M
De zaak van het Paleis voor Volksvlijt
EVELYN LAYE IN „EVENSONG".
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 October 1935
Vierde Blad
No. 23174
EEN ANTI-OORLOGSFILM.
DE MAN, DIE ZIJN HOOFD BEHIELD.
Het uitgebreide getuigenverhoor,
Dinsdag gaat de zitting voort.
(Vervolg van gisteren).
Voortgaande worden de verschillende
Kleinere bedragen behandeld, die door den
directeur zouden zijn verduisterd. Hij geeft
toe, dat hij obligaties tegen lage bedragen
heeft ingekocht enhet Paleis bracht
hij het nominale bedrag in rekening.
Maar verd, heeft hier een verklaring
voor.
„Ik kocht in als particulier, en niet als
directeur der N.V.; de boekingen verrichtte
ik als directeur der N.V."
Pres.: „Maar dat is toch een houding,
die beneden alle critiek is! U was direc
teur der N.V. en als zoodanig kocht u in."
Verdachte M. wordt dan ondervraagd
over de obligaties zgn. ter verzilvering aan
geboden door Frau Prior vanuit Duitsch-
land. Het is gebleken, dat deze stukken
reeds gerulmen tijd in het bezit van het
Palels waren.
De ex-directeur verklaart thans, dat de
stukken niet in zijn bezit waren, doch dat
ze in handen waren van den comm. P.
Pres.: „U hebt schrikbarend gelogen en
er om heen gedraaid. Dus nu beweert u
weer, dat niet u, maar uw mede-verdachte
de stukken bezat."
Verd. M.: „Juist!"
De inleidende verhooren van de ver
dachten zijn hiermede ten einde.
Het getuigenverhoor neemt een aan
vang. Een der belangrijkste deskundigen
in dit proces is de accountant P. H. M.
Meyer. In zijn rapport komt hij tot de
conclusie, dat ten onrechte betaald is aan
obligaties, een bedrag van f.101 600; het
generale-totaal van de fraude bedraagt
volgens zijn berekening f. 121.000.
Getulge-deskundlge verklaart, dat ge
bleken is, dat juist de geschroeide obliga
ties allemaal in het obligatieboek waren
gemerkt met een P. Het is dus vaststaand,
dat deze obligaties den brand van het Pa
leis hebben meegemaakt en later opnieuw
zijn aangeboden.
Pres.; (tot verd. M.) Een eigenaardige
verklaring, vindt u niet?
Verd.: Ik wist heelemaal niet, dat ze ge
schroeid waren.
Inspecteur Roscher heeft in deze om
vangrijke strafzaak het politioneele on
derzoek geleid. Uitvoerig licht hij zijn aan
de rechtbank uitgebrachte rapport toe.
Betreffende de verschillende opnieuw aan
geboden „P.-obligaties", die uit Duitsch-
land door zekere mevrouw Prior zijn aan
geboden, merkt de president op, dat ver
dachte M. met de uitbetaling hiervan wel
bijzonder veel haast maakte. Op Woens
dag 2 Juli 1934 kwam dat briefje binnen,
en hoewel de betaaldag Vrijdag was, werd
ai voor dien dag uitbetaald. Een andere
post werd uitbetaald op een briefje van
een juffrouw Den Ouden, die dat briefje
had geschr-ven op dicté van verd. PI.
Deze laa'ste zegt, dat verd. M. het geld
voor die srii':!;-!! heeft geïncasseerd, wat
deze weer ten stelligste ontkent.
Dan komt de zonderling toegetakelde
obligatie no. 4089 ter tafel. „Hoe komt dat
stuk vervalscht? het is aan alle kanten be
snoeid en het oorspronkelijke nummer was
4039."
Verd. M. weet er niets van.
Pres.: Als u te goeder trouw is geweest,
hoe kon u dan zoo'n stuk uitbetalen?
Verd. M.: Ik heb er niet op gelet.
