Wereldtentoonstel lings-plannen te Amsterdam. 76,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 15 October 1935 Vierde Blad No. 23177 De meening van directeur-generaal Fonck en burgemeester Adolphe Max van Brussel. BINNENLAND. CORRESPONDENTIE. JKIJN/T KN IITIEREN^j Zullen de plannen, die eenlgen tijd ge leden zijn opgeworpen om na het succes volle voorbeeld van Brussel ook in Am sterdam een groote wereldtentoonstelling te houden, vasteren vorm gaan aan nemen? Nadat de wensch van verschillende zijden was geuit, dat na tientallen jaren ook Nederland weer eens een wereldten toonstelling zou krijgen, verschenen de eerste berichten, die melding maakten van die plannen, ongeveer gelijktijdig met het verzoek van eenige Nederlandsche minis ters aan de Brusseische tentoonstelling. In een onderhoud met een A.N.P.- redacteur verklaarde de heer Charles Fonck, directeur-generaal van de Brussei sche Wereldtentoonstelling, dat hij het was, die tijdens een bezoek van de Neder landsche ministers aan Brussel ten zeerste op verwezenlijking van de Nederlandsche plannen had aangedrongen. „U zult het misschien vreemd vinden aldus de heer Fonck ,,dat ik op iedereen, die hier eenigen invloed kan uitoefenen, denzelfden aandrang uitoefen. Maar in de eerste plaats gun ik Nederland van harte, dat het alle vruchten plukt, die een succesvolle wereldtentoonstelling kan opleveren, en ben ik van meening, dat Nederland, na tientallen jaren van een wereldtentoonstelling verstoken te zijn geweest, daar recht op heeft. Daarnaast zijn ook overwegingen van eigenbelang me niet vreemd. Ik sta n.l op het standpunt, dat vreemdelingen, die door een geslaagde wereldtentoonstelling naar Nederland worden getrokken, zeker niet zullen na laten België te bezoeken. Dit geldt in de eerste plaats voor bezoekers uit overzeesche landen, die een dergelijke gelegenheid tevens zullen gebruiken om andere nabij gelegen landen te bezoeken, en in zoo verre geloof ik dan ook. dat alle West- Europeesche landen van een wereldten toonstelling in Nederland zullen kunnen profiteeren". De heer Fonck deelde ter verklaring hiervan mede, dat in 1923 te Parijs een conventie tot stand was gekomen, waarbij 29 landen waren aangesloten, die o.a. be paalde, dat in elk der aangesloten landen hoogstens tweemaal in 15 jaar een we reldtentoonstelling mag worden gehouden. Na Antwerpen en Luik in 1930 en Brussel 1935 heeft België dus voorloopig zijn aan deel gehad. Waar zou men dan een vol gende wereldtentoonstelling liever zien dan in het naburige Nederland? De heer Fonck verklaarde, dat hij met verschillendé leiders van buitenlandsche deelnemingen op de Brusseische tentoon stelling over het denkbeeld van een wereldtentoonstelling in Nederland .ge sproken had en dat dit denkbeeld bijna overal in goede aarde was gevallen. Waar dat niet het geval was, voegde hij er aan toe, had hij al zijn overredingskracht ge bruikt om anderen te overtuigen van het belang, dat ook zij hadden bij een ge slaagde tentoonstelling in Nederland. Nu Parijs beslag heeft gelegd op 1938, was de heer Fonck van meening, dat Nederland zeker niet langer moest wach ten dan 1939. hoogstens 1940. wat mis schien een geschikt jaar was in verband met het honderdjarig bestaan der Neder landsche Spoorwegen. Wat den aard eener Tentoonstelling in Nederland betrof, was de heer Fonck van meening. dat het recepieerende land, dat representatief zeer stérk voor den dag dient te komen, zich voornamelijk diende te wijden aan die dingen, die karakte ristiek voor het land waren. Zonder dat een Nederlandsche Wereldtentoonstelling haar universeel karakter behoefde prijs te geven, zou het voor Nederland niet kwaad zijn. zich eenigszins te beperken tot bijv. vier hoofdzaken als koloniën, scheep vaart. landbouw en architectuur, op welke