Huldiging generaal Duymaer van Twist - Een boksreus
flste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE 0NBU1GZAMEN
Voetbalwedstrijd SpartaV. S. V. te Rotterdam.
Typisch moment voor het Spartadoel. Een aanval wordt gekeerd.
DE TE EGMOND AAN ZEE GESTRANDE SCHEPEN, DE „KERKPLEIN'
DE „DRENTE" 4 trokken Zondag veel kijkers. De belangstelling voor
de „Kerkplein".
BET VERRAAD VAN RAS KOEKS
waardoor de stad Makallé in han
den der Italianen kon komen. Ras
Koeksa thans gouverneur van Makallé
DE ROEMEENSCHE BOKSREUS
GOGEA MITU die 146 K.G. weegt en
niet minder dan 2 meter 26 lang is.
IN DEN DIERENTUIN TE DEN IIAAG had Zaterdag de huldiging plaats van generaal Duymaer van Twist, ter ge
legenheid van diens 70en verjaardag. Tijdens de huldiging (op voorste rij v. l.n.r.) generaal Bore), prof. v. d. Bilt, gene
raal Röell, minister Oud, minister Deckers, mevrouw Duymaer van Twist, generaal Duymaer van Twist, mevr. Colijn,
minister Colijn, minister de Wilde, minister Gelissen, generaal de Iongh, J. Schouten.
EN TER GELEGENHEID VAN DE INSTALLATIE VAN DEN NIEUWEN BURGEMEESTER VAN LONDEN sir Percy Vincent,
werd de gebruikelijke groote optocht
gehouden.
naai bet Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
tt)
zijn wel lui van minder beteekenis
ik Peer geworden", antwoordde hij be-
„Waarom ik niet? Onze partij is
«nmers aan het roer?"
Ja!" antwoordde Swansdyke. „Heel
maar wat zoudt u voorde
Wflij willen doen? Dat is de eigenlijke
viaag?»
HOOFDSTUK XII.
Blanco crediet.
Oliver keek zijn gast veelzeggend aan
süekte zijn lange beenen wijd uit op
j' i kostbare haardkleedje en er was iets
I 2ijn houding, waaruit Swansdyke
i m°sen opmaken, dat zijn gast
je al even royaal voor de partij als
„opvoedkundige doeleinden zou wil-
40 njn.
j jA, ia, daar heb ik ook over ge-
«2 1 Oliver. „Dat is zeker zoo ge-
is het niet?"
"Gewoonte?" herhaalde Swansdyke met
S®nisch lachje. „Ja, natuurlijk is dat
LIi In den regel gebeurt er anders
*o'nig. En kijkt u eens.... er zijn
bijir manieren om dat te doen
jf w eenvoudigste Is wel de beste.
LiSt steeds bereid een praktische be-
sswiimg te toonen ln het wel en wee
van mijn partij", merkte Oliver op. „U
weet in elk geval, dat ik reeds heel wat
gedaan heb.plaatselijk dan altijd.
Daar kunt u van meepraten!"
„Niemand beter dan ikmet alle
plezier! Wat mij betreft, kunt u op me
rekenen. Maarwat doet u?"
„AhJajuistEr is zeker zoo
iets van een algemeene partijkas? Die ge
bruikt wordt voor de particuliere doelein
den vanhemde partij, nietwaar?
En onder controle van de hoofdleiders?"
„Juist!" antwoordde Swansdyke. „U om
schrijft het heel nauwkeurig. Ja, natuur
lijk bestaat er zoo'n fonds",
„Deelname daaraan zou dus wel de
beste weg zijn, denk Ik zoozei Oli
ver, die heel goed begreep, dat al wat hij
verder zei, den volgenden dag aan de kop
stukken der partij zou worden overge
bracht. „Bijdragen zijn altijd welkom,
niet?"
„Dankbaar aanvaard zelfs", zei Swans
dyke lachend. „Hebt u al een bedrag in
uw hoofd?"
„U soms?" vroeg OUver op den man af.
„Ik weet van een paar gevallen", ant
woordde de afgevaardigde. „Voor vijf en
twintigduizend is er kans om ridder te
worden.... en ik weet een geval, dat
iemand om baron te worden vijftigduizend
gaf. Maar ja... daar kwamen nog andere
redenen bijzooiets als uw geval is
Publieke dienstengiften.... en zoo
meer. Kunt u geen voorstel doen, dat ik
te berde kan brengen?"
„Ik wil iets beters doen dan een voor
stel". antwoordde Ollver opeens. ,,U
moogt tegen iedereen, die er mee noodig
kan hebben, vertellen, dat het maar twee
minuten tijd kost om een wissel van hon
derdduizend pond te trekken, ais dat in
het belang der partij zou zijn. Vragen is
krijgen in dit geval. Maar wel te ver
staan. dat ter gelegener tijd met mijn
wenschen rekening zal worden gehouden".
„Natuurlijk!" stemde Swansdyke toe.
„Uitstekend! Maar nu blijven er nog
twee dingen te bespreken. Op de eerste
plaats willen degenen, die een Peerschap
te vergeven hebben, gewoonlijk nog wel
eenige bijzonderheden van persoonlijken
aard weten. Er moet gezorgd worden, dat
de titel voldoende inkomen verschaft
de toekomstige dragers moeten eenige
zekerheid hebben en zulk soort dingen
meer. Begrijpt u me?"
