76'te Jaargang
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1935
No. 23164
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES;
30 ets. per regel voot advertenties alt lelden en plaatsen.' waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarieL Kleine advertenties uitsluitend by vooruitbetaling
.Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT/
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevesttg(Ts0n:
per 3 maanden f.2 35
per week TT.7.T1 f. 0.18
Franco per post f. 2 35 per maanden-f portokosten.
(voor binnenland f.0.80 per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
INSPECTEUR L\ DUVAL
MET PENSIOEN.
EEN BEKENDE EN GEZIENE
PERSOONLIJKHEID.
De heer L. Duval.
Wij hebben het dezer dagen al met een
enkel woord gemeld; inspecteur Duval
gaat met ingang van 1 October den
politiedienst met pensioen verlaten en
met hem verdwijnt een zeer bekende en in
breeden kring geziene figuur uit het Leld-
sche stadsbeeld.
Gelukkig niet voor goed, want de heer
Duval blijft hier ter stede wonen en het
ligt niet in zijn bedoeling om zich in zijn
schulp, in casu den huiselijken kring
terug te trekken, maar dan toch wel
ambtelijk .Zijn breede ietwat gedrongen
figuur, den kop stevig geplant op de vier
kante schouders, de linkerhand gekiemd
om het handvest van den sabel, de rech
ter telkens uitschietend naar de klep van
zijn uniformpet, dat alles verdwijnt en
maakt plaats voor een vriendelijken be
jaarden heer, die met den vroegeren in
specteur Duval alleen den naam en de
gemoedelijkheid gemeen heeft!
Trouwens: het zal vermoedelijk den
eersten tijd ook den heer Duval niet ge
makkelijk vallen, den militairen groet te
verwisselen voor dien uit de burger-maat
schappij. Wie, zooals hij ons dezer dagen
toevertrouwde, ruim 45 jaar lang een uni
form heeft gedragen, zal zich in het bur
gerpak niet direct thuis gevoelen.
Reeds op 16-jarigen leeftijd trad hij in
militairen dienst als volontair bij de in
structiebatterij te Arnhem. Na zijn oplei
ding te hebben voltooid, werd hij als kor
poraal geplaatst in Den Haag en vervol
gens op zijn verzoek overgeplaatst bij het
2e regiment veldartillerie alhier, waar hij
in den korten tijd van l'/s jaar den rang
van onderofficier behaalde. Als zoodanig
werd hij eerst gedurende twee jaar gede
tacheerd bij de rijschool te Bergen op
Zoom en daarna gedurende vier jaar bij
de remonte te Den Haag, waar zijn voor
naamste werk was het africhten van jonge
paarden. Aan dien tijd bewaart de heer
Duval de aangenaamste herinneringen;
het werk was weliswaar vaak niet onge
vaarlijk, maar er zat spanning en vaart in.
De promotie-mogelijkheden waren ech
ter gering en dus ging de heer Duval zich
bekwamen voor den politiedienst met het
gevolg, dat hij op 23 Februari 1908 door
burgemeester De Ridder werd benoemd
tot adjunct-inspecteur 2e klasse bij de
Leidsche politie.
Het dienstverband was in die tijden heel
wat zwaarder dan tegenwoordig en de
salarissen heel wat lager. Hoogstens had
men één vrijen Zondag in de vier weken
en nachtdiensten waren aan de orde van
den nacht!
Na ongeveer twee jaar werd hij benoemd
tot adjunct le klasse en circa drie jaar later
tot inspecteur 2de klasse. Omstreeks 1918
volgde zijn benoeming tot inspecteur 1ste
klasse en later werd hij chef van den
uniformdienst, in welke functie hij tot nu
toe werkzaam is gebleven.
Hij diende achtereenvolgens onder de
commissarissen Groebe, Stapel en Meijer.
