van dit wetsontwerp te bevorderen,
beeft toegegeven aan een kunstmatig op
gewekte publieke opinie, betreurden zij ten
zeerste.
Bovendien verklaarden zij, niet met dit
wetsontwerp te kunnen instemmen, omdat
zij pensioenen onaantastbaar achtten, op
de gronden, reeds meermalen in de Staten-
Generaal uiteengezet.
Verscheidene andere leden konden zich
met de hiervoren weergegeven opmrkln-
gen niet vereenigen. Met name betwistten
zij de onaantastbaarheid van pensioenen,
Voorts waren zij van oordeel, dat. al zijn de
gevallen van cumulatie in overheidsdienst
zeldzamer dan gemeenlijk wordt voorge
steld. het toch aanbeveling verdient, vooral
ln de huidige tijdsomstandigheden, aan
elke, niet per se gerechtvaardigde, bevoor
rechting uit de openbare kas. een einde te
maken
Vele leden uitten hun teleurstelling over
de h.i. te beperkte strekking van het wets
ontwerp.
o
DE SPOORWEGPENSIOENEN.
Een door de regeering overgenomen
amendement niet in het ontwerp
verwerkt.
Blijkens het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp van wet tot
wijziging van de Pensioenwet voor de
Spoorwegambtenaren 1925 hadden ver
scheidene leden onoverkomelijke bezwaren
tegen de ontworpen regeling, dewelke zij in
strijd achtten met art.. 177 van de Grond
wet en met de rechtvaardigheid in het
algemeen, al werd toegegeven, dat het ge
meen overleg tusschen de regeering en de
Tweede Kamer tot niet onbelangrijke ver
beteringen in het aanvankelijk ontwerp
heeft geleld.
De leden, hier aan het woord, beschouw
den pensioen als uitgesteld loon, als een
bij overeenkomst, althans quasi-contract,
vastgelegde, vertraagde contra-prestatie
voor reeds geleverden arbeid, alzoo een ver
kregen recht, dat op onaantastbaren
grondslag rust.
Sommige leden betoogden, dat men, ook
al achtte men aanvankelijk een pensioen
onaantastbaar, niettemin met de, in dit
wetsontwerp voorgestelde regeling kan in
stemmen. omdat steeds meer, als gevolg
van de sterke verlaging van loonen en
salarissen bij het spoorwegbedrijf, het
verschil tusschen deze en de pensioenen is
verminderd, zoo niet opgeheven, welk ver
schil uiteraard dient te worden gehand
haafd. Deze leden waren evenwel van oor
deel, dat niet is aangetoond, waarom de
voorgestelde verlaging voor het spoorweg
personeel een andere zou moeten zijn dan
die voor het Rijkspersoneel. Noch in den
financielen toestand der Nederlandseh6
Spoorwegen met hunne aanzienlijke te
korten, noch ln dien van het pensioenfonds
achtten zij daartoe een reden gelegen.
Vele leden verklaarden zich met de aan
gevoerde bezwaren niet te kunnen vereeni
gen. Deze leden stonden op het standpunt,
dat het te dezer zake een publiekrechte
lijke in stede van een privaat-rechtelijke
verhouding geldt.
Verscheidene leden zouden gaarne ver
nemen, waarom het amendement, op 15
November LI. door de leden van de Tweede
Kamer, de heeren Amelink en Smeenk in
gediend en denzelfden dag door de regee
ring overgenomen niet in het wetsontwerp,
zoodanig als de Tweede Kamer het heeft
aangenomen, is verwerkt. Zulks betreurden
zij, naardien dat amendement de h.i. vol
komen juiste strekking had, op pensioenen
van f. 500 of minder geen korting toe te
passen en voor pensioenen tot een hooger
bedrag dain f 500, welke door de korting
tot beneden dit bedrag zouden dalen, de
korting te beperken tot het bedrag, ver-
elscht om de bedoelde pensioenen tot f. 500
terug te brengen. De leden, hier aan het
woord bepleitten de indiening van een
ontwerp van wet. houdende een bepaling
om het door de belde genoemde afgevaar
digden nagestreefde doel te verwezenlijken.
Andere leden gingen verder en vroegen zich
af of het voorstel, zooals het hier ligt, voor
behandeling door de Eerste Kamer vat
baar ls.
o
VLOOTVOOGD IN INDIE.
