Het proces tegen de moordenaars van Koning Alexander begonnen
76sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE ONBUIGZAMEN
DE RECHTSZAAL TE AIX EN PROVENCE waar het proces tegen de Kjoaten plaats
vindt, wordt streng door gendarmes en
soldaten bewaakt.
EEN GOEDERENTREIN VAN DE SOUTHERN RAILWAY ontspoorde DOOREEN AARDVERSCHUIVING in de nabijheid van Grenobies zijn een aantal ge-
te Winchfield, tengevolge van den aanhoudenden vegen in de laatste wekeji. bouwep. van de distilleerderij van. Fourvoinè, waar dp beroemde likeur Grande Chaav.
De materieel* schade was zeer groot. Er vonden geen treus6„ komt ^3^. De verwoesting,
persoonlijke ongelukken plaats.
DE MINISTER VAN ONDERWIJS,
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
prof. Slotemaker de Bruine sprak voor d«
radio over „De kunst in nood".
HET PROCES TEGEN DE HOORDE-
NAARS VAN KONING ALEXANDER
IS TE AIX EN PROVENCE BEGON-
NEN. De beklaagden op de bovenste
rij y.l.n r. Pospisjil, Rayfsj, en Kralj.
DE STUDENTENRELLETJES IN CAIRO. Het kwam hierbij tot scher
mutselingen tusschan leden van de IVafdpartij en poblie. Politie belet den
studenten verderen doorgang.
ttsr het Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
«Wondermooi! Schitterend! U bent een
Stie. of anders uw architect! Het 13
thoonweg een schilderij!"
«Oth... de architect en ikwe zijn
'hebei genieën", zei Oliver lachend. „Hij
het in elk geval en ik misschien ook
"|l«n beetje. En als je dan het noodige
tot je beschikking hebtnou, dan
er wel wat te bereiken. Natuurlijk heb
A in enkele dingen geluk gehad. De
'g is wat je zou kunnen noemen
L En we hebben hetzelfde materiaal,
JJhbt de oude abdy is opgetrokken
uit dezelfde groevenalleen nog
witter, maar dat wordt mettertijd wel
"*r. En de parkaanlegkom eens over
i® laar. als alles uitgegroeid isdan
oatrek Seen mooier parlc in den heelen
j®P dat oogenblik kwam er iemand uit
'lebouw geloopen en toen hij Oliver
S' 1ees hij op den vierkanten toren van
n i?awe huis-
mt net op tijd, mijnheer Cars-
zei hij, haastig naderbij komend.
E 2!10 net bezig om de vlag te hijschen.
I^dat van den toren is vandaag klaar
Jjji wees naar boven, waar juist eenige
SOU bezig waren een vlag op te hij-
«L Even later wapperde het dundoek
in den wind en de werklieden beneden
hieven een gejuich aan.
„Ik had liever gehad, dat ze tot mor
gen gewacht hadden. Maar ze waren zoo
ongeduldig, dat ik maar toestemming ge
geven heb".
„Ja, we schieten hard op", gaf Oliver
toe, naar de vlag kijkend en dan zijn hand
in den zak stekend. „Noudat hoort
er zeker zoo bij", zei hij, „den man een
bankbiljet overreikend. Laat hen maar op
het welzijn van het nieuwe huis drinken.
Volgend jaar Paschen hoop ik hier te wo
nen", vervolgde hij. Rawlinson bij den arm
nemend. „Kom. dan gaan we nog even
rond, voor het donker is".
Toen Oliver met zijn gast uit de vallei
naar de hoogvlakte stegen, was het daar
beneden reeds duister, maar op de heide
hing nog de schemering en boven de
verre, grauwe heuvels was de lucht nog
vaal geel. En tegen dat vale licht zag
Oliver eensklaps, zwart als de rotsen,
waarop ze stond, Miriam Scarpe voor
zichen Rawlinson zag haar ook en
greep onwillekeurig den arm van zijn
gastheer beet.
„Groote goedheid! watwie is dat?"
stamelde hij verschrikt.
Miriam Scarpe hoorde zijn stem en
keerde zich langzaam naar de beide man
nen om. Er was nog licht genoeg om haar
gelaat te onderscheiden en Rawlinson
rilde van het waanzinnige vuur, dat uit
haar oogen straalde. Maar Miriam keek
onverschillig langs hem heen. richtte haar
blik op Oliver en wees met de hand naar
het nieuwe huis in de vallei.
„Daar zul je nooit in wonen, Cars-
dale!" zei ze met doffe, toonlooze stem.
„Bouw en bouw zooveel je wilt, Cars-
dalemaar er in wonendat zul
je aietl"
HOOFDSTUK XVI.
De waarschuwing.
Op slag was de vrouw tusschen de den-
nenboomen verdwenen en Rawlinson
veegde zich het zweet van het voorhoofd.
„Hè.... daar ben ik echt van ge
schrokken", zei hij. .Akelig! Is.... is die
stumper krankzinnig?"
„Zoo ongeveer wel", antwoordde Oliver
kortaf, zich verwonderend over de plot
selinge angst van zijn vriend. „Maar als ik
van die oude heks notitie moest nemen,
waar moest het dan met me heen! Zoo
dikwijls ze mij of een van mijn hulsgenoo-
ten ontmoet, dan verwenscht ze ons en
scheldt ons uit voor al wat leelijk is!"