Wij gebruikten hierboven het woord ge
moedelijkheid. Dat was inderdaad het
sterkste wapen van den heer Duval. waar
mede hij zelfs in hachelijke omstandigheden
de situatie redde. En de thans scheidende
politieman hééft vaak voor heete vuren ge
staan. In de mobilisatiejaren '14'18 met
de daaraan verbonden narigheden als
distributie van levensmiddelen en brand-
stoffennood, kwamen er menigmaal onge
regeldheden en zelfs relletjes voor. waarbij
veel tact van het politiepersoneel werd
gevraagd. De heer Duval wist evenwel
steeds het juiste kalmeerende woord te
vinden; zijn rustig en bezadigd optreden
werkte als olie op de golven en menig poli
tiek heethoofd moest het afleggen tegen
zijn onverstoorbare gemoedelijkheid.
Hij hield niet van geweld, getuige het
feit, dat hij gedurende zijn bijna 30-jarige
loopbaan bij de politie nooit van zijn sabel
of revolver heeft gebruik gemaakt. Ging
het niet goedschiks, dan veranderde inspec
teur Duval als een blad aan den boom
Wij herinneren ons hoe hij bij politieke
vergaderingen, waar de gemoederen wat
al te warm waren geloopen, het tooneel
betrad en met stentorstem tot kalmte en
orde maande. En wie zich niet aan zijn
bevelen stoorde, had den langsten tijd in
de zaal vertoefd. Dat ging nooit met ruw
geweld, maar met vaste hand en onver
biddelijk. Maar, zooals gezegd, zoover kwam
het niet vaak. Meestal was zijn woord vol
doende. Hij stelde ook geen overdreven
eischen aan de betoogers of demonstran
ten. Hij zei eenvoudig: ..Denkt erom, man
nen, daar mag je loopen en daar niet. Doe
je het tóch, dan krijg je het met mij aan
den Stok, maar wat schiet je daar mee op?
Je vrouw en kinderen ondervinden er de
last maar van!" En in 999 van de 1000
gevallen bleek zijn taktiek de Juiste! Zijn
aangeboren gemoedelijkheid, zijn men-
schenkennis en juist aanvoelen van de
omstandigheden maakten hem ook tot den
aangewezen leider bij betoogingen en op
tochten. Honderden demonstraties heeft hij
door de stad begeleid. En onverschillig of
het nu betoogingen van revolutionaire
elementen dan wel vreedzame demonstra
ties van burgers of feestelijke optochten
van studenten betrof, wanneer de heer
Duval aan het hoofd ging, kon men er ver
zekerd van zijn, dat de stoet in goede orde
het eindpunt bereikte.
Over eenige dagen trekt er weer een op
tocht door Leiden's straten. Wij, en velen
met ons, zullen den heer Duval aan het
hoofd van het corps der bereden politie
daarbij missen. Weinigen zullen trouwens
weten, dat de scheidende inspecteur van
dat corps eigenlijk de oprichter is geweest.
Het was op zijn initiatief, dat in de woelige
■Novemberdagen van 1918 de politie de be
schikking kreeg over een 20-tal paarden
van het 6de regiment veldartillerie en
sedert dien is die gewoonte gehandhaafd,
ook wanneer het feestelijke aangelegen
heden betrof, zooals o.a, bij de herdenking
.van Leiden's ontzet.
Maandagmiddag om kwart voor drie
neemt de heer Duval officieel afscheid van
het corps, waarvan hij ruim 27 jaren deel
heeft uitgemaakt. Het is aan geen twijfel
onderhevig of ook zijn ondergeschikten,
waarvoor hij zich steeds een uiterst humaan
chef heeft betoond, zien hem met leed
wezen vertrekken en zullen van harte in
stemmen met onzen wensch, dat de thans
61-jarige nog vele jaren van zijn welver
diend pensioen zal mogen genieten.
o
LEIDSCH STUDENTENCORPS.
Inauguratie der nieuwe leden.
