'de nieuwe mode 14" 14" Kan het Suez-kanaal worden gesloten Tsmvm 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 October 1935 Vijfde Blad No. 23174 Toepassen van sancties schept een nieuwe situatie. VRAGENRUBRIEK. /CHEEP/ O In „Economlsch-Statistlsche Berichten" schrijft de heer H. Ch, G. J. van der Mandere over bovenstaand onderwerp: De doorvaart door het kanaal van Suez Is internationaal geregeld door het Ver drag dat, na langdurige voorbereiding, op 29 October 1888 te Constantlnopel werd gesloten tusschen Duitschland, Frankrijk, Groot-Brlttannlë, Italië, Ne derland, Oostenrljk-Hongarlje, Rusland, Spanje en Turkije, Het heeft betrekking op de doorvaart zoowel ln oorlogs- als ln vredestijd, zoowel voor handels- als voor oorlogsschepen. Artikel 1 stelt het begin sel van de vrije doorvaart ruim door te verklaren, dat het kanaal „ten allen tijde vrij en open zal zijn, zoowel in tijd van oorlog als ln tijd van vrede, voor elk handels- of oorlogsschip, zonder onder scheid van vlag". De verdrag-sluitende partijen komen krachtens ditzelfde arti kel overeen, dat zij in tijden van oorlog zoowel als ln tijden van vrede op geener lei wijze Inbreuk op het vrije gebruik van het kanaal zullen maken, en daarop nim mer het recht van blokkade zullen toe passen. De geschiedenis bevestigt de practische beteekenls dezer bepaling. Zelfs ln den grooten oorlog Is for meel althans de figuur van de vrije doorvaart bewaard gebleven; dat slechts oorlogsschepen der Geallieerden van deze doorvaart gebruik konden maken, was ge volg van het feit, dat de Geallieerden de zeeën beheerschten en zoodoende oorlogs schepen van de tegenpartij het kanaal niet konden bereiken, dus ook geen door vaart van noode hadden. Dultsche koop vaardijschepen, ln het kanaal gevlucht bij het uitbreken van den oorlog, werden daar niet lastig gevallen; wel echter werd hun, nadat Engeland het protectoraat over Egypte had afgekondigd, te verstaan ge geven, dat wel de vrije doorvaart door het kanaal is veroorloofd, doch dat dit geen blijvende schuilplaats kan bieden; zij werden dientengevolge gedwongen het kanaal te verlaten en, met Inachtneming van de drie zeemijlen grens bij de beide uitgangen, door geallieerde oorlogssche pen buitgemaakt en opgebracht. Of in- tusschen niet hetzij in de kanaalzone, hetzij binnen deze drie zeemijlen grens gedurende den oorlog door Engeland han delingen zijn verricht, op zichzelf reeds ln strijd met het volkenrecht, doch die zeker niet binnen deze zóne hadden mo gen geschieden, ls een andere vraag, die voor de vrije doorvaart weinig beteekenls heeft. Bij de olr.derhandellngen, die voerden tot het Verdrag van Constantlnopel, was Turkije aanwezig als zijnde de formeele suzerein van Egypte, dat ter conferentie slechts een raadgevende stem had. In 1882 had Engeland, als gevolg van den uitgebroken opstand, Alexandrië gebom bardeerd en Egypte bezet, en juist ln verband met den feitelijken toestand, daardoor langs de oevers van het kanaal ontstaan, waren de besprekingen te Con stantlnopel uitgelokt. Ter voorafgaande conferentie te Parijs in 1885, die resul taatloos uiteenging, trachtte Engeland te voorkomen, dat een internationale over eenkomst zou leiden tot zoodanige neu traliseering van het kanaal, dat daar mede de vrije beweging zijner bezettings troepen aan banden werd gelegd; ten op zichte van de overeenkomst van Constan tlnopel maakte Engeland een voorbehoud, dat weliswaar niet het beginsel der vrije doorvaart aantastte, doch de practische toepassing ervan van Engeland's Inzicht afhankelijk stelde. Al voorzag de overeenkomst dan ook in een jaarlijks