s «te Jaarganp WOENSDAG 30 OCTOBER 1935 No. 23190 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN STADSNIEUWS. N.V. Leidsche Duinwater- Maatschappij. Frankrijk doet nieuwe vredespogingen. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarlel. Kleine advertenties uitsluitend bU vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per weelc f. 0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. buitengewone alg. vergadering van aandeelhouders. IR. P. C. LINDENBERGH BENOEMD TOT DIRECTEUR. Ir. P. C. Lindenbergh. In de hedenmorgen, onder voorzitter schap van den heer T. S. Goslinga, ge houden buitengewone algemeene verga dering van aandeelhouders der N. V. Leidsche Duinwater Maatschappij, werd tot directeur der vennootschap benoemd, de heer Ir. P. C. Lindenbergh te Hooge- veen. Tot commissaris-voorzitter werd be noemd de heer M. G. Verwey, wethouder onzer gemeente en tot commissaris, de heer T. S. Goslinga, oud-wethouder. Ir. P. C. Lindenbergh is in 1896 te Wemeldinge in de provincie Zeeland ge boren. In T58I slaagde hij te Delft voor bet examen Civiel Ingenieur, waarna hij direct in de aannemerspraktijk tewerk is gesteld. Als zoodanig heeft hij aan ver schillende grootere en kleinere werken medegewerkt, eerst zeer ondergeschikt, later als hoofduitvoerder. Zoo werkte hij o.a. plm. 2 jaar mede aan de uitbreidings- en verbeteringswerken van de Amster- jhmsche waterleiding te Leiduin en Weesperkarspel. Daarna was hij Vit jaar verbonden aan de N.V. Utrechtsche Wa terleiding Mij., waar hij bij distributie en onderhoud werkzaam was. Vandaar »erd hij aangezocht door een aannemers firma om de leiding op zich te nemen van den bouw van een stuw in de Maas. Hier was hij plm. 1 jaar werkzaam, waarna hij in dienst trad bi.j de N.V. Philips Fabrie ken te Eindhoven, als Ingenieur bii het bouwbureau. Als zoodanig werd hli belast m-t de uitvoering der bouwwerken en werd hij tevens directeur van de N.V. Bouwbureau van het concern. Ir. Linden bergh acht dit een der meest interessante periodes uit zijn loopbaan. In de voor naamste landen van Europa werd ge bouwd en steeds met groote spoed, terwijl jn Holland zelf en niet liet minst in Eindhoven ook geweldig werd uit gebreid. Toen de crisis intrad was het uit met "huwen bij het Philips-concern en K™. ir. Lindenbergh eind 1930 benoemd lot directeur van Gem. Werken en -bedrit ven (Gas-, Water- en Electriciteitsbedrijf) te Hoogeveen. Tijdens zijn ambtsperiode te Hooge- J®0* die 5 jaar geduurd heeft zijn ue bedrijven zooveel mogelijk aan de veranderde omstandigheden aangepast fl meei'dere groote werken en plan nen tot stand gekomen, o.a. de algemeene wegenverbetering, (w.o. de aanleg van Pim. 3o K.M. asphalt-betonweg) 5 groo- rae en vele kleinere beweegbare bruggen, een nieuwe veemarkt, uitbreiding van het noieeringstelsel, belangrijke uitbreidingen I vaü filterinstallatie en de prise d'eau an de waterleiding. Tevens werd in dien een nieuw uitbreidingsplan voor de (ter, J IVU" uivi/iciutiigöL'ii semeente Hoogeveen gemaakt. DIEFSTALLEN JJ- B- alhier heeft bij de politie aan- ïr~ gedaan van vermissing van een ?