Humor uit het Buitenland. LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 28 December 1935 t I' •^1" V'1 Financieel Jaaroverzicht. .Als vader ons niet gauw komt roepen, komen we nog te laat op school." (Lustige Kölner j.tg.1. *- k'j1 =~tr-i r. i Is-"' „Ik zie dat Iemand die U zeer na staat een groote teleurstelling zal ondervinden". ,,Da' komp uit; ik ben zonder een cent op zak hier gekomme". (Humorist) i,Wanneer kan lk om de rest van het bedrag komen Wanneer u mijn nieuwe adres ontdekt zult hebben." (Muskete). „Blijf JU hier staan en zorg dat hij niet weg loopt. Dan ga lk lntusschen mijn geweer halen." (Der lustige Sachse). Zij „Waar deug Je eigenlijk voor 7 Je kunt niet koken, je kunt niet naaien, en een sphoonheid ben je ook niet bepaald 1' (Judge). Lichtpunten in den economischen toestand overschaduwd door onzekere politieke vooruitzichten - Aanhoudende onrust op valutagebied - Prijsstijging op de goede renmarkten - Vermindering van onzen export naar landen met beperkt betalings verkeer - Zorgelijke toestand der Staats financiën - De Beleggingsmarkt afhanke lijk van invloeden van buiten af. Indien de politieke toestand zich tegen het einde van het Jaar niet zoodanig had verscherpt, dat ernstig rekening moet wor den gehouden met den, storende» invloed van nieuwe internationale verwikkelingen, dan zou er alle aanleiding zijn, om op grond van de economische ontwikkeling in het afgeloopen jaar de toekomst met wat meer vertrouwen tegemoet te zien. Voor het eerst sinds in het najaar van 1929 de eerste teekenen van een economi sche inzinking vielen waar te nemen, heb ben wij weer een jaar achter ons, waarin op verschillend gebied eenige vooruitgang kan worden geconstateerd. De verbetering is stellig nog niet van dien aard, dat het tijdperk der economische crisis als afge sloten kan worden beschouwd. Dit zou reeds daarom een misrekening kunnen blijken te zijn, omdat het moeilijk is uit 1e maken. In hoeverre de economische ver betering een hechten grondslag heeft, óf en in welke mate kunstmatige elementen daarbij een rol spelen en men dus slech's met een schijnbare versterking der koop kracht te doen heeft. Beden tot secptlcisme is er zeker, wan neer men ziet. hoe de regeeringen in ver schillende landen zich bij hun pogingen, een verbetering te weeg te brengen, blind taren op werkverschaffingsplannen, zon der de oorzaken van het kwaad aan te tasten. Het zijn zelfs vaak de regeerings- maatregelen. Welke een terugkeer naar gezonde verhoudingen belemmeren, door dien zij aan een uitbreiding van het ruil verkeer tusschen de volkeren nieuwe moei lijkheden in den weg leggen. Zoo moet het ingrijpen der regeeringen in de vrije prijsvorming (bedoeld als tegemoetkoming aan bepaalde zwaar getroffen krihgen der bevolking) wel leiden tot een stijging van de algemeene kosten van het levensonder houd, waardoor de exportmogelijkheden verder verminderen. Elke maatregel tot bescherming of verdediging van het eigen bedrijfsleven, in den vorm van subsidlee- ring. verhooging van invoerrechten of contingenteering. be'eekent een benadee ling van den export van andere landen, waarmede men handelsbetrekkingen on derhoudt. Om dan nog te zwijgen van de monetaire experimenten, die telkens op nieuw het vertrouwen ondermijnen en nieuwe storingen ln het economisch leven veroorzaken. Een van de belangrijkste vragen, van welker beantwoording de economische ontwikkeling in het komende jaar afhan kelijk is, is die, of de muntverzwakking thans een einde heeft genomen, dan wel, of deze nog verdere vorderingen zal ma ken. De afbrokkeling van het „blok" der goudlanden, door de devaluatie van dén Belgischen franc in Maart j.l. heeft een nieuwe schok toegebracht aan het ver trouwen in de handhaving van den gou den standaard in de overgebleven „goud"- landen. Feitelijk