samenkomen van de diplo matieke agenten der onderteekenaars te Cairo, onder voorzitterschap van den deken, teneinde op gezette tijden over de belangen van het kanaal van gedachten te wisselen, en schreef zij zoodanige bij eenkomst voor, ingeval zich omstandig heden zouden voordoen, waarin Turkije resp. Egypte niet in staat zou blijken de vereischte maatregelen ter handhaving van de vrije doorvaart te nemen, deze hebben nimmer plaats gehad. Doordat ln 1914, onmiddellijk nadat Turkije zich aan de zijde van Duitschland en Oostenrljk- Hongarije schaarde, Engeland het pro tectoraat over Egypte, dat het feitelijk reeds sedert 1882 bezat, ook formeel af kondigde, trad het, wat de verplichtingen van Egypte of Turkije krachtens de over eenkomst van Constantinopel betreft, in de plaats van deze. Dit is voor den thans bestaanden toestand van temeer belang, omdat krachtens de Vredesverdragen van 1919 dit protectoraat zoowel door de ge allieerde als door de centrale onderteeke naars ls erkend, als gevolg waarvan thans slechts Amerika en Rusland geacht zou den kunnen worden de feitelijke positie van Engeland niet te hebben erkend. Wel iswaar is, krachtens overeenkomst met Egypte, dit protectoraat in 1922 opgehe ven, doch de opheffing is afhankelijk ge steld van een aantal voorwaarden waar onder die, dat Engeland toezicht blijft uitoefenen op den zeeweg naar Indië, c.q. het Suezkanaal, de eerste en voornaamste vormde. Aangezien tot dusver Egypte deze voorwaarden niet heeft aanvaard, is, af gescheiden nog van het feit, dat de rege ling er eene is, die Groot-Brittannië en Egypte onderling betreft, de toestand, wat net Suezkanaal aangaat, onveranderd ge bleven, in verband waarmede Henderson als Minister van Buitenlandsche Zaken in tot tweede kabinet MacDonald in 1929 verklaarde, dat voor wijziging van de Suez kanaal-overeenkomst geen reden bestond. Deze positie van Engeland is bij de be- Jhtwoordlng van de vraag of de mogelijk heid bestaat, dat het Suezkanaal, natuur lik uitsluitend voor Italiaansche oorlogs- cn transportschepen, en eventueel ook voor Italiaansche handelsschepen zal wor- aen gesloten, van belang, omdat het Ver lag van Constantinopel op Turkije, resp. sfo j rechten en verplichtingen legt, an op EnSeland zyn overgegaan. Het verdrag erkent uitdrukkelijk het recht van Egypte, c.q. Engeland om maatregelen te nemen, teneinde het kanaal te bescher men tegen eventueele aanvallen, doch zelfs ln aat geval mag de vrije doorvaart niet langer worden gestremd dan ln verband met deze afweermaatregelen noodzakelijk is. Oorlogsdaden mogen van zelfsprekend in het kanaal niet worden verricht; oorlogsschepen mogen in tijden van oorlog er slechts doorvaren en zijn aan de stricte toepassing van den 24-uren regel onderworpen; troepen mogen alleen in geval van uiterste noodzaak tijdelijk worden ontscheept of Ingescheept, en dan nog alleen in afdeellngen, die niet meer dan 1000 man omvatten. Tijdens den grooten oorlog stond het kanaal van Suez bloot aan aanvallen, die door Duitsche en Turksche troepen daar op werden gericht; teneinde deze aanval len te keeren, traden Engelsche troepen op en werden versterkingen aangelegd, maar zelfs in deze dagen ls de scheep vaart van de weinige neutrale Mogendhe den, die nog waren overgebleven, niet volledig stopgezet. Gedurende de voorafgaande maanden heeft Engeland aan de Italiaansche oor- iogs- en transportschepen, die het Suez kanaal behoefden om zich naar Oost- Afrlka te begeven, geen enkele moeilijk heid ln den weg gelegd; Integendeel de hooge rechten geheven, die ook aan de Engelsche schatkist ten goede