ITALIË PROTESTEERT.
Prof. dr. H. T. Colenbrander over
zijn reis door Zuid-Afrika.
DINSDAG 12 NOVEMBER 1935
No. 23201
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES!
De Afrikaander moet zich meer op den handel
toeleggen.
Van het oorlogsfront is geen nader nieuws.
Italië heeft een protestnota doen overhandigen
aan alle landen die deelnemen aan de sancties.
Oit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
Het voornaamste Nieuws
van heden. j
76ste Jaargang
LEIDSCH
DAGBLAD
30 cis. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van cms Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bU vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
j 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordebdapleb Telefoonnummer* voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn;
per 3 maanden f. 2.35
per week f.0.18
Franco per post f. 2 35 per 3 maanden -f- portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Prof. dr. H. T, Colenbrander
(Naar een potloodteekenlng van Jan Boon)
De bekende historicus prof. dr. H. T.
I Colenbrander, die kortgeleden terugkeerde
I van een tournée door Zutd-Afrika was zoo
bereidwillig ons een onderhoud toe te
staan, waarin hij ons eenige reisindrukken
weergaf.
Prof. Colenbrander, die van 6 Augustus
tot 27 September op Zuid-Afrikaanschen
bodem vertoefde, heeft in alle Engelsche en
Afrikaansche universiteitssteden en in alle
plaatsen, waar z.g.n. „colleges" gevestigd
rijn, lezingen gehouden, waarvan verre
weg de meeste betrekking hadden
op de geschiedenis van Nederlandsch-Indië
en slechts enkele op de historie van Neder
land en Zuid-Afrika.
Waarom heeft u inzonderheid den
nadruk gelegd op ons Indië?
Omdat dit land in Zuid-Afrika in
toenemende mate de aandacht trekt als
gevolg van de omstandigheid, dat de
«onomisohe betrekkingen tusschen belde
landen in den laatsten tijd veel actiever
rijn geworden. De geregelde stoomvaart-
verbinding der K.P.M. heeft daartoe veel
bijgedragen.
De voordrachten werden gehouden op
uitiioodiging van een interuniversitair
lezingen-comité o.a. door bemiddeling van
een Afrikaansch oud-student, die het vorig
laar in Leiden promoveerde.
Welken Indruk kreeg u van den alge-
raeenen toestand?
Economisch is de toestand mij mee
gevallen De mijnindustrie is er zeer
belangrijk en neemt nog steeds toe. Van
werkloosheid bemerkt men niet veel; zij
k aanzienlijk minder dan hier.
Ik heb den indruk, dat groote beteekenis
wordt gehecht aan versterking der intel-
Jectueele betrekkingen met Nederland. Dit
blijkt o a. uit het gewijzigd standpunt van
Prof. Smith uit Stellenbosch. Toen deze
'«n tijde van de officieele erkenning van
net Afrikaansch als taal werd aangezocht
om een Afrikaansch woordenboek samen
re stellen, stond hij op het standpunt, dat
'Uid-Afrika een geheel eigen taalschat
moest hebben en dat Nederlandsche woor-
oen moesten worden vermeden. Thans
•reeft hij uiting gegeven aan zijn vrees,
bat zoo dikwijls het Afrikaansch niet toe
reikend mocht zijn, imDort van anglicis
men te verwachten is. zoodat hij nu liever
nederlandsche uitdrukkingen overneemt,
•ie Nederlandsche taal wordt weinig on
derwezen, alleen bij het hnogf r>n'l?rw!,s.
fen hoogleeraar in het Afrikaansch
k meestal ook hoogleer a or in
'andscb Het Afrikaansch is echter een
Vjsen cultuurtaal geworden met een
«reeds groeiende litteraire waarde en een
«Parte poëzie.
Welke universiteiten zijn er in Zuid-
Af nka?