Pres Een zuigeling kan toch immers
zien, dat er in geknoeid is en u beweert
heel rustig, dat u niets gemerkt hebt.
„Hoe komt er in het obligatieboek gera
deerd" informeert de president.
Ook dat weet verd. M. niet.
Na de pauze wordt de accountant Meijer
weer voor het getuigenhekje geroepen.
Deskundige verklaart o.m., dat vanaf 1931
obligaties zijn aangeboden en weer uitbe
taald. die reeds eenmaal waren gehono
reerd. De nummers vormen ongeveer een
serie, zoodat ze kennelijk zijn aangeboden
door iemand, die de voortdurende beschik
king had over het archief van de N.V. het
Paleis voor Volksvlijt.
Mr. Muller Massis oppert de mogelijk
heid van diefstal van de obligaties direct
na den brand, doch deskundige acht het
niet waarschijnlijk. De heer Meijer heeft
een groot aantal onregelmatigheden in de
boekhouding van het Paleis ontdekt; stuk
voor stuk worden ze door den president
nader onder de loupe genomen.
Pres.: Fraaie boekhouding, M.: u haalt
f. 5000 van de bank, maar u boekt het niet.
En niemand merkt het; pas in 1934 komt
het uit.
De ex-directeur heeft een eenigszins
zonderlinge verklaring voor dit feit: hij
teekende de saldobiljetten van de bank,
zonder er „Precies" naar te kijken. ..Die
bank was wel goed"
„Maar het moet betaald zijn", voegt hij
cr ten overvloede nog aan toe.
„Aan u zelf misschien", meent de presi
dent.
Ik heb ze ergens voor noodig gehad
voor het Paleis.
Rechter de Gaay Fortman: Dat kunt u
Immers nooit zeggen: u had maar één kas,
voor u zelf en voor het Paleis samen. Hoe
kunt u nu zeggen, dat u iets voor het Pa
leis hebt uitgegeven?
Dan komt een Canadeesche getuige voor
het hekje, hij is een zwager van verdachte
P en woonachtig in Winnipeg.
In Augustus 1934, verklaart get., is zijn
zwager hem in Winnipeg komen bezoeken;
kort voor zijn terugkeer stelde hij get. een
pak ter hand, bevattende 32 obligaties,
met het verzoek ze in te wisselen. Zelf kon
verd. het niet doen, omdat er een onder
linge afspraak tusschen de commissaris
sen bestond de obligaties niet aan te bie
den, Om toch geld te kunnen krijgen had
verd. zijn zwager verzocht voor de verzil
vering zorg te dragen. Verd. M. had hierop
geantwoord, dat de inwisseling mogelijk
was, maar had M. er bij gevoegd: „wan
neer u iemand in Amsterdam hebt, die u
er mee kan helpen, zou u dat veel tijd en
geld sparen".
Pres.: U dacht immers dat PI. zelf dien
brief geschreven had. Was u steeds zoo
welwillend en bereid om raad te geven?
Pres.; (tot get.) En van wie waren die
stukken volgens uw zwager?
Getuige: Van den directeur en van m'n
zwager.
Toen deze getuige vernomen had. dat P.
gearresteerd was, had hij zich tot de Am-
sterdamsche politie gewend en geschreven
welk aandeel hij geheel te goeder trouw
in deze zaak op zich had genomen.
Pres.: (tot den ex-directeur) U kreeg
een brief en dacht dat die brief door PI.
was geschreven, dus zou de handteekening
valsch zijn en toch.... betaalt u uit. Op
12 October betaalde u de Winnipeg-obli-
gaties uit en op 11 October, een dag eer
der, weigert u de betaling van een volko
men normaal stuk, dat in 't obligatieboek
nog niet met een P. was gemerkt.
RECLAME.
1823
De a.s. week is „de" feestweek in verband
niet het 40-jarig bestaan der cinemato
grafie, die opgeluisterd wordt dooi
de komst van Lumière, den uitvinder der
film. Deze vertoonde in 1895 zijn eerste
filmpjes in het „Grand café" te Parijs en
werkt nu aan de vervolmaking der
z-g. „relief" of stereoscopische film.