Tot besluit van den groentijd van het
Leidsch Studentencorps is gisteravond in
de Stadszaal een bijeenkomst van corps
leden en novieten gehouden, waarin de
praeses-collegii, de heer H. C. Dresselhuys
laatstgenoemden heeft geïnaugureerd
Sprekende over het afgeloopen studie
jaar constateerde spr. met blijdschap, dat
het lustrum aan de verwachtingen, die
hooggespannen waren, volkomen heeft
beantwoord en dat allen kunnen terugzien
op een aantal dagen die ongetwijfeld het
hoogtepunt van den studietijd hebben
gevormd
Treffend voor de wijze, waarop het
corps zijn lustrum in en met Leiden viert,
was de vischwedstrijd voor werkloozen.
De groote medewerking en opkomst was
een bewijs van de voortreffelijke ver
standhouding met alle lagen der burgerij,
iets wat wij niet genoeg kunnen waar-
deeren De steun die de lustrum-commis
sie in haar omvangrijken arbeid overal
van de autoriteiten ondervond verdient
van deze plaats nogmaals dankbaar ver
meld te worden.
Om het corps, dat nu bijna honderd
jaren alle tijden en stroomingen heeft
getrotseerd ook door dezen moeilijken
en merkwaardigen tijd heen te sturen,
moeten wij ons oog richten op de buiten
wereld. Jeugdbewegingen en dergelijke
organisaties, in het buitenland vaak half
militair, in het binnenland veelal met
politieken of religiepsen grondslag, nemen
een grooten omvang aan, ook in niet-
fascistisch geregeerde landen. Naast ons
zijn allerhande andere jeugd- en studen-
envereenigingen opgerezen met prin
cipes gewapend en daarin gesteund door
bevolkingsgroepen of partijen, die dezelfde
ideëen zijn toegedaan. In de wereld staan
beslissingen voor de deur, die een som
bere schaduw vooruit werpen en waar
voor men de oogen niet kan en mag slui
ten.
Beschouwen wij dan ons zelf, als ver-
eeniging die hoofdzakelijk is gebaseerd op
twee dingen: het gezelligheidsleven op
Sociëteit Minerva en de artistieke en
sportieve prestaties der sub-vgreenigin-
gen. Van het eerste kan gezegd worden
dat het voor gezond corpsleven onontbeer
lijk is, hoewel er voor gezorgd moet wor
den, dat overbodige kosten worden ver
meden. Maar er zijn vele toestanden,
overblijfsels uit vroeger tijden, die voor
verandering in financieel opzicht vatbaar
zijn
Het is het universitair element, vroeger
in de disputen en debateergezelschappen
aanwezig, dat geheel aan het corps is ont
vallen. Dat dit geenszins te wijten is aan
een gebrek aan belangstelling van de
zijde der corpsleden, getuige het vaak zeer
actieve lidmaatschap van velen hunner in
de disputen buiten het corps, die de laat
ste jaren eenige pagina's aan den Alma
nak hebben toegevoegd.
De beste methode om nieuw leven in
deze kwijnende gezelschappen te blazen,
lijkt de opname van een groot aantal
jongere jaars. Wij moeten maken, dat zij
die over hun studie-vak of over onder
werpen die hen interesseeren, eens ern
stig willen praten daartoe in het corps
gelegenheid vinden. Dat kan het corps
n'et alleen afleiding, maar ook verdieping
en steun aan de studie geven, welke
eigenschap de waarde van het corps voor
zijn leden vergroot en het krachtiger doet
staan tegenover de symptomen en ge
beurtenissen, die spr. zooeven noemde.
Zich richtende tot de adspirant-leden,
zeide spr., dat voor hen thans een groote
breede weg wordt geopend, waarbij het
aan hen zelf is overgelaten om öf dezen
weg vastbesloten in te slaan, óf om zoo
als bij velen is geschied, den weg slechts
een klein eind af te leggen, om snel langs
een kleinen zijweg voor altijd van het
tooneel te verdwijnen.