In Kaapstad, Stellenbosch. Johannes-
porg en Pretoria. Bovendien zijn er „eol-
eges" te Wellington (voor meisles), Mr>-
jjjaburg, Grahr.mstown, Potchefstroom en
™°™tontein, waarvan de eerste drie En-
Wjjjch en de laatste twee Afrikaansch ge-
bnenteerd zijn. Deze „colleges" vormen
sbzamenlijk de zgn. Universiteit van Zuid-
Afrika.
tol één opzicht staan de Afrikaansche
mjiversiteiten ten achter bij de Engelsche,
dat alleen aan laatstgenoemde dus in
AAwpstad en Johannesburg medisch on
twijs wordt gegeven. Daarentegen geven
"etoria en Stellenbosch gelegenheid tot,
«ndbouwopleiriing.
En hoe staat het met het aantal
Inden ten?
Dat is tamelijk groot, als we
J1 aanmerking nemen dat. de ge-
jrere natie nog geen 2 000 000 banken
waarvan ongeveer 800.000 Engel-
ben en ruim een millioen Afrikanders.
&aapstad bijiv. heeft circa 1700 studenten,
Johannesburg 1300. Stellenbosch met In
begrip van de theologische school 12 k 1300
en Pretoria ongeveer 1000.
Zoowel bij de Engelsche als de Afri
kaansche Universiteiten zijn verscheidene
Hollanders werkzaam, waarbij in aan
merking dient te worden genomen, dat ook
op de Engelsche Universiteiten Neder-
landsch wordt onderwezen.
Heeft U nog vooraanstaande persoon
lijkheden onder uw gehoor gehad?
Ja, Smuts heeft mij op een voor
dracht te Pretoria ingeleid en ook Hert
zog heb Ik ontmoet. Belden hebben mij
den indruk gegeven, dat zij Immigratie van
Hollanders, vooral van intellectueelen, bijv.
Delftsohe ingenieurs op hoogen prijs stel
len. De voorwaarden, waaronder Hollan
ders daar te lande werkzaam kunnen zijn,
zijn sedert de Kruger-periode totaal ver
anderd. Vroeger, toen Zuid-Afrika nog niet
zijn tegenwoordige ontwikkeling had be
reikt, was er een zekere mate van nood
zaak om Hollandsche intellectueelen te
importeeren, daar Kruger de Kape
naars voor die betrekkingen minder ge
schikt achtte vanwege hun pro-EngeLsche
gezindheid. Dat is nu geheel anders ge
worden. Het Afrikaansch sentiment
in de Kaapkolonie is thans zeer levendig,
zóó zelfs, dat het Kaapsche groote blad
„De Burger" zuiver nationalistisch is,
terwijl daarentegen de bladen elders, bijv.
In Transvaal, Hertzog zijn trouw ge
bleven.
De vereeniglng in 1933 van de Zappen
en de Natten tot de zg.n. Smelterspartij
was mogelijk, doordat de naturellen-poli
tiek, welke vroeger groote verschillen
tusschen Engelschen en Afrikaanders
schiep, een meer Afrikaansch programma
is gaan volgen.
In het algemeen is het streven erop ge
richt geweest de naturellen zooveel moge
lijk in hun eigen wereld te laten
en hun geen politieke rechten te gev n
daar, waar zij de blanke wereld binnen
treden. Zoo ls de toestand nog in den
Vrijstaat en in Transvaal, doch in de
Kaapkolonie hadden de kleurlingen poli
tieke rechten. Bij de stichting der Unie ls
die toestand bestendigd en slechts een
meerderheid van twee derde kan daarin
verandering brengen.
Er bestaat verschil tusschen de kleur
lingen in de Kaapkolonie en de natu
rellen. De eersten zijn een mengvolk,
d.i. afstammelingen van alle mog11 ke
rassen, gewezen Hottentotten en sla
meiers i belijders van den Islam i. De
werkelijke naturellen, de Kaffers daaren
tegen vormen een volk met een eigen
nationaal bestaan en staan over het alge
meen op een hooger peil.
