BERT NAAR VERSTERKING VAN ONZE WEERMACHT LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 26 November I9J5 BINNENLAND. Het verdwijnen van de Haarlemmermeerlijnen. Werktijden voor chauffeurs Memorie van antwoord inzake de defensie-begrooting SINT NICOLAAS RECLAME- EEN HERINNERING UIT HET VERLEDEN ZAL HET GEMIS DER LIJNEN STERK WORDEN GEVOELD? iVan onzen correspondent). Weldra zal het tijdstip zijn aangebroken waarop aan het goedgekeurd plan tot na genoeg geheele opheffing ran de Haar lemmermeerlijnen uitvoering zal worden gegeven. Dit zal in 't bijzonder voor Haar lemmermeer uit den aard der zaak in menig opzicht een groote verandering geven, die zoo hier en daar in het dage- lijksoh leren in allerlei kringen al heel wat stof tot besprekingen en overleggingen beeft aanleiding gegeven. Het zou ons te ver voeren om al de op de Haar lemmermeerlijnen betrekking heb bende bijzonderheden en wederwaardig heden te memoreeren, zoodat wij met een korte herinnering aan 't verleden meenen te mogen volstaan. In 1864 werd door een der eerste burge meesters. mr. P. J. Amersfoordt, reeds het initiatief genomen om te trachten den grooten Haarlemmermeerpolder ten aan zien van het gebrek aan communicatie middelen uit haar isolement te verlossen en een eerste spoorwegplan ontworpen. Om verschillende redenen kon tosn ech ter daaraan geen uitvoering worden ge geven, in hoofdzaak omdat de regeering geen steun kon toezeggen. Intussehen is er toch op den door mr. Amersfoordt ter zake gelegden goeden grondslag voortgebouwd, totdat de zaak ten slotte zoo urgent was geworden dat het nemen van krachtige maatregelen niet langer kon uitblijven. Toen op 2 Augustus 1912 het eerste deel van het omvangrijk spoorwegplan waar uit. na vele wijzigingen, de richtingen ont stonden van de spoorwegen door den Haar lemmermeerpolder en zijn omgeving en waardoor Haarlemmermeer rechtstreeks aan het wereldverkeer werd aangesloten door de in 1898 opgerichte „Holland- 6che IJzeren Spoorwegmaatschappij'' in exploitatie werd genomen, waren alle daar bij betrokken autoriteiten, corporaties, colleges en andere belanghebbenden met enthousiasme en goede verwachtingen voor de toekomst bezield Men had er alle hoop op gevestigd dat dit spoorwegnet dat op de welvaart en den bloei van den Haar- lemmenmeerpolder gedurende vele jaren z'n gunstigen invloed heeft doen gelden een alleszins rendabel en veeljarig bestaan beschoren zou zijn. Hoe geheel anders is dit echter nu ge- loopen! Behoudens een enkele uitzonde ring. zal de exploitatie van de Haarlemmer meerlijnen met ingang van 1 Januari a s. worden stopgezet en het personeel deels naar elders worden overgeplaatst en deels worden gepensionneerd. Of het gemis van deze lijnen sterk zal worden gevoeld, is iets dat wel eenigszins voor de hand ligt. maar dat overigens de toekomst wel leeren zal. Dit is zeker, dat Hoofddorp. Nieuw Vennep, Vijfhuizen en andere tusschengelegen plaatsen door de opheffing der lijnen aanvankelijk wel voor een niet klein gedeelte van levendigheid zullen moeten inboeten, omdat deze spoor wegverbindingen deze landelijke omgeving ook uit een karakteristiek oogpunt be schouwd tot een mooi en aantrekkeijk geheel hebben gemaakt Treffend werd dit ook in beeld gebracht in de Beurs te Hoofddorp alwaar boven het tooneel twee beschilderingen werden aangebracht, voorstellende aan den eenen kant een ge zicht op deh drooggemaakten welvarenden Haarlemmermeerpolder met het