Stranding motorschoener „Kalba'' - Engelsche troepen naar Egypte GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE STORM heeft ook in Engeland flink huis gehouden. De oude promenade te Har rison door de golven geheel yerniéld. PRINSES ILEANA de gemalin van aartshertog Anton van Habsburg in boerinnekleeding bij de opening van een landbouwtentoonstelling. DE HULDIGING VAN COR BLEKEMOLEN in het Stadion te Amsterdam ter gelegen heid van zijn 25-jarige wieler-loopbaan. De heer Strengholt spreekt den jubilaris toe. AAN' DE TE VELDE STAANDE KOOL worden groote verwoestingen aange richt door de z.g. luizenplaag. De oogst is op de meeste plaatsen voor 80 pCfc. vernield. Totaal kaal gevreten kool planten te Langendijk. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 67) HOOFDSTUK XL. In de aangrenzende kamer luisterden de prins en de baron door zorgvuldig aan gebrachte kijkgaten en hun gezichten drukten groote voldoening uit, want ze waren beiden overtuigd, dat Hallam hun werktuig was en dat zij er in zouden sla gen hem te behouden. „Het is een handige kleine duivel", Luisterde de baron goedkeurend. „Maar de baron zegt, dat hij je kan rumeeren. Is dat waar?" zei Valda. „Ja. Als ze me bij de admiraliteit ver raden zou ik voor de rest van mijn leven de gevangenis ingaan of gefusilleerd wor den", zei Guy. „Dan moet je toegeven. Je bent in ge vaar. Ik ben bang", riep ze. „Ik ben zoo beu van de heele geschie denis". „En ik dan? Guy. Niets anders komt er op aan zoolang wij maar samen zijn. Bo vendien zal er geen gevaar bij zijn. Het is heel natuurlijk dat jij me schrijft. De ba ton heeft de code uitgelegd. Lieveling, ik smeek je. doe wat ik vraag". Ze kuste hem telkens weer en slaakte ten kreet van vreugde toen hij scheen te tullen toegeven. „Ik wist wel, dat je verstandig zoudt zijn. Zeg dat je het doet en dan zal lk hen terug roepen". „Neen", zei hij heftig. „Het zijn er de mannen niet naar om zich te laten voor den gek houden. Ze zul len je verraden en wat moet ik dan be ginnen?" Ze speelde uitstekend comedie en zij verborg haar gezicht aan zijn borst, hef tig snikkend. ,,Er is aan haar een groot actrice voor de wereld verloren gegaan", fluisterde de prins. „Ze zal het wel winnen", antwoordde de baron op denzelfden zachten toon. „O, Guy. Wat zou mijn leven zijn als ik jou niet had. Mijn hart zou breken. Ik zou sterven Wees lief voor me. Vraag lk nu zooveel?" „Alleen maar mijn eer". „Maar ik geef jou mezelf". Ze kuste hem weer en haar oogen waren vol van wilde smeeking. „Prachtig", mompelde de prins. Guy vond dat hij nu wel beginnen kon toe te geven. De spanning was hevig ge weest, zijn slapen klopten, maar haar armen hielden hem stevig vast. „Ik kan je niet opgeven", riep hij. Terstond was ze opgesprongen en liep naar de deur. „Baron", riep ze triomfantelijk, en ging toen weer naar Guy toe om hun terug keer af te wachten. En toen zij binnen kwamen, had ze haar arm door die van Guy gestoken en keek hen aan. „Mijnheer Hallam zal verstandig zijn", kondigde ze aan. „Goed", zei de prins. „En nu uw beloo ning". Hij haalde uit zijn vestzak een ring met een grooten diamant. „Geef me uw hand", zei hij en zij slaakte een kreet toen ze het magnifieke kleinood zag schitteren. „Een vorstelijke gift", zei ze dankbaar. „Nu nog een glas wijn tot besluit", stelde de prins glimlachend voor en toen de glazen gevuld waren, hief hij het zijne op en zei plechtig: „Op den dag", en keek Guy strak aan. „Op den Dag", antwoordde deze. „Bedoelt u onzen trouwdag?" vroeg Valda luchtig. „Die zal gauw zijn'". Ze deed haar mantel dicht. „Ik ben moe. Je kunt me naar huis brengen, Guy. Goeden nacht, prins. Goe den nacht, baron". „Goeden nacht", zeiden de Duitschers en eenige oogenblikken later zaten Valda en Guy In de auto van den baron. .Dat zou ik niet graag nog eens door maken", zei hij heesch en veegde zijn voorhoofd met zijn zakdoek af. Haar hand lag op de zijne en hij voelde hoe heftig die beefde. „Je was bewonderenswaardig. Engeland heeft je veel te danken", zei hij ernstig. „Geloof je dat we er hem van overtuigd hebben dat je een landverrader bent?" vroeg zij. „Ja", zei hij vol vertrouwen. „Wat een dwazen! Wat een groote dwa zen! En dat zijn nu mannen, die zich zelf geluk wenschen met hun intelligentie Om te denken dat jij Engeland zou kunnen verraden! De idioten!" riep ze min achtend. „Zullen ze ons vertrouwen?" „