Bestaat er in wezen een tegenstelling
tusschen Engelschen en Afrikaanders?
Het groote verschil is. dat de eersten
de steden bevolken en de laatsten het land.
Tegenwoordig zijn de Afrikaanders ook
genoodzaakt andere betrekkingen te zoe
ken De waterarmoede van het land en de
betrekkelijk geringe oppervlakte waarlijk
vruchtbare grond, maken, dat de uitbrei
dingsmogelijkheid van den landbouw
slechts beperkt ls en intensieve bebouwing
niet kan geschieden.
Deze toestand heeft het probleem der
arme boeren geschapen, die naar de steden
trekken. Bepaalde omstandigheden maken
dit probleem zeer lastig In Natal en Trans
vaal bijv. is de kleinhandel geheel in handen
van Britsch-Indiërs, die in Natal gekomen
zijn voor de theecultuur, doch zich gelei
delijk hebben verspreid. Zij leven zeer
sober en bieden hun waren zeer goedkoop
aan, zoodat de Afrikaander niet concur-
reerend kan optreden. Ook de groothandel
biedt voor hen geen kans. daar' deze haar
Engelsch karakter heeft behou''en.
Minstens 70 "It van het aandeelenkapitaal
der mijnindustrie, ls in Engelsche handen.
Be machtige „Kamer van Mijnwezen" be-
heerscht het geheele economische leven
ven Zuid-Afrika
Tenslotte vertelde prof. Colenbrander
ons neg het een en ander over de partij
verhoudingen. Sedert de totstandkoming
van de Hertzog-Smuts-coalitie (de Natten
en de Zappen) is een partij van nieuw-
natlonalisten ontstaan, de Malanieten.
die het oude programma van Hertzog
hebben overgenomen, omdat zij zich met
diens coalitie-denkbeelden niet konden
vereenigen.
De tegenpool dier Afrikaansch-nationa-
listische partij is de Engelsch-nationalisti-
sche partij van Stallard, welke vooral in
Natal aanhang heeft.
De Malanieten zijn evenwel overwe
gend, hetgeen in zooverre nuttig is. dat zij
kunnen voorkomen, dat men al te veel op
het coalitiedenkbeeld afglijdt. Zij voeren
den strijd met een heftigheid, die karak
teristiek is voor de Zuid-Afrikaansche
politiek, doch zonder dat die heftigheid
leidt tot economische consequenties.
De Leidsche hoogleeraar heeft den in
druk. dat Zuid-Afrika verstandig zou doen
nog niet te zeer ook politieke consequen
ties t.e trekken. Een proefneming tot de
vorming van een nationale republiek
is waarschijnlijk onmogelijk .en stellig niet
wenschelijk, voordat de Afrikaansche
cultuurbeweging sterker is geworden en
voordat de Afrikaanders in staat zijn om
zich ook economisch te doen gelden.
Dit wil niet zeggen, dat ooit een homo
gene natie zal ontstaan, maar wel is het
mogelijk, dat het Engelsche element meer
en meer Zuid-Afrikaansch zal gaan voelen.
De huidige ontwikkeling wijst reeds ln
die richting.
De Malanieten zijn sterk verpolitiekt,
terwijl zij waarschijnlijk beter zouden
doen met de cultureele beteekenis van
den strijd der Afrikaanders op den voor
grond te stellen.
Noodig is een Afrikaander bevolking,
die niet uitsluitend ls aangewezen op
den landbouw, maar die zich ook
bekwaamt voor den handel en de industrie.
Want. aldus besloot onze zegsman et
onderhoud, zoolang de Afrikaanders uit
sluitend boeren blijven, zullen zij Engeland
niet kunnen ontberen voor de uitoefening
van het handels- en winkelbedrijf.
AARDIG AVONTUUR.
Wethouder mocht niet venten.