Meer- treintje als 't ware oprijzende uit de gol vende goudgele korenvelden Bij 't aan schouwen van deze voorstellingen, krijgt men aan de hand van de wetenschap dat hier een „stukje welvaart" en een aan trekkelijk bezit verloren gaat onwille keurig een weemoedige gedachte over zich en wordt de indruk verkregen, dat de Haarlemmermeerlijnen toch altijd „iets aparts" zijn geweest voor dezen grooten polder en destijds niet ten onrechte door velen als een groote aanwinst voor Haar lemmermeer en omgeving werden gewaar deerd. EEN WEERFONDS. 4456 IN VIER JAAR EEN BEDRAG VAN f. 53,4 M1LLI0EN VOOR AANSCHAFFING EN UITBREIDING. Ingediend is een wetsontwerp tot in stelling van een Weerfonds (fonds tot ver betering van de materieele uitrusting van de landmacht en van de zeemacht, voor zooveel de kustdefensie van Nederland betrefti Aanvangende met het jaar 1936 wordt gedurende vier jaren uit het fonds een be drag van totaal f. 53.4 millioen verwerkt voor het hieronder aangegeven doel. Dit bedrag wordt verkregen door voorschotten uit 's Rijks schatkist, die tegen 4"/. aan het fonds worden geleend. Het volgende wordt door de regeering urgent geacht: le. aanschaffing van luchtdoelbestrij dingsmiddelen; 2e. aanschaffing van vliegtuigen; 3e. aanschaffing van infanteriegeschut; 4e. aanschaffing van munitie en verdere uitrusting 5e. versterking van het artilleristisch vermogen 6e inrichting van kleine versterkingen bij de overgangen van groote rivieren en pp enkele andere voor de verdediging van ons land van bijzonder belang zijnde punten. Naast deze voorzieningen voor de land macht, zijn soortgelijke maatregelen noo- dig voor de zeemacht. Afgescheiden van de beslissing over de vraag, welk mate rieel voor de verdediging het meest doel matig moet worden geacht, worden bij dit wetsontwerp gelden onvermijdelijk geacht voor mijnen, mijnenleggers en mijnen vegers, den bouw van een algemeen oefen- sohip, van twee onderzeebooten en den af bouw van den flotilleleider 1931. De aldus te bestrijden uitgaven beloopen voor de landmacht 31 millioen en voor de zeemacht 22,4 millioen. ER MOEDER'S PARAPLUIE loopt Zus als een groote meld I Stevige schoen tjes, warm Ingepakt - haar deert geen regen I Geen vrees voor kou vatten Moeder gal haar 'n Wybert tabletje. 50 - 35 - 20 ct. EEN IVETTELIJKE REGELING IS INGEDIEND. TIEN UREN PER DAG IS RICHTSNOER. Bij ae Staten Generaal is ingediend een wetsontwerp, houdende bepalingen tot het tegengaan van oververmoeidheid bij de bestuurders van motorrijtuigen. Het ontwerp is onderteekend door de minis ters van Sociale Zaken en van Waterstaat. In de Memorie van Toelichting zeggen de belde ministers, dat aanvankelijk een oplossing van deze quaestie gezocht is op den grondslag der Arbeidswet, doch dat een nadere uitwerking van dit denkbeeld geleerd heeft, dat aldus niet de aangewe zen weg gevolgd werd om het beoogde doel te bereiken. De geheele opzet van de Ar beidswet vormt een belemmering om een goed sluitende voorziening ter zake daarop te bouwen Daar de overtuiging bestond, dat een voorziening in deze niet langer achter wege mag blijven, is bij de beide departe menten naar een oplossing gezocht, waar hij in een regeling zoowel de bescherming van de autobestuurders tegen overmatige lange werktijden als de veiligheid op den weg gediend wordt. Het resultaat van die samenwerking is in het onderhavige wets ontwerp neergelegd. Dat deze regeling bij kan dragen tot datgeen, wat men ver staat