™™agen. Aan het politiebureau is een handwagen gedeponeerd, welke onbeheerd werd aangetroffen. Bovendien heeft de schilderspatroon vin i aan6'fte gedaan van vermissing a ™ee overalls en eenig schilders- Ljr™schap. Tenslotte zijn wederom hoemi 'ele11 en bela5tfngplaatjes ont- Naar het «chijnt, worden nieuwe vredespogingen, onder leiding van Frankrijk, ingeluid. Hetgeen daaromtrent bij ge ruchte bekend wordt, lijkt nog niet erg hoopvol. Italië bereidt zich voor om weerstand te bieden aan economische sancties door rantsoeneering en bezuiniging. de Zeer voorzichtig zetten de Italianen in het Noorden den opmarsch naar Makalle voort zonder op tegenstand te stuiten. HET ABESSINISCH VRAAGSTUK. Voordracht van mr. A. B. Cohen Stuart. Over bovenstaand actueel onderwerp heeft gisteravond mr. A. B. Cohen Stuart op uitnoodiging van de Leidsche Studen- tenvereeniging voor den Volkenbond ge sproken in het klein-auditorium der Uni versiteit. Na een inleidend woord van den praeses, verkreeg de heer Cohen Stuart het woord. Het Abessinisch vraagstuk, aldus spr., is terug te brengen tot de vraag, welke be langen bij het Italiaansch-Abessinisch conflict gemoeid zijn. Tot voor kort trok Ethiopië weinig de aandacht. De aanblik van zoo troostelooze streken was ook wei nig geschikt om voor dit land belangstel ling te wekken en ook de gebrekkige spoorwegverbinding van Djiboeti naar het binnenland droeg daartoe weinig bij. Die trein rijdt n.l. slechts tweemaal per week met een „snelheid" van 20 K.M. per uur en heeft voor het geheele traject drie volle dagen noodig. Het land is volkomen gespeend van alles wat zweemt naar moderne organi satie. Het heet, dat de bodem rijk is aan ertsen en petroleum, doch voorloopig zouden de exploratiekosten nog zóó hoog zijn, dat van een winstgevende exploi tatie geen sprake zou kunnen zijn. Moderniseering, mits op grootsche wijze doorgevoerd, zou weillcht winstmogelijk heden bieden, doch men vérgete daarbij niet, dat de bevolklnz nog steeds wan trouwig staat tegen eiken nieuwen maat regel. die wordt genomen met indus- trieele oogmerken. Nog heden ten dage beweren velen, dat de aanleg van den eenigen spoorweg terecht door keizer Me- nelik zoo lang mogelilk is tegengehouden. Het post- en geldverkeer is er nog in hooge mate primitief, interlocaal tele foonverkeer practisch onmogelijk, terwijl liet binnenland nog steeds zeer onveilig is. De tegenwoordige Negus streeft in velerlei opzicht naar moderniseering, doch ook hij ondervindt groote tegenwerking van de omstandigheden, dat dè vervlogen eenwen het heden beheerschen. Daarbij komt nog, dat zijn invloeds sfeer zich niet ver buiten zijn naaste om geving uitstrekt. De gouvernementen in de afgelegen gebieden nemen een vrijwel volkomen onafhankelijke positie in. Belangrijker dan Abessynië's economi sche mogelijkheden, is evenwel het be lang, dat Egypte en de Soedan, en daar door ook Engeland, hebben bij epn bet=re reguleering van de rivieren, welke rien grootst,en watertoevoer leveren voor d=n Nijl Engeland toonde dit belang reeds in 1902 in te zien door terzak» een ver drag met Abessynië af te sluiten. Door zijn natuurlijke ligging en bodemgesteld heid is Abessynië ook een zeer beianeriik strategisch punt, aangezien de bez'tter van het, Abeeslnische hoogland verschei dene groote handels- en verkeerswegen be'-eerscht. Toegerust met moderne oorlogsmidde len zou die bezitter de sleutels tot den Indischen Oceaan in zijn zak hebben. Aan de geringe economische ontwik keling, is de slavernij onverhrekelijk ver bonden. De tegenwoordige Negus heeft veel gedaan om aan de slavenjachten een einde te maken, maar geheel geslaagd is hii daarin niet. Het liifeigenschao wordt er nog veel vuldig aangetroffen, mede a's gevolg van het feit. dat het kernvolk, de Am- hara's niet geschikt is voor den land bouw. maar een echt krijgersvolk is. dat slaven noodig