„DAVID COPPERFIELD"
76*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 October 1935
Vierde Blad
No. 23187
DE WINTER, DE CRISIS
EN DE HUISVROUW.
IUGEZMIN VT\
/TUMdN
-0^
„KÖNIGSWALZER"
n» thermometer, die bulten ln mijn raam-
tSjn hangt, daalt onrustbarend. De Bilt
[B fiweest op uw hoede", de storm- en
Kenv'lagen, zelfs hagelbuien, zijn niet van
5? lucht, we stoppen buiten onze koude
reuzen in bontkragen, binnen lokt de
kachel. na zooveel maanden strak en
«jniber voor zich uit gestaard te hebben,
ms weer met een verleidelijke blos tot
ijch ln 't kort juist, dat hebt u niet
Slecht opgemerkt: ik wou in 't kort zeg
gen, dat we den winter ln gaan.
Maar hoe gaan we die ln? Het betee-
lentvoor 'n massa hulsvrouwen: nog meer
feenen om de eindjes aan elkaar te knoo-
„n in dezen tijd van loonsverlaging en
slastingverhooging. De crisis komt ons zoo
angzamerhand voor als een toestand, die
er altijd geweest is en er wel altijd zal zijn,
waarmee we dus rekening hebben te hou
den als met iets blijvends. Met klagen ko
nen we er niet is trouwens nooit iemand
er gekomen. Is er overigens wel iets denk
baar, dat zoo vervelend is als 'n steeds
blazend mensch? Vooral sommige vrouwen
hebben daar 'n handje van 't spijt me,
jat ik 't van mijn seksegenooten moet
Kggen. We kennen allemaal het type
nouw, waar omheen een sfeer van zelf-
beklag hangt, die het de maatschappij, of
jt Voorzienigheid of wie ze er dan ver-
intwooidelijk voor stelt, hoogst kwalijk
neemt, dat zij, juist zij, het nu niet zoo
beeft als ze 't graag zou willen: die met
ien mengeling van gemelijkheid en jalou-
pe kijkt naar anderen, die „Htet dan toch
naar zooveel beter hebben."
Welke wijze man heeft ook weer gezegd,
jit de voorspoed van onze vrienden een
ran de dingen is, die het moeilijkst te
tragen zijn?
Maar, een gelukkig verschijnsel bij alle
narigheid van den tegenwoordigen tijd is
bet, dat veel vrouwen minder klagen nu
meer van haar gevergd wordt. Velen
ran haar, die vroeger niet veel meer dan
[en plantenleven leidden, voor wie het leek
el hun zorgeloos bestaantje tot in lengte
tin dagen zou voortduren, die leden aan
ten „te veel" en een „te weinig" te veel
jüsc, tc weinig bezigheden worden nu,
hoor de omstandigheden gedwongen, uit
bun rustige rust opgeschrikt en ontpopten
tch vaak als flinke, actieve vrouwen, ver
nuftig in het uitdenken van duizend en een
liefelijkheden om met geringe middelen
Beveel mogelijk resultaten te bereiken.
Daartegenover staat dezwakkezuster.die
niet tegen den stroom op kan, die er nog
tiet van overtuigd is, dat moeilijkheden er
ijn om opgelost te worden en die dan ook
ce golf van tegenspoeden maar over zich
been laat spoelen. In tijden van tegenslag,
K»als die, welke wij het genoegen hebben
te beleven, komt iemands werkelijke
vaarde wel het beste uit.
Er wordt veel van de huisvrouw geëischt
tp het gebied van spaarzaamheid en over
leg, vooral ln den winter met z'n meerdere
zorgen door grootere uitgaven aan kleeren
en brandstof. Veel komt aan op ons eigen
Initiatief; maar maakt dat ons bestaan
niet meer levend? Hebben we niet veel
meer voldoening van iets, dat we met onze
eigen handen tot stand brengen dan van
wat kant en klaar voor ons gezet wordt,
onverschillig of 't nu gaat om 'n eigenge
bakken taart, 'n zelf opgeknapte japon of
het inrichten van ons leven naar de ver
anderde levensomstandigheden? Er is ar
beid voor noodig en die geeft vreugde; dat
weten zij, die ze moeten missen, wel 't al
lerbest En dan zou arbeid 'n straf zijn?