onder coördinatie van het verkeer is een bijkomstig voordeel. Het is niet mogelijk, in de wet zelf vol ledig te regelen, waarnaar alle verschil lende groepen van autobestuurders zich te gedragen zullen hebben. De aard der groe pen loopt daarvoor te zeer uiteen. Het ontwerp laat daarom aan de Kroon over, het vaststellen van regelen omtrent de tijden, waarop, en gedurende welke, alle of bepaalde groepen van personen geen motorrijtuigen mogen besturen, alsmede omtrent de werk- en rusttijden van alle of bepaalde groepen van personen die in dienstbetrekking al dan niet uitsluitend als bestuurder van een motorrijtuig werk zaam zijn. Met het oog op de congruentie met de Arbeidswet wordt bepaald, dat de werktijd van de chauffeurs in dienstbetrekking op ten hoogste tien uur per dag en 55 uur per week mag worden vastgesteld, behou dens een uitzonderingsgeval. Voor auto bestuurders. die als zoodanig niet bij anderen in dienst zijn, kunnen alleen om trent de tijden waarop en gedurende welke zij motorrijtuigen besturen mogen, voor schriften gegeven worden. Ook hier zal tien uren per dag en 55 uur per week richtsnoer zijn. Voor de groep van autobestuurders, die veelal wordt aangeduid als „heer-rijders" ligt het voorshands niet in de bedoeling regelen inzake de rijtuigen vast te stellen, behoudens wellicht een verbod om langer dan een bepaald aantal uren zonder onderbreking een auto te besturen Ook bevat het ontwerp een voorziening om trent het voeren van een bepaalde admi nistratie ter controleering van de naleving van de wet. Wat de regeling der aansprakelijkheid betreft, staat de aansprakelijkheid van den werkgever voorop. In bepaalde ge vallen kan echter ook de ondergeschikte aansprakelijk zijn. HM. DE KONINGIN BESCHERMVROUWE VAN „DIERENBESCHERMING". HM. de Koningin heeft toegestemd de plaats in te nemen van wijlen H.M. de Ko ningin-Moeder. als beschermvrouwe- van de Nederlandsche Vereeniging tot be scherming van Dieren. DE NIEUWE SPELLING. De minister van onderwijs is niet voor nemens wijziging te bevorderen. De minister van onderwijs deelt in de memorie van antwoord betreffende zijn begrooting aan de Tweede Kamer mede, dat hij niet voornemens is. wijziging te bevorderen van de Kon besluiten inzake de nieuwe spelling. Het zijn vooral econo mische gronden, die hem daarbij lelden. Wat betreft de vraag, wanneer 't oogen- bllk zal zijn gekomen om aan de re'gee- ring voor te stellen deze spelling ook in officieele stukken in te voeren, zegt de minister overtuigd te zijn, dat alvorens de regeering de nieuwe schrijfwijze zal kun nen toepassen, een uiterst belangrijk vraagstuk nader onderzoek vergt. De spellingsregels hebben immers aan leiding gegeven tot de opvatting, dat uit den vijfden en zesden spellingregel ge volgtrekkingen moeten worden afgeleid, die zich geenszins bewegen op het gebied van de spelling, althans niet van de spel ling alleen, doch die het hart van de taal raken. Overleg hieromtrent en wel of deze taalvragen afzonderlijk en opzettelijk wor den onderzocht, hetzij door een nieuwe, breed samengestelde commissie, hetzij door de commissie-van Heeringen, aange vuld met Belgische en Nederlandsche taal geleerden. Is nog gaande met de Belgische regeering. DE POSTVLUCHTEN. De .Koetllang" landde gistermiddag om 5.55 uur op Schiphol. HET BESLAG BIJ VOLK EN VADERLAND De redacteuren zullen op 17 December terecht staan. Naar het U. D. verneemt, zullen de drie redacteuren van Volk en Vaderland, tegen