Het huwelijk Van den Hertog van Gloucester en Lady Alice Scott DE ONBUIGZAMEN 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. GISTERAVOND BRACHT PRINSES JULIANA een bezoek aan het Amsterdamsche Lyceum, om de opvoering bij te wonen van het leekenspel ,,Elckerlijck". De aankomst van de Prinses. taar het Engelsch van J. S. FLETCHER door mr. H. J. H. |21) Hoyland schudde het hoofd en I;,™1® een uitdrukking van verbolgen- I Md op zijn gezicht. Jk verlang geen vrije woning van wien lh» 00'i' mcneer Carsdale!" antwoordde I ani "Als vad€r en moeder ergens I f"0® heen wilde brengen, dan kon ik ze I SF™ mooiste huis van Halfirth zetten... Inet> nog wel wat geld. En al hebben we lêralLmeer dan een vormelijke huur aan IE™!* voor deze woning betaald, dan I i omdat het een oude, vast- 13, Sdwoonte waser bestaan I ^™te'aties tusschen ons en de Scar- on"'. er z'in huwelijken tusschen de 'hands en de Scarpes geweest, zooals u I stm« kerkarchief kunt zien. Het is een I ditk' lage streek van Scarpe om ons I "oven ons hoofd te verkoopen I nSjhew Scarpe had recht om met zijn I oS™!1? de doen wat hij verkoos", viel 1 U-in k geen z'n had te redetwisten, I na „em uit. „En ik heb recht om met 111 Jmi"? 'e doen wat 'k Wil. Al dit land I te, °"et mijne en ik zeg je. dat ik over 1 dia, jaan<3en dit huisje noodig heb En te ,e Been zin schijnt te hebben om li m °P vriendschappelijken voet me al te handelen, zal lk er verder over zwijgen. Als Je er nog eens over na gedacht hebt en dan tot redelijker inzich ten komt, nou, dan kun je het tegen mijn zaakwaarnemer Hargreaves gaan vertel len. Hij heeft volmacht om een schikking met je te treffen, zooals je maar wilt". Hij keerde zich om en liep naar het hek. Toen hij reeds eenige schreden ver was, kwam Hoyland hem achterop. „Meneer Carsdale", zei hij. „Ik vraag niets voor mezelf en zal dat nooit doen van wien ook. Maar mijn oude vader en moederik zeg u, dat die het niet overleven zullen, als ze hier vandaan moe ten. Heb met hen een beetje medelijden. Laat hen hier hun dagen eindigen. Het zal werkelijk niet zoo lang meer duren. Ze gaan allebei hard achteruit. Geef hun uitstel tottot het zoover isen dannou dan zal ik zelf hier vandaan gaan, zoodra ze begraven zijn. Kijk nu toch naar mijn ouden vader daar! zijn eenige plezier is nog te zitten kijken naar de dingen, die hem van ouds zoo be kend zijn.wat zou het voor hem zijn, bedenkt u dat toch eens, als hij ergens anders heen moest!" „Het zou anders heel wat beter voor hem zijn als hij niet langer in zoo'n dom pig en vochtig huis behoefde te wonen, als het hier is", zei Oliver, doorloopend, zon der zich te laten vermurven. „Hij zou een heel nieuw leven beginnen, als je mijn voorstel wilde opnemen volgens de vrien delijke bedoeling, waarmee het gedaan is en als je hem zijn laatste dagen liet slij ten in een keurig, nieuw huis. Maar er zijn r.u eenmaal menschen op de wereld, die niet weten, wat het woord dankbaarheid beteekent!" Hoylands gezicht betrok en het had er allen schijn van, dat hij in een vlaag van woede zou uitbarsten. Maar hij bedwong zich plotseling en keek Carsdale recht in de oogen. „Best, meneer Carsdale!" zei hij. „Ik zal het goed onthouden. Niets vergeten!" Oliver gaf er geen antwoord op. Hij ging het bosch weer door, uit zijn humeur en spijtig gestemd. Wat had zoo'n kerel als die Hoyland sentimenteel te zijn? Senti menteel zijn was een weelde voor hen, die het betalen konden.Abe Hoyland deed beter op zijn eigen zaak te letten en te werken. Kwestie van gevoel!er was al veel te veel gevoel aan die paar bunders land verknoeidMatthew Scarpe was ook al met gevoelskwesties aangekomen! En die ouwe heks, die Miriam, zou er ook zeker mee komen aandragenen En juist op dat oogenblik trad Miriam hem van achter een boschje kreupelhout tegemoet. Oliver deed een stap achteruit, toen hij haar zag. De vrouw was doodsbleek van woede, haar oogen schoten vuur en haar vale lip pen waren opgetrokken als die van een nijdigen hond. En even onverwachts als ze verschenen was, begon ze ook te spre ken, terwijl ze haar verweerde werkhan den tegen den verleider van haar zoon ophield. „Zoo, ben je bezie het stukje