In verband daarmee komen alle thea
ters in den lande zooveel mogelijk
met bijzondere films of met premières
naar wij vernamen worden niet minder
dan 20 nieuwe films in verband met dit
jubileum in Nederland gedraaid voor
den dag. Ook in onze stad trachten de
theaters iets „extra's" te brengen. Daartoe
behoort tevens de film „Evensong" met
Evelyn Laye en Fritz Kortner in de hoofd
rollen. Het bewogen leven van een be
roemde zangeres wordt ons hierin voor
oogen gesteld: haar triomfen, haar tragi
sche liefde, en oud geworden haar
droevig terugschouwen op een glorieus
verleden, wanneer haar plaats door een
jongere en even brillante zangeres Is
ingenomen. Een romantisch en muzikaal
verhaal uit het leven der opera, met alle
hoogten en diepten daaraan verbonden,
een aandachttrekkende Britsche film van
den laatsten tijd. Hierboven Evelyn Laye
en Fritz Kortner voor het operagebouw.
EEN HEEL ANDERE GARBO
In haar nieuwste film „De bonte sluier".
Men kan zich wel voorstellen, hoe ge
lukkig ik was, zoo vertelt Herbert Marshall
toen mij werd opgedragen in de film „De
bonte sluier" den partner van Garbo te
spelen!
Dit is de 20ste film die ter gelegenheid
van de Lumière-feestweek heden in Am
sterdam haar premiere voor ons land be
leeft.
Met vreugde stemde ik toe doch
tegelijkertijd met een zekeren schroom Ik
dacht er eigenlijk gezegd, minder aan.
hoe moeilijk het moest zijn om mij filmisch
en artistiek naast een actrice met de kunst
van een Garbo te stellen, doch hoe moei
lijk het voor Greta Garbo moet zijn om
hetgeen zij zelf presteert op een gelijk
niveau te houden als haar spel in „Konin-
em Christina".
In alle mogelijke talen was haar een
jaar lang de verzekering gegeven, dat zij
met „Koningin Christina" een „toppresta
tie" had bereikt, en nu moest deze stille
schuchtere vrouw die zich eenzaam en
ontoegankelijk jn haar huis opsluit, weer
in het lawaai en het licht der studio's
staanterwijl haar ooren nog tuitten
van de succesbetuigingen van een geheele
wereld! Moest die Greta Garbo, die bang
is voor iedere vraag van een reporter, niet
onnoemelijk gekweld worden bij de ge
dachte: „als men mij zegt. dat de prestatie
van mijn laatste rol niet te overtreffen is,
hoe zal het mij dan mogelijk zijn in mijn
nieuwe rol de hoogte van de vorige te be
reik, n?"
En terwijl ik mij verdiepte in het merk
waardige gesloten karakter, dat ik in „De
Bonte Sluier" moest uitbeelden, dacht ik
bij mijzelf: is het niet ondankbaar en ge
vaarlijk, van een kunstenares steeds weer
dezelfde hooge kwaliteit te verlangen?
Kan iedere nieuwe rol yoor een
groot actrice steeds weer de vervulling
brengen, die haar juist in een z.g. „top
prestatie" ten deel viel? Moest de natuur
lijke nervositeit, die voor zulk een eisch
in een verantwoordelijkheidsbewuste
vrouw wordt opgewekt, zich. ook niet in
mij manifesteeren?
Ik ben in de studio's geen nieuweling en
ken geen plankenkoorts meer. Ik heb als
partner van Norma Shearer en Constance
Bennet gespeeld, maar nooit met zulk een
spanning de studio's betreden als tijdens
de opnamen van „De Bonte Sluier".