Schout bij nacht Ferwerda benoemd.
Bij Kon. besluit is de vice-admiraal M.
H. van Duim eervol ontheven van de be
trekking van commandant der zeemacht
en hoofd van het Deoartement der Marine
ln Nederlandsch-Indië, met den datum,
waarop hij die aan zijn opvolger zal over
dragen, zulks onder dankbetuiging voor
de door hem ln die betrekking bewezen
diensten en is zijn betrekking opgedragen
aan den benoemden schout-bij-nacht H.
Ferwerda,
Laten allen nog één of meer
kinderzegels koopen, eer de ter
mijn van verkoop sluit; op 9 Jan.
a.s. is het de laatste dag. De
laatste loodjes wegen het zwaarst!
De nood onder de verwaarloosde
Jeugd ls groot: alom, maar vooral
ln onze groote steden neemt de
jeugdcriminaliteit op angstwek
kende wijze toe.
Daarom ls aller steun zoo hard
noodig!
KEURINGSDIENSTEN.
Tot Maart blijft de indeeling ongewijzigd
Naar wordt bericht, is door de Koningin
bepaald, dat de indeeling van het land
ln keuringsdiensten Ingevolge de Waren
wet, tot 1 Maart a.s. ongewijzigd zal blij
ven. De bestaande keuringsdiensten blij
ven tot dien datum hun taak dus onver
anderd vervullen. Op dezen gang van
zaken werd reeds gezinspeeld door den Mi
nister van Sociale Zaken in zijn rede ln de
Eerste Kamer der Staten-Gneraal op 24
December.
o
MINISTER-PRESIDENT COLIJN NAAR
ZUID-FRANKRIJK.
De minister-president en mevr. Colijn
zijn gisteren per ss. „Johan de Witt" naar
het Zuiden van Frankrijk vertrokken, al
waar zij eenlgen tijd zullen vertoeven. Zij
worden tegen 21 Jan. a.s. in Den Haag
terug verwacht.
HET LANDELIJK ^COLLECTIEF CON
TRACT IN HET STUCADOORSBEDRIJF.
De Patroonsbond wenscht het niet
ongewijzigd te continueeren.
De Nederlandsche Stucadoorspatroons-
bond heeft aan de bonden, welke party
zijn bil het landelijk collectief contract ln
het stucadoorsbedrijf, te weten de Nederl.
Christelijke Bouwarbeldersbond en de R.K.
Bouwvakarbeidersbond, medegedeeld, dat
hij het contract na afloop daarvan (31
Maart) niet ongewijzigd wenscht te con
tinueeren. Het is vooralsnog niet mogelijk
nieuwe voorstellen te doen, maar deze
zullen zoo mogelijk worden geformuleerd.
o
DE WET OP DE VERBINDEND-
VERKLARING VAN ONDERNEMERS
OVEREENKOMSTEN.
Een verklaring van den minister
van handel.
De Algemeene Bond van Koffiehuis
houders en Slijters ln Nederland had tot
den minister van handel het verzoek ge
richt te mogen vernemen ln hoeverre te
nemen ordenlngsbeslulten zouden kunnen
dienen tot versterking van de organisatie,
d.w.z. of de verbindendverklaring van
overeenkomsten kan lelden tot ordelik
verbruik en alle ongeorganiseerden te
dwingen de regelen van de organisaties te
volgen.
De minister heeft daarop geantwoord,
dat de wet op het algemeen verbindend
en onverblndendverklaren van onderne
mingsovereenkomsten niet beoogt onge
organiseerde bedril fsgenooten te dwingen
om tot de bestaande organisaties toe te
treden aangezien dit directe dwang tot
organisatie zou beteekenen. Alleen bedin
gen uit overeenkomsten tusschen bedrijfs-
genooten en besluiten van hun organisa
ties die voor de oeconomische toestanden
ln een bedriifstak overwegende beteekenis
hebben en waarvan het algemeen belang
verbindendverklaring eischt. komen even
tueel voor algemeen verbindendverklaring
in aanmerking.
o
CONCENTRATIE VAN VLIEGTUIG
INDUSTRIE.
Het rapport van de commissie
van Doorninck.