gebieden het zeer sterk voor den dag kan komen. Terugkomende op de Brusseische We reldtentoonstelling verzekerde de direc teur-generaal ons, dat het succes elke verwachting had overtroffen. In de eerste week van October had het totaal aantal bezoekers de 17 millioen overschreden. Het financieele succes stond reeds thans vast. De exposanten waren in het alge meen zeer tevreden. En de stad Brussel? En de Belgische middenstand, het be- drij fsleven? Men behoeft slechts even te spreken met winkeliers, doch vooral met de restau rant- en hoteleigenaars, om te hooren, dat een seizoen als het huidige nog nooit is voorgekomen. Bij Burgemeester Adolphe Max. De burgemeester van de stad Brussel, de heer Adolphe Max, is president van het Uitvoerend Comité der Wereldten toonstelling. Niemand kan het succes dezer expositie tot grooter voldoening stemmen dan dezen Burgemeester, want hij was de man, die reeds in 1924 het ini tiatief hiertoe heeft genomen en met dei eerste plannen kwai... In een onderhoud, 1 dat hij den A.N.P.-redacteur toestond, zeide de heer Max, dat een van de groote voordeelen bij den opzet van de Brussei sche tentoonstelling het feit is, dat de ge woonlijk tijdelijke werken, die een ten toonstelling eischt, in dit geval perma nent zullen zijn. Het terrein immers, dat eenige jaren geleden nog uit grasland en aardappelvelden bestond en eigendom was van het Rijk, werd door de Stad Brus sel gekocht en de gemeente ontwierp voor dit terrein een uitbreidingsplan, met welks uitvoering onmiddellijk -nadat de tentoonstelling is afgebroken, zal worden begonnen. Niet voor de wereldtentoon stelling, maar voor het nieuwe, zeer lu- xieuse villadorp, waar ook eenige moderne luxe-flatgebouwen zullen komen, werden de wegen geprojecteerd, werden waterlei ding, rloleerings-, gas- en electriciteits- werken aangelegd. Toen kenden langs de geprojecteerde wegen, de gebouwen en paviljoenen der wereldtentoonstelling worden neergezet. Alle aanlegkosten be hoeven niet door de opbrengst der ten toonstelling te worden gedekt, doch kunnen In den loop der tijden worden af geschreven. De vraag ls echter, voegde burgemeester Max hieraan toe, of ze niet toch grootendeels gedekt zullen worden, evenals de kosten van het boschpark, het rosarium, het Heyssel-stadion en de vier of vijf gebouwen, die alle permanent zijn. Sprekende over de vermoedelijke finan cieele resultaten der tentoonstelling, zei- de de heer Max, dat de staat, een nauwe lijks noemenswaardig bedrag aan sub sidie had bijgedragen, terwijl de stad Brussel in het geheel geen subsidie had gegeven, doch slechts de eerst noodige bedragen had voorgeschoten, nl. 15 mil lioen franc, waarvan thans, terwijl de tentoonstelling nog aan den gang is. reeds 10 millioen francs ls afbetaald. Behalve uit de opbrengst van de entree-gelden, huren en pachten, wordt de tentoonstel ling voor een belangrijk gedeelte gefinan cierd uit de opbrengst van een loterij, die reeds geruimen tijd voor de opening be gon en na de sluiting nog zal voortduren. Gezien het resultaat van de tentoon stelling maakte burgemeester Max zich niet de minste zorg over de terugbetaling der overige gelden. En na de sluiting zou den de permanente gebouwen onmiddel lijk eigendom worden van de stad Brussel. Daartoe had de vennootschap, die onder leiding van de gemeente was gesticht om de tentoonstelling te exploiteeren, van de stad Brussel een bedrag ontvangen, dat juist voldoende was om de vijf hoofdge bouwen In permanent materiaal te doen uitvoeren. De gemeente had slechts het verschil bijgepast en zou daardoor aan stonds voor een betrekkelijk gering be drag eigenares worden van het hoofdge bouw, dat permanente tentoonstellings ruimte zou blijven en de vier andere per manente gebouwen, alsmede van t sta dion, dat ruimte biedt aan 