Oliver maakte lachend een afwerende
handbeweging.
„Laat dat maar aan mij over. Ik zal er
voor zorgen, dat mijn opvolger er komen
kanal zouden er twintig in de rechte
lijn zijn. Ik zal land en geld op hun naam
zetten, zoo vast, dat alleen een revolutie
het zaakje ln duigen kan laten vallen.
Daar zal ik voor zorgen. Het is zelfs waar
schijnlijk dat mijn opvolger nog veel rij
ker zal worden dan ikmijn fabriek
brengt met het jaar meer op!"
„Prachtig!" riep Swansdyke uit. „En
als Ik vragen magwie is die op
volger?"
Oliver boog zich naar zijn gast toe en
klopte hem vertrouwelijk op zijn arm.
„Dat zal ik je nou 's vertellen! Mijn
kleinzoon..,, ook 'n Oliver. Kijk, mijn
oudste zoon.... ik heb er maar twee ge
had is tegen mijn zin getrouwd
enfin, dat daargelaten.... het is nu toch
eenmaal gebeurd. Maar de arme jongen is
vroeg gestorven en liet een kleinen jon
gen na. Die is nu vijf jaar. Ik heb zijn
moeder altijd een behoorlijke toelage ge
geven..!, ze wonen in Halfirth, Maar nu
ben ik van plan meer voor Wem te doen.
Ik zal hem bij me in huis nemen. Ik zal
hier in Londen de beste gouvernante voor
hem zien te krijgen, die er te vinden is.
En als hij oud genoeg is, dan gaat hij
naar Eton of Harrowdat weet ik nog
niet.en daarna naar Oxford of Cam
bridge. En.... mettertijdvolgt hij
me op".
„Maar u hebt toch nog een tweeden
zoon? Hoe gaat het dan met hem?"
„Mijn jongste zoon zal rijker worden
dan ik. Dat zal ik u eens vertellen".
En hij begon over Louis zoo te praten,
dat Swansdyke wel bemerken moest hoe
hoog hij met dien zoon wegliep. „Zooiets
wordt het", eindigde hij. „En ik hoop het
nog te beleven. Ik heb er een vaag idee
van, wat die machine kan opleveren en
als mijn verwachtingen uitkomen, nou,
dan kan die jongen het geld bij hoopen
binnen halen. En dan, hij heeft zijn zin
nen gezet op de dochter van Joe Bicker-
dyke een eenlg kind en al is Bicker-
dyke bij lange zoo rijk niet ais ik, hij is
toch een van de rijksten in Halfirth en
zijn dochter erft natuurlijk zijn heele
vermogen. Bij mij in de familie bestaat er
geen gebrek aan geld!"
„Neen, dat schijnt zoo!" zei Swansdyke
droogjes. „Heel prettig! Laat mij nu nog
een praktischen raad geven. Doe al uwe
schenkingen niet tegelijkertijd. Zoodra
mogelijk zal ik de menschen van invloed
over die voorgenomen bijdrage voor het
partijfonds gaan raadplegen. en zij
zullen het u wel laten weten, of ze gene
gen zijn op uw voorstel in te gaan
maar u kunt er wel op rekenen, dat het in
orde komt. En de verdere giftenver
deel die over een paar jaar. Begin met
dat technische college.... warm dan een
paar maanden later de lui op voor die La-
tijnsche schoolen kom het laatste
met die professoraten ln het Russisch
voor den dag. Als dan de dankbaarheid
over de eerste gift wat bekoeld is, komt
de volgende en zoo verder. Dat is de
beste weg!"
„En.... hoe lang moet dat zoowat
duren?"
„Verdeel het over twee jaar. Gedu
rende dien tijd houden wij het roer nog
wel in handen. En als we dan aftreden,
dan is dat de beste gelegenheid om de ge
bruikelijke eerbewijzen uit te deelen
en dan komt uw beurt ook. Dat is de beste
raad, die ik u geven kan".
„Goed! Ik zal het zoo precies doen. U
kunt dat het beste weten. Maarver
geet vooral niet tegen de lui, die aan da
touwtjes :ken, te zeggen, dat mijn geld
altijd v aen klaar ligt, zoodra ze het
noodig hebben. Ik zeg nog eensop
geld komt het in dit geval niet aan
„Ik begrijp u volkomen!" zei Swans
dyke.
Dien avond trad Oliver zijn weelderige
slaapkamer binnen met het gevoel, dat
alles den goeden kant voor hem uitging.
Joe Bickerdyke zou dan toch wel degelijk
ondervinden, dat Oliver Carsdale in Hal
firth het meest te beteekenen had. Maar
er viel nog veel meer te doen en den vol
genden morgen ging hij dan ook aan
den slag.
Nadat hij zijn huis op de heide gebouwd
had, was hij onder de kunstschilders een
vrij bekende persoonlijkheid geworden,
door het vele geld, dat hij aan goede
schilderijen besteedde. Voor schilderijen
had hij een goed oog. Voor boeken voelde
hij weinig.
.(Wordt vervolgd).