In „De Haagsche Crt." lezen wij:
Een aardig avontuur is dezer dagen één
onzer Haagsche wethouders overkomen. In
zijn qualiteit van architect bracht hij een
bezoek aan Leiden om een door hem in
dertijd gebouwd-complex huizen in oogen-
schouw te nemen,'Waarbij hij het voor
nemen had in verschillende woningen een
kijkje te nemen. In zijn actetasch had hij
een aantal teekeningen, zoodat deze tasch
er goed gevuld uitzag.
Nu gebeurde het, dat bij het bezoek aan
de woningen, de architect in kwestie de
menschen niet thuis trof. zoodat hij ver
plicht was bij een aantal opeenvolgende
woningen aan te bellen, alvorens hij werd
binnengelaten, teneinde ook het Interieur
eens te bekijkentotdat plots een
Leidsch politie-agent vóór hem van zijn
fiets stapte en den architect-wethouder
pardoes de vraag stelde:
„Heb je een vent-vergunning?"
(Een wethouder van Den Haag.
die in den Raad steeds paraat moet staan,
stond even sprakeloos).
„Wat heb je daar in Je tasch?"
„Teekeningen", 't geval begon nu aardig
te worden.
„Weet je niet. dat men hier in Leiden
een politie-bewijs moet hebben, dat 50 cent
kost. om te mogen.... venten?"
„Maar man, ik ben de architect dezer
huizen!"
Ongeloovig stond de Leidsche Herman
dad het geval te hestudeeren Zou hij legi
timatiepapieren vragen; maar hij werd nu
beleefd: En u belt daarvoor huis aan
huis aan?"
„Ja, dat heb ik gedaan, maar niet om
te venten".
„Is u dan m'neer Vrijenhoek, de archi
tect?"
„Dat klopt!".
„De wethouder van Den Haag?"
Dat klopt ook al!"
Toen is de agent maar op z'n fiets ge
sprongen hij was een proces-verbaal
mlsgeloopen.
Thuis gekomen is er braaf gelachen over
dit grappige avontuur!
AA1ER VAN KOOPHANDEL
Verkiezing van leden.
Bij de heden gehouden periodieke ver
kiezing van candidaten voor het lidmaat
schap der Kamer werden gekozen: als le
den van de af deeling grootbedrijf de hee-
ren H. van Zonneveld iSassenheimi t af
tredend). P. A. Wernink (aftr.), dr. G. C.
A. van Dorp (Katwijk) (aftr), J. F. X.
Sanders (aftr.), J. B. de Koning, dr. L. P.
Krcntz (Oegstgeest! en N. Parlevliet (Kat
wijk aan Zeei (aftr.)
en als leden van de afdeeling Kleinbe
drijf de heeren M. v. d. Hoek (Alphen)
(aftr.l, J. H. van der Kloot, D. Raaphorst
Sr (Alphen) (aftr.), H. M. Simonis (aftr.),
J. J. Reynders (Roelofarendsveen) (aftr.),
W. M. van Appel (aftr.) en J. C. v. d. Meer
(Noordwijk). Waar geen plaatsnaam ls
vermeld, wonen de gekozenen alhier.
UITVOERING VOOR WERKLOOZEN.
De Tooneelver. „Door oefening beter"
heeft gisteravond voor een groot aantal
werkloozen in „Zomerlust" een uitvoering
gegeven van het tooneelspel „Een die niet
geteld wordt", dat kortgeleden in den
eigen kring van leden en donateurs werd
opgevoerd. De geheel gevulde zaal heeft
dankbaar genoten, mede van de muzikale
prestaties der „Roto Oolour Players".
LEIDSCHE GEOLOGISCHE VEREEN1G1NG
Lezing van Dr. Ph. H. Kuenen.