Drie eigenschappen zijn noodig; wij
hebben getracht U die in den groentijd
bij te brengen en wij zullen ze U nog vele
malen voorhouden: ten eerste een breede
levensopvatting en een openstaan voor
nieuwe in«rukken; vervolgens geestdrift
cn Interesse in de verschillende sub-ver-
eenigingen en ten derde een gevoel voor
humor en het aanvoelen van de gezellig
heid die het sociëteitsleven kan brengen.
Ook over uw studie wil ik u spreken.
Velen uwer zullen van thuis de opdracht
gekregen hebben, deze reeds dadelijk in
het begin met kracht ter hand te nemen.
Weet dan, dat u nimmer eenig verwijt
onzerzijds hierover zal gedaan worden
want wij weten hoe gemakkelijk het zich
geven aan het corps met een ernstig op
vatten van de studie is te vereenigen. In
derdaad behoort de studie voor te gaan,
maar onmiddellijk daarna hebt gij vóór
alles uw aandacht aan het corpsleven te
schenken, waar men vaak betere en voor
al praktisch deugdelijker wapenen tegen
de moeilijkheden in 't groote leven vindt,
dan de fraaiste exatnlna kunnen zijn.
Beschouwt het corpslidmaatschap, aldus
eindigde spr.. als een voorrecht, maar
laat U er nooit op voorstaan. Weest een
voudig, houdt de waarheid en werkelijk
heid steeds in het oog, maar voelt U sterk
en eendrachtig als uw rechten als lid van
ons corps U zouden worden betwist. Dat
ligt in ons devies: „Virtus Concordia
Fides" opgesloten. En hieraan getrouw
zult ge een goed Leidenaar kunnen wor
den, wat niet alleen gij zelf, maar ook
wij allen van harte hopen. Weest U elk
dezer drie eigenschappen bewust en reken
ze van nu af tot de uwe.
Met een enthousiast door allen mee
gezongen „Io Vivat" werd dé bijeenkomst
besloten, waarna met een zucht van ver
lichting circa honderd zwarte dasjes wer
den stukgetrokken!
Na afloop volgde dc gebruikelijke cor
tege naar de sociëteit ..Minerva", waar tot
diep in den nacht werd gefeest.
GERZON's MODESHOW.
Waarlijk, wij behoeven niet alleen naar
de groote steden te gaan. willen wij op
de hoogte komen van de eischen der £aat-
ste mode Wat Gerzon ons dit keer bij zijn
show laat zien. doet in geen enkel opzicht
onder voor de modeshows buiten Leiden.
Wij verwachten trouwens niet anders van
dit succesrijke modehuis. Wij kenden de
vroegere shows en waren, vóór wij ons er
heen begaven, al overtuigd van het succes.
En wij zijn niet in onze verwachtingen
teleurgesteld. Allerminst! Wat wij te zien
kregen, toonde weer glashelder de smaak,
het mode-inzicht, de kijk op de vrouwelijke
psyche, dat wij niet anders konden doen
dan Gerzon met zijn gelukkige keuze ge-
lukwenschen.
Direct al bij het binnenkomen worden
wij opgenomen in de sfeer van vroolijke
drukte, die ons beneden al treft. Boven,
een gezellig muziekje, de tot showroom
gemetamorfoseerde verdieping. De „show
stemming" is er. We zitten in gespannen
verwachting. En de eerste indrukken zijn
waarlijk geen slecht begin!
Het is ondoenlijk om één voor één de
verschillende creaties te beschrijven die
aan ons oog voorbijtrekken.
De algemeene indruk dien wij van de ko
mende wintermode krijgen, laat zich wel
in het kort samenvatten. Eén uitgesproken
gedachte hebben de nieuwe scheppingen
gemeen: vrouwelijk, een op elk modegebied
doorgevoerde vrouwelijke coupe, geen enkel
„koud" aandoend model, zooals wij nog
maar kort geleden hog dikwijls aantroffen,
valt ons op. Iets, waarover wij ons slechts
kunnen verheugen. In haar hart houden
niet veel vrouwen van de mannelijke lijn
in haar kieeding, getuige ook de betrekke
lijk korten tijd dien deze mode zich heeft
kunnen handhaven.