land te bekijken, dat je mijn zoon afgetroggeld hebt?" vroeg ze met een grijnslach, die Oliver haar bijna ontsteld deed aanzien. „Ga je gang! Kijk goed uit je oogen! Geniet er van! Maar kijk mij ook eens aan! Ik heb je wat te vertellen! Ik weet, wat je denkt ik kan in je gemeene hersens en in je valsche hart zien. Ik weet, als had je het me zelt verteld, wat je plannen zijn,ik snap ze volkomen. plannen voor de toekomsten Je bent al een man van zestig jaar. Luister eens!bouw maarje zult toch nooit wonen in wat je gebouwd hebt! Voer je plannen uiten je zult ze in duigen zien vallen! Verbeeld je, dat je hier leven brengten je brengt niets anders dan den doodZoo zeker dat water daar stroomt, Carsdale, zoo zeker komt dood en teleurstelling en de misluk king van de plannen op je af!" Oliver had onder haar woorden zijn hoofd hoog opgericht en toen hij sprak, was zijn stem droog en zakelijk. „Ik zal je eens vertellen, hoe de zaak staat, vrouw Scarpe. Ik zal ditmaal je drei gementen over het hoofd zienmaar ik zal je ook iets vertellen. Jij loopt op mijn grond, maak dat je er af komt!" Maar voordat hij uitgesproken was, had Miriam zich al omgedraaid. Ze keek snel om zich heen, liep dwars door de weiden heen en klauterde vlug tegen den omrin genden rotswand op. De ochtend was nog niet voorbij, toen zij haar huiskamer bin nen trad en haar zoon met zijn derde kruik bier voor zich zag zitten. Matthew had zich bar terneergeslagen gevoeld en had zijn troost bij het biervat gezocht. „Ik heb gehoord, dat je een boerderij ergens in het laagland wilt hebben", zei Miriam alsof ze tot een vreemde sprak. „En als dat eens zoo was?" bromde Matthew. „Ga dan maar! Ga er een zoeken! Neem je geld mee.... het is bloedgeld! Ga wanneer je maar wilt Ik blijf hier waar ik getrouwd ben! Er zal wel iemand gevonden worden, die me begra ven zal, als het zoover is. Maar jijder uit! Weg met je.... ik wil je nooit meer zien, hoor je!" HOOFDSTUK XI. Vóór wat, hoort wat! Gedurende de week, die volgde op hun vrij gemoedelijke scheiding, deed Oliver geen enkele poging om met zijn zoon in verbinding te komen. Als Louis het dan het beste gevonden-had om van elkaar te gaan, dan moest het maar zoo zijn! Oli ver was er de man niet naar om zich op te dringen aan menschen, die een anderen weg wilden gaan dan hijzelf. Hij gaf geen antwoord op den brief van Louis en, om dat hij, na zijn ruzie met Bickerdyke, niet meer in de club kwam, was er ook niet veel kans, dat ze elkander zouden ont moeten. De werkplaats, waar Louis zich met zijn uitvinding bezig hield, lag aan het andere einde der stad, ver van de fa briek van zijn vader en hij was niet ge wend, zich evenals zijn vader, veel op straat te laten zien. Als die twee elkander trouwens op straat of op de Markt zou den ontmoet hebben, dan zouden ze elkaar volstrekt niet onaangenaam bejegend hebbenze zouden heel vriendschap pelijk een paar woorden hebben gewisseld en even koeltjes afscheid hebben geno men, als ze elkaar hadden begroet. Louis begreep zijn vader en Oliver, al begreep hij zijn zoon dan ook niet volkomen, had toch een zeker ontzag voor hem en be schouwde hem als een verstandig jong- rnensch. En Oliver had eerbied voor iedereen, die zich van de gewone massa wist te onderscheiden, al was het ln nog zoo'n onbeteekenend ding. (Wordt vervolgd). BE GELUKKIGE BRUID. Lady Alioe Scott rijdt in do glazen koets van haar huis naar het Buckinghampaleis yoor de huwelijksvoltrekking. GROOT WAS DE BELANGSTELLING VOOR HET PRINSELIJK HUWELIJK. MINISTER SLINGENBERG BEZOCHT te Rumpen het De menigte voor het Buckinghampaleis, toen het bruidspaar op het R.K. en Christelijk werkkamp voor jeugdige werkloozen. balcon verscheen. De minister bij een der werkobjecten. GISTEREN WERD HET HUWELIJK VOLTROKKEN Tl SSCHEN DEN HERTOG VAN GLOUCESTER, den derden zoon van den Engelschen koning en lady Alice Scott. Men ziet het bruidspaar op het bah-nn van he Euckuighampaleis, dankend vooi de enthousiaste toejuichingen van de samengestroomde menigte. Naast hen de Konim en de Koningin, prinses Mary, en de kleine prinsessen aiizabeth en Margaret Ros-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5