komen, wijl Engeland, korten tijd na de totstand koming van het kanaal, den ln geldellj- ken nood verkeerenden Egyptlschen On derkoning zijn ruim 176.000 aandeelen af kocht, tengevolge waarvan het niet alleen de grootste aandeelhouder ls geworden, doch de belangrijkste stemgerechtigde, wijl de overige aandeelen ln veel kleiner partijen zijn verdeeld. Kan nu Engeland, ondanks de bepalin gen van Constantlnopel, tot sluiting van het kanaal voor de schepen van een be paald land, overgaan? In z.g. normale omstandigheden, in geval bijv. van oorlog tusschen Engeland en Italië, zou dit niet kunnen, en mag op grond van de prece denten zelfs aangenomen worden, dat het niet zou geschieden. Maar de mogelijk heden, waarvoor wij thans staan, zijn niet In allen deele gewoon; de sancties tegen den overtreder van de voorschrif ten van het Grondverdrag van den Vol kenbond, gelijk art. 16 van dit verdrag ze kent, staan voor een eerste toepassing. In dien de Raad of Assemblée daartoe over gaat, voorlooplg slechts op economisch gebied, dan schept de toelichting, die de tweede Assemblée in 1921 op de uitvoering van art. 16 heeft aangenomen, de moge lijkheid, dat wordt aanbevolen, dat de uitvoering van bijzondere maatregelen door bepaalde Staten zal geschieden, ge lijk ook bepaalde Staten met het oog op de moeilijke omstandigheden, waarin zij verkeeren, van een grooter of kleiner deel van toepassing der algemeene maatrege len kunnen worden ontheven. Daartegen zou aan te voeren zijn, dat de sluiting van het Suezkanaal niet als een economische, veeleer als een militaire sanctie is aan te zien. Nog afgescheiden van de vraag of niet de betreffende be paling van toepassing is, in elk geval kan zijn op militaire sancties, indien Raad of Assemblée het noodlg acht daartoe een aanbeveling aan de leden van den Bond te doen, mag worden opgemerkt, dat het economisch karakter van zoodanigen maatregel niet geheel uitgesloten lijkt. Immers, als dwangmaatregel van econo- mischen aard wordt vrijwel algemeen er kend het afsnijden van den toevoer van oorlogsbehoeften aan het land, dat in overtreding is, in dit geval Italië. Indien nu het verhinderen van dezen toevoer aan het oorlogvoerend land zelf een economi sche maatregel Wordt geacht, waarom zou dan niet op economisch terrein liggen het verhinderen van dien toevoer naar de koloniën, die het oorlogsterrein vormen, en het verhinderen van het levend oor logsmateriaal, ln casu nieuwe troepen, die moeten dienen om de reeds aanwezige te veu,terken of te vervangen? Uiteraard zou er voor gewaakt moeten worden, dat niet het verhinderen van den toevoer van levensmiddelen of het even tueel afsluiten van den terugweg voor schepen met zieken en gewonden, aan zoodanige maatregelen een onnoodig hard en daardoor ook meer sprekend militair karakter zou geven, doch dit voorop ge steld, is te vragen of niet op goede gron den de stelling zou kunnen worden ver dedigd, dat de sluiting van het Suezka naal, niet slechts voor handels-, doch ook en in het bijzonder voor oorlogs- en trans portschepen, een economische sanctie om vat. In hoeverre Italië een zoodanige op vatting als de juist zou erkennen, Is na tuurlijk een andere vraag. Het Grondverdrag van den Volkenbond bevat ln art. 20 een bepaling, die den leden verbiedt om overeenkomsten of af- apraken aan te gaan, die in strijd zijn met de beginselen van het Pact, en die hen verplicht, hebben zij zoodanige voor de totstandkoming van den Volkenbond gesloten, deze te verbreken. Dat alleen op grond van dit artikel Engeland zou zijn ontheven van de verplichtingen, die het krachtens de overeenkomst