is de onrust op valuta- gebied sinds de Belga-devaluatie niet tot staan gekomen. Velen van hen. die van de wenschelijkheid van muntverzwakking geenszins overtuigd zijn, gaan zich afvra gen. of een beslissing ten gunste van de valuatie niet te verkiezen is boven de voortdurende onzekerheid op valuta-ge- biecj, die den ondernemingsgeest remt en een druk op het zakenleven legt. Zij zien hierbij over het hoofd, dat devaluatie in de nog overgebleven goudlanden geenszins een teruekeer van stabiele valuta-verhou dingen zou beteekenen, doch veeleer nog tot een vergrooting van den chaos zou leiden. Stabiliteit op valuta-gebied zou alleen te bereiken zijn door een herstel van den gouden standaard, in internationaal over leg, zooals ook internationale samenwer king onontbeerlijk is, teneinde tot de voor het wereldherstel noodzakelijke uitbreiding van den goederenruil tusschen de verschillende landen te geraken. He laas beperkt men zich in de meeste lan den op zijn mooist tot het constateeren van het bedroevende feit, dat men met het tegenwoordige systeem van herstel maatregelen binnen de eigen landsgren zen op den verkeerden weg is, doch ont breekt de innerlijke kracht, om zich hier boven uit te verheffen. Dat het jaar 1935, ondanks de symptomen van economische verbetering, welke zich hier en daar voor doen, toch in mineur sluit, moet voorna melijk daaraan worden toegeschreven.dat de jongste politieke ontwikkeling eener- zijds de kans op internationale regeling der drukkende- economische problemen naar een verre toekomst heeft verschoven, terwijl dit Uitstel op zich zelf de mogelijk heid van een voortschrijding van het pro ces van ontwrichting op monetair gebied vergroot. Wel is ln het afgeloopen jaar tijdens de langdurige periode van valuta onrust de weerstand der goudvaluta's grooter gebleken dan men veelal verwacht had, doch Juist in de laatste maanden is, met name in Frankrijk, het streven naar devaluatie aanmerkelijk toegenomen. Als een gunstige factor kan het worden aangemerkt, dat de afbrokkeling der waarde van de valuta's, die van het goud anker zijn losgeslagen, in het laatste jaar geen verderen voortgang heeft gemaakt. Het Pond Sterling, dat in den loop van 1934 nog 10°/o in waarde had ingeboet, verlaat 1935 op een niveau, dat slechts weinig lager is dan de koersstand van om streeks een jaar geleden ad ca f. 7.30. ln tusschen moet niet over het hoofd worden gezien, dat het evenwicht van het Pond nog altijd uiterst labiel is en dat de om vang der fluctuaties veel grooter blijft dan die der valuta's, die aan het goud zijn ge bonden. Zoo werd ln Maart j.l. een laagste punt van f. 7 bereikt, terwijl de noteering in den zomer tijdelijk tot f. 7.40 steeg. De dollar daarentegen is zich op een peil van om en nabij f. 1.48 blijven bewegen en zijn stabiliteit zou vrijwel verzekerd zijn te achten, ware het niet dat er in de Ver. Staten ernstige inflatie-gevaren bestaan, die een bedreiging voor de waardevastheid van den dollar vormen. Toen wij hierboven spraken van symp tomen. die als een aanwijzing van een verbetering van den wereldtoestand kun nen worden beschouwd, dachten wij in de eerste plaats aan het aanmerkelijke her stel, dat in de prijzen van verschillende grondstoffen en producten ls ingetreden. De beteekenis hiervan springt te meer ln het oog, wanneer men bedenkt, dat de wereldcrisis begonnen is met een scherpen prijsval op de goederenmarkten. Onder normale omstandigheden zou n'en uit de prijssstljging van het afgeloopen jaar mo gen concludeeren, dat er eindelijk een de finitieve wending ten goed in 't conjünc- tuurverloop is ingetreden, behoudens dan de noodlge reserve met het oog op den onzekeren internationalen politieken toe stand. Dat wij deze conclusie thans niet aandurven, is een gevolg van het feit, dat