Volgens het „Vad." heeft de Regeering
besloten over te gaan tot stichting van
een eenheidsfabriek voor vliegtuigen, welk
besluit gebaseerd is op een rapport van de
zgn interdepartementale commissie-Van
Doorninck, dat dezelfde strekking heeft.
De commissie is volgens het blad. tot de
conclusie gekomen, dat de vliegtuigfabrie
ken Koolhoven, Schelde en Avlolanda als
zoodanig geen groote waarde hebben voor
de ontwikkeling der vliegtuigindustrie.
Als beste vorm van samenwerking z,*5t
de commissie een nieuwe N.V., waarin de
Staat, naast Fokker, deelneemt en ver
tegenwoordigers der afnemende diensten
als commissarissen plaatst. De heer A. G.
H. Fokker moet niet als directeur, maar
als technlsch-aeronautisch adviseur aan
de nieuwe fabriek verbonden worden. De
Staat moet de meerderheid der aandee-
len hebben alsook de beslissende stem ln
het college van commissarissen.
Het tegenwoordige fabrieksgebouw van
Fokker ls ongeschikt. De commissie wil
een nieuwe fabriek doen bouwen in Schel-
llngwoude even voorbij de Oranjesluizen.
Fokker brengt ln f. 1.000.000 en krijgt
daarvoor aandeelen B, de Staat brengt
in f. 1.000.000 (uit de middelen van het
Werkfonds) en krijgt daarvoor aandeelen
A en bovendien het terrein ter waarde
van f. 200.000, waar de Staat eveneens
aandeelen A voor krijgt.
Voor de typen, die Fokker inbrengt, be
taalt het nieuwe bedrijf hem f. 300.000. De
te maken winst 'zal zooveel mogelijk aan
de particuliere aandeelen ten goede ko
men. Daarom worde allereerst 4 over de
aandeelen A en B uitgekeerd. Van de rest
worde 15 gereserveerd, tot de reserve
f. 500.000 bedraagt. Wat dan rest wordt
als volgt verdeeld: 15 voor de directie,
10 'U voor de particuliere commissarissen
(aand B): 65 aandeelen B: 20 aand.
A en B ln verhouding.
Op grond van de omzetten in de jaren
1925 tot en met 1934 door de Fokker
fabrieken behaald, hoopt de commissie op
een omzet van f. 2 mlllioen per Jaar en op
een winst van f. 140.000.
INVOER GEDROOGDE GARNALEN.
Bij mlnisterieele besch'kklng is de mo-
nopollehefflng bij den Invoer van ge
droogde garnalen vastgesteld op f. 2.— per
100 k.g. netto-
DE OMZET IN DEN RIJKSVISCHAFSLAG
TE IJMUIDEN.
De omzet in den Rijksafslag te IJmul-
den bedroeg ln 1935 volgens voorlooplge
cijfers f. 8.337.765 tegen f. 6.708.985 ln 1934.
De omzet was dit jaar circa f. 370.000 min
der dan verleden jaar. Dat de achterstand,
bij verleden jaar vergeleken, niet grooter
is, is voornamelijk te danken aan de
groote aanvoeren van versche haring ln
de laatste twee maanden- In November en
December was de omzet ongeveer f. 1601)00
hooger dan in dezelfde maanden van 1934.
WEER AFVLOEIING VAN PERSONEEL
BIJ DE NED. SPOORWEGEN.
Inzake verdere afvloeiing van personeel bij
de Ned. Spoorwegen, ontving de Pcrsoneel-
raad het volgende schrijven van de Di
rectie: „Wij deelen u mede. dat wij met
het oog op het overcompleet van perso
neel bij den Dienst van Tractie en ma
terieel besloten hebben met Ingang van
19 Jan. 1936 63 man op wachtgeld te stel
len. Betrokkenen zijn geboren voor 1 Jan.
1878 (hieronder zijn wagenmeester, loco-
motlefpcrsoneel enz.) Bovendien zullen
met Ingang van 1 Febr. 1936 op wacht
geld gesteld worden 2 chefs de bureau, 1
chef-commies en 3 commiezen, totaal 9
man.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij K. B. is benoemd met ingang van
1 Jan. tot burgemeester van Wijdenes,
C. Mol.
Te Zeist is, vier-en-zeventig jaar oud,
overleden mr. dr. R. H. Kleyn, oud-raads
heer in het Hoog Gerechtshof van Nedcr-
landsch-Indlë. De overledene die te
's-Gravenhage was geboren, was ridder ln
de Orde van den Nederlandschcn Leeuw.
