LEGKAART
OM TE KLEUREN.
BEER MOET IN DEN HOEK.
De legkaart stelt voor:
ZWARTE PIET LAAT ZICH UIT DEN SCHOORSTBEN ZAKKEN MET HEN LOOPFIETS VOOR WIM.
(Nadruk verboden)
Foei, Beer! Je hebt gesnoept, alweer!
Ja, 'k zie het aan je mondje.
Dat zit vol honing! Neem toch eens
Een voorbeeld aan ons hondje!
Fik is veel jonger nog dan jij.
Maar toch weet hij al goed.
Dat hij uit Moeders speelgoedkast.
Niets wegnemen, foei! moet.
Voor straf moet jij maar in den hoek!
Daar blijf je heel stil staan.
Ook nog ik ben verschrik'lijk boos
Als wij straks eten gaan.
Zoo dikwijls heb ik 't al gezegd.
Maar als je niet wilt hooren.
Moet jij maar eens heel flink gestraft!
En 'k zal me heusch niet storen
Aan tranen, want die zijn te laat.
Je moest je heel erg schamen!
Nee. zóó: 't gezicht juist naar den hoek.
Je kijkt niet uit de ramen!
Voor Moeder 's avonds gaat naar bed,
Haar kind'ren toe nog dekt,
Gaat zij eens kijken, of misschien
De waterkraan ook lekt.
Maar wat ze hoort, zijn tranen van..,.
Berouw. Ze gaat naar Beer,
Vraagt dan: Heb je nu werklijk spijt?
Gebeurt het heusch nooit weer?
En Beer beloott echt beterschap,
Nooit, nooit zal hij 't weer doen!
Zoodat zijn Moeder hem dan ook
Maar heel gauw geeft een zoen!
ANNIE O.
(Nadruk verboden).