Vrouwelijk, elegant, de weefsels, lijnen
en garneeringen. Een rijkdom van bont,
velours, zijde, fijne wollen stoffen.
Voor middagjaponnen zien wij wol, het
meest Angorawol. Echter niet ln het een
voudige soort, dat wij al van het vorige
seizoen kenden, maar voornamelijk een
meer bewerkt genre, noppen, cloqué en een
heel aparte vinding: zachte wollen stof. als
het ware met kleine glinsterende metalen J
gespjes bezaaid- Eén model hieruit ver
vaardigd, willen wij niet onvermeld laten,
een door haar eenvoud van lijn opvallende
zwarte gekleede japon, met genoemd wit-
metaal garneering, deze nog geaccen
tueerd door groene nopjes! Dit soort wollen
japon heeft het voordeel gedragen te kun
nen worden zoowel als gewone, daagsche
dracht als bij een middagbezoek, een een
voudige thee, enz.
Voor meer gekleede middagjurken zien wij
zijden weefsels van de uiteenloopendstë
soorten. Vele nieuwe zijn hieronder: wij
noemen slechts: masselassé-cloqué, een
rijke stof, uitermate geschikt voor elegante
modellen, een weefsel evenwel, dat vraagt
naar een stijlvolle coupe. Dan taftzijde,
zoowel éénkleurig als changant. En crêpe
satin. Wat de kleuren betreft, vooral zwart.
Daarnaast echter de nieuwe kleuren bruin
en groen.
In de coupe van de middagjurken mer
ken wij ingrijpende veranderingen op. De
hooggesloten japonnen op zichzelf zijn niet
nieuw, wij kennen deze nauw om de hals
liggende lijn al eenigszins, de mouwen
echter zijn van model veranderd, evenals
de rokken. Wij zien ruime bovenmouwen,
ballonmouwen zouden wij het kunnen noe
men, sommige den indruk gevend van een
capetje.
Garneeringen in alle denkbare genres
treffen wij bij deze japonnen aan. Brode
rie, reliefgarneerlng en „last not least"
de koordgarneering, een vinding, die zeer
elegant werkt en geïnspireerd is door de
Tsjechische dracht.
Mantels zien wij voornamelijk uitgevoerd
ln de warme stoffen bouclé en duvetine.
Met rijke garneeringen Ook in de bont
soorten zijn nieuwe vindingen, zoo viel ons
bijzonder op een bontmantel van tijgervel,
met groote beverkraag. Zeer in den smaak
zullen naar alle waarschijnlijkheid ook de
zilvervos, de zobelfeh en nutria vallen.
De avondkleeding is betooverend van
stijl, kleur en lijn. Wat ons hierin getoond
werd is op zichzelf zéker al de moeite van
een uitvoerige bespreking waard. Wij moe
ten ons echter weer beperken en wijzen
alleen op de Italiaansche stijl, die wij in
veel modellen aantroffen. Het is duidelijk
merkbaar dat deze ontstaan is door be
wonderende belangstelling voor de Renais-
sance-expositie op de Parijsche tentoon
stelling.
Het materiaal, waaruit de avondjurken
zijn vervaardigd, is indrukwekkender dan
ooit. Wij zien velours, chiffon, taft even
als bij de middagjapon zoowel uni als
changant en niet te vergeten het
prachtige „taffetas-metal". En ook hier
de nieuwe kleuren bruin en groen naast
het nog steeds en terecht geliefde
zwart en Bordeauxrood.
Wat vorm, kleur en weefsel betreft, iedere
vrouw kan het bij haar passende kiezen.
Variatie op ieder onderdeel van het mode
gebied. Hoeden in cloche-, toque-, baret--
model. En velen zullen de hoed met terug
geslagen rand met vreugde begroet hebben.
