Huldigingsdiner voor dr. Max Euwe - De nieuwe bisschop van Haarlem
TESSA
764le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Oorlogsbuit van Abessyniërs.
FEUILLETON.
PASTOOR J. P. HIIBERS - te Hoorn,
die door Z.H. den Paus tot bisschop van
Haarlem is benoemd.
HET OFFICIEELE HULDIGINGSDINER VOOR DEN NIEUWEN WERELDKAMPIOEN SCHAKEN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETEN.
ÜR. MAX EUWE - in het Carlton-hotel in Amsterdam. V.l.n.r. d, Aljechin, mevr Aljechin, prof. Mafhu™
dr. G. H. van Poel jé, mr. M. Levenbach, mevr. Levenbach, dr. Max Euwe (x) en mevrouw Euwe met diens behaalde succes.
Een aantal Italiaansche tanks viel den Abessyniërs in handen, aan het Zuidelijk front in de omgeving van G or ah ai.
NOODLANDING VAN DE ,,SCHELDEMUSCH" in de omgeving van
Vlissingep, waarbij het landingsgestel werd beschadigd. De piloot, de heer
W. A. Rademaker, bleef ongedeerd.
HARDLOOPENDE KOKS. Een wedstrijd in hardloopen voor koks vond te Parijs
op de Avenue des Champs Elyseés plaats.
DE KONING DER BOSSCHE KEGELAARS GE-
KROOND een traditioneele plechtigheid, welke ge-
sdhiedde door den heer K. van Lanschot.
door RICHARD STARR.
Vytaald door A. RIEWERD.
5)
„Ik dacht, dat u zei, dat u den weg
naar de stad niet wist, mr. Turner".
„Ik heb de bus gevolgd, zooals u me hadt
aangeraden".
„Maar u hebt ze, zoo snel als u kon, in
gehaald en bent ze voorbij gereden".
„Toch heb lk den stroom gevolgd. Dat ls
een goede gedachte. De meeste menschen
gaan naar de stad en lk volg als het ware
de meerderheid".
„Als u dat wist, hadt u niet behoeven
te stoppen en mij den weg te vragen."
„Laat ons over andere dingen praten",
zei Jimmy. „U zei immers, dat uw auto
hetzelfde nummer heeft als de mijne?"
„O, neen, dat bedoelde ik niet. Ik heb
geen auto".
„Dat is een felicitatie waard. Gedistin
geerde menschen zijn tegenwoordig diege
nen, die geen auto of radio bezitten. Hebt
u een radio?"
„Neen".
„Dan behoort u tot de werkelijke aris
tocratie. Wij overigen vormen de hoi
polloi".
„Wat is de hoi polloi?"
„Dat beteekent de kudde de gewone
menschen. Het is Latijn, geloof ik, hoewel
ik er niet erg zeker van ben. Het kan ook
Arabisch of Esperanto zijn. Dus dan is
2103 uw telefoonnummer?"
„Neen. Het is mijn eigen nummer. Ik
ben een meisje uit een theesalon en wij
hebben allemaal nummers, ziet u. Ik werk
in een theesalon in de stad. Daar ga lk
nu heen".
Hij draaide een onderdeel van een
seconde zijn hoofd om en keek haar recht
in haar mooie .oogen.
Zij voelde een kleine, opwindende rilling
door haar lichaam gaan. Geen enkele
man had haar ooit tevoren zoo aan
gekeken.
„U staat me toe, u naar de theesalon te
brengen?"
„Ja, graag, mr. Turnover".
„Daar! Nu hebt u het gezegd. Ik wist
zeker, dat u het vroeger of later zeg
gen zou".
„O sorry, mr. Turner. Vergeef me alstu
blieft. Ik was niet van plan u zoo te noe
men. Ik weet niet, hoe het kwam. dat ik
het deed".
.Het is bijna te erg voor vergiffenis", zei
mr. Turner tragisch. „Op schooi werd ik
Turnover genoemd. Maar toen was er
eenig excuus voor, omdat ik dik was. Nu
hen ik niet dik meer. en ik voel me diep
beleedigd, dat u aan mij zoudt denken als
aan een gebakje".
„Zoo ben lk nu", zei Tessa berouwvol.
„Ik zeg en doe altijd verkeerde dingen. Ik
denk niet aan u als een gebakje. Ik mag
u ontzettend graag!"
Dit was, besefte zij. een nieuwe fout. Zij
mocht hem ontzettend graag, maar dat
had zij niet mogen vertellen aan een man,
dien zij nog maar een paar minuten
vluchtig kende.
Toen zij het gezegd had. bloosde zij even
vurig, als haar haar rood was. Jimmy
Turner zij niets Maar hij sloeg weer een
snellen blik op haar. Weer voelde zij die
vreemde golf van ontroering in haar bin
nenste. Het maakte haar duizelig, en een
oogenblik werd alles wazig voor haar
oogen.
„Ik moet me wat in acht nemen", zei ze
bij zichzelf. „Ik zal meer lichaamsbeweging
moeten nemen".
