BOUWPLAAT
KLEIN MOEDERTJE
Hmn I
CORRESPONDENTIE.
LANDHUIS
De teekeningen op dun, doorzichtig pa
pier overtrekken. (Aan het voorbeeld hoef
je niets te doen. Dat dient alleen maar om
naar te kijken).
Nu alles op dun, buigzaam karton plak
ken.
Dan een en ander kleuren.
Vervolgens de plaatjes uitsnijden en de
reepjes of lipjes omvouwen.
Als je dat secuur gedaan hebt, kun je
met plakken beginnen.
Let daarbij vooral op de nummers, wan9
de 1 moet op de 1 komen, de 2 op de 2 enz.
Staat het landhuis goed stevig?
(Nadruk verboden)
Er is flink, heel flink gewerkt, onge
veer 100 brieven (ik weet niet het juiste
aantal) met goede oplossingen van Mies
Poes.
Alle zestien die gelukkig waren bij het
loten, hartelijk gefeliciteerd met hun prüs.
Ik reken en vertrouw er op. dat alle zes
tien mij zullen schrijven, dat zij er blij
mee zullen zijn en ook eens vertellen of
het de eerste maal is dat zij een boek
loten. Later zullen zij mij zeker wel schrij
ven. als zij hun prijs hebben gehaald, hoe
of het boek heet.
Alle nieuwelingen zijn welkom!
Van af 7 jaar mag men mee doen. dat
behoeft mij niet eerst gevraagd te worden,
ga gerust maar meedoen.
Hartelijk dank voor brieven en brief
kaarten met goede wenschen voor mijn
gezondheid en vriendelijke woorden van
blijdschap dat ik nu weer voor de raad-
seljeugd werk.
Alle jarigen gefeliciteerd!
Alle zieken van harte beterschap!
Wie raadsels voor mij heeft, mag ze mij
nu weer sturen. Ik wensch allen heel veel
genoegen met de 3 Octoberfeesten in de
volgende week. Moge het dan mooi weer
zijn voor Leiden's feesten.
Van ganscher harte hoop ik tot de vol
gende week!
Hartelijk gegroet door
Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREN
Den Haag. v. Beunlngenstraat 42.
0
Ik heb een lieve, kleine zus
Met haartjes als van goud
En wangen als fluweel zoo zacht,
Waar 'k o, zoo veel van houd!
Als moeder soms een boodschap doet,
Dan mag ik „moeder" zijn.
Ik pas dan op m'n lieve zus.
Ze is ook nog zoo klein!
Soms huilt ze wel eens en dan zing
Ik liedjes, o zoo zacht.
Totdat de traantjes weg zijn en
Ze vriendelijk weer lacht!
'k Heb poppen, wel een stuk of vijf,
Zelfs een, die „mamma" zegt.
Maai' poppen zijn maar poppen, hè?
'k Vind zusje veel meer „echt".
En later, als ik grooter ben,
(Ik neem 'tmij stellig voor!)
Wil ik een echte moeder zijn.
Dat lijkt me eenig, hoor!
(Nadruk verboden) RO FRANKFORT WERKENDAM.
ILJUC