65.000 toe schouwers, en van een geheel terrein, dat klaar was om verpacht of verkocht te worden als villapark. Tenslotte verklaarde burgemeester Max, als hoofd der burgerij, dat de tentoon stelling in Brussel en ook ver daarbuiten ln België een enorme welvaart had ge bracht, waarvan schier alle bedrijven en alle lagen der bevolking hadden geprofi teerd. En naast dit materieele voordeel stond de groote moreele winst, dat het slagen der Brusseische Wereldtentoon stelling in België nieuwe kracht had ge wekt en overal het bewustzijn had wak ker geroepen, dat als dit succes ln dezen tijd van depressie mogelijk was, men ln staat moest zijn, de crisis te bevechten en te overwinnen. Wij vroegen Burgemeester Max nog, of hij, in verband met de Wereldtentoon stelling als hoofd der politie nog bijzon dere maatregelen had genomen. Hij antwoordde glimlachend: ..Wel neen. de gewone orde-maatregelen voor de stad Brussel zijn ook voor de Wereld tentoonstelling voldoende gebleken. Alla inrichtingen, café's en restaurants kun nen zelf bepalen hoe laat ze willen slui ten. Er kan overal gedanst worden, al wordt hierop ook een zware belasting ge heven, niet door de stad Brussel, maar door den Staat. Hazardspel en het schen ken van gedistilleerd zijn op de Wereld tentoonstelling zoo goed als ten allen tijde in Brussel zelf verboden. Deze dingen heeft een stad niet noodig om voor vreem delingen aantrekkelijk te zijn. Want wil een wereldtentoonstelling slagen, dan moeten de vreemde bezoekers in de stad, waar zij gehouden wordt, gelegenheid hebben, om zich te kunnen amuseeren, en waar dit noodig ls moet de overheid, om dit doel te kunnen bereiken, de noo dige soepelheid kunnen betrachten". 40 JAAR CINEMATOGRAFIE. feestvoorstelling in tuschinsky te amsterdam. (Van onzen reis-redacteur). De feestelijkheden van den Nederland- schen Bioscoop Bond ter herdenking van het 40-jarig bestaan der cinematografie zijn gisteravond Ingeluid met een gala voorstelling in het theater Tuschinsky te Amsterdam. De tweede avondvoorstelling werd in verband daarmede op de geheele eerste verdieping van dit pompeuse theater bij gewoond door een feestelijk gestemd pu bliek, waarvan wel het middelpunt vorm de de dien ochtend uit Parijs gearriveerde uitvinder der bewegende beelden, de heer Louis Lumière. Een groot deel van de on geveer 450 leden van den Bioscoopbond bioscoopexploitanten, filmfabrikanten en filmverhuurders had aan den op roep van het bestuur gevolg gegeven en ook de dames ontbraken niet op het ap pèl. In een loge naast die van den heer Lumière was gezeten de Amsterdamsche wethouder voor Kunstzaken de heer E. Boekman, die evenals den Franschman ln den loop van de voorstelling zichzelf op het witte doek sprekend heeft kunnen aanschouwen en hooren. Dat was bij het filmjournaal, hetwelk behalve de gewone actualiteiten, onder meer te zien gaf de opening van Loet C. Barnstyn's fllmstad, de opening van de tentoonstelling van affiches voor den bioscoopbond van den heer Lumière op Waalhaven, dienzelfden morgen. Het pu bliek was bij al deze gelegenheden gul met applaus. Het programma was het gewone, dat deze week in Tuschinsky wordt vertoond. Het bevatte ter lllustreerlng van den groei der cinematografie een absolute" film van Fischlnger, in kleuren en ln drie di mensies. en als tegenstelling eenige oude films uit de kinderjaren der cinematogra fie, toen er van filmkunst nog bezwaar lijk kon worden gesproken. Bij de laatste trad een ouderwetsche explicateur op, wiens glorie thans ln een ver verleden schijnt te liggen. En toch spreken we nog maar ln het geheel van veertig Jaren! De hoofdfilm was een bewerking van David Copperfield van Dickens, die deze week voor het eerst in ons land vertoond wordt. Na afloop der voorstelling verzamelden de gasten zich ln het