heeft voor de dagetiiksebe werkzaamheden. Uit een oogpunt van algemeene meat- schapneliike ordening is In Abessynië in derdaad nog veel werk te verrichten. Hoe komt het dan zoo vraagt spr. dr* de Euroneesche beschaving hier zoo wei nig is doorgedrongen? Eenerziids is dit te verklaren uit de uitgestrektheid en de ontoegankelijkheid van het land. anderzijds aan de betrek kelijke saamhoorigheid der bevolking, welke vér uitgaat boven het enge stam verband Een derde factor is de vrees van d» Europeesche staten om het politieke evenwicht te verstoren en de onderlinge na-ijver bij de wederziidsche kolonialp expansiepolitiek. Die naijver begon eigen lijk al, toen in 1859 de eerste spade in den grond werd gestoken voor het Suez- kanaal. Uitvoerig schetste spr. hoe ach tereenvolgens Frankrijk. Engeland en Italië rondom het Suezkanaa' nederzet tingen vestigden en schilderde hii de om standigheden. waaronder in 1896 de Ita- liaansche strijdmachten door het Abessi- nische leger bij Adoea werden verpletterd. In 1906 sloten Engeland, Frankrijk en Italië het drie-partij en-verdrag, waarin het beginsel der wederzijdsche invloeds sfeer was neergelegd en waarbij werd overeengekomen, dat, zoo noodig, geza menlijk tegen Abessynië zou worden op getreden. In 1916 sloten dezelfde staten een nieuw verdrag, waarbij aan Italië een grootere macht werd toegekend. De Fransch-Engelsche beloften zijn echter nooit geheel in vervulling gegaan, terwijl na de totstandkoming van den Volken bond dit lichaam een beletsel voor de verwezenlijking der Italiaansche wen- schen vormde. Het Italiaansche fascisme heeft in de laatste jaren de nationale strijdlust aan gewakkerd. In 1923 droeg Frankrijk, gesteund door Italië, Ethiopië met succes vopr als lid van den Volkenbond, waardoor dit land zijn positie aanmerkelijk versterkte. Dit bleek rëfeds in 1925 toen Frankrijk en Engeland hun invloedssfeer in Abessynië wilden uitbreiden, doch daarin door den Volkenbond werden verhinderd. Spr. behandelde dan het incident van Wal-Wal en de daaruit voortgesproten recente verwikkelingen, niet alleen tus- schen Italië en Abessynië, maar ook tus- schen Italië en den Volkenbond Dit laatste conflict is enkel en alleen te wijten aan het gewelddadig optreden van Italië en aan de onverzoenlijke houding van Mussolini tegenover de bemidde lingspogingen van Frankrijk en Enge land. Het zou op zelfmoord lijken, wanneer Engeland daarna lijdelijk was blijven toezien. Albion deed een beroep op den Volkenbond, hetgeen leidde tot het tref fen van economische sancties tegen den tot aanvaller verklaarden staat. Hopelijk zullen deze voldoende blijken om tot het gewenschte resultaat te lei den en zal worden voorkomen, dat het geheele Europeesche werk voor den vrede en de beschaving, ook in het verre Oos ten, verloren gaat. Spr. eindigde met den oprechten wensch, dat de Europeesche mogend heden de bereidheid mogen vinden om werkzaam te zijn in het belang der col lectieve veiligheid en van den vrede, zoo wel in als buiten Europa. De praeses dankte den heer Cohen Stuart met enkele woordpn voor zijn in teressante uiteenzetting van de ontwik keling van het huidige conflict. kon. vereen. „oost en west" en mij. tot nut van 't algemeen. Lezing van Jhr. Dr. J. C. Mollerus. Voor de afdeeling Leiden van de Kon. Vereenlging „Oost en West" en voor het departement Leiden van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, heeft gisteravond jhr. dr. J. C. Mollerus uit Haarlem een lezing met filmbeelden