Halle en Anderiesen gehuldigd - D wereldkampioen schaken TESSA 76,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Dr. MAX EUWE WERELDKAMPIOEN SCHAKEN, in ,,Bellevue" in Amsterdam vond gisteravond de laatste partij in den titanenkamp plaats, welke in remise eindigde. Links de nieuwe wereldkampioen, rechts dr. Aljech'in. MOÏOItWEDSTRIJDEN IN DE SNEEUW. Op het landgoed „Duynrell" in de omgeving van do residentie werden de kampioen schappen van Zuid-Holland verreden, georganiseerd door de K.N.M.V. Jan Bosman op Royal Enfield. LEO HALLE EN" ANDERIESEN werden voor hun kranige prestaties tijdens den wedstrijd IerlandNederland, vóór den aanvang van den wedstrijd Ajax-Go-Ahead gehuldigd. Voor muzikale opluistering zorgde de mondharmonicaclub „Tubantia". DE JEUGD VAN VOLEX- PROF. J. HUIZIN.GA hield voor DAM - beproeft de sterkte den Nederlandsehen Journalistenkring in Hotel Wittebrug jn de residentie, n van het ijs. causerie over ,,de taak van de pers". door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. Ji HOOFDSTUK II. Zij staat op. Met de medewerking van een wekker utwaakte Tessa om half zeven. Daar het snd November was, was het pikdonker. Zij s'ak haar kaars aan en bleef nog een paar ®'-nuten nadenkend in bed liggen. Haar gedachten schenen plezierig te zijn, ®aar niemand weet ze. Waaraan denken '-aroom-meisjes, als zij nog tien minuten ia bed liggen? hezen morgen was het schoonmaaktijd 'a den winkel, en zij moest om acht uur "Peewekt en flink en vol ijver op haar *_etk zijn. Er was niemand om Tessa op «d een kop thee te brengen, om haar te aelpen wakker worden. Zij moest zichzelf takker maken en zonder ontbijt op weg taan. Dat kreeg zij in den winkel. Zij sprong uit bed en gaf zichzelf de hand. ■Vooruit mijn kind, je moet voortmaken, heve help, ik wou, dat ik een markiezin of ^O'rts was. Maar ik denk, dat er ook tea- rtommeisjes moeten zijn". nam haar spons en handdoek en haar 'aars en opende de deur heel zacht, om 4e ander slapers niet te storen. Het was erg koud, maar hoe tenger zij ook was. scheen Tessa het toch niet te voelen. In nachtgewaad en pantoffels sloop zij naar beneden, naar de volgende ver dieping, waar de badkamer was, en haastte zich voorbij mr. Banks' deur. Mr. Banks behoefde op dit uur niet op te staan, en deed het in den regel ook niet. Maar nu en dan had hij een hatelijke ma nier zijn deur juist te openen, als zij voor bij kwam. Tessa wist, dat hij dat met op zet deed. Zij bezat geen ochtendjapon en haar mouwloos nachtcostuum was er niet op be rekend warm te maken. Men had het in een enveloppe van gewone grootte kunnen stoppen, en dan zou het voor zeven en een halven cent of uiterlijk tien cents per post verzonden hebben kunnen worden. Natuurlijk had zij haar ouden regenman tel om kunnen slaan. Maar meestal deed zij dat niet. Tijd is gemaakt voor slaven en tearoom-meisjes, en je kunt je des morgens niet veroorloven dien te verkwis ten. Dezen keer verscheen mr. Banks niet in zijn geliefkoosde rol van loervogel. Tessa bereikte de badkamer, zette de warmwa terkraan open, tot zij er zoo goed als zeker van was, dat het water daaruit niet zoo koud was als dat uit de andere kraan en sponste zich toen af. Verschillende menschen hebben ver schillende gedachten over luxe. Wa' ge schikt is voor een tearoom-meisje, be hoeft niet noodzakelijk geschikt te zijn voor laten we zeggen een markiezin. Tessa waschte zich met water, dat bijna ijskoud was. en droogde zich toen hard af. De weelde komt, als men klaar is. Het is iets, dat sterke zenuwen vereischt. Midden in de afdroog-bewerking werd het kleine stukje kaars, waarmede Tessa vurig gehoopt nad, te zullen toekomen, plotseling een brandende fakkel. Het was in papier gestoken. Was en pa pier brandden tezamen, en Tessa, die dat zag, wist, dat de minuten van het kaars leven geteld waren Er was geen gas in het dakkamertje, en bovendien draaide mrs. Potts den gas meter 's nachts altijd dicht om die akelige gewoonte van huurders, in bed te lezen, te voorkomen. Op den terugtocht naar haar kamer ging de kaars met een vreeselijken stank uit. Het was haar laatste, en zij had het vooruitzicht zich in het donker te moeten aankleeden. Dat ontmoedigde