boven de hal van het theater gelegen cabaret la Gaité, waar een dansje werd gemaakt, een caba ret-programma werd uitgevoerd met Louis Davids als conferencier, die er wel in slaagde de stemming op peil te hou den. Tot diep ln den nacht bleef men zoo bijeen. Herdenking in het Koloniaal Instituut. In het Koloniaal Instituut had heden morgen de herdenking plaats door den Nederlandschen Bioscoopbond van de uit vinding van de cinematografie voor veer tig jaar. De groote gehoorzaal was geheel gevuld met genoodigden, toen de heer D. Ham burger, voorzitter van den Nederlandschen Bioscoopbond het woord nam om allen welkom te heeten, in het bijzonder den heer Louis Lumière en den Fransohen ge zant, om vervolgens te spreken over „Het film- en bioscoopbedrijf ln Nederland". Volgens de laatste in Amerika verza melde statistische gegevens, aldus spr., bedroeg het aantal bioscopen, dat over de geheele wereld verspreid is, eind 1934 niet minder dan 61.923. Hiervan waren in Europa gevestigd 30 623. in Amerika 25.688, in Azië 3013, in Australië 1908 en in Afrika 691. Slechts 50"/o van deze ruim 60 000 bioscopen waren uitgerust met geluidsfilm- weergave-apparaten, zoodat nog de helft der bestaande bioscopen zoogenaamde stomme films vertoont. In Europa is het percentage der geluidsfilmtheaters circa 65 Als een teeken. hoe voortvarend de ondernemers in 't Nederlandsche bioscoop bedrijf zijn geweest, moge gereleveerd worden, dat in Nederland alle bioscoop theaters in totaal 331, met een geluids- filminstallatie zijn uitgerust. Het kapitaal, dat over de geheele wereld in de filmindustrie is geïnvesteerd, is reeds de 12 milliard gulden overschreden. Ver houdingsgewijs is het hier te lande in het film- en bioscoopbedrijf geïnvesteerde ka pitaal van meer dan 60 millioen gulden grooter dan in de meeste andere landen. Hieruit valt af te leiden, dat onze bios cooptheaters beter zijn gebouwd en kost baarder en fraaier zijn Ingericht dan ln het buitenland. Deze kostbaar en fraai in gerichte theaters vereischen uiteraard een Intensieve exploitatie. Hier komt nog bij, dat ons land tot voor kort voor het ver krijgen van films geheel was aangewezen OP het buitenland, waardoor het Neder landsche bioscoopbedrijf belangrijke offers moest brengen om de beschikking te krij gen over de kostbare buitenlandsche films, die alleen geleverd werden tegen betaling van zeer groote sommen voor de vertoo- mngsrechten in Nederland. Helaas valt niet te verwachten, dat Nederlandsche films, waarvan de vervaar diging nog betrekkelijk kort geleden ter hand is genomen, het kostenniveau der Nederlandsche bioscopie zullen verlagen. Het stemt tot verheugenis, dat het bios coopbezoek gestadig is toegenomen. Een schaduwzijde is, dat de bioscoop-exploi- Unten door de crisis-omstandigheden ge dwongen werden hun entreeprijzen aan zienlijk te verlagen. Het kostenniveau der bioscopen is evenwel gelijk gebleven, eer der zelfs, als gevolg van de hoogere eischen, die door het publiek aan films en paters worden gesteld, iets eestegen. Na de toespraak van den heer Hamburger zijn drie redevoeringen gehouden door de heeren prof. H. Rosse, uit Delft, over „De aesthetische beteekenis van de film", door jhe Tepe uit Leiden over „De cultureele beteekenis van de film", en door D. van otaveren over „Louis Lumière en de his torische ontwikkeling van zijn uitvinding" RECLAME. Rheumatische pijn in beide beenen. Alle pijnen nu geheel verdwenen. Deze dame uit het noorden van ons land had hevige pijnen in de beide beenen; na gebruik van twee flacons Kruschen Salts waren de pijnen totaal verdwenen. Lees slechts haar brief: „Begin Juni kreeg ik plotseling veel pijn ln belde beenen, zoo zelfs, dat lk soms geen vijf passen kon loopen. Verschillende mid delen heb ik geprobeerd, o.a. smeersels, een