gehouden over „Mijn luchtreis naar en van en mijn ver blijf in Ned. Oost-Indië". De slechts matig bezochte bijeenkomst stond onder leiding van prof. dr. S. Ph. van Ronkel, die den spreker met een kort woord inleidde. Jhr. dl'. Mollerus hield daarna zijn hoogst in teressante lezing, die hij thans voor de 115e maal voordroeg. Ook hier ter stede heeft jhr. Mollerus deze rede reeds eenige malen gehouden, zoodat wij ons thans ontslagen achten van den plicht haar opnieuw weer te geven. Het feit, dat jhr. Mollerus reeds eerder met deze rede in Leiden is opgetre den verklaart ook waarschijnlijk het kleine gehoor, dat overigens zeer aandach tig was en zich zeer dankbaar voor het gebodene betoonde. o-- O. L. SCHOOL SCHUTTERSVELD. Ouderavond. Gisteravond werd aan bovengenoemde school een ouderavond gehouden. De zeer slechte weersomstandigheden in aanmer king genomen, was de opkomst van de ouders heel goed te noemen. Na een kort inleidend woord van het hoofd der school, den heer v. d. Walle, waarbij de aanwezigen hartelijk welkom werden geheeten op den eersten ouder avond, die onder zijn leiding stond, werd terstond het woord gegeven aan den heer D. W. v. d. Wal, inspecteur van politie alhier, die een lezing met lichtbeelden hield over het onderwerp „School en Ver keer". Met aandacht volgde het publiek deze lezing en het dankwoord van den heer v. d. Walle gericht tot genoemden inspecteur, was zeker op z'n plaats. Onder leiding van mej. Koeman voer den daarna de meisjes van de 6de klasse eenige gymnastische oefeningen uit. Met groote ambitie werd er gewerkt en het was een lust deze kinderen bezig te zien. Alles ging keurig en netjes in z'n werk en de oefenstof stond op goed peil. Mej. Koeman zoowel als de meisjes hadden veel succes en de laatsten kregen tot belooning allen een kleine versnape ring. In de nu volgende pauze werd druk ge bruik gemaakt van de gelegenheid om zich met het onderwijzend personeel te onderhouden en het schriftelijk werk van de kinderen te bezichtigen. Het financieel verslag vertoonde een klein 'oatig saldo. Bij de verkiezing van de Oudercommis sie werden de drie aftredende leden me vrouw Bar then en de heeren v. d. Broek en v. Strien herkozen en tot nieuwe leden gekozen de heeren Van Stralen en Schouten. Na een korte bespreking werd besloten een schoolfonds) e te stichten. De Ouder commissie zal daarvoor maandelijks bij de ouders een kleine bijdrage in ont vangst nemen. Van de rondvraag werd geen gebruik gemaakt, waarna de voorzitter om pl.m. 11 uur dezen goed geslaagden ouder avond sloot. VAN HEURNIUS TOT BOESER. Drie eeuwen Egyptologie in Nederland, 1620—1935. Gisteravond hield dr. W. D. van Wijn gaarden een voordracht over dit onder werp in het Rijksmuseum van Oudheden. Reeds in de 17e eeuw bestond in ons land eenige belangstelling in de beschaving van het oude Egypte. De Leidsche hoogleeraar in de Medicijnen, Heurnius, wist omstreeks 1620 het kabinet van Anatomie te verrijken met een aantal voorwerpen uit Egypte. Reizigers, ook uit Nederland, bezochten Egypte, brachten vaak antiquiteiten mede en gaven uitvoerige reisbeschrijvingen uit. Van Egyptologische wetenschap is echter nog geen sprake. De expeditie van Napoleon naar Egypte in 1798 gaf den stoot tot het wetenschap pelijk onderzoek van het oude Egypte en leidde tot de ontcijfering van het hiëro- 1 glyphenschrift in 1822. Op de grondslagen, die toen gelegd zijn, heeft een kring van I geleerden uit vele landen voortgebouwd. In ons land heeft