Wij bewonderen de creaties van Gerzon
zelf naast die van bekende groote mode
huizen. Descat komt met elegante, spor
tieve modellen in antilope-vilt. En daar
naast kleine gekleede toque-modellen, an-
tilope-leer; alphonsine, agnès, Maria Guy
en Susanne.
Talbot geeft behalve de voor-opgeslagen
hoed van velours, combinaties van vilt en
fluweel.
Blanche. Simone en Molyneux brengen
een geheel ander type op hoedengebied
Perzianer Breitschwanz en geschoren lam
(broadtail).
De hooge bol wordt ook weer gelanceerd
met het meeste succes door Patou, een bij
zonder apart model is zijn Champs-Elysées
schepping. Patou heeft, zooals steeds, niet
alleen zijn absoluut eigen, persoonlijke
smaak, wat hoeden betreft, ook zijn kleu
ren zijn van bijzonderen aard. De fijne
kleur bleu-violet en mosgroen stamt van
dit modehuis.
Behalve deze unieke kleuren zien wij nog
koperkleur, een warme kleur, die menigeen
getroffen moet hebben.
Garneeringen op de hoeden bestaan
voornamelijk uit veeren en voiles. Vollet-
tes, die ragfijn om het gelaat zweven, een
nóg artistieker en eleganter accent aan
de toch al kunstvolle modellen geven. Wij
zien de veergarneeringen doorgevoerd tot
bijna de geheele bol uit veeren schijnt
te bestaan. Dit is het geval bij de zooge
naamde Italiaansche soldatenhoed, een
model met zeer hooge bol. geheel bedekt
met veeren in dezelfde kleur. Wij bewon
deren in dit genre een diep groene hoed,
gedragen bij een groene middagjapon. De
veeren in iets donkerder kleur dan de
hoed zelf. Voor eenvoudige ontwerpen zien
wij sportieve fantasieveertjes, ornamentjes
van metaal en kristal. Ook combinaties
met simili.
Blanche en Simone geven ons vlotte,
sportieve modellen, zoo noemen wij „Tar-
zan", en de meer gekleede „Premier Cha-
peau", beide van vilt met opgeslagen rand
van achteren.
Rose Valois creëerde haar Bersaglieri,
geïnspireerd door de Italiaansche Alpine
troepen.
Victoria Crosnie komt met gekleede
hoeden van velours en vilt, niet zelden
met bont gecombineerd, gegarneerd met
simili-ornamenten en voilettes.
Dit zijn. heel in het kort, de algemeene
indrukken die Gerzon ons geeft. Wij zul
len thans ons enkele modellen voor oogen
brengen, die ons bijzonder zijn opgevallen.
Daar is dan om te beginnen de cock
tail-Japon, een model, dat graag gezien
wordt en geschikt is voor zeer gekleede
middagjurk, zoowel als voor avondjapon.
Als „overdracht" wordt hierbij een bont-
capetje gedragen Deze bontcapes zien wij
's avonds en 's middags. Een aardige vin-
ding is het split, dat wij bij één capetje
zagen, een split van enkele decimeters
lengte aan den onderrand, over de arm.
Dan toont ons een mannequin een
strenge velours avondjurk, zwart, met
bijpassend „duivelskapje", een zwarte
BINNENLAND.
De marine-maiioeuvTes; aanval,op onze
kust (4de Blad).
De handelsdelegatie uit Finland terug
gekeerd; een onderhoud met den heer
Gelderman (Binnenland, 5de Blad).
Bepalingen op den loodsdienst voor
zeeschepen; memorie van antwoord aan
de Eerste Kamer (Binnenland, 1ste Blad).
Verhooging van den broodprijs had
voorkomen kunnen worden (6de Blad).
Plannen om te Noordwijk een gedenk-
teeken op te richten ter nagedachtenis
van Koningin Astrid van België
(Binnenland, 5de Blad)
De „Poolster" is vergaan. (Gemengd, 6e
Blad).
BUITENLAND.
Rond het Italiaansch-Abessynisch con
flict (Buitenland. 1ste Blad).