wfe eenlge weken geleden proces-verbaal is opgemaakt wegens beleedigenden in houd van dat blad. voor de rechtbank te Utrecht terecht staan op Dinsdag 17 Dec. CONFLICT IN DE SIGARENINDUSTR1E VOORKOMEN. Te Nijmegen werd een besloten vervolg - congres gehouden van den Nederlandschen R.K. Tabaksbewerkersbond, ln verband met nadere voorstellen der werkgevers inzake de loonsverlaging. De voorstellen van de werkgevers-orga nisaties werden aanvaard, waardoor sta king voorkomen is. VERSPREIDE BERICHTEN. Te Apeldoorn is, 78 jaar oud, over leden dr E. Halbertsma. gep. generaal- majoor, inspecteur van den geneeskundi gen dienst der landmacht. UIT NED. OOST-INDIE. DE AMOK-PARTIJ. BUITENZORG, 26 November. (Anetal Inzake de amokparttj, waarbij dertien per sonen werden gedood en drie gewond, wordt nader gemeld dat de toestand der gewonden gunstig is. De door den dader gestichte brand ver woestte elf huizen, aoht schuren en zeven loemboengs (rijstvoarraden). De dader meldde zich zelf bij de politie aan. PREDIKBEURTEN. VOOR HEDEN. BOSKOOP. Ons Lokaal (Nieuwstraat)Nam. 7 uur, de heer Tlesema. NOORDWUK-AAN-ZEE. Juliana weg 27: Geref. Bond. Spr. de heer Lans, cand te Huizen. 7'/i uur nam. VOOR WOENSDAG 27 NOVEMBER. ALPHEN-AAN-DEN-RIJN. Ned Herv. Kerk: Nam. halfacht, ds. de Bruin. Lokaal van Mandersloostraat: Nam. 7 1/4 uur, geen opgave. H1LLEGOM. Chr. Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Ponsteln van Lisse. KATWIJK AAN DEN RIJN. Geref. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. Meije- ring; nam. 7 uur, ds. H. A. Wierslnga van Leiden KATWIJK AAN ZEE. Zaal voor Chr. Prot. Bel.: Nam. 7 uur, ds. Pras. OEGSTGEEST. Pauluskerk en H. Morschweg: Nam. halfacht, bijbellezing. RUNSATEKWOUDE. Ned. Herv Kerk: Nam halfacht, ds. J. C. van Apeldoorn van Leiden. RIJNSBURG. Geref. Kerk (Rapenburg)Voorm. 10 uur, ds. van der Loo; nam. 7 uur, ds. Broekstra. Geref. Kerk Voorhouterweg)Voorm. 10 uur, ds. Broekstra; nam. 7 uur, ds. van der Loo Chr. Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 7 uur, ds. Baan. TER AAR. Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Hoefft van Velsen. WADDINXVEEN. Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. P. Steenbeek van Oudewater. NED. HERV. KERK. Beroepen: te Rotterdam (als hulppred.) J. Bijlsma, cand, te Gouda. Aangenomen: naaT Beriicum c.a. (Br E. J. B. Janzen, O.I. pred. met verlof te Den Haag. Bedankt: voor Feyenoord (vac. dr. A. H. Edelkoort i G. Bos te Dedemsvaart. Ds. J. W. V. STUYVENBERG. Zondag 1 Dec. a.s. zal het 40 jaar gele den zijn dat ds. J. W. v. Stuyvenberg. pre dikant bij de Doopsgez. Gemeente te Am sterdam, in zijn ambt werd bevestigd. Jan Willem van Stuyvenberg werd 18 Dec 1868 te Amsterdam geboren. HIJ be zocht het gymnasium aldaar en studeerde aan de Stedelijke Universiteit en het Doopgez. Seminarium, beiden ln de hoofd stad. In 1895 proponent geworden, werd hij 1 Dec van dat jaar te Oost- en West- Graftdijk in zijn ambt bevestigd door ds. W. J. Leendertz. toen te Amsterdam, waarop de jubilaris intrede deed spreken de over Rom. 15 32 In 1897 vertrok hij naar Blokzijl, welke standplaats hij in 1903 met Westzaan verwisselde. 