natuurlijke geneeswijze en verder in Augustus veel zonnebaden. Niets heeft eenige verlichting gegeven. Toen werkelijk teneinde raad, heb ik een potje Kruschen Salts gekocht en geregeld volgens voor schrift gebruikt. Nu kan ik U, na nog geen twee flacons te hebben gebruikt, laten weten, dat alle pijn absoluut verdwenen is. Zeer gaarne zend ik U dan ook dit schrij ven, om ook anderen te overtuigen, dat Kruschen Salts schitterend ls." Mevr. S., te W. Stijfheid, rheumatiek. ischias, enz., vin den bijna altijd hun oorzaak ln een min of meer sterke onzuiverheid van het bloed door opgehoopte afvalstoffen. De zes zou ten, waaruit Kruschen Salts is samen gesteld, sporen nieren en ingewanden aan tot krachtiger werking, waardoor urine zuur en, andere onzuiverheden worden verwijderd en aldus de oorzaak van het lijden wordt weggenomen. Binnen korten tijd zullen de pijnen verdwenen zijn, en voorgoed, want de „kleine dagelijksche dosis" Kruschen ls het natuurlijke recept voor een volkomen Inwendige zuiverheid. Stralende gezondheid voor één cent per dag. 2049 Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpak king de naam Rowntree Handels Maat schappij voorkomt. Aan de rede van mr. Tepe ontleenen wij dat zij onderscheid maakte tusschen de documentaire en de speelfilm. Niemand, aldus spr., kan de juistheid betwisten van de bewering, dat er reeds thans een onnoemlijk aantal films beschik baar is, welhaast op elk terrein van men- schelijke activiteit en kennis der natuur, vervaardigd en geschikt om belangstelling te wekken, kennis bij te brengen, liefde te kweeken, ondernemingsgeest te stimulee- ren. De vraag, of de film een bruikbaar en gewenscht hulpmiddel is bij het onder wijs, heeft opgehouden een strijdvraag te zijn en men beijvert zich in vele landen met succes om niet alleen de kennis van bepaalde vakken, maar ook algemeene cultuur-problemen door middel van de film nader te brengen tot de studeerende jeugd. Wat de speelfilm betreft, deze heeft ln cultureel opzicht een nog belangrijker taak te vervullen dan de documentaire film. Spr. erkent volmondig het goed recht, ja het nut, zelfs in Indirect cultureel be lang, van de Indifferente, pretentielooze, zuiver en alleen op amusement en verpoo- zing gerichte speelfilm, los van alle psy chologische problemen, mits en voorzoo ver zij noch ethisch, noch aesthetisch aanvechtbaar zijn. en constateert, dat de speelfilm een allerbelangrijkste taak te vervullen heeft nopens de cultureele vor ming en groei van het volk. Tenslotte gaf spr. een kort antwoord op de. vraag: wat mogen en moeten wij van de film in cultureel opzicht verwachten? Erkent men met spreker als grondslag van alle cultuur het zedelijk handelen van den rnensch, dan moet men ook den plicht aanvaarden om alles ln het werk te stel len. teneinde dat handelen gunstig te be ïnvloeden. De film nu is, gelijk spreker reeds heeft opgemerkt, daartoe een bij uitstek geschikt Instrument; zoowel ten goede als ten kwade. In dit verband zij er op gewezen, dat verschil in levensbeschou wing ook verschil in opvatting impliceert omtrent hetgeen cultureel aanvaardbaar, toelaatbaar te achten is. Wijs gehanteerd door in alle opzichten bevoegde kunste naars is de film in staat om het bescha vingspeil van het volk, dat is zi.in verstan delijke vermogen en zijn zedelijke behan deling gunstig te beïnvloeden. Het is daarom de taak van de overheid om, met meer recht, dan waarmede zij maatregelen treft tegen vervalsching van levensmiddelen, te waken tegen verval sching en bederf van dit geestelijk voedsel en om stimuleerend of handelend op te treden, naarmate van het te kort schie ten van het particulier initiatief. OPHEFFING VAN DEN MILITAIREN PENSIOENRAAD. Memorie van Antwoord. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake de ontwerpen van wet tot wijziging van de diverse pensioen wetten voor zee- en landmacht zetten de ministers van Defensie en van Binnen- landsche Zaken uiteen, dat de door eerst- genoemden min. voorgestane toepassing der militaire pensioenwetten den breidel van den Militairen Pensioenraad niet be hoeft. Ook deelen zij niet de meening van sommige leden als zou door de opheffing van den Militairen Pensioenraad de rechtszekerheid van de te pensionneeren militairen lijden. De in het verslag van het onderzoek in de afdeelingen geuite stelling, dat het de Militaire Pensioenraad zou zijn, die waakt tegen benadeeling der schatkist, kunnen de ministers niet aanvaarden. Tot staving van deze hun meening verwijzen zij naar de toepassing, welke die Raad heeft ge geven aan de bepalingen inzake de pen sioenaanspraken van pleegkinderen, een toepassing, welke bij gelijkluidende bepa lingen niet. gevolgd wordt door den (bur gerlijken) Pensioenraad en welke door de Algemeene Rekenkamer ln een harer laatste verslager «cherp veroordeeld ls. Voor opheffing ,an den Militairen Pen sioenraad is het thans een bij uitstek gun stig tijdstip; van de 5 leden is er n.l. één pl.m. 68 jaar, een pl.m. 67, een pl.m. 77, en pl.m. 66 en een ruim 64 jaar. De voorgestelde maatregel geeft een be sparing van rond f. 22.000 per jaar. Van uitbreiding van personeel zal noch bij het departement van Defensie, noch bij den (burgerlilken) Pensioenraad sprake behoe ven te zijn. De memorie gaat vergezeld van een nota van wijzigingen. o WINTER DIENST OP DE INDIË-LIJN. Den tweeden November wordt op de AmsterdamBatavia-lijn der K. L. M. de winterdienst ingevoerd. De heenreis zal 6'/a dag duren, een dag meer dan gedu rende het zomerhalfjaar, doch in de rich ting BataviaAmsterdam blijft de reisduur 5'/i dag. o UITVARENDE SCHEPEN EN OORLOGS DOELEINDEN. Op vragen van den heer Schalker in verband met het weder uitvaren van een aantal ln de Amsterdamsche haven sedert geruimen tijd opgelegde schepen heeft minister Gelissen het volgende geant woord Het is der regeering bekend, dat eenige schepen der Stoomvaart MIJ. Nederland, welke reeds geruimen tijd waren opgelegd, thans wederom gereedgemaakt zijn om in de vaart te komen. De bestemming der schepen is Neder- landsch-Indië. Een verzekering dat deze schepen in geen geval voor oorlogsdoeleinden van een of andere buitenlandsche mogendheid zullen worden gebruikt, kan de regeering uiteraard niet geven. DE NOZEMA. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van de P.T.T.-begroo- ting voor 1935. Uitgetrokken is alsnog een post van f. 600.000 voor deelneming ln het kapitaal der N.V. Nederlandsche Omroeo- Zender-Maatschapptj „Nozema", als ge volg van het tot stand komen van de Raalo-Omrocp-Zender-Wet 1935. GEEN VERPLEEGSTERS NAAR ABESSYNIË. Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis maakt bekend, dat op uit drukkelijk verzoek van het EthioDisch Roode Kruis bli de eventueel naar Abes- synlë uit te zenden ambulance, geen vrouwelijk personeel zal worden ingedeeld. o VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. Besl. is aan E. R. Tonckens, op verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Norg en ls benoemd tot burgemeester der genoemde gemeente J. Tonckers, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemees ter der gemeente jS^teeloo. UIT NED. OOST-INDIË. HUWELIJKSCONTRIBUTIE KOMT TEN LASTE VAN HET LAND. BUITENZORG. 