Voor bovengenoemde vereeniging hield
dr. Ph. H. Kuenen, vroeger hoofdassistent
aan het Rijksmuseum voor geologie en
mineralogie alhier, thans lector in de geo
logie aan de Rijksuniversiteit te Gronin
gen, een lezing over de geomorfologie van
den Indischen zeebodem.
De groote belangstelling bewees, dat het
blijven voortbestaan van de band, die spr.
met Leiden bond, niet alleen van Groning-
sche zijde op prijs wordt gesteld.
Spr. wees allereerst op den door de geo-
morfologen zoo verwaarloosden tak van
hun vak. n.l. den vorm van den zeebodem.
Feitelijk heeft men eerst sedert het gebruik
van echoloodingen hierin meer inzicht ver
kregen. Immers de draadloodingen vergden
voor een bepaling eenige uren, terwijl een
echolooding in enkele seconden is verricht.
De fout, die bij de oudere methode ont
staat tengevolge van het afdrijven van het
schip, wordt bij de nieuwe methode geheel
vermeden, daar het schip hier gewoon kan
doorvaren. Dat hierdoor zoowel de nauw
keurigheid van de verkregen resultaten als
het aantal loodingen belangrijk wordt ver
groot, spreekt vanzelf.
Dr. Kuenen, die als geoloog de Snellius-
expeditie in het oostelijk gedeelte van de
Indische archipel meemaakte, deelde hier
na het een en ander mee omtrent de
nieuwere inzichten, die door dezen tocht
waren verkregen in den vorm van den zee
bodem in dit gedeelte van Oost-Indië. Het
bleek, dat hier steile breukvlakken voor
komen, niet zelden met hoogteverschillen
van duizend meter. Verder werden tal van
flexuren waargenomen. Deze kunnen zoo
wel het gevolg zijn van bijgeronde breuk
vlakken, als van eigenlijke flexuren, dus
afschuivingen over een kleinen afstand,
zonder dat een breukvlak ontstond. Wordt
de spronghoogte van een flexuur dan ook
grooter, dan kan de flexuur in een breuk
overgaan.
Tijdens de Snelliusexpeditie werd een
onderzoek ingesteld naar de onderzeesche
voortzetting van de vulkanen in dit ge
deelte van den archipel. Hierbij deed men
al spoedig een merkwaardige ontdekking.
De normale holle helling, zooals men die
van de meeste vulkanen kende, bleek
slechts bij de grootere vulkanen voor te
komen. Bij de kleinere was de onderzee- j
sche helling steiler. Proefondervindelijk is
vastgesteld, dat vooral het materiaal, dat
bij grootere uitbarstingen verder van den
top verwijderd neerkomt, een holle helling
met zich brengt. Op het land zorgt de
erosie er voor, dat ook bij de kleinere vul
kanen. geen steile hellingen optreden.
Tenslotte ging spreker iets nader in op
de tektoniek van het gebied ln verband
met de geomorfologie.
Uit de schier tallooze hypothesen, die
omtrent de ontstaanswijze van den archi
pel tusschen de continenten Azië en
Australië zijn opgesteld, wilde dr. Kuenen
dan ook alleen die van prof. Brouwer naar
voren brengen. De theorie van prof. Brou
wer die meent, dat we hier te maken heb
ben met twee, uit elkaar zich van elkaar
verwijderende plooiruggen, is door van
Stille reeds vroeger, speciaal op grond van
de vermeende continualiteit, bestreden. De
nadien verkregen resultaten van de Snel-
lius-expeditie hebben eveneens uitgewezen,
dat het bestaan van verschillende diepzee
slenken en ruggen, waarop prof. Brouwer
zich beriep, niet juist is. Afglijdingen, zoo
als die door Haarmann worden gebruikt
ter verklaring van plooiing, konden tijdens
de expeditie nergens worden vastgesteld.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd voor het doctoraal examen
geneeskunde mej. Y. M. Trap (Bloemen-
daal) en de heer J. M. C. Nuijt (Rotter
dam)
HANDELSREGISTER
KAAI ER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
Wed. W. Overduin (filiaal), Haarlemmer
straat 16, Leiden. Hoofdz.: Den Haag, Vee-
nestraat 16/18. Garen, band, manufacturen
en aanverw. artikelen. Genoemd filiaal te
Leiden wordt thans gedreven onder
den naam der: Naamlooze Vennootschap
Iserief Co.'s Manufacturenhandel.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
In den loop der maand October 1935
werd aan het kantoor te Leiden op spaar
bankboekjes ingelegd f. 188.727.70 en terug
betaald f. 230.567.66 Derhalve minder in
gelegd dan terugbetaald f. 41.839.96. Het
aantal nieuw uitgegeven boekjes be
droeg 179.