van 1888 heeft aanvaard, lijkt niet juist. De bedoeling van art. 20 is een meer principieele; het heeft betrekking op verdragen van poli- tleken aard, die met het stelsel van inter nationale samenwerking en collectieve veiligheid, gelijk de Volkenbond het ver staat, ln strijd zijn. Bovendien, men dient niet te vergeten, dat de Vredesverdragen, van welke het Grondverdrag van den Volkenbond het eerste hoofdstuk uitmaakt, alle het arti kel bevatten, krachtens welke een reeks internationale overeenkomsten, en daar onder het Verdrag van Constantinopel, tegenover Duitschland en zijn bondgenoo- ten opnieuw in werking worden gesteld, zoodat reeds hieruit de gevolgtrekking zou zijn te maken, dat de Vredesverdra gen zelf de bepalingen van 1888 niet met de verplichtingen, krachtens het Grond verdrag van den Volkenbond aangegaan, in strijd achten. En juist wanneer men bedenkt, dat het artikel der Vredesver dragen, volgende op het bovenbedoelde, de internationale Post- en Telegraafover- eenkomst herstelt, gevoelt men, dat deze redeneering niet kan opgaan, want zou men haar analogisch toepassen, dan zou den dus ook de verplichtingen, die de on derteekenaars dezer verdragen jegens el kander op zich hebben genomen, niet mo gen worden aangetast, terwijl toch onge twijfeld onder de economische sancties zal, eventueel kan vallen, een stopzetting van het normale verkeer langs postalen en telegrafischen weg met een Staat, op wien het wordt noodig geacht dwang maatregelen toe te passen. De grondslag, waarop aangenomen kan, maar tegelijk moet worden, dat verplich tingen, gelijk deze wat de vrije doorvaart van het kanaal van Suez betreft, op En geland zijn gelegd, ophouden te bestaan, Is daarin gelegen, dat het stelsel van den Volkenbond, en als uitwerking daarvan de toepassing van sancties, een geheel nieu wen toestand heeft geschapen. Deze brengt mede, dat economische betrekkin gen met den Staat, die overtreder ls, op houden; dat bijv. handelsverdragen wor den terzijde gesteld, hoewel deze toch op zichzelf zeker niet ln strijd met de be ginselen van het Pact kunnen worden ge rekend. Een rol van ondergeschikte betee kenls kan daarbij gespeeld worden door de overweging, dat de onderteekenaren van het Suezkanaal-verdrag op ditoogen blik, met uitzondering van Nederland, allen in den Raad van den Volkenbond zitting hebben. Weliswaar oefent Duitsch land het recht van zijn Raadslidmaat schap niet uit; bestaat Oostenrijk-Honga- rije niet meer in den vorm van 1888, doch misschien Nederland zou, zijnde mede- onderteekenaar van Constantlnopel, tegen een besluit van den Raad, dat, met ter zijdestelling van de bepalingen van 1888, Engeland een opdracht in dien zin zou verleenen, bezwaar kunnen aanteekenen. Maar of zoodanig bezwaar meer dan ge deeltelijke kracht zou hebben, aangezien de rechten op vrije doorvaart van Neder land door een dergelijk besluit niet wor den verkort, althans niet rechtstreeks, is weer iets anders. Op grond van de Vredesverdragen lijkt de formeele positie, die Engeland in Egyp te en dus langs de beide oevers van het Suezkanaal Inneemt, niet wel tegen te spreken; de door Engeland reeds gevoerde besprekingen met de Egyptische Regee ring vullen deze formeele positie aan. Ge steld, de Raad acht sancties noodig; neemt vroeger of later de afsluiting van het Suezkanaal voor Italiaansche ooriogs- en handelsschepen in deze dwangmaat regelen op en verzoekt Engeland hetnoo- dige te doen ter uitvoering, dan is niet wel in te zien op welken formeelen grond daartegen verzet zou kunnen worden aan- geteekend. En gesteld, dat zoodanig verzet zou ge