Het nieuwe verdrag met Duitschland 76*,e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 December 1935 Derde Blad No. 23239 BUITENL, WEEKOVERZICHT FASLIISSFJAENTEN. Diverse tariefsverlagingen en consolidaties Méér export en extra-steun. GETEMPERDE STEMMINGEN. 1 Ben ecg opwekkend Kerstfeest heeft de Chflstenheitt dit Jaar niet kunnen vieren. Bi de eerste plaats werd het „Vrede op ASarde" droef verstoord door het oorlogs- |erucht ln Abessynië en ln de tweede Saate zweven donkere wolken over ons Wërelddeel! Wie durft voorspellen, wat die bolken tenslotte zullen blijken ln te houden? De Engelsche ministercrtsts ls spoedig opgelost en wel ln den geest der publieke opinie: benoemd ls tot opvolger van sir Samuel Hoare, die zelf drie maanden rust gaat nemen ln Zwitserland. Anthony Eden. Een aparte minister voor Volken- böndsaangelegenheden zal niet meer worden aangewezen, zoodat voortaan wederom de gansche Engelsche buiten- landsche politiek in handen van een en dezelfde persoon zal zijn. hetgeen onge twijfeld een meer vaste lijn ten goede zal komen. Hetgeen Baldwin bij de jongste recon structie van zijn kabinet nog niet aan durfde. nl. den jeugdigen Eden in zijn ministerie op te nemen als minister vart» buitenlandsche zaken, heeft nu dan toch plaats gehad. Achteraf bekeken zal de Brltsche premier zelfs wel spijt hebben gehad, niet terstond op Eden zijn keus te hbbben laten vallen, want het droeve echec van de Parijsche vredesvoorstellen zou hem dan ongetwijfeld bespaard zijn gebleven. Want zonder vooruit te loopen op den verderen zang van Zaken, Eden zou nifft- mer zulke voorstellen hebben aanvaard, als Laval bij Hoare heeft weten door te drijven. De Parijsche voorstellen zijn echter ter ziele. Zelfs Italië beseft dat en Mussolini heeft dan ook maar geen antwoord meer er op gegeven. Als de Duce ze eens direct als grondslag voor onderhandelingen had aanvaard Men zou in een geduchte impasse heb ben verkeerd! Zoo zien de Italië gunstig gezinden in Frankrijk het ook en door de vasthoudendheid van Mussolini is de Fransche stemming heel wat bekoeld. Als de Duce dan geen prijs stelt op alles, wat Laval ten zijnen gunste doet, zelfs op gevaar af de Engelsche vriendschap te ondermijnen, waarom zich dan nog verder moeite te geven, redeneert men nu in deze Fransche kringen. En niet ten onrechte. Intusschen is biet te zeggen, hoe de naaste toekomst zich zal ontwikkelen, want zelfs van Eden is moeilijk een door tasten tot het uiterste te verwachten, doch het lijkt er toch op, dat de Volkenbond, eenmaal a gezegd hebbend, thans des noods b zal laten volgen. Niet voor niets heeft Brittannië zich tot alle Middelland- sche Zee-mogendheden gewend met ver zoek precies te willen aanduiden, of zij tot bijstand bereid zijn bij een Italiaanschen aanval op de Brltsche vloot. Van Frankrijk had Engeland weliswaar reeds toezeg gingen. doch blijkbaar is toch ook aan Frankrijk opnieuw uitsluitsel gevraagd, doch ditmaal meer gedetailleerd. Van Zuid Slavië. Turkije en Griekenland zijn bevre digende antwoorden ingekomen, alleen Spanje aarzelt nog met zijn antwoord, waarschijnlijk mede tengevolge van de moeilijke binnenlandsche politieke ver houdingen. die een uiterst gereserveerde houding als van zelf afdwingen. Zou het aanvankelijk niet gedachte feit. dat de Volkenbondsleden dus in doorsnee niet terugdeinzen voor hun verplichtingen. Rome niets zeggen? Laat ons hopen, dat dit wel het geval ls. dan zal misschien toch langzamerhand in Italië de zin voor de werkelijkheid herleven, <lle totdusver op merkwaardige wijze leek verduisterd, tot schade van zich zelf en van gansch Europa. Een beklemming ligt er over ons wereld deel. daar de langdurige