Wekenlang, maandenlang heb ik nu
naast Greta Garbo gestaan, gewerkt en
geleefd, als haar eerst onbeminde, zelfs
onverschillige man, die als dokter in China
de cholera bestrijdt. Greta Garbo wist
heel goed, dat zij ditmaal, wilde zij niet
vyeer dezelfde zijn als in haar vorige film,
nu geheel anders moest zijn. Wanneer zij
in haar uitingen, de manier, waarop zij
daaraan uitdrukking gaf. en die zij met
schijnbaar zulke eenvoudige middelen be
reikte. niet beter kon zijn, trachtte zij in
haar nieuwe rol deze kunst op een geheel
nieuwe wijze te brengen. En dus was zij als
jong meisje, dan als jonge vrouw, niet het
ernstige wezen, zooals wij haar tot nu toe
kenden, maar een lachende, vroolijke, ver
heugde Garbo.
Ik was verwonderd over de vele vroolijke,
blijde klanken, die deze geheel andere
Garbo uitte. Hier toonde zich een Garbo,
waarvan ik niets wist, die mij totaal on
bekend was. En ik stel vast, dat het zien
van deze verrassend andere Garbo voor
mij een minstens zoo sterke gebeurtenis
beteekent als de tragische Garbo, die wij
reeds in zooveel rollen hebben gezien.
Mijn verrassing werd nóg grooter, toen
in het verder verloop van de filmhandeling
deze vroolijke Garbo ten slotte todh weer
een tragische werd.
Ik weet niet. of ik nog een maal iii mijn
filmloopbaan de partner van Garbo zai
zijn. Maar ik geloof, dat de spanning,
waarmede men bij iedere nieuwe rol de
filmstudio's betreedt, zich nauwelijks een
tweede keer in zulk een vreugdevolle ver
rassing zal oplossen, als bij deze steeds zoo
veranderde figuur van Greta Garbo in de
film „De Bonte Sluier", naar het bekende
boek van Somerset Maugham.
Wie waren de partners van Greta Garbo
in haar vorige films?
Hier zijn ze: John Gilbert vier maal, Nils
Asther twee maal, Conrad Nagel twee
maal, Ricardo Cortez, Antonio Moreno,
Lars Hansen, Charles Bickford. Theodore
Schall, Gavin Gordon, Robert Montgomery,
Clark Gable. Ramon Novarro, Melvyn
Douglas en John Barrymore ieder één keer.
„De Bonte Sluier" is gemaakt onder de
regie van Richard Boleslavski.
Waarom heet zij „De Bonte Sluier"? De
oplossing gaf de schrijver zelf in het motto,
dat zijn werk vergezelt: „De bonte sluier,
die de menschen leven noemen."
KLEURENFILM EN TELEVISIE.
De gekleurde Radiofilm „Kermis der
ijdelheid" (Becky Sharp) heeft een nieu
we verovering van de techniek ingeluid,
waarvan men hoopt, dat de hoogere kos
ten door een grooter bioscoop-bezoek zul
len worden goedgemaakt. Tal van bios
coopeigenaren zien niettemin met ge
mengde gevoelens de komst van de kleu
renfilm als normale verschijning, tege
moet. Deze bioscoop-exploitanten geven er
zich geen rekenschap van, dat er nog
een andere kant aan dit vraagstuk zit.
Dat de gekleurde film de redding kan
zijn van het televisiegevaar, dat het bios
coopbedrijf bedreigt. Zeker, de televisie
\eve<»,°Te
*e ,\V\k
«eb.*?® ,0'
w V'
v°°r.v,nbo°! -„Vste"
Verd.: Ik kan 't me niet herinneren.
Pres.: En u werd wel eens „het geheu
gen van het Paleis" genoemd. Bovendien is
uw gezicht er blijkbaar ook niet op voor
uitgegaan, want u zag niet, dat de randjes
waren verbrand en bijgeknipt.
President (tot Pi)Hoe kwam u nu aan
die stukken?
Van den directeur, gekregen om ze te
innen. In 't Carlton-Hotel gaf hij ze me..
Directeur; Gelogen!
Pres.: Wie liegt er, hij of U?