Neen, integendeel! Als we 't zoo beschou
wen, is zelfs uit dezen tijd nog wel wat
goeds te halen.
De winter ook de tijd van veel koude,
zonlooze dagen, waarvoor de huiselijke
warmte en niet alleen die van de
kachel een tegenwicht moet geven. En
is het niet in hoofdzaak de vrouw, die aan
de hulseljjke sfeer de warmte geeft? Een
man mag nog zoo goed thee kunnen zetten,
zelfs kopjes kunnen wasschen dat doen
ze trouwens op 'n typisch manlijk-onhan
dige manier er ontbreekt toch altijd iets
ik-en-weet-niet-wat aan. (Dit is geen
eigengereidheid!) Ze kunnen het niet hel
pen, het is nu eenmaal hun terrein niet.
U gelooft toch ook niet meer aan het
sprookje van de gelijke geaardheid van
den man en de vrouw? En waaruit bestaat
nu de warmte-gevende taak van de vrouw
des huizes? Niet alleen, dat ze, dikwijls
zonder of met beperkte hulp, moet ma
ken. dat zoo goed mogelijk in de mate-
rieele behoeften van liet gezin wordt voor
zien, ze moet ook middelpunt zijn van het
gezin als „geestelijk" levend organisme. Ze
moet midden in het probleem, hoe uit
twee oude japonnen iets te fabriceeren,
dat „haast net als nieuw" is, zich kunnen
overschakelen op de zorgen, waarmee een
der andere huisgenooten de huiselijke kring
komt binnen vallen, zich trachten in te
stellen op diens gedachtengang. Het is lang
niet gemakkelijk, dit subtiele deel van de
huisvrouwelljke taak, die heusch niet al
leen bestaat uit kopjeswasschen, kamers
doen en eten koken, zooals wel eens sma
lend wordt beweerd. Dit alles kost energie
en waar af gaat en niet bij komt u weet
het! We moeten dus zien op peil te blij
ven: in den zomer zorgen de zon en de
buitenlucht daar wel voor. Dan concen
treert zich ook het gezinsleven niet zoo
sterk op de huiselijke omgeving. Maar in
den winter is het absoluut noodig, dat,
evenals de andere leden van het gezin,
ook de huisvrouw, van wie ln dezen tijd
zooveel moet uitgaan en van wie zooveel
geëischt wordt, zoo nu en dan zich eens
niet wegcijfert, maar ook haar eigen lief
hebberijen houdt. Welke, dat zal afhangen
van aanleg en temperament van elke
vrouw. De een zal zich fleuriger en niet
alleen lichamelijk, maar ook geestelijk op-
gefrischt voelen, als ze een avond per week
naar een gymnastiekcursus gaat, een ander
heeft meer behoefte aan lectuur, aan stu
die van een vreemde taal. aan muziek, aan
een kaartavondje; 't doet er niet toe wat,
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Copie van de al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggeven.
ÉÉN-KWARTIERTJESBOND.
Zee geachte Redactie,
Nu de maand November weder voor de
deur staat, komt het bestuur van boven
staande vereenlging U een plaatsje vra
gen in uw blad om uwe lezeressen en le
zers nog weer eens attent te maken op
het mooie doel en de werkzaamheden van
dien bond.
Wij houden jaarlijks een tweedaagsche
verkooping van handwerken, die door
jong en oud als het ware in zoo'n één
kwartiertje per dag, vervaardigd zijn. De
opbrengst van deze verkooping komt ten
goede aan een tiental vereenigingen
onverschillig van welke godsdienstige
richtirtg in onze stad, die verwaar
loosde of half-verwaarloosde kinderen
verzorgen of kinderen behoeden voor ver-
waarloozing.
Die verkooping wordt dit jaar gehou
den op Woensdag 13 November van 25
en van 79 uur en op Donderdag 14 No
vember van 1012, 25 en 79 uur, in
de groote zaal van het Nutsgebouw,
Steenschuur, alhier.
Wij kregen reeds vele mooie handwer
ken van belangstellenden in onzen bond.