een viertal geleerden mede gewerkt om de Egyptologie tot een alge- I meen erkende wetenschap te maken. Eerst I Reuvens, van 1818 tot 1835, de eerste direc teur van het Rijksmuseum van Oudheden alhier, die een Egyptische collectie van groote beteekenis wist te vormen; na hem van 1835 tot 1891 zijn opvolger Leemans, die de Egyptische Monumenten publiceer de; vervolgens Pleyte, reeds van 1869 aan het Museum verbonden en van 1891 tot 1903 directeur, een goed kenner van het hiëratisch. en eindelijk Boeser, van 1892 tot. 1924 leider van de Egyptische afdeeling van het Museum en van 1902 tot 1928 lector in de Egyptologie aan de Universiteit te Leiden, wiens voornaamste werk is de nieuwe uitgave in lichtdruk van de Egyp tische verzameling. Boeser, wiens colleges door vele studenten werden bezocht en die door zijn lezingen en rondleidingen in het Museum bij velen belangstelling voor Egypte wekte, overleed in het begin van dit jaar (25 Febr. 1935). Dat men thans algemeen aan inrichtin gen van onderwijs en daarbuiten gevoelt, dat men het onmogelijk kan stellen zonder kennis van de oud-Egyptische beschaving is voor een groot deel te danken aan het werk van onze vier groote Nederlandsche Egyptologen: Reuvens. Leemans, Plevte en Boeser. wier namen altlid in de geschiede nis der Egyptologie met eere zullen wor den genoemd. HERV. GEREF. STAATSPARTIJ. Ds. Willekes over „De kerk in het midden" De Herv. Geref. Staatspartij had gis teravond in „Rehoboth" aan het Rapen burg een openbare bijeenkomst belegd, welke vrij goed bezocht was. Na gebruike'iike opening en een inlei dend woord door den voorzitter, den heer A. Bouwman waarin spr. herinnerde aan het 12'/2-jarig bestaan van de afdeeling. sprak ds. F C. Willekes heTv. pred. te Spijk (Gr.) over De kerk in het midden". De kerk in het midden, aldus begon spr. zeggen wii; de kerk er buiten zeggen an deren waaronder spr. rekent degenen die in 1834 en 1886 zijn uitgetreden. Maar ook vinden wij ze in de Vaderlandsche (Her vormde) Kerk. Men voerde, en spr. dacht nu aan de christelijke school, een christe lijke actie los van de kerk. Wii zagen, dat de hervormden dienst mochten doen als houthakkers en wateroutters. Ook oo ver- eenigingsgebied zagen wij het ver schijnsel van- de hervormde kerk er bui ten. Men gaf de voorkeur aan het prae- dicaat .chistellik". Ook in de politiek werd zoo gedacht Het heette dat men niet overal kerkie moest soelen en wees dan b.v. op de christelijke radio. Onder verwijzing van een citaat van dr. Kromsigt werd aangetoond, dat er bij de N.C.R.V. vele voetangels liggen op het ter rein van het kerkelijk standpunt en de vri.je-kerk-idee. Christelijke actie aldus spr. was in het verlpden en is in het heden het zaet gefluit van den vogelaar. Alle christe'Hke actie wordt een afge scheiden zending onder de hervormden. Deze actie tracht de kerk op non-activiteit te zetten en heeft de souvereinitelt in eigen kring ingezet (leerstelling dr. Abr. Kuyper). Deze souvereiniteit is feitelijk een BINNENLAND. De Tweede Kamer over het buiten- landsch beleid der regeering. (3e Blad). Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging der Drankwet. (3e Blad). Heden is het 25 jaar geleden dat Henri Dunant, de stichter van het Roode Kruis, overleden is. (Binnenland, 3e BLad). Het Georg. Overleg mist bindende be voegdheid; uitspraak van den Centr. Raad van Beroep. (Binnenland, 3e Blad). Begrafenis van prof. mr. R. Fruin, te 's-Gravenhage. (Kerk en School, 3e Blad). Ir. J. P. van Vlissmsren, hoofdingenieur- directeur van den Rijkswaterstaat, is in* gaande 1 December benoemd tot directeur- generaal. (Laatste Berichten, le Blad). Euwe won de 12e schaakpartij tegen Aljechin, die nu leidt met 6*/-5Vs punten (Sport, 2e Blad). Verduistering tot een bedrag van f. 25.000; een te Scheveningen kantoorhoudend Haagsch effectenhandelaar gearresteerd. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND Onder Fransche leiding worden nieuwe vredespogingen ingeluid. (3e en le Blad). Italië bereidt zich voor het hoofd te bieden aan de economische sancties. (3e en le Blad). De Italiaansche opmarsch in de rich ting van Makalle. (3e en le Blad). In Spanje weer een kabinet Chapaprieta. Slechts de 2 gecompromitteerde ministers vervangen. (Buitenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN, EERSTE BLAD. gelijkstelling van alles. Herhaalde malen is van doleerenden kant aangedrongen deze souvereiniteit in de belijdenis te zien toegepast. Nadat spr. zich fel tegen de souvereini teit in eigen kring had uitgesproken en er als hervormd predikant voor gewaar schuwd had wakend en actief te blijven stond spr. een oogenblik stil bii de Kerk, als lichaam van Christus. In dit verband zette spr. de taak uiteen van de Kerk ten opzichte van Volk en Overheid. Heersche- resse zal de kerk hierbij nooit zijn. dat is naapsch. Maar zij zal het Woord van God prediken en in het midden der wereld haar profetische taak volbrengen. Deze profe tische taak zullen wij haar niet ontnemen: anders zouden wij krijgen de demagogie van het in zich zelf vroom-voeiende volk. De leuze: de kerk er buiten, moet als valsche leuze worden afgewezen. Voortgaande wees spr. er op, dat het in Rome geheel anders gesteld is. Hier zien wij, dat de kerk er niet buiten wordt ge houden, maar terdege overal haar invloed laat gelden. De leuze „de kerk er buiten" moet dienen om de verscheurde kerk te bepleisteren. Men zegt dan, laat dit maar zoo blijven en laten wij trachten elkander dan maar op alle Christelijke terrein te vinden. Door zoo te redeneeren en de kerk van Christus hierdoor er buiten te laten, geeft men, volgens spr. Rome al meer en meer gele genheid om als de kerk op te treden. De kerk, die God gesticht en gerefor meerd heeft in onze landen, zal in het midden zijn. God heeft in Nederland zijn kerk geplant. De vaderlandsche kerk is krank, maar vergeten wij niet, dat zij het wezen heeft behouden. De zuivere bedie ning van het Woord en der Sacramenten worden in haar nog gevonden en daarom mogen wij haar den scheidbrief niet ge ven. Spr. hoopte, dat allen die de kerk den rug hebben toe gekeerd, tot haar zouden terugkeeren. Hiertoe is in de allereerste plaats noodig: gemeenschappelijke schuld belijdenis. De leuze ,,de Vaderlandsche Kerk in het midden" zullen wij blijven aanheffen ondanks alle verguizing. Wij zullen hierbij alles van den Heere verwachten, wetende, dat wij in Zijn weg veilig zijn. De kerk weer hersteld en door de Over heid weer erkend, zóó zag Da Costa het. Dat ook wij het zóó mogen zien. Niet langs en door onze Christelijke actie, maar enkel en alleen door God, tot Zijn eer. Kerk, Oranje en Vaderland worden, aldus ein digde spr. zijn rede, niet onchristelijk ver broken. Met het zingen van Ps. 105 5 en dank gebed van ds. Willekes werd de samen komst gesloten. •LSCHE RIJKSDAALDERS IN OMLOOP. Bij de Leidsche politie zijn drie valsche rijksdaalders gedeponeerd. Men zij dui op z'n hoedel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1