„O, maar dan bent u er aan gewend! Ik
niet. Ze deed me echt schrikken. Wie
is het?"
„Oh.een vrouw, die daarginds op de
hei woont", antwoordde Oliver. „Die ver
beeldt zich dat ze een grief tegen me moet
hebbenze is trouwens altijd al een
beetje raar geweest. Kom, we moesten
maar naar huis gaanwe eten om
zes uur".
Met de duimen in de armsgaten van zijn
vest wandelde hij naar huis, met zijn
groote vingers op zijn borst trommelend
en Rawlinson nam hem onder het gaan
nauwlettend op. In de ontmoeting met
Miriam Scarpe zag hij iets onheilspellends
en hij stond verwonderd over de koele
onverschilligheid van Oliver.
„Ik heb altijd gedacht, dat jullie hier in
het Noorden vrij bijgeloovig waart", zei
hij. „Maar ik moet je dan toch wel zeg
gen, dat als ik de vlag had zien hijschen
over een nieuw door mij gebouwd huis
en dan dadelijk daarop zoo'n oude heks
ontboet hai Oat dat dan ais een
kwaad voorteeken zou beschouwd heb
ben".
„Och, dat kan wel, maar ik ben nu een
maal niet zoo aangelegd", antwoordde
Oliver droogweg. „Ik geef niets om voor
teekenen. Ik schenk alleen aandacht aan
dingen, die bestaan. Maar u hebt gelijk..
er zijn hier menschen genoeg van dat
soort.mijn zuster Benia bijvoorbeeld
zit vol bijgeloovigheden en dwaze voor
stellingen. Ik heb in Halfirth zakenmen-
schen -dan beteekenis gekend, die niets
zouden ondernemen, als ze dien dag met
hun linkervoet het eerst over den drempel
waren gestapt.dat is een feit! Maar
zoo ben ik niet. Om mij bang te maken
moet er heel wat gebeuren!"
„Maar juist de dingen, die je niet ziet,
die maken 'n mensch soms nog het meest
van streek. Juist het verborgen gevaar",
hield Rawlinson vol.
Oliver gaf er geen antwoord op. Hij nam
zijn gast mee naar binnen, toonde hem
zijn kamer, zorgde, dat hij alles had, wat
hij noodig kon hebben en deed zijn best
om aan tafel zoo gastvrij mogelijk te zijn.
Rawlinson zag, dat het huisgezin sedert
zijn vorige bezoek vergroot was. Hij vond
mevrouw Carsdale een aardige, ontwik
kelde jonge vrouw, die blijkbaar bij haar
schoonvader goed in den smaak viel en
werd voorgesteld aan miss Markham, de
gouvernante van haar zoontje.
Aan het diner toonde Oliver zich bijzon
der spraakzaam en gezellig en toen het
afgeloopen was, gaf hij Rawlinson een
knipoogje en fluisterde tot hem:
„Ik moet even wegals u wilt, moogt
u wel meegaan.maar ik moet even
naar mijn kleinzoon toe.die wil nooit
gaan slapen, als ik hem niet wel te rus
ten gezegd en toegedekt heb!"
«.Èfaib maet eerlik <&t ij jjJpt
te veel zei, toen u daarnet beweerde, dat
die jongen als een prins wordt opgevoed!"
zei hij, toen ze weer beneden op Olivers
eigen kamer zaten te rooken. U schijnt
heel wat met heni voor te hebben! Is dat
nieuwe huis.... voor hem bestemd?"
„Ja.... eigenlijk zoowat alles, wat ik
nalaat, wordt voor hem. En er is nog iets
meer, wat binnenkort de heele wereld wel
zal doen opkijken. Ja, ja, die kleine ben
gel zal mettertijd in de schoenen van ïijn
grootvader komen te staan!"
„En.uw andere zoon dan?"
Oliver begon te lachen.
„Die zal me gauw genoeg overvleugeld
hebben. Ik denk. dat Louis binnenkort
nog heel wat rijker dan zijn vader zijn
zal Ik heb u laatst toch al verteld, dat hjj
aan een nieuwe machine bezig was....
een eigen uitvinding?
„Jais dat nog wat geworden?"
Oliver breidde zijn armen uit en hegon
hartelijk te lachen.
„Of dat wat geworden is? En of! Hij is
een handige kerel. Toen het ding af was,
proef geloopen had en goedgekeurd was,
nou toen is er storm om geloopen. Een
firma hier in Halfirth bood hem op slag
een half millioen baar geld voor zijn vin
ding. Maar dat was niets voor hem. Hij
kende het klappen van de zweep wel. Hij
heeft licenties uitgegeven aan verschillen
de machinefabrieken hier en in het bui
tenland. En van iedere vervaardigde
machine krijgt hij tien pond. In Amerika
en Duitschland kunnen ze die dingen niet
gauw genoeg makenzoo 'n vraag is er
naar. Wat ik u zeghij maakt er geld
van!"
„Hij zal ook zeker wel een groot huis
gaan bouwen?" vroeg Rawlinson.
.(Wofdt vervolgd).