schieden, ln het bijzonder door Italië, dan mag aangenomen wqjden, dat het weinig zal baten. Het machtig wapen van de sluiting van het Suezkanaal berust, men kan het moeilijk tegenspreken, geheel in Engeland's handen. Het kanaal van Suez is over het grootste gedeelte uitermate smal, slechts bevaarbaar door schepen van een richting, en bevat uitwijkplaatsen, die door de schepen worden benut om elkan der voorbij te varen. Zoodanig kanaal is een uitermate delicaat instrument, dat maar al te gemakkelijk onbruikbaar kan worden gemaakt. Men heeft zelfs reeds het vermoeden geuit, dat Engeland, gesteld het wilde niet formeel, doch wel feitelijk het kanaal sluiten, daartoe maar al te gemakkelijk in staat zou zijn, doordat een enkele „on voorzichtigheid", in een der smalle ge deelten van het kanaal begaan, de door vaart voor gerulmen tijd zal kunnen stop zetten. Het nadeel intusschen, dat in zoo danige „oplossing" van het vraagstuk zou zijn gelegen, is dit, dat daardoor aan de geheele scheepvaart, dus ook aan die van Engeland zelf een onoverkomelijke hin derpaal zou zijn in den weg gelegd. Een andere vraag is deze of niet, wan neer Engeland formeel het kanaal voor Italiaansche schepen sluit, de vreedzame koopvaardijvaarders vanzelf gedwongen zullen worden om, althans in afwachting van de dingen die komen zullen, het ka naal te mijden. Zekerheid, dat het in de omgeving van de monding van het Suez kanaal in de Middellandsche Zee rustig zal blijven, is dan moeilijk te geven, en op dien grond zou wellicht voor eenigen tijd de route van verschillende koopvaar dijschepen worden verlegd. Waarbij in tusschen te bedenken valt, dat Italië, zelfs al zou het een eventueele doorvaart met kracht van wapenen willen forceeren, een pogen onderneemt, dat niet tot een resul taat kan leiden. Ongetwijfeld zou het voor Italië, al dadelijk door de toepassing van het luchtwapen, mogelijk zijn voor korter of langer tijd het kanaal onbevaarbaar te maken, maar het afdwingen van de doorvaart zou alleen dan kunnen geschie den, indien Italië zich van Egypte mees ter maakte en de beide oevers van het kanaal, doch tegelijk Port Said en Suez bezette. En wanneer men bedenkt, welke mari tieme macht door Engeland te Alexan drië. dus in de onmiddellijke omgeving is bijeengebracht, is dit tevoren uitge sloten. Wellicht zou de sluiting van het Suez kanaal het meest afdoende en het minst kostbare middel zijn om aan het Abes- sijnsche conflict een definitief einde te maken. Maar juist, omdat het middel zoo afdoende is, omdat het de Italiaansche verbindingslijn doorknipt, moet deze dwangmaatregel, ook al wil men het eco nomisch karakter ervan verdedigen, ge rangschikt worden onder die, tot welke vermoedelijk de Volkenbond, gesteld de sancties worden stelselmatig aangevat en doorgezet, slechts zal komen na uitput ting van alle andere mogelijkheden. A. Z. V„ te L. U dient zich te wenden tot het „Bureau voor den Industrieelen Eigendom", Willem Witsenplein 6, Den Haag. Wat de kosten van een patent zijn kan niet bij voorbaat worden vastgesteld In leder geval zal men U daar alle ge- wenschte inlichtingen kunnen verschaffen. RECLAME- 1881 aammi Wij brengen een pracht sortering MANTELS EN JAPONNEN met de voor dit seizoen hoogst moderne lluweel garnering. DAMES MANTEL, zuiver wollen velours long, geheel op zijden stepvoering, In div. mo derne tinten m. fluwe len kraag In passende Meuren combinaties DAMES JAPON. prima wollen bouclé long met doorgestikte kraag en ceintuur, smaakvol model in aparte kleuren Dit seizoen zal „de Vos" een grote rol spelen bij 't comple teren van Uw toilet. Wij bren gen