Verd M.: Hij, natuurlijk. Ik wist heele
maal niet, dat hij stukken had.
„Waar komen ze dan vandaan; ze zijn
in den brand geweest" vraagt de president.
Verd. M.: Ik weet 't niet
Pres.: Ja, maar dat staat vast; U bent
trouwens geen leek op brandgebied, u hebt
den heelen brand van 't Paleis meege
maakt.
Pres.: (tot PI.) De stukken zijn ook met
chloor bewerkt en gebleekt, hoe verklaart
u dat.
Noch de ex-directeur noch de ex-com
missaris weten hier een oplossing voor!
Getuige verklaart nog, dat hij na het
vertrek van zijn zwager nooit meer over de
obligaties had gecorrespondeerd.
Mr. de Gaay Fortman (tot get)U moet
nu niet denken, dat u iets fraais gedaan
heeft. Volgens de verklaring van uw zwa
ger wist u toch, dat u meehielp bij het
breken van een overeenkomst tusschen de
commissarissen van de N.V.
Op een vraag van den verdediger ver
klaart get. dat hij nooit gedacht heeft, dat
zijn zwager tot oneerlijke daden in staat
was.
Getuige-inspecteur Rocher verklaart in
aansluiting hierop, dat verdachte P in-
structeur-gymnastiekleeraar bij de politie
was. Hij stond goed bekend.
De zitting wordt dan geschorst tot Dins
dag a.s. te 10 uur.
DIEVENBENDE IN WEST-
BRABANT.
TWEE VERDACHTEN KRIJGEN DRIE
JAAR; TWEE ANDERE VRIJGESPROKEN.
De rechtbank te Breda deed uitspraak
in de strafzaken tegen den 38-jarigen elec-
tromonteur C. D„ uit Made, den 42-jarigen
landbouwer A. D„ uit Wagenberg, den 24-
jarigen aannemer W. F. D. uit Terheyden
en den 28-jarigen koopman J. J. S. uit
Made, verdacht van een serie inbraken op
diverse tijdstippen in West-Noord-Brabant
gepleegd, terwijl bovendien A. D. werd ver
dacht van poging tot doodslag op den
rijksveldwachter M. Glerum te Hooge Zwa-
luwe en op den gemeente-veldwachter J. v.
Tiel te Zevenbergschen hoek op wien hij
verschillende schoten zou hebben afge
vuurd.
De officier van justitie vroeg op 27 Sep
tember j.l. vrijspraak van de poging tot
doodslag, maar eisehte voor ieder der ver
dachten een gevangenisstraf van drie jaar
voor de gepleegde inbraken. A. D. en J. J.
S. werden op verzoek van de verdedigers
direct op vrije voeten gesteld.
De rechtbank veroordeelde thans C. D.
en W. F. D. conform den eisch tot drie jaar
gevangenisstraf.
A. D. en J. J. S. werden vrijgesproken.
DE DIEVENBENDE OP DE
NOORDER VELUWE.
Voor de rechtbank te Zwolle hebben
gisteren verschillende leden der bende
wederom terecht gestaan, die gedurende
eenige jaren achtereen de omgeving van
Oldebroek onveilig hebben gemaakt met
diefstallen van allerlei aard. Hun zaken
waren bij de behandeling in eerste in
stantie verwezen naar den rechter-com-
missaris voor nader onderzoek.
Het OM., waargenomen door mr. J. C.
van Hasselt eisehte thans tegen P. B„ te
Oldebroek, gedetineerd wegens diefstal van
koeien uit de weide, drie jaar gevangenis
straf; tegen G. v. d. B. te Doornspijk, ge
detineerd wegens diefstal van goederen en
klein vee, één jaar gevangenisstraf; tegen
L. D. te Doornspijk voor dezelfde delicten
één jaar gevangenisstraf; tegen J. W., te
Oldebroek. wegens diefstal van koper op
het schietterrein, veertien dagen gevange
nisstraf; tegen D. V. te Doornspijk, wegens
diefstal van dekens, één jaar gevangenis
straf en tegen A. N., te Doornspijk, wegens
diefstal van waschgoed, één maand ge
vangenisstraf.