haar echter niet. Haar kamer was klein en zij wist, waar alles lag. Toen zij uit haar dunne nachtjapon slipte, werd er zacht op de deur geklopt. „Bent u dat, mrs. Potts?" vroeg Tessa. „Neen, ik ben het Banks". „Lieve help! Wat is er, mr. Banks?" „Kan ik u even spreken?" „Neen! Zeker niet! Wat is er?" „Ik dacht, dat u het misschien wel pret tig zoudt vinden, met mij naar een voor stelling te gaan. Theater; het is een goede voorstelling. Ik heb twee kaarten voor morgenavond". „Ik weet nog niet, wat ik morgenavond zal doen, mr. Banks, dank u. Ik zal het u nog wel zeggen". Banks droop af onder het mompelen van onverstaanbare klanken. „Ik zal heel voorzichtig met dien man moeten zijn" mompelde Tessa, terwijl zij voortging zich in het donker te kleeden. „Ik geloof, dat hij al diep tijd. op de loer beeft gelegen. Het was misschien wel goed, dat de kaars uitging". Toch voelde zij zich licht opgewonden. Zij mocht mr. Banks niet. Hli was klein, kleiner dan zijzelf, en zag er heelemaal niet uit om over te roepen. Zijn boorden waren altijd gekreukt en niet al te schoon. Maar het feit, dat hij haar naar een schouwburg wilde meenemen geen sim pele bioscoop en er toe over was ge gaan kaarten te koopen vooropge steld, dat hij ze had gekocht gaf te ken nen, dat zij er nog niet zoo kwaad uitzag. Dat was opbeurend „Er moet toch wel iets aantrekkelijks aan mij zijn", vertelde zij zichzelf. Tessa woonde in West Ham en zwoer bij People's Palace. Het filiaal van de uit vele winkels bestaande zaak. waarin zij werk zaam was, lag in het Fleetstraat gedeelte. Eens in de week moesten de meisjes om acht uur 's morgens in den winkel zijn, om dien schoon te maken, koper te poet sen, en zoo voort. De winkel werd om negen uur geopend. Toen zij buiten kwam, regende het. Dit ontmoedigde haar niet erg. maar toen zij aan het eind van de straat kwam en een blik wierp op de klok bij den juweliers winkel, die de Greenwichtijd aangaf, uitte zij een kreet van schrik. Het was half acht! „Oh!" mompelde zij. „Ik ben er bij! Dat horloge van mij heeft wel meer lage streken uitgehaald. Het moet twintig mi nuten achter zijn. Ik kom minstens een kwartier te laat. Dit is mijn ongeluksdag. Ik zal dat horloge weggeven aan iemand dien ik niet kan uitstaan Ze moesten zulke horloges niet verkoopen. Ze zijn ge vaarlijk". Het geluk diepde haai' plet. Toen zij den hoek bereikte, waar zij gewoonlijk haar bus naar de stad pakte, stond er een groote en vastbesloten menigte met pre cies hetzelfde doel ais Tessa. Twee bussen gingen voorbij, van binnen en buiten vol. En ander, zonder zit plaatsen bovenop, was buitenop betrekke lijk leeg. Maar in dien regen buitenop te zitten was ondenkbaar. Tessa wachtte met een hart, dat haar in de schoenen zonk. Weer kwam er een bus in het gezicht. Zij deed mee aan het gedrang en werd, daar zij licht en tenger gebouwd was, door zwaarder gewicht en aantal weggeduwd. Tweemaal probeerde zij opnieuw voor uit te dringen, maar moest voor haar eigen bestwil terug trekken. „Dit is het begin", bromde zij. .Lieve ling, als je miss Lightfoot ontmoet, ga je hoep de laan uit". Tegen den trottoirband, aan den over kant van den weg, en iets verder dan waar zij stond, wachtte een auto. Een jonge man, die gestopt had, om zijn rul- tenwisscher na te zien, had met de groot ste belangstelling Tessa's moedige pogin gen gadegeslagen. Zijn auto stond met den kop van de stad af. Hij reed een meter of vijftig voort, draaide om en reed weer naar den trottoirband, juist toen Tessa op het punt stond een nieuwen aan val te wagen. Zij keek recht in een glimlachend ge zicht, een heel prettig gezicht. Een van die jonge mannen, waaraan zij soms dacht, als zij haar gedachten den vrijen loop liet. Die jongelieden, die tot een ahdere wereld behoorden dan zij Deze jonge man nam tot haar onuitsprekelijke verbazing den hoed af en sprak haar aan, alsof dat iets heel gewoons was. Wordt vervolgd). IN TEGENWOORDIGHEID VAN PRINSES JULIANA werd het 25-jarjg bestaan van de afdeelmg Hilversum van het Nederlandsche Roode Kruis her dacht. In de raadszaal van het gemeentehuis wordt de Prinses toegesproken door den burgemeester.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5