niet kan worden nagegaan, in hoeverre de prijsverhooging van verschillende produc ten moet worden toegeschreven aan den invloed van den oorlog en van de uitbrei ding der bewapening in het algemeen. Het staat wel vast, dat de toeneming van de vraag uit dien hoofde de directe aanleiding van de prijsstijging is geweest. Tegelijkertijd kan worden aangenomen, dat het prijsherstel niet zulke groote vor deringen zou h°bben gemaakt, indien de statistische positie van verschillende ar tikelen op het oogenbiik, waarop de oor- logsvraag zich deed gelden, niet reeds be langrijk verbeterd was. Eenerztjds ls deze verbetering het gevolg van een kunstma tige regeling van productie, resp, aanbod (de tin-, thee en rubberrestrictie-overeen komsten e.a.) aan den anderen kant heeft men hierbij echter te doen met een na tuurlijke aanpassing der voortbrenging aan het verminderde verbruik. Hoe langer hoe meer productie-ondernemingen, welke in de periode der hoogconjunctuur waren opgericht en welker bedrijf gebaseerd was op de toen bestaande prijs- en afzetver- houdingen, hebben zich door den langen duur der crisis niet meer staande kunnen houden, nadat zij nog geruimen tijd op hun oude reserves hadden geteerd. Andere hebben zich door interne reorganisatie en rationaliseering van het. bedrijf, vaak ge paard gaande met een inkrimping der productie, aan de nieuwe afzetverhoudin- gen aangepast. Had een en ander reeds tot een ver mindering der voorraden geleid, hierbij komt, dat ook de z.g. „onzichtbare" voor raden bij handel en industrie sterk waren ingekrompen, doordien wegens de aan houdende prijsdaling slechts mondjes maat werd gekocht t>e, aanvulling dezer onzichtbare voorrddén, tcfen eenmaal de prijsstijging doorze,ttfc'Jt)eeft hgt hare tot de verbetering der marktpositie van vele artikelen bijgedragen. Naar uit het hier onder volgende ove'rzicht van het prijsver loop der belangrijkste artikelen blijkt, konden de hoogste, in het afgeloopen jaar bereikte noteeringen zich weliswaar niet handhaven, maar is het prijsniveau aan zienlijk honger dan de laagste noteeringen van dit laar. Het voordeelige verschil ls nog veel belangrijker, v/anneer men de hu'dige noteeringen vergelijkt met het laagste punt voor verschillende artikelen in 1934 Invoerwaarde Uitvoerwaarde (In lOOOtallen guldens) 1935 1934 1935 1934 Duitschland 199.844 225.856 110.148 150.957 Italië 9.606 11.927 12.669 12.623 Roemenië 2.356 9.427 495 1.691 Turkije 1.388 1.862 1.470 1.031 Bulgarije 882 979 227 235 Wij zien dus, dat de vermindering van onzen uitvoer naar de landen met beperkt betalingsverkeer ook in het afgeloopen Jaar weer aanzienlijk is geweest. Naar Duitschland alleen bedraagt de teruggang van den export meer dan f. 40 miilioen voor de eerste tien maanden. Het is dan ook uitsluitend aan de verdere verminde ring van den afzet naar Duitschland, jaren achtereen verreweg de grootste af nemer van Nederlandsche goederen, te wijten, dat de totale uitvoer van Neder land dit jaar een verdere daling aantoont. Het aandeel van Duitschland in den Ne- derlandschen export is van 25°/» in de eerste negen maanden van 1934 gedaald tot 20'Ie in dezelfde periode van dit jaar en Duitschland heeft zijn plaats als voor naamste afnemer van Nederlandsche goe deren moeten afstaan aan Engeland, dat bijna 22»/» van onzen totalen export be trok. Een feit, dat gezien de valuta-ver houdingen en de hiermede verband hou dende bemoeilijking der concurrentie stel- Koper lElectr. p. toni Tin (St. cash p. ton) Lood p. ton) Tarwe (H.W. S ct. p. bush) Petroleum (Penns. ruw S p. vat) Katoen (Middl. Up. 1 8 ct. p lb) Copra p. ton) Suiker (Cuba loco N.Y. ct. p. lb) Cacao (N. York) Rubber (d. per lb.) eten en grondstoffen. Eind Laagste Laagste Hoogste 1934 1935 1935 1935 28 1/4 29 1/4 41 1/2 39 1/2 221 1/4 208 245 216 