Ook maken wij met dankbaarheid gewag
van de bijdragen in anderen vorm, ons
als 't ons maar behoedt voor sleur, als we
maar eens buiten het afgebakende paadje
komen. Geld, hiervoor uitgegeven, is geen
overbodige luxe; 't komt het heele gezin
ten goede.
Een prettig gesprek met anderen dan de
leden van het gezin, waarmee we dagelijks
verkeeren, kan ook wonderen verrichten.
Menschen hebben elkaar noodig: het uit
wisselen van gedachten verfrischt onzen
geest. Den tijd. daaraan besteed, moeten we
niet beschouwen als 'n verbeuzelden praat
middag. Tenminste, als u 'm niet besteedt
om nu eens gezelllgjes met uw vriendinnen
te gaan zitten klagen over „dien slechten
tijd"!
En bovenal, laten we ons toeleggen op
het bewust genieten van elk goed en mooi
moment, dat zich in ons leven voordoet.
Was het niet een Grieksch wijsgeer, die
zei: „Een van de beste gaven, die de go
den ons geschonken hebben, en die we 't
minst waardeeren, is het heden." Zitten
we niet vaak nutteloos na te kaarten over
't verleden en ons onoodig beangst te ma
ken over de toekomst, die toch meestal
anders verloopt dan we ons voorstellen?
CRITICA.
geschonken of toegezegd door hen, die
ook ln onzen bond belang stellen, maar
tot het maken van handwerken geen tijd
of geen neiging hebben.
Al deze mooie en practische voorwer
pen worden door ons tegen matigen prijs
verkocht. In onze theezaal is gelegenheid
thee en koffie met versnaperingen te ge
bruiken tegen billijke prijzen. Er zijn ver
schillende attracties.
Er ls een groote verloting met mooie
prijzen, die gedurende de verkoopdagen
in de zaal tentoongesteld zijn; de loten
a f. 0,25 per stuk, zijn thans verkrijgbaar
bij de bestuursleden en voor zoover nog
voorradig, gedurende de verkooping in de
zaal. De trekking heeft plaats op Don
derdag 14 November des avonds om acht
uur, ook in de groote zaal. De uitslag
wordt vermeld in de courant van den
daaropvolgenden Zaterdag.
Vriendelijk dank zeggen wij U, geachte
Redactie, voor de verleende plaatsruimte
in uw blad.
Hoogachtend,
Mej. C. E. VAN VOORTHUIJSEN.
presidente, Noordeindsplein 2a.
Mevr. J. M. SWART. Ie secretaresse,
Hooge Rijndijk 147.
Mevr. S. J. ULJEE, 2e secretaresse
Mevr. C. NIEUWENHUIZEN SEGAAR.
Ie penningmeesteresse, Morschw. 62
Mevr. H. J. C. KIEVIT, 2e penning
meesteresse, Rhijng. Straatweg 10,
Oegstgeest.
o
REMBRANDT.
Mijnheer de Redacteur.
Mevrouw R. van Krimpen den Boesterd
en de heer W. C. Braat hebben beiden
het talent van onzen grootmeester Rem
brandt op een dusdanige wijze belicht,
dat zij als contra-prestatie van ons stads
bestuur verlangen een meer fraaie plaats
voor de beeltenis van onzen Rembrandt.
Een opvatting, welke hoegenaamd niets
niet de kunst van Rembrandt uitstaande
beeft.
Hoe goed ook bedoeld, meen ik dat deze
groote schilder gedacht zou hebben: wat
maal Ik om een standbeeld, help liever
de tegenwoordige kunstenaars aan op
drachten, waardoor hun werk de kunst
min onder de menschen zal aanwakkeren,
wat thans bedroevend is te noemen.
Dank voor plaatsing.
A. v. W.
Overzicht onzer belangrijkste
Veemarkten.
