ZOEKPLAATJE ANNELIESJE'S ARMPJE RAADSELS. Wat Sint Nicolaas bt RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN. DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. t Ingezonden door Lientje Lefeber. Mijn eerste is een verkorte jongensnaam mijn tweede wordt oo de boterham gegeten en mijn geheel is een broertje van harle kijn of naljas. n. Ingezonden door Tieleman van der Linden. Mijn eerste en tweede samen zijn een stof. mijn derde vindt men in groote hui zen en miin geheel is een beroemd ge bouw in Leiden. m. Ingezonden door Cornells J. Arbouw. Als iemand van het dak valt. waar valt hij dan altijd tegen? IV. Ingezonden door Toos en Bep Bouter. Twee vaders en twee zoons schoten In het geheel drie hazen, en toch kon ieder een haas mee naar huis nemen, hoe kan dat? V. Ingezonden door Hennie de rEclu.se. Hier staat de naam van een ambtenaar van 4 lettergrepen in dienst van het rijk. -v. e, e. ij. r. r. k s. v. w. c. h. d. t, 1. VI. Ingezonden door Kootje van Vliet. Wie staan er 's nachts terwijl wij slapen, open te wachten tot ze 's morgens weer gevuld worden? VU. Ingezonden door"Jenny van Houten. Welke staart kan goed vliegen? vin. Ingezonden door Carolientje Verbiest. Wat is bij iederen maaltijd onmisbaar? door C. E. DE LTT.LE HOGERWAARD. Anneliesje brak haar armpje, Och, wat heeft ze toch gegild! Maar ik mag het niet verzwijgen! Anneliesj'is ook zóó wild! Honderdmaal zeg 'k: Anneliesje, Ren de trappen niet zoo af! Of: Je moet heusch kalmer wezen, Anders krijg je 'n strenge straf! - Maar niets hielp en Annelie: Strafte zich nu zelf het nu Ik geloof, mijn arme popje Is nooit zóó bedroefd gewe 'k Nam haar vlug mee naar i Die verbond het armpje gau Snikkend zei toen Anneliesje Moeder, 'k heb toch zoo' Voortaan zal 'k bedaarder wezen! Goed! zei 'k toen. Ik hoop het, kind! 1 Sn 'k weet zeker, hoor! dat Oma Kalme kind'ren aardig vindt! (Nadruk verboden). EEN PRETTIG VOORUIT! Voor ik gisteren ging naar 1 Zette ik bij den haard, Mijn schoentje met wat hooi Voor Sint Nicolaas zijn p Mama had mij toch eerst v< (Het stond juist in de kra Al was 'tnog zijn verjaardag Reeds was de Sint in 't lal En Pappa heeft er bij gezeg< „Mijn Hansje, hoor nu go Al ied're avond luistert Piet, Wie stout is en wie zoet". Vanmorgen, toen ik wakker Was 'teerste wat ik dacht: 'k Ga vlug eens kijken in mi Misschien, dat Sint wat t Mijn schoen was leeg, het ho Maar op den schoorsteenr: Daar lag een brief aan mij I Van Sinterklaas zijn han< En in den brief vertelde Sir Dat, zoo 'k mijn best blijf Er met December wel gewis Een trein staat bij mijn s En 'k zeg je nu maar dade 'k Zal lief en ijv'rig zijn. Dan vind ik later zeker Wel Een heel mooien trein! .(Nadruk verboden) WAAR IS DE HENGELAAR?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 16