Bezorgdheid over den toestand in Oost-
Europa (Buitenland, 1ste Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN,
EERSTE BLAD.
hoofdbedekking die élégant het hoofd
siert en speciaal ontworpen is bij de haar
dracht, die wij tegenwoordig snel hebben
zien opkomen: de krullen in den hals.
Wat niet wegneemt, dat dit kapje ook
zónder krullen gedragen kan worden.
Als avondjapon maakt zeer zeker de
cameleon niét de minste indruk! Een
groen-rood changeant taffetas creatie,
met lange sleep. De sleepmode hebben wij
geaccepteerd en zeker niet ten onrechte!
Wat maakt een eleganter indruk bij
avondfeesten dan een sierlijk sleepge
waad, mits met gratie gedragen en dat
kónden Gerzon's mannequins. Niet alleen
de avondjurken, ook de middagmodellen
zijn op elke denkbare manier met corsa
ges gegarneerd. Wij zien bloem-motieven
aan den hals, bloemgarneeringen op de
ceintuur, langgerekt en rond. Een accent,
wij zeiden het reeds, dat ook duidelijk
het „vrouwelijke" wil doen uitkomen en
daar met succes in slaagt.
Een apart complet bewonderen wij in
lichtblauwe zijde, met koningsblauwe-cape,
een schepping, zóó warm van kleur als wij
niet dikwijls zullen zien.
Iets moeten wij nog zeggen over de
mouwen van de avondjürken. Want mou
wen zien wij in de meeste gevallen, tot
de elleboog reikende en heele lange. De
lange in de meeste gevallen ruim tot de
elleboog, daar nauw aangehaald en slui
tend om den onderarm, de zoogenaamde
handschoenmouw. Zoo zien wij een groen
model van zacht-groen weefsel, met kant-
tulle bovenmouw en nauwsluitende flu-
weelen ondermouw. Een bijzondere vin
ding is de „mouw-met-sleep", zouden wij
het willen noemen. De mouw op zich zelf
reikt niet verder dan omstreeks de elle
boog, daaraan hangt het verlengstuk, een
gegeven dat vooral bij bals graag aange
wend zal worden; bij het oplichten van
den arm immers hangt de sleep gracieus
af langs arm en figuur.
In het geheel nieuwe cellophan-weefsel
zien wij een zwart model, met openge
werkte mouw, bestemd als gekleede mid
dagjurk, hierbij wordt met succes de
aureoolhoed gedragen, een model dat zeer
zeker: oppassen vereischt! Lang niet ieder
kan deze geheel uit het gezicht staande
hoed dragen, maar wié het staat, staat
het ook uitstekend!
Een ivoor-kleurige avondjurk met heel
bijzondere garneering, van aparte coupe,
is één der modellen die het meeste succes
boekt. Een breede rand onder aan de
wijd uitstaande rok geheel met stiksels
gegarneerd. Deze stikselgarneering vindt
eveneens toepassing op de fraaie Ita
liaansche medici-kraag, de breede, wijd
om den hals uitstaande kraag, zooals wij
die kennen van de Italiaansche prinsessen
uit dien tijd. Klein was ditzelfde motief
aangevoerd op de smalle bandjes waarmee
de ballonmouw boven de elleboog om den
arm slaat.
Als laatste willen wij niet onvermeld
laten de prune-kleurige japon, van satin-
cloqué, met bontcajjetje van vos, in de
zelfde pruimkleur geverfd.
Graag zouden wij nog veel meer model
len aan een nauwkeurige beschrijving on
derwerpen, maar zooals gezegd, dit is nu
eenmaal onmogelijk. Wij kunnen alleen
nog ieder den raad geven, zélf een kijkje
te gaan nemen in Gerzon's modemaga
zijnen en mét ons tot de conclusie te ko
men dat Gerzon wederom, zooals steeds,
zijn naam van befaamd modehuis alle eer
aandoet!
n-
DE ZIJL.
De Zweminrichting „de Zijl" is heden
voor het laatst in dit seizoen geopend.