Woensdag jX had te Woerden de eerste
van de beide aldaar te houden naj aars-
markten plaats. De beteekenis van deze
eertijds zeer drukke Jaarmarkt heeft sedert
een 10-tal jaren heel wat ingeboet. De
mesters vinden er niet meer de kwaliteit
die ze zoeken en bovendien is een zeer be
langrijk afzetgebied voor de Woerdensche
markt verloren gegaan. In de eerste
plaats door de inkrimping van de spoeling-
bedrijven. maar de verkeersmiddelen zijn
er niet minder schuldig aan. De mesters
reizen thans veel meer dan vroeger, maar
de aangewezen plaatsen voor hun mate
riaal voor de mesterij zijn Rotterdam en
de Leidsche markt.
De handel was dan ook te Woerden zeer
traag en er was heel weinig best vee. De
prijzen varieerden voor de magere vare
koeien f. 80f. 140. De beste f. 150—f. 155
per stuk. Op de weekmarkten waren de
aanvoeren nogal beduidend en de handel
in gebruiks-, zoowel als guste-vee zit mo
menteel vrijwel vast op de lage prijzen van
het slachtvee. Het magere vee is te duur
in verhouding tot de slachtveeprijzen en
aangezien het handelsvee door de zeer wil
lige stemming van voor enkele weken duur
in handen zit, is handelen toch tusschen
boer en koopman heel moeilijk. Alzoo zagen
we gisteren nogal heel wat onverkocht van
de markt gaan.
Ook te Leeuwarden en Zwolle was de
gang van zaken heel stil. Toch zien we
de prijzen thans wel stand houden, want
als straks het vee stal staat, wat binnen
14 dagen wel vrijwel zal gebeuren, want
veel gras is er niet meer, dan is het met
de vele aanvoeren gedaan. We wolveehan
del liep gisteren nogal vlot. met wat vraag
voor België. Voor Frankrijk kon men nog
niet koopen, aangezien de consenten nog
wachtende zijn.
De varkensmarkt is nog geenszins vaster,
liep ook gisteren te Leeuwarden iets lager
af, doch zeer vermoedelijk zal de onlangs
verhoogde heffing weer worden ingetrokken
en zal dit van gunstigen invloed zijn op
den varkenshandel.
Trambestuurders, bedenkt dat
uw voetbei een eenvoudig waar-
schrwingssignaal en geen slag
werk is.
RECLAME
1905
n „VELO" TAFELBILJART
brengt gezelligheid in huis, is van hoogste
kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoopi
Verkrijgbaar K\ oni« 100 Üllaleo ijs Nederland
If V wav Cootaote betaling geen eerelacbtel
OPERA CONTRA JAZZ.
Gladys Swarthout zal met Bing Crosby
de hoofdrol spelen in de Paramount-
film „Tony's High Hat", welke gebaseerd
zal zijn op de tegenstelling tusschen Opera
en Jazz.
o
bij het brengen van „Een Midzomernachts-
droom". De Oostenrijksche regisseur be
sprak vervolgens de onbegrensde moge
lijkheden van de filmcamera, die ln staat
is datgene te demonstreeren, wat door
menschenhanden niet kan worden ge
wrocht. „Camera-trucs noemen sommi
gen het. Ik noem het camera-wonderen!"
zoo verklaarde Reinhardt. „Neem b.v. het
woud nabij Athene, waar het grootste ge
deelte der handeling zich afspeelt, dan het
dansen van een honderdtal elfen op een
manestraal en de aankomst van Oberon
met zijn gevolg van groote zwarte vleer
muizen! Het is te hopen, dat de opvatting,
dat Shakespeare niet geschikt is voor
den minder ontwikkelden npensch, na
vertooning van de film „Een Midzomer-
nachtsdroom" voor goed verdwijnen zal,
waarvan ik zeker overtuigd ben. In ieder
geval ben ik verheugd en trots, dat ik dit
werk heb mogen produceeren."
HOOFDROLSPEELSTER UIT „SEQUOIA"
VERTELT VAN HAAR ERVARINGEN.
Herbert Mundin, Freddie Bartholomew (David Copperfield) en Jessie Ralph in de
film „David Copperfield" waarover wij in deze rubriek reeds bijzonderheden gaven
en die hier deze week vertoond wordt.