8 Mei 1921 deed de jubilaris Intrede in zijn ge boorteplaats sprekende over Lukas 14 28—31. Ds. v. Stuyvenberg maakt sinds 1922 deel uit van het bestuur der Algemeene Doopsgez. Sociëteit en is redacteur van het. Dcocgez. Maandblad voor Amster dam. In het standaard t-k De zending ln Oost en West, verleden en heden" ver- Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer Inzake de begrooting van defensie voor 1936 wordt het volgende ont leend: De reden tot het ontslag van minister Deckers als minister van defensie is enkel en alleen gelegen in zijn benoeming tot minister van landbouw en vlsscherij en de omstandigheid, dat niet deze minister doch minister Colijn voor het lnterimaat aan defensie werd aangewezen vindt haar ge- reede verklaring ln het feit, dat het nieuw ingestelde departement met zijn uiterst Ingewikkeld beheer de volle aandacht van den nieuwen bewindsman vorderen zou. Iets anders hoeft er niet in te worden ge zocht. Ook de defensiepolitiek is kabinets poll tiek. Vrees voor vertraging in de afdoening van zaken aan defensie is ongegrond. Dat er wijziging zou zijn gekomen ln onze buitenlandsche politiek is den mi nister niet bekend. Voor Nederland kan er, voor zoover men de ontwikkeling van den toestand voorzien en overzien kan, slechts sprake zijn van de handhaving van onze beproefde zelfstandigheidspolltiek. Ook de regeering betreurt, dat over de meest gewensahte samenstelling van de maritieme weermacht ln Indië nog geen beslissing kon worden genomen. O.m. zijn de gevraagde Indische adviezen over het z.g. rapport-Kan nog niet ontvangen. Ook andere problemen, b.v. de personeels voorziening, vorderen nauwgezette aan dacht. Op het oogenbllk kan het thans in Indië aanwezige materiaal niet eens in zijn geheel behoorlijk worden bemand. Personeelsvoorziening en materieelvoor- zieriing hangen zoo nauw samen, dat een beslissing op het stuk van materieel waar deloos zou zijn indien de personeelsvoor ziening, mede met het oog op de kosten van het geheel, niet opgelost is. Wat het rapport-Kan betreft, deelt de regeering mede. dat de commissie een stemmig van oordeel is. dat op louter krijgskundige gronden het vlootplan 193(1 moet worden aangehouden, evenwel onder uitbreiding van luchtstrijdkrachten. De minderheid (de vier marineleden) der commissie wijkt niet van deze conclusie af. De meerderheid stelt vast dat. waar blijk baar bezuiniging geboden is en het boven dien reeds gebleken is, dat het plan van 1930 op flnancleele gronden niet kan wor den uitgevoerd er een andere oplossing moet worden gekozen. Beide groepen betoogen voorts uitvoerig hoe, naar haar meening de strijdkracht moet worden samengesteld. De meerderheid komt dan tot een strijd macht, waarvan de zeegaande vloot en de kern der luchtstrijdkrachten bestaan uit: 12 torpedobootjagers, 18 onderzeebooten, 54 groote zeevllegtuigen. 108 luchtkruisers landvliegtuigenDe kruisers vervallen hier dus. De minderheid, vasthoudend aan de eenstemmige meening van de commissie en deze nader uitwerkend, komt tot een strijdmacht, waarvan de zeegaande vloot conform het plan 1930 bestaat uit: 3 kruisers, 12 torpedobootjagers en 18 on derzeebooten, terwijl de kern der mari tieme luchtstrijdkrachten, in afwijking van de indertijd naar aanleiding van het plan '30 vastgestelde sterkte, uit 96 groote zeevllegtuigen (plan '30 72) zal bestaan. In het midden latend ln hoeverre de kostenberekening, door veranderingen in het systeem van personeelvoorziening, nog wijzigingen kan ondergaan, komt de con clusie der commissie hierop neer: 1. dat het behoud van het ongewijzigde vlootplan 1930 en het systeem van de meerderheid der commissie ongeveer even veel uitgaven zullen meebrengen; 2. dat de door de minderheid ge- wenschte strijdmacht