3/4 10 10 19 3/4 16 1/8 87 1/2 99 1/4 144 1/2 133 1/2 1.57 1/2 1.52 1/2 1.87 1/2 1.82 10.45 10.55 12.90 12.05 8 101/4 14 1/2 14 5/8 2.74 2.65 3.68 3.10 3.98 4.27 5.20 5.20 4 1/3 5 3/16 611/16 61/6 De gezamenlijke invloed van de prijs stijging en van de toeneming der aan- koopen voor bewapeningsdoelelnden moet zich wel weerspiegelen in een uitbreiding van het goederenverkeer. Reeds toont de statistiek van de buitenlandsche handels beweging voor de geheele wereld voor het derde kwartaal een stijging aan met ca. 2 '!c, terwijl de cijfers voor het vierde kwartaal vermoedelijk nog wat gunstiger zullen worden. De internationale scheep vaart, die in zoo'n sterke mate van de economische crisis heeft geleden, heeft voor het eerst sinds vele jaren weer een lichte opleving meegemaakt, tot uiting komend in een verhooging der vrachtta rieven op verschillende trajecten en in een vermindering der opgelegde scheeps- ruimte. De opleving in den wereldhandel is echter doorkruist door de sanctie-maat regelen tegen Italië, en daarnaast heeft ook de verdere vermindering van de beta- llngscapaciteit van Duitschland geleid tot een voortdurende inkrimping van den invoer in dit land. De zich steeds duidelijker afteekenende economische isolatie van Duitschland vormt een der factoren, die aan een her stel van den wereldhandel in den weg blijven staan. Ons land heeft zich tegen de flnancieele schade, welke uit een alge- heele stagnatie van het Duitsche beta lingsverkeer zou kunnen voortvloeien, zoo goed mogelijk gedekt, door de betalingen over en weer vla een clearing-rekening te laten loopen. Door zulke clearingverdra- gen, die behalve met Duitschland ook met verschillende andere landen met be perkt betalingsverkeer werden gesloten (Talie. Roemenië, Turkije. Bulgarije en Chili) is weliswaar het goede resultaat be reikt, dat ons land te allen tijde een overzicht heeft van den stand der reke ningen met de desbetreffende landen. Het spreekt echter vanzelf, dat deze clearing- verdragen niet tot een uitbreiding van den handel kunnen leiden; zij hebben eerder een hieraan tegenovergestelde uitwerking, zooals blijkt uit het hieronder volgende staatje van de ontwikkeling van het handelsverkeer met de landen, waarmede clearing-verdragen loopende zijn, in de eerste tien maanden van .dit 1a?r verge leken met dezelfde periode van 1934. lig de aandacht verdient, al mag het aan deel, dat de met regeeringssteun mogelijk gemaakte export van zuivelproducten ook in den uitvoer naar Groot-Britannië heeft, niet worden onderschat. Invoer 11 maanden. Gewicht Waarde (in tons) (in mill. Gld.) 1931 27.489.618 1.752 1932 22.213.619 1.192 1933 22.167.266 1.102 1934 21.025.695 1.094 1935 18.910.686 863 Uitvoer 11 maanden. 1931 15.643.059 1.231 1932 12.724.813 775 1933 11.932.734 673 1934 12.361.919 655 1935 11.441.804 823 Er bestaat goede kans. dat in het ko mende jaar de achterstand in onzen export tengevolge van de gestadige vermindering der Duitsche betalingscapaciteit zal wor den ingehaald door een toeneming van den afzet naar Amerika. Het tegen het einde van dit jaar gesloten Nederlandsch- Amerikaansche handelsverdrag, dat voor een reeks van belangrijke artikelen een aanmerkelijke verlaging van invoerrech ten brengt, opent overigens ook voor den afzet van een aantal Ned. Indische pro ducten gunstigere perspectieven. De be teekenis van dit handelsverdrag gaat echter nog uit boven onze directe nationale belangen, omdat uit de door Amerika in dezen aangenomen houding blijkt, dat men 4 Nederland 3'/t 'Ie Nederland 2'/i «Ie N.W.S. 4 'Ie Ned. Indië 4 "Ie Amsterdam 3 'h "Ie N. Holland 4'/i 'Ie 's-Gravenhage 4 'Ie Rotterdam 3'/j 'ie Holl. Spoor 4 Staatsspoor 7 'Ie België 7 "Ie Dawesl (£m/verkl.) 