Dr. Vance Hoyt, de auteur van het boek,
waarnaar de film ls bewerkt, ontdekte de
poema, „Gato". vertelt Jean Parker ver
der. „Hij vond „Gato" toevallig, nadat zijn
moeder doodelijk gewond was door een
jager. Hoyt kwam er met een paar schram
metjes af, toen hij Gato naar het kamp
bracht. Om hem aan mij te wennen, werd
besloten, dat Gato in mijn kamer zou ver
blijf houden. Ik moest hem van nabij ga
deslaan. en hem met een kinderfleschje
voeden. Ik moest erg voorzichtig zijn. wan
neer ik hem met mij meenam voor onze
dagelijksche wandeling. Hij had de ge
woonte om met zijn kop voortdurend naar
den grond te kijken, en struikelde voort
durend over boomstronken en oneffen
heden. Vlak bij mijn venster was een hok
gemaakt waar „Malibu" en zijn moeder
waren ondergebracht. Ik was de eenige,
die ze mocht voeden, opdat zij aan mij ge
wend zouden raken. Na eenige weken kon
ik naar binnen loopen zonder dat ik bang
behoefde te zijn, dat het moederhert mij
met haar voorpooten zou aanvallen, zoo
als het dit gewoonlijk deed, wanneer er
menschen in haar nabijheid kwamen. Op
mij rustte ook den plicht om de andere'die
ren te voeden, alles natuurlijk, opdat zij
zoo aan mij gewend zouden raken, dat ik
met ze werken kon.
Toen Gato groot genoeg was om op eigen
pooten te staan, en „Malibu" ook „van
moeder's pappot" werd vervreemd, werden
zij met elkaar opgevoed. Dagenlang wei
gerden zij om elkaar ook maar te naderen.
Op zekeren dag echter gelukte het plotse
ling. Het uitte zich in een vriendschappe
lijk gegrom, en vanaf dien dag waren zij
trouwe kameraden. Toen zij ouder wer
den. hadden zij natuurlijk hun tempera
mentvolle uitingen van het instinct, maar
dat hadden wij wel verwacht.
Ik bemerkte, dat de beste manier om de
dieren gezeggelijk te maken, daaruit be
stond, dat ik hun geluiden imiteerde. Wan
neer dit dan faalde, was een stukje kandij
altijd van pas om te slagen. Het viel ons
dan heel wat gemakkelijker om de betref
fende scène op te nemen. Nooit kan men
van te voren iemands gevoel of smaak be-
oordeelen. wanneer hij met dieren werkt.
Zij vormen de alles beheerschende factor.
Tijdens de opnamen van de viering van
den verjaardag van Malibu en Gato aten
wij met z'n drieën bananen-icecream, iets,
dat ik afschuwelijk vind. De poema en het
hert vonden het echter heerlijk, we kregen
de scène ten slotte en ik maagpijn.
Tegen het einde van de film, toen de
poema op zijn volle grootte kwam, en
eenig begrip kreeg, begon de regisseur,
Chester Franklin, toch wel 'n beetje bang
te worden, dat Gato's instinct zou beginnen
te werken, en hij nam de meeste close-ups
van mij en Gato na den lunchtijd, wan
neer Gato een goede bui had
Een van de belangrijkste U.F.A.-films van
Jen laatsten tijd is „Königswalzer", die wij
^nnenkort ook hier verwachten mogen. Zij
'erd te Neubabelsberg opgenomen onder
Jen nieuwe wegen betredenden productie
ver Karl Ritter. Willy Forst, als graaf
Settenbach speelt er de hoofdrol in. Een
«langrijke plaats in deze film is gewijd
aan Mozart's onsterfelijke opera „Don
MAX REINHARDT's BEKEERING
TOT DE FILM.
•Ik interesseer mij niet voor de film!"
Dit was 10 jaar geleden de opvat-
'■nS van Max Reinhardt, 's werelds ver
gaarden regisseur die Shakespeare's „Een
fjizomernachtsdroom" verfilmde. Hij ver
klaarde verder: „De film parasiteert op
?e muziek, schilder- en andere kunsten.
"J schijnt op een dood punt gekomen te
si]n en een verdere ontwikkeling is niet
mogeijjk!"