ongeveer 2 millioen gulden per jaar méér zal kosten dan het ongewijzigde plan 1930. Het vliegbedrijf van de Kon landmacht is sedert zijn oprichting op 1 Juli 1913. hand aan hand met de toenemende be- teekenis en ontwikkeling van de militaire luchtvaart, uitgegroeid tot een formatie, welker omvang en gecompliceerde samen stelling het noodzakelijk maakten om door een organisatie op breederen grond slag de taak van den commandant van de lucntvaartafdeellng te ontlasten. Deze overweging heeft geleid tot de op 15 Aug. 1932 tot stand gebrachte afscheiding van den technischen dienst, welke toen als luchtvaartbedrijf onder een eigen chef is geplaatst. Bedoelde maatregel heeft den comman dant van de luchtvaartafdeellng ontlast van diens bemoeienis met de administra tie en het beheer van den technischen dienst en aan dien commandant de gele genheid geschonken zijn volledige aan dacht te wijden aan de opleiding van het zorgde hij de bijdrage over de Doopsgez. Zendingsvereenlglng Tijdens zijn verblijf in Westzaan maakte ds. v. Stuyvenberg deel uit van den Voogdijraad in het arron- dlsement Haarlem. Aangezien de oudste zoon van den jubi laris op 1 Dec. uit Indië ln Holland arri veert is de viering van het Jubileum een week uitgesteld. Ds. v. Stuyvenberg zal zijn gedachtenisrede dan ook uitspreken op Zondagmorgen 8 Dec. in de Singelkerk en na afloop ln de consistorie recipleeren. Dr. S. L. BRUG BIJZONDER HOOG LEERAAR AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. Naar wij vernemen heeft de Raad van Beheer der Koninklijke Vereeniging „Ko loniaal Instituut", den heer dr. S. L. Brug, conservator bij de afdeeling Tropische Hy giëne van dit Instituut, benoemd tot bij zonder hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam voor de bezetting van den tweeden bijzonderen leerstoel in de Tro pische Hygiëne, tot de oprichting waarvan de verelschte maohtiging is verleend. luchtvarend personeel en aan de moblll- satle-voorbereiding van de vliegtuigforma ties. De toen reeds aanstonds gevoelde, doch uit zuinigheidsoverwegingen niet tot uit- voering gebrachte wenschelijkheld om de beide genoemde deelen van de militaire luchtvaart gezamenlijk onder een hooger gezag te stellen, heeft zich in de practijk meer en meer als een noodzakelijkheid opgedrongen. In verband daarmede en ook om den chef van den generalen stat van de bulten diens eigenlijke taak vallende bemoeienissen van personeelen aard be treffende de luchtvaartafdeellng te ont lasten, is op 15 April 1935 de inspectie der militaire luchtvaart Ingesteld, waaronder de commandant van de luchtvaartaldee- llng en de directeur van het luchtvaarU bedrijf rechtstreeks ressorteeren. Bij de benoeming van den inspecteur der militaire luchtvaart en van den directeur van het luchtvaartbedrijf is het. in ver band met de onderscheidene elschen, welke aan die functionarissen moesten worden gesteld, niet mogelijk geweest de keuze te doen vallen op personen, voort gekomen uit de militaire of civiele lucht vaart. Hoewel zich bij het inleven in den nieuwen toestand wel enkele wrijvingen hebben voorgedaan, is de doelmatigheid van de thans totstandgekomen organisa tie buiten twijfel. Aan terugkeer naar den toestand van vóór 15 Aug. 1932. als door sommige leden gesuggereerd, kan dan ook niet worden gedacht. De instructie van den inspecteur der mi litaire luchtvaart biedt volledlgen waar borg voor de in het belang van de oplei ding en van de verdedlgingsvoorbereldlng