een uitgelezen collectie tegen zeer matige prijzen. LEIDEN MIJ. OCEAAN. EURYMEDON, Liverpool naar Java, pass. 9 Oct. Gibraltar. HELENUS, Java n. Amst., pass. 9 Oct. Prawlepoint. MYRMIDON. Amst. n. Java, 9 Oct. v. Suez. EURYBATES, Java n. A dam, pass. 9 Oct. Gibraltar. KON. NED. STOOMB. MIJ. BENNEKOM, uitr., 8 Oct. te Cristobal. VENEZUELA, uitr., was 8 Oct. 8 u. 25 n.m. 650 mijlen Z.W. van Lands End. SIMON BOLIVAR, thuisr., 9 Oct. van St. Michaels. AGAMEMNON, 9 Oct. van Pireaus naar Candia. JUNO. 9 Oct. van Piraeus te Salonica. ULYSSES, 9 Oct. nam. 7 uur van Hamb. naar Amsterdam. ACHILLES, Middl. Zee n. A'dam, pass. 10 Oct. Gibraltar. HEBE, 9 Oct. van Kopenhagen te Gdynia. HERMES. 10 Oct. v. Instanboul te Bourgas. VULCANUS, 10 Oct. ,v Oran te Barcelona. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. BENGALEN. 8 Oct. van Calcutta naar Pacific Kust. JAVA—CHINA—JAPAN LIJN. TJISAROEA, arr. 8 Oct. te Hongkong. JAVA—NEW-YORK LIJN. TANIMBAR, 7 Oct. van New-York te Ba- SIMALOER, Java n. New-York, 9 Oct. te Belawan. KOTA TJANDI, 8 pet. van New-York te Philadelphia. KON. PAKETV. MIJ. NIEUW ZEELAND, 9 Oct. van Singapore naar Batavia. MIJ. NEDERLAND. POELAU BRAS, uitr., 9 Oct. van Belawan. TABINTA, thuisr., 10 Oct. te Genua. MARNIX VAN ST. ALDEGONDE, thuisreis 10 Oct. van Algiers. HOLLAND—AMERIKA LIJN. BOSCHDIJK, thuisr,, was 8 Oct. 12 uur 's middags 200 mijlen W. van Bishops. ROTTERDAM, arr. 9 Oct. te Kingston J.) survey heeft plaats gehad. HOLLAND—AFRIKA LIJN. HEEMSKERK, thuisr,, 9 Oct, 12 u. 's mid dags t eGenua; vertrekt 11 Oct. 12 uur 's middags naar Marseille. BOSCHFONTEIN, 9 Oct. nam. 2 u. van Tenerlffe n. Southampton. JAGERSFONTEIN, 10 Oct. van Durban n. Lorenzo Marques. BLOEMFONTEIN, 9 Oct. nam. 5 uur van Southampton n. Marseille. TAYARI, 9 Oct. nam. 3 uur van Teneriffe n. Kaapstad; na voorloopige reparatie. RANDFONTEIN, 10 Oct. voorm. 9 uur van R'dam via Antwerpen n. Z.-Afrika. HOLLAND—AUSTRALIË LIJN. ALMKERK, thuisr., 9 Oct. van Kaapstad. HOLLAND—O. AZIE LIJN. GAASTERKERK, uitr., 10 Oct. van Suez. MEERKERK, 8 Oct. van Hamburg naar Rotterdam. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. REGGESTROOM, 9 Oct. van Dakar naar Conakry. MAASKERK, 9 Oct. van Dakar naar Laa Palmas. ROTTERDAM-Z. AMERIKA LIJN. ALWAKI, thuisr., 9 Oct. van Victoria. ROTTERD. LLOYD. KOTA RADJA, thuisr., pass. 9 Oct. Sagres. BLITAR, 9 Oct. van R'dam n. Hamburg. PALEMBANG, 10 Oct. nun. 2 uur 5 van R'dam via de Kaap naar Macassar. TAPANOELI, thuisreis, pass. 9 Oct. n.m. 5 uur Point de Galle. HALCYON LIJN. ROZENBURG, 10 Oct. van Melilla te Vlaar- dingen. STAD ZAANDAM, 9 Oct. van Makri te Vlaardingeri. FLENSBURG, 9 Oct. van Vlaardingen tej Lulea. STAD ZALTBOMMEL, 9 Oct. van Sas van Gent te Antwerpen. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. LEERSUM, Zaandam n. Archangel, pass. 9 Oct. Honnigsvaag. WINTERSWIJK, Archangel n. Terneuzen, pass. 10 Oct. Udsire. TARA, 9 Oct. van B. Aires n. Rosario. SCHIELAND, 10 Oct. v. de Tyne te Stock holm. NIEUWLAND, 9 Oct. van Grangemouth n. R'dam. BATAVIER VII, 9 Oct. van Boston (L.1 n. Rotterdam. DORDRECHT, naar New-York, was 9 Oct. 12 u. 35 nam. 120 mijlen Z.Z.O. van Va- lentia. BENAKAT, Batoum naar Calcutta, 9 Oct. te Port Skid. BEYERLAND, 10 Oct. van de. Tyne naar Rotterdam. KERKPLEIN, B. Aires n. A'dam, pass. 10 Oct. Finisterre. WESTLAND, 10 Oct, van R'dam te Leith. IJSSEL, 9 Oct, van R'dam te Abö. THEANO, 9 Oct. van Belfast via Fowey n. Amsterdam. JONOE ANTHONY, 7 Oct. van Valencia n. Londen. ROTTERDAM, tank, naar Hamburg, pass. 8 Qct. Bevegler.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 17