Uitspraak 17 October a.s.
Een film tegen den oorlog heeft juist in
dezen tijd weer bijzondere actualiteit.
Deze week gaat hier „De man, die zijn
hoofd behield", onder regie van Edward
Ludwig, een productie, die waar zij ver
toond werd, sterk de aandacht heeft ge
trokken. Claude Rains, bekend uit „The
invisible man" en „Crime without pas
sion", de man met zijn verbeten gezicht
en prachtige dictie, speelt er de hoofdrol
in. De krankzinnigheid van den oorlog,
de vernieler van alle menschelijk geluk,
ontstaan door de meedoogenlooze geld
zucht en -macht van vergaderende mag
naten, die onderlinge afspraken maken
over wapenfabricage, komt in dit sugges
tieve, diep tragische verhaal, dat de hoog
ste aandacht verdient, in alle schrilheid
naar voren. Meer dan ooit is het nu tijd
de prachtige uitwerking van dit klemmen
de gegeven te zien. Hierboven een aangrij
pend moment uit deze geschiedenis van
den man, die in vredestijd zijn hoofd be
hield en waarin zulke treffende onthul
lingen over de wereld van het wapenkapi
taal worden gedaan.
staat nog in de kinderschoenen. Doch het
is wel meer gebeurd, dat de laatste fazen
van een uitvinding ongelooflijk veel kor
ter zijn dan het eerste deel van het ont
wikkelingsproces. Het is dus volstrekt niet
uitgesloten, dat wij plotseling voor ver
rassingen komen te staan. Nu lijkt het
mij als technicus, zoo vertelt J. Arthur
Buil, hoogst onwaarschijnlijk, dat de te
levisie als zij komt, haar intrede
anders dan in zwart-wit zal doen. Ver
moedelijk zelfs als een nogal armoedig
met trillingen en strepen zooalsen en
zwart-wit of nog armoediger groen
met trillingen en strepen, zooals wij dit
onlangs nog op de Brusselsche wereldten
toonstelling konden constateeren. - Red.
Als nu tegen dien tijd het publiek gewend
is geraakt aan goed vertoonde films in
heldere natuurlijke kleuren, zal het infe
rieure zwart-wit der televisie zeker niet
in staat zijn aan de filmbehoeften van
het publiek volledig tegemoet te komen.
Het verschil tusschen de gekleurde film
in de bioscoop en de zwart-wit film op
de radio zal ongetwijfeld grooter zijn dan
het verschil dat thans bestaat tusschen
het concert van een beroemd symphonie-
orkest en de uitzending daarvan door de
radio. Bovendien zal de behoefte aan het
technisch en artistiek-betere bij de
kleurenfilm versus televisie door de groo-
te massa worden gevoeld en niet, zooals
dit thans met de concerten het geval is,
uitsluitend een vraagstuk voor een artis
tieke élite zijn. Met andere woorden de
kleurenfilm kan het middel zijn om de
televisie technisch de baas te blijven Dit
zal de televisie niet schaden. Deze
zal haar eigen weg wel vinden. Maar het
gevaar, dat tienduizenden existenties in
het filmbedrijf eventueel van de zijde der
televisie bedreigt, kan door de kleuren
film worden afgewend.
KAY FRANCIS
In „Het huis in de 56ste straat".
Kay Francis.
Kay Francis speelt deze week in boven
genoemde film een succesvolle karakterrol.
Men ziet haar als koriste in het jaar 1904
bij het New-Yorksche revue-theater „Flo-
radora" en in veel later jaren, als veel
noodlottige en spannende gebeurtenissen
aan haar voorbij gegaan zijn. Als een
harer beste créatie's wordt haar spel in
deze film, waarin zij bijgestaan wordt door
niemand minder dan Ricardo Cortez, ge
roemd.