onzekerheden vrees wekken. Mocht, er eens iets gebeu ren, hoever zou zich dit gebeuren dan uit strekken en welke combinaties zouden zich kunnen voordoenHet is allemaal vaag en nog eens vaag. De huidige feestdagen zijn weinig geëigend om het verloop van zaken te bespoedigen. Voor begin volgend jaar zal er wel niet veel meer op het groote speel- tooneel der buitenlandsche politiek plaats hebben, doch dan zal men verder moeten gaan! Het eene volgt nu eenmaal nood wendig op het andere. Intusschen strijdt Laval in de Fransche Kamer opnieuw voor zijn politiek leven. Nu op eigen terrein, dat der buitenland sche politiek. Zijn positie was den laatsten tijd, al handhaafde hij zich. toch aan het afbrokkelen en door Herriot's aftreden als leider der radicaal-socialisten blijkt de kans groot, dat deze partij in scherper mate dan voorheen tegen hem partij zal kiezen. Maar of men hem zal durven doen vallen Als gelukkig verschijnsel van het Kerstfeest kan gewezen worden op de amnestie, die in tal van landen ls ver leend aan de politieke veroordeelden. Noemen we Oostenrijk, Hongarije. Polen. Wanneer deze stemming van verbroede ring en vergevingsgezindheid eens langer mocht duren, dan deze korte spanne tijds, hoeveel zou er ten goede keeren! In het Verre Oosten spitst zich de situatie meer en meer toe, daar alle be langhebbenden hun troeven gaan uitspe len. Naast de kwestie van Noord-China nog nimmer tot een oplossing gebracht, komt nu de kwestie van Mongolië, waar bij niet zoozeer China partij is als wel sovjet-Rusland. Doch beide aangelegen heden grijpen in elkaar en staan in een soort wisselwerking tot elkaar. China blijft verdeeld als altijd en op onverwachte mogelijkheden moet men zich steeds voorbereid houden. Stop zetten der anti-Japansche actie is gemak kelijk te decreteeren, doch in de volks psyche moet dit toch weerklank vinden, wil het in de practijk iets beteekenen. En gelet op de studenten-demonstraties haoert er in dat opzicht nog wel iets. Het is begrijpelijk, maar of het voor China het beste is. is een tweede! Vernietigd: H. J. H. Jansen. Voorhout, Opgeheven wegens gebrek aan actief H. L. Borsboom, Wassenaar; C. van Kla- Wren. Rijnsburg; J. Bywaard. Hillegom. HEN VERZUIME DIT NIET VELEN ZULLEN ZICH HAAR NOC HERINNEREN! o (Van onzen redacteur). Gelijk bekend, is op den dag vóór Kerst mis het nieuwe Nederlandsch-Duitsche verdrag ter regeling van het goederen verkeer voor 1936 onderteekend. Op zichzelf is dit niets bijzonders, daar immers, in verband met de snel wijzigende economische verhoudingen, sinds 1932 ieder jaar een nieuw verdrag tot stand kwam, die allen tot elkander in nauw ver band staan en zoo ook bezien moeten wor den. Wèl echter is belangrijk, dat ditmaal eenige overeenkomsten aan het verdrag waarvan de tekst nagenoeg gelijk is aan dat van 22 December 1934 werden toe gevoegd. die van zser groote beteekenis zijn met betrekking tot den uitvoer. Laten wij voorop stellen, dat het in dezen tijld wel uitermate moeilijk is, verdragen te sluiten. De problemen toch zijn hoogst gecompliceerd. Bezwarend is mede. dat Nederland en Duitschland een geheel ver schillende economische politiek voeren. Voert Nederland die van den gouden standaard, van de aanpassing, voor Duitschland daarentegen geldt die van 't kunstmatig monetair regime, gepaard met „Ankurbelung" der binnenlandsche pro ductie en consumptie. Is de vrije concur rentie van vreemde staten op de Duitsche markt beperkt, op de Nederlandsche markt is deze concurrentie nog vrij scherp, daar gemiddeld 75 a 80»/o der artikelen niet aan contingenteering onderhevig is. De vraagstukken moesten dus door de Nederlandsche delegatie met de grootste omzichtigheid behandeld worden, waarbij zij wel gedwongen werd, naar het gehéél te zien. Industrie en landbouw b.v. gaan van totaal verschillende tendenzen uit. Er is dus altijd teleurstelling, maar hij, die zich van de te overwinnen, ontzaglijke moeilijkheden bewust is zooals wij, die gisteren uit den mond van dr. H. M. Hirschfeld, dir.