geboden geregelde aanraking en welda dige samenwerking tusschen de onderdee- len der militaire luchtvaart en de overige bij de luchtverdediging betrokken orga- nen. Concentratie van de luchtvaartdiensten van land- en zeemacht, zoomede centra lisatie van de eerste opleiding van de vliegers van belde onderdeelen der weer macht, is in overweging. Plannen en voorstellen daaromtrent hebben het De partement reeds bereikt. Er bestaan geen aanwijzingen voor de Juistheid van de meening, dat de geest in de weermacht niet zóó zou wezen, dat tot in het uiterste op de medewerking van allen kan Worden gerekend. Opheffing van de Legercommissle acht de minister niet gewenscht. De minister acht het tijdstip nog niet gekomen om het verleenen van verminde ring van straf aan het gestrafte personeel van De Zeven Provinciën te bevorderen. De gevechtskracht van de vloot ls niet zoo sterk als zij behoort te zijn. In der aanbouw van vliegtuigen ls eveneens ach terstand ontstaan. De instelling van eer fonds zal het mogelijk maken, ten dea verbetering ln het leven te roepen. De bouwsom van den flottieljelelder zal 8.3 millioen bedragen. Van de voor de marine aan te bouwen schepen zal de bouw tel kenmale worden opgedragen aan éen ot meer door de regeering aan te wijzen maatschappijen, behoorer.de tot een groep van scheepslxmwers, welke door de regee ring voorloopig erkend is als uitsluitend voor den bouw van de betrekkelijke sche tsen in aanmerking te komen. De minister verklaart zich bereid, de Kamer zoodra mogelijk in te lichten over het resultaat van het overleg omtrent de organisatie van het personeel der Zee macht. j. Bij mobilisatie in Ned.-Indle moet de totaalsterkte van het aldaar aanwezige Europeesche en inlandsche beroepsperso- neel opgevoerd worden tot ruim 5<W koppen. De minister is van meening. dat ten aanzien van de oud-gepensionneerden de redelijkheid is betracht. Inderdaad zou uitbreiding van het con tingent gewenscht zijn, ook verlenging van eerste-oefeningstijd voor de onbere- denen. De financieele toestand laat on echter niet toe. Invoering van een derde herhaungoeie- ning bij de landmacht en eveneens vooi meer dan één herhalingsoefening by dj zeemacht wordt noodlg geacht. Aan overgang van het Loodswezen naar het departement van Waterstaat zlja overwegende bezwaren verbonden. Ten einde te kunnen verhinderen, (lat een aanvaller met behulp van gepantseroi en gemotoriseerde eenheden min of me" onverhoeds diep in het land zou kunnen doorstooten, is de regeering voornemei» kazematten, bewapend met anti-veem- wagengeschut alsmede vechtwagenver- sperring. op daartoe geëigende PUI"r nabij verschillende belangrijke opmaiscu wegen te doen bouwen. STAND DER FINANCIËN. Het Zendingsbureau te Oegstgeest (post rekening No. 6074) vraagt ons plaats vooi het volgende: Tot en met 23 dezer hebben de inkom sten bedragen pl.m. f. 131.000.—. pi.m. f. 106.000.— is van de De achterstand is alzoo met f. 57.0W— verminderd en teruggebracht tot f 150 Uy' Er zal dus tot 15 Januari nog ruim wee maal honderdduizend gulden den ontvangen, zal er in alle eeraam behoeften van het werk worden voorn Wanneer de opbrengst van de zentim week ln totaal niet minder is dan verie jaar, is het dus niet onmogelijk dat dit jaar het gestelde doel wordt bere^j Maar veler inspanning tot den dag toe zal daarvoor nog noodlg zün- Er is ook vandaag GOED 1VIEÜ^S in de advertentie^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 10