Plotseling kwam zij tot het besef, dat
mr. Turner haar hand vasthield. Zij trok
ze weg, niet erg snel. Feitelijk nog al
vriendelijk. Zij wilde hem niet kwetsen, en
het was niets om er dwaze drukte over te
maken het vasthouden van de hand
van een meisje. Bovendien had zij haar
handschoenen aan
„O, we zijn er! Stop alsjeblieft, mr. Tur
ner. Hier is mijn winkel".
Zij gaf hem haar klein, gehandschoend
handje, terwijl zij op het trottoir stond, en
bedankte hem vriendelijk. Hij nam zijn
hoed af en verdween na een vluchtlgen
blik op den winkel.
„Een echte gentleman", mompelde
Tessa, terwijl zij de auto nakeek, die zich
een weg door de menigte baande. „Heele-
maal geen hoi polloi. Vroeg mijn naam
niet eens en probeerde niet een afspraakje
voor de bioscoop met mij te maken of
zooiets".
Het was natuurlijk prettig te weten,
dat hij een echte gentleman was, en geen
van de hoi polloi. Maar tegelijkertijd was
zij licht teleurgesteld. Zij was er bijna
zeker van. dat zij, als hij geprobeerd had,
een afspraakje met haar te maken, het
hem niet al te moeilijk zou hebben ge
maakt. Het was tenslotte onnoodig, ouder-
wetsch te zijn. Een tearoom-meisje moet
haar kansen waarnemen, als zij niet altijd
een tearoom-meisje wil blijven. Zij had
het ellendige gevoel, dat zij mr. Turner
voor het laatst gezien had.
„Dat komt, omdat ik zoo idioot was, hem
te zeggen, dat ik hem ontzettend graag
mocht. Ik zeg altijd verkeerde dingen.
Jammer, dat Je niet geboren bent met
hersens, kind, inplaats van met worteltjes
in je hoofd. Ik veranderde, toen ik dat
gezegd had. Ik geloof, dat hij dacht, dat
ik te hard van stapel liep".
HOOFDSTUK IV.
Zijden kousen en moeilijkheden.
Ook was zij wat teleurgesteld, dat noch
miss Lightfoot, de chef, noch een der
meisjes haar statige komst had gezien.
Blijkbaar waren zij allen te druk bezig
geweest.
In elk geval was zij één minuut voor
achten in den winkel, en dat was dus in
orde. Miss Lightfoot kon niets zeggen.
Maar toen Tessa haar met een heel vrien
delijk „goeden morgen" voorbij liep, keek
de chef zeer ontsteld naar haar.
„Lieve help", mompelde Tessa. „Je zou
denken, dat ik geen kleeren aan had".
Spoedig wist zij de reden van miss
Lightfoots norsche verbazing. In de kleed
kamer, waar zij zich in haar uniform stak,
waren Mary Frost, Petunia Pell en Be
linda Mulrooney. Zij gaven een gil toen
Tessa binnen kwam
„Kind, kijk eens wat je aaji hebt!"
Hun ontstelden blik volgend zag Tessa,
terwi.il het hart haar in de schoenen zonk.
dat zij in haar nieuwe amberkleurige kou
sen was gekomen
Het was een drama, want geen der
andere meisjes had een extra paar zwarte
kousen en elke andere kleur was een
groote misdaad. Het was een vaste regel
van de maatschappij, dat een meisje, dat
de stoutmoedigheid had met gekleurds
kousen in den winkel te verschijnen voor
altijd haar carrière als tearoom-meisje
bedierf. En er was geen uitkomst voor
Tessa. Zij moest ze den heelen dag dragen.
Tevergeefs bepleitte zij bij miss Light
foot, dat het een vergissing was, doordat
zij zich in het donker had moeten kleeden.
„Ik zal het rapporteeren", zei miss
Lightfoot.
„Goed, rapporteer het dan maar", zei
Tessa. „U bent een hoi polloi, dat bent u".
Rood haar, ziet u. Dat schéélt. Tessa
kon tot op zekere hoogte geduldig zijn.
Dan ontplofte zij en zei iets, waarvan zij
achteraf gewoonlijk spijt had.
Den geheelen dag liep Tessa in de am
berkleurige zijden kousen rond, en voor
wat betreft de mannelijke bezoekers van
de salon, had zij zeker succes. Dat was
natuurlijk prettig, maar zij wist, dat het
maar een tijdelijke triomf was. Bij miss
Lightfoot had zij geen succes. Die dame
schreef in haar rapport:
„Kwam met geel zijden kousen in den
winkel en weigerde andere aan te doen.
Toen ik er haar over onderhield, noemde
zij mij een „saveloy" (cervelaatworst).
„Fisher", zei Pet Peil gedurende een
korte tijdelijke stilte in den krankzinnig
drukken toeloop op den etenstijd, „je hebt
het verkorven bij Lightfoot. Zij zal je op
straat zetten, als ze kan. Maar je hoeft
het niet te betreuren. Zeg, zie je dat
kleine ventje aan den overkant naast dat
parapluiestalletje? Dat kind met dien
blauwen kraag en appelgroene das? Je
zou hem niet bepaald voor een sheik aan
zien, wel? Ik geloof, dat hij mij een tehuis
wil aanbieden".
(Wordt vervolgd).