-gen. van Handel en Nij verheid mochten vernemen zal toch zeker toestemmen, dat wssr vcor sommige takken iets bereikt is, dat tot bevrediging mag stemmen. Wat het nu gesloten verdrag het vierde sinds 1932 betreft, daaraan is een lijst toegevoegd van diverse tariefverla gingen, die ons land verkreeg. Allereerst zijn tariefconsolidaties toege staan van Duitsche zijde voor diverse soorten „groentezaden". Voorts constatee- ren wij een verlaging van het Duitsche in voerrecht op druiven van 15 op 7 mark. Niet meer aan eenige regehng onderhevig zal zijn het invoerrecht op lithopoon (een. soort zinkwit), terwijl, wat de visscherij betreft, het invoerrecht op oesters vast gesteld is op 65 mark per 100 K.G. Vast gesteld is voorts een tariefscontingent van gloeilampen; voor een zeker kwantum is het invoerrecht lager gesteld, daarboven geldt het autonome invoerrecht. Inzake onzen export van groenten, bloemkwee- kerij-artikelen en bloembollen valt geen wijziging op te merken. De in- en uitvoerregeling van steenkolen bleef eveneens onveranderd. Nog zij er op gewezen, dat voor groenten en fruit practisch dezelfde regelingen zul len gelden als in 1935, terwijl in 1936 nog een aantal kleinere onderhandelingen op industrieel gebied te wachten zijn (betref fende de nadere samenwerking tusschen Nederlandsche industrieën van zout en glas). Van groot belang blijkt echter de rege ling betreffende den export der v.n. land bouwproducten. Sterke aandacht verdient het feit, dat voor de artikelen boter, kaas en eieren in 1936 een grooter kwantum naar Duitschland geëxporteerd mag wor den. dan in het vorig jaar. een kwantum echter, dat in totaal ongeveer ons land hetzelfde in waarde zal opbrengen als in 1935, d. w. z. dat het grootere contingent ongeveer overeenkomt met de verlaging van den prijs. Ook voor de melkproducten (gecondenseerde melk) is een regeling ge troffen, die niet onbelangrijk afwijkt van die van 1934 en 1935. Deze regeling wordt voor ons land gun stiger beoordeeld: Intusschen zal men moe ten afwachten, of zij werkelijk een succes zal zijn. Welke motieven nu, bewogen onze dele gatie tot deze nieuwe regeling? Ons land begon den naam te krijgen van duur te zijn. als gevolg van den ontstanen grooten achterstand van niet-betaalde vorderingen door Duitschland, bedragen, die Duitschland eerst moest voldoen. Hier door daalde onze export gevoelig. Het feit, dreigde, dat andere landen in onze plaats gingen treden, temeer daar in Duitschland een gebrek aan vetten ontstond. Wij moch ten ens echter niet door andere landen laten verdringen en de reputatie van ..ie duur te zijn" moest verdwijnen. Vandaar, dat men tot deze regeling is gekomen. Bij den invoer van Duitsche artikelen deden zich eveneens moeilijke vraagstuk ken voor. De contingenten omvatten een vrij aanzienlijk deel. ongeveer 31°/« van den Duitschen import in Nederland. Men is nu tot een regeling geko men. waarbij over het algemeen de nieuwe contingenten lager zullen zijn, dan die van 1935. Hierbij is nagestreefd een aanpassing aan de veranderde marktpositie van ons land (o.a. door verminderde koopkracht, enz.), dus aan de reëele verhoudingen. Duitschland slaagde er vorige jaren niet in, zijn contingenten te verbruiken, ondanks het feit dat het systeem der uit- voerpremie's gehandhaafd bleef. In dit systeem moesten wij het vorig jaar wel weer