4'/j "Ie Frankrijk 4 'Ie Engeland (funding) 4 'U South. Pacific 5 "Ie Cities Service 4'/! "Ie Oslo zich daar hoe langer hoe meer rekenschap ervan geeft, dat het welbegrepen eigenbe lang van de Ver. Staten als crediteuren- land gelegen is in een verruiming van den invoer, in plaats van in de politiek van afsluiting der landsgrenzen ter bescher ming der eigen industrie, die er zoo langen tijd opgeld heeft gedaan. Is er dus aanleiding om, wat de ontwik keling van onzen buitenlandschen handel betreft, het nieuwe jaar wat hoopvoller in te gaan, op het gebied van onze staats financiën blijft de toekomst nog zorgelijk. De opbrengst der Rijksmiddelen heeft zich in het afgeloopen jaar nog voortdurend in een dalende richting bewogen, zoodat verwacht moet worden, dat zij voor het geheele jaar een F. 30 miilioen bij de raming ten achter zal blijven. Bij de samenstelling der Staatsbegrooting voor 1936 werd overigens reeds rekening gehou den met een verdere vermindering van de belastingopbrenst, alsmede met een niet te vermijden stijging van diverse uitgaven. Op grond van de besparingen van het bekende Bezuinigingsontwerp, enkele nieuwe bezuinigingsposten en de heffing van eenige nieuwe belastingen kon het evenwicht in de begrooting niettemin wor den bereikt. De regeering heeft er echter zelfs reeds opgewezen, hoe moeilijk het onder de tegenwoordige omstandigheden is. een juiste raming van inkomsten en uitgaven te geven. Telkens weder doen zich op het gebied van de internationale economische verhoudingen gebeurtenissen voor, die van grooten invloed zijn op onze staatsfinanciën. In dit verband behoeft men er maar aan te denken, hoe de onrust op de valuta markt als gevolg van de Belgische deva luatie een plotseling eind heeft gemaakt aan de daling van den rentevoet hier te lande. De financiering van de vlottende schuld des Rijks is dientengevolge veel duurder geworden. Tevens is de conversie beweging. die voor den staat, de gemeen ten en provinciën zoo'n aanmerkelijke be sparing op de rente-uitgaven met zich bracht, tot staan gekomen. Nadat in de eerste maanden van dit jaar nog een aantal Vit 'Ie leeningen vlot plaatsing vonden, was het maanden lang niet meer mogelijk, nieuwe leeningen met hoogeren rentevoet te emitteeren. Eerst tegen het eind van het Jaar heeft de provincie Noord-Holland met succes een beroep op de markt gedaan door het emitteeren van een 47= 'Ie leening a 99 'Ie. De verdere ontwikkeling van de beleggingsmarkt is geheel afhankelijk van de vraag, of van buiten af geen nieuwe storingen intreden, waarbij wij in de eerste plaats aan de politieke verhoudingen ln Frankrijk en het hiermede nauw samenhangende lot van .den franc denken. Blijven deze stoor nissen achterwege, dan mag men vertrou wen, dat het ln de laatste maanden des jaars op de obligatiemarkt ingetreden koersherstel geleidelijk verdere vorderin gen zal maken. Het vertrouwen in den gulden is ongetwijfeld geschraagd door de doelbewuste politiek van onze regeering en de krachtige houding van de Nederland sche Bank, die onze valuta tegen alle „aanvallen" heeft weten te verdedigen. Wij laten hieronder een overzicht volgen van het koersverloop van binnenlandsche beleggingsfondsen, en voegen hieraan de noteeringen van eenige buitenlandsche waarden toe. Wij stellen ons voor, het koersverloop op de aandelenmarkt en de bijzondere factoren, die hun invloed op de verschillende afdeelingen der beurs heb ben doen gelden, in een volgend artikel te behandelen. Laagste '35 90 3/4 87 1/2 66 7/8 88 1/8 85 1/2 83 92 82 78 5/16 78 59 1/2 16 3/4 75 3/8 65 3/4 34 16 78 Hoogste '35 102 5/16 101 7/8 83 3/4 101 15/16 101 99 7/8 100 3/4 100 1/8 971/2 100 1/2 67 1/2 41 93 74 1/2 48 1/2 40 97 1/2 Einde '35 97 7/8 92 7/8 75 971/8 93 7/16 91 1/2 100 3/4 90 1/4 82 1/8 85 641/2 20 1/4 75 3/8 70 3/4 48 1/8 39 1/2 90 1/4 8—8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 11