14 Oct. (Aneta). Be paald is dat de huwelijks-contributie voor ambtenaressen, die wegens huwelijk eervol zijn ontslagen, ten laste van den Lande komt. Hierdoor is een einde gemaakt aan de onbillijkheid dat bij het sluiten van een huwelijk dat tot onslag leidt door de betrokkene nog huwelijkseontributie moest worden betaald. Aneta-Holland verneemt hieromtrent nog het volgende: Indien een deelgenoot in het Weduwen- en Weezenfonds van Europeesche Burger lijke Ambtenaren In Ned. Indië ln het huwellik treedt. Is tui op grond van artikel 11 van het fondsreglement aan dat fonds een huwelijkseontributie verschuldigd ten bedrage van één maand van de genoten wordende of laatstgenoten bezoldiging. Betreft het een vrouwelijke deelgenoot dan bedraagt de huwellikscontributie der tig ten honderd van het bedrag over een maand van de genoten wordende of laat stelijk genoten bezoldiging. De rechten, welke een vrouwelijk deelgenoot, aan het fonds ontleent zün n.l. belangrijk minder dan die van een mannelijk deelgenoot, aangezien bij haar overlijden eventueel alleen aan haar nagelaten kinderen ult- keeringen uit het fonds toekomen. Ingevolge het rondschrijven van 13 Dec. 1933 no. 3378c iBliblad no 131251 moeten vrouwelijke ambtenaren die in het huwe lijk treden, deswege 's Lands dienst ver laten. Heeft het huwelijk ulaats vóór den datum van het ontslag uit 's Lands dienst, dan behooren de vrouwelijke deelgenoten reglementair toch nog de door haar wegens haar huwelijk verschuldigde huwe- Uiksbijdrage te voldoen Niet te ontkennen valt dat het als een onbillijkheid kan worden gevoeld, dat een vrouwelijk deelgenoot wegens een huwelijk dat haar ontslag uit 's Lands dienst ten gevolge heeft en waardoor zü dus haar deelgenootschap in het fonds verliest, daarvoor toch nog een huweliiksbijdrage te betalen heeft. Daar het fondsTeglement de betaling van die huwelijksbijdrage nu echter eenmaal voorschrijft, behoort die bijdrage, zoolang het fondsreglement op dit punt niet gewijzigd is ook van de be trokken vrouwelijke deelgenoten te worden ingevorderd. Bli de thans aanhangige wijziging van het fondsreglement is een voorschrift op genomen. houdende bepaling, dat vrouwe lijke deelgenooten die als gevolg van haar huwelijk met ingang van het einde der maand waarin dat huwelijk olaats heeft, anders dan op verzoek uit 's Lands dienst worden ontslagen en geen vrijwillig deel genoot in het fonds blijven die huwelijks- bijdrage voor dit huwelijk met verschul digd zijn Teneinde die deelgenooten tegemoe*- te komen gedurende den tlid. die nog zal verloopen tot aan de inwerkingtreding van bovengenoemde wijziging van het fonds- reglement heeft de Indische Receering beuaald dat in de geschetste gevallen de huwelijkscontributie ten laste van den Lande zal worden gebracht. DE PENSIOENKORTING. BATAVIA. 14 Oct. (Aneta). De ..Java- Bode" bevat het volgende bericht uit Den Haag: .De pensioenkorting is voorlooDig tot 1937 uitgesteld aangezien de Hol- landsche oensioenen niet worden gekort". Ameta-Holland meldt hieromtrent nog het volgende: Volgens deze inlichtingen bestaat er geen reden om aan de juistheid van het bericht te twijfelen. Wij vernemen echter dat de bestaande oensioenkorting van 1936 zal worden ver lengd. J. T. te L. Cririek op een in besloten kring uitgesproken rede kunnen wij niet opnemen. S, H. B. te Z. U moet u rechtstreeks tot dep Minister wenden. LA TRAVIATA. Opvoering door de N. V. Hal. Opera. Op Maandagavond 21 October a s. zal de N.V. Italiaansche Opera in den Schouw burg alhier een opvoering geven van de opera „La Traviata" van Giuseppe Verdi. De titelrol zal hierin worden vertolkt door Jolanda Cirillo, terwijl Gaspare Rubino als Alfredo en Spartaco Marchl als Ger- mont zullen optreden. Verder werken mede de volgende solisten: Luisa Squar- zina. Mafalda Chiorboli. Pietro Mariotti, Luigi Sardi, Vittorio Baldo en Eraldo Coda. De opvoering zal plaats hebben onder muzikale leiding van Maestro Vincenzo Marinl De regie wordt verzorgd door Gas pare Bartera en Augusto Cardi. Medewerking van het koor onder lei ding van Amedeo Barbieri en ballet on der leidlpg van Dar ja Collin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13