toestemmen, omdat, toen wij dit in 1934 weerden, de Duitsche export sterk daalde. En een reëel afsnijden van den Duitschen uitvoer impliceert een reëel af snijden van onzen uitvoer, waartegen wij vóór alles moeten waken. In dit verband zij er echter op gewezen, dat de Nederlandsche industrie zich schul dig heeft gemaakt aan bevordering van het systeem der uitvoerpremie's, daar tal van Nederlandsche firma's te dien opzichte op Duitschland een druk uitoefenden, ten einde op deze wijze zoo goedkoop mogelijk te kunnen inkoopen. Tegen dit misbruik dient streng gewaarschuwd. Duitschland wil echter geen eind maken aan het systeem der uitvoerpremie's, in verband met het kunstmatig hooghouden van het Duitsche prijsniveau (de mark). Indien echter de uitvoerpremie zoo weinig mogelijk gebruikt, wordt, zal de Ned. In dustrie van dit systeem minder last onder vinden. De contingenten, die Duitschland niet verbruiken kon, werden dus in het nieuwe verdrag verkleind om tot een betere aan passing met de Nederlandsche marktver houding te komen. Zij liggen nu beneden den werkelijken invoer van 1935: op deze wijze geeft alzoo het nieuwe verdrag een extra-steun aan de Nederlandsche in dustrie. In het bijzonder zijn de contingenten van eenige artikelen der textielindustrie verlaagd beneden het invoerpeil van 1935. Resumeerend kan men nu drie groepen contingenten onderscheiden en wel con tingenten, die gelijk bleven; contingenten, die verlaagd werden tot het reëele kwan tum van 1935 en contingenten, die zelfs hier beneden zijn gebracht. Een en ander eischte van de zijde der Nederlandsche onderhandelaars groote omzichtigheid, daar Duitschland natuur lijk niet maar voetstoots afstand wilde doen van zijn mogelijkheid tot invoer in ons land. Tot een juist begrip van de gecompli ceerdheid der te treffen regelingen komt men eerst, wanneer men de verdragen historisch en ln hun verband beziet. Primair is steeds voor de onderhande laars de vraag: „Hoe wordt de betalings capaciteit zoo eerlijk mogelijk verdeeld tusschen de diverse groepen?" De dele gatie moet alle punten zien in onderling verband, het gehéél beschouwen en men moet beseffen, dat aantasting van één der factoren, aantasting van de anderen kan beteekenen. Uitvoerig heeft dr. Hirschfeld ons dan ook diverse voorkomende proble men voorgehouden, in 't bijzonder ook over de „clearing", die een wel zeer ster ken indruk gaven van het feit, hóé voor zichtig men moet zijn met het uitoefenen van critiek. wanneer men niet van alle details en wisselende omstandigheden ter dege op de hoogte is. Ter geruststelling voor degenen, die zich bezorgd maken over de vraag, of Duitsch land in den vervolge de landbouwpro ducten centraal zal gaan inkoopen, waar door alle handelsrelaties vernietigd zouden worden, zij nog gemeld, dat de mogelijk heid van een centralen inkoop door Duitschland bij de besprekingen wel een belangrijke rol heeft gespeeld, doch dat de Nederlandsche delegatie zich daartegen ten sterkste heeft verzet met als resultaat, dat men daarvoor geenerlei angst behoeft te koesteren. Zoo hebben wij hierboven in groote trekken een nadere toelichting op enkele belangrijke momenten van het verdrag 1936 gegeven, waaruit o.m. nog gedistil leerd kan worden, dat het sterke autarki sche streven van het oude regime, door het nieuwe regime aanvankelijk ook be voordeeld. langzaam aan wel iets losge laten wordt, mede als gevolg van nood zakelijke omstandigheden. Moge het nieuwe verdrag, dat wederom eerst na langdurig en moeizaam onder handelen tot stand kwam. de relaties tusschen Nederland en Duitschland ten goede komen, alsook de belangen van alle betrokkenen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9