Bij beschikking van de Minister van
Waterstaat en van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart is alsnog benoemd tot lid van
de commissie, die de Regeering zal hebben
te advlseeren omtrent de instelling van
een Encrgieraad en omtrent de samen
stelling, de taak en de bevoegdheden van
zoodanigen Raad, dr. ir. A. C. van Rossem,
directeur van de N. V. Brouwer „D'OianJe-
boom", oud-directeur van het Gcmeen'e-
Hjk Electriciteltsbedrijf te Rotterdam en
lid van den Nijverheidsraad.
De gewone audiëntie van den minis
ter van financiën zal op Maandag 6 Jan.
as. niet plaats hebben.
KANTONGERECHT TE HAARLEM.
Voor den Kantonrechter te Haarlem
stond terecht de veehouder A. J. de W. uit
Haarlemmermeer wegens het vervalschen
van melk en het afleveren van vuile melk.
Het proefmonster vetgehalte gaf een ge
halte van Iets meer dan 22°,» aan. terwijl
de minimumgrens 24'/i ls. Het stalmonster
bleek ongeveer 28°/» aan te wijzen.
De ambtenaar van het O. M. mr. Kleere-
koper vond het een schandaal om de melk
te vervalschen en ook om vuile melk af te
leveren. Eigenlijk moesten er twee straffen
worden opgelegd, een wegens de verval-
sching en een wegens de vervulling. Daar
melk een voedsel is, bij uitstek geschikt
voor kinderen en zieken, moeten hooge
eischen gesteld worden. Bovendien is af-
roomen van de melk diefstal in het groot.
De ambtenaar wilde f. 50 boete eischen
voor de vuile melk en f. 80 boete voor het
verminderen van het vetgehalte. Daar de
zaak echter gecombineerd was, eischte hij
f. 100 of 50 dagen hechtenis. De Kanton
rechter veroordeelde verdachte tot f. 50
subs. 25 dagen hechtenis.
Vervolgens stond terecht G. B. uit Haar
lemmermeer, terzake het verkoopen van
vuile melk. De ambtenaar eischte een geld
boete van f. 40 subs. 20 dagen hechtenis.
De Kantonrechter veroordeelde verdachte
tot f. 10 subs. 5 dagen hechtenis.
-
Hierna stond terecht de 29-j. landbou
wer H. A. de Gr. uit Haarlemmermeer, we
gens melkvervalsching bij voortduring. De
man was reeds eens veroordeeld omdat hij
water bij de melk had gedaan. Daarna ls
hij op 21 Sept. bekeurd w#gens het mengen
van water in de melk en terwijl deze ver
volging nog gaande was, pleegde hij op 25
Oct. nog een6 hetzelfde feit. Zijn vader had
21 koeien. Verdachte betoogde, dat hij deze
melkvervalsching niet begaan heeft ten
eigen bate en dat hij bovendien uit nood
gehandeld heeft.
Dat doet men niet uit nood, aldus de
kantonrechter. De slechte tijden hebben
met dit geval niets te maken, maar wel
onrechtmatige bevoordeeling.
„Het beste is," aldus de kantonrechter,
„dat u maar heelemaal met dit vak op
houdt. U kunt het toch niet laten en er
zijn meer gevallen bekend, dat het bedrijf
wordt overgenomen, door iemand die de
lust om water bij de melk te doen, wel kan
bedwingen.
De ambtenaar van liet O. M. zeide een
straf te willen eischen, waarbij verdachte
gelegenheid wordt gegeven, te toonen dat
hij zich wil verbeteren. Spr. eischte tegen
verd. twee geldboeten, ieder van f. 60 te
vervangen door 20 dagen hechtenis. Dit
voor de twee geconstateerde vervalschln-
gen. Bovendien vorderde hij 8 dagen hech
tenis, voorwaardelijk met een proeftijd
van 2 Jaar.
De kantonrechter veroordeelde verd. tot
f. 50 subs. 20 dagen hechtenis voor de eer
ste vervalsching, en f. 75 subs. 25 dagen
hechtenis voor de tweede vervalsching, als
mede 7 dagen hechtenis voorwaardelijk met
een proeftijd van 2 jaar.