Reinhardt weigerde hardnekkig ook
®aar iets met de film te doen te willen
«boen. Dit was in 1925. Wij laten nu ech-
h de Max Reinhardt van 1935 aan het
"Ootd en merken daarbij op. hoe snel een
"kasch van gedachten veranderen kan!
•be film is 't beste medium", zoo zegt hij
J' „dat de wereld thans ten dienste staat,
eich uit te drukken. Ik ben volkomen
zr Je film bekeerd." Hij erkent tlians
"Hljk de kunstwaarde der film.
Giovanni". De nieuwe filmactrice Heli
Finkenzeller is degeen aan wie Willy Forst
in dit verhaal zijn hart verliest. Hierboven
de scène „Diplomatie in de balzaal", waar
in wij Willy Forst met Carla Höhn de „Ko-
ningswals" zien dansen, terwijl hij haar
het huwelijksaanzoek overbrengt van zijn
Keizer Franz Josef.
„Of ik nog andere films zal maken? Zeer
waarschijnlijk wel. indien „Een Midzomer-
nachtsdroom" in den smaak valt". In ge
broken Engelsch ging Max Reinhardt
voort de bijzonderheden van de filmver-
tolking van „Een Midzomernachtsdroom"
uileen te zetten. „In de eerste plaats" zoo
verklaarde hij, „is Shakespeare's comedle,
zooals de naam reeds zegt, een droom. Het
geheele stuk is een fantasie, zooals al
ken in een droomtoestand een slapend
mensch meent te zien. Daarom moet het
stuk deze gedachtensfeer benaderen. En
nu is de film volgens mij het beste mid
del om het publiek in zulk een sfeer te
vemlaatsen De figuren, die men op het
w tte doek ziet, zijn in zekeren zin on
wezenlijk Men wordt zich meer en meer
bewust, dal het geen wezens van vleesch
en bloed zijn, doch slechts bewegende
schaduwen. Daarom accepteert men van
de film een groot aantal onwaarschijnlijk
heden. zoo niet onmogelijkheden. Dit is de
gedachtengang, dien wij moeten volgen
„Beweeg je niet, of hij scheurt je in
stukken", waarschuwde de regisseur, toen
een poema in volle lengte dreigend Jean
Parker naderde, tijdens een scène in de
film „Sequoia". De regisseur zelf kon geen
hulp bieden. De cameraman stond ver
steend De medewerkenden wisten niet
wat ze moesten doen. Jean Parker zelf
wist echter raad! Glimlachend liep zij op
den voortschrijdenden poema toe, en
knikte vriendelijk naar hem. Hij uitte een
half-ingehouden gebrul, en begon toen
met zijn groote, ruige staart te zwaaien.
„Echter", zei miss Parker, „dit bewijst
heelemaal niet, dat ik bijzonder dapper
was. Het bewijst alleen maar, dat dieren
kunnen worden beinvloed door vriendelijk
heid Zie eens, het thema, waarop „Se
quoia" is gebaseerd, was om de theorie te
bewijzen, dat een poema en een hert vrien
den zouden kunnen zijn in plaats van vij
anden, wanneer zij maar samen waren op
gevoed. Heel wat dierenexperts, ook de
jachtopzieners van het Sequoia National
Park, lachten om een dergelijk idee, maar
wij hebben onze theorie zonneklaar bewe
zen Het was noodzakelijk om den poema
en het hert samen op te voeden, totdat zij
bun volle lengte hadden bereikt. En dit
duurde meer dan anderhalf jaar. Toen ik
voor de eerste maal in het Sequoia Natio
nal Park aankwam om voor de film te
spelen, waren de regisseur en de techni
sche staf druk bezig om goede vrienden te
worden met de dieren, en de vrees, die bij
deze bestond voor jagers, uit den weg te
ruimen. Wij gingen toen aan het werk om
de twee voornaamste dieren-spelers in
onze rolverdeeling te vinden. Het geluk
was met ons, want wij hadden niet ver
te zoeken. Het hert, .Malibu", liep ons
kamp binnen met zijn moeder, toen het
pas twee weken oud was. Omdat het er
zoo vriendelijk uitzag en een uniek merk-
teeken op zijn rug had. werd het voor een
der hoofdrollen gekozen",