BINNENLAND
Geen verhooging van het aanvoercontin-
gent voor de haringvisscherij. (Binnenland,
3e Blad).
Heden is het 60 jaar geleden dat aan
generaal Snijders de Militaire Willemsorde
werd toegekend. (Binnenland, 3e Blad).
Baron Schimmelpenninck van der Oye
over het besluit van het K.N.G.V. (Sport,
3e Blad).
BUITENLAND.
Italië protesteert bij alle aan sancties
deelnemende landen. (3e Blad).
Roosevelt pleit op Wapenstilstandsdag
voor vrede. (Buitenland, 2e Blad).
Nieuw incident te Sjanghai, waardoor de
spanning tusschen China en Japan groeit.
(Buiterd. en Tel., 2e Blad).
Een Amerikaansche stratosfeervlucht.
Een hoogte bereikt van 22.570 AI. (Buitenl.
Gemengd. 3e Blad).
Bij Smyrna is een Turksch schip ver
gaan. Vele slachtoffers. (Buitenl. Gem.,
3e en Tel., 2e Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN,
EERSTE BLAD.
PROF. DR. H. WINDISCH
Oud-Leidsch hoogleeraar in Duitschland
overleden.
Wijlen prof. Windisch.
In het laatst der vorige week is te Halle
in Duitschland overleden prof. dr. Hans
Windisch. die gedurende 15 jaar aan de
Leidsche Universiteit verbonden was als
hoogleeraar in de Oud-Christelijke letter
kunde en de uitlegging van het Nieuwe
Testament, en die zich in Nederlandsche
wetenschappelijke en kerkelijke kringen
bekendheid en bemindheid heeft verwor
ven èn om zijn persoon èn om zijn werk
als Christentheoloog.
Prof. dr. H Windisch werd geboren op
25 April 1881 te Leipzig.
Hij studeerde aldaar en prompveerde op
een dissertatie getiteld „Die Theodizee
des christlicnen Apologeten Justin", tot
doctor philosophiae: hij was aanvankelijk
als privaat-docent te Leipzig aan de uni
versiteit verbonden.
Twee jaar later behaalde hij het licen
tiaat in de theologie op een belangrijke
dissertatie getiteld „Die Entsündigung des
Christen nach Paulus". Nog in hetzelfde
jaar verscheen zijn hoofdwerk, een ver
dere ontwikkeling van het onderwerp van
zijn dissertatie, „Taufe und Sünde im
Altesten Christendum".
In 1912 werd dr. Windisch samen met
twee anderen benoemd tot bewerker van
de afdeeling N. T. in het Theologisch
Jarhresbericht.
Ook was hij geruimen tijd redacteur van
„Untersuchungen zum Neuen Testament".
Zijn werk muntte uit door groote hel
derheid en bewees zijn diepgaande ken
nis, niet alleen van het oudste Christen
dom, maar ook van de Joodsche en Helle
nistische wereld omstreeks het begin van
onze jaartelling. Uit alles bleek zijn
breede historische vorming, die onmisbaar
is voor den modernen Nieuw-Testamen-
ticus.
Dr. H Windisch, die als opvolger van
prof. Kirsopp Lake op 13 Juni 1914 werd