Dezelfde verdachte stond vervolgens te
recht wegens het in de Haarlemmermeer
met zijn rijwiel rijden zonder licht. Boven
dien had hij een valschen naam opgegeven.
Als reden hiervan zeide verd. wederom uit
nood gehandeld te hebben.
De ambtenaar van het O. M. eischte te
gen verd. wegens het fietsen zonder licht
een geldboete van f. 4 subs. 4 dagen hech
tenis, en voor het opgeven van een val
schen naam f. 15 subs. 10 dagen hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde verd.
voor het eerste feit tot een geldboete van
f. 2 subs. 1 dag hechtenis en voor het laat
ste feit tot een geldboete van f. 8 subs. 4
dagen hechtenis.
Dan stond terecht de reiziger de L. uit
Amsterdam, terzake dat hij den bestuurder
van een zeswielige vrachtauto op den Rijks
straatweg te Ltsse welke uit de richting
Leiden kwam. geen voorrang had verleend.
De ambtenaar van het O. M. eischte te
gen verd. een geldboete van f. 12 subs. 6
dagen hechtenis. De kantonrechter veroor
deelde verd. tot f. 10 subs. 5 dagen hecht.
Terecht stond C. B., chauffeur uit Den
Haag, terzake dat hij 'op 8 Nov. op den
Heerenweg op 8 Nov. te LLsse, te dicht ach
ter een andere auto heeft gereden, waar
door deze ln botsing is gekomen met een
auto bestuurd door H. uit Rijnsburg. De
ambtenaar had het beter gevonden, indien
verd. een grooteren afstand had gehouden.
Spr. eischte tegen veTd. f. 8 subs. 4 dagen
hechtenis. Conform den elsch werd ver
dachte veroordeeld.
v
Tenslotte stond terecht H. uit Rijnsburg,
terzake dat hij op 8 Nov. te snel heeft ge
stopt op den Rijksstraatweg met zijn auto
bij een opgebroken weggedeelte, waardoor
hij tegen de auto is opgebotst van C. B.
uit Den Haag. Door deze botsing ls de auto
van B. ernstig beschadigd. Verd. H. deelde
mede, dat hij moest stoppen voor een mo
torrijder die van den anderen kant kwam
aanrijden. De ambtenaar eischte tegen ver
dachte een geldboete van f. 5 subs. 3 dagen
hechtenis. De katonrechter kon niet tot het
overtuigend bewijs komen en sprak verd.
vrij.
DE STRANDING VAN DE
„JOS. MARIA".
De Raad voor de Scheepvaart behan
delde Dinsdag de stranding van het mo
torschip „Jos. Maria" bij Egmond aan Zee
op 2 December jj.
Hieraan ging vooraf een onderzoek naar
motorongevallen van het zelfde schip in
Augustus. Naar de meening van deskun
digen ls alle ellende die de bemanning
met de motor heeft meegemaakt, toe te
schrijven aan een te groote schroef.
De stranding van dit schip hield ook
verband met den motor.
In den middag van Zaterdag 30 Novem
ber was het schip in zee met een lading
stijfsel van Zaandam naar Rochester en
Londen vertrokken.
Tegen II uur des avonds begon de mo
tor minder toeren te maken. De motor
bleek toen op één cylinder te draaien. De
gezagvoerder verklaarde verder, dat de
voorste cylinder koud was en tenslotte
bleef de motor stil staan. Gedurende den
geheelen Zondag is men bezig geweest,
waarna men het opgaf om rust te nemen.
Om twee uur Zaterdagsnachts is men ten
anker gegaan. Toen men eindigde met
werken aan den motor was de ankerpei-
'.ing nog dezelfde. Te middernacht (van 1
op 2 December) wakkerde de wind plot
seling aan en begon het anker te krabben.
Het schip dreef naar de kust waar het
omstreeks half twee vastliep ter hoogte
van Egmond aan Zee.
De inspecteur-generaal merkte op, dat
uit de rapporten bleek, dat door deskun
digen ls verklaard, dat de regulateur van
den motor niet goed werkte. Er was af
spraak, dat de kapitein binnen drie weken
de regulateur te Wormerveer zou laten
nazien. De gezagvoerder wist dus, dat toen
hij de reis begon de motor niet geheel in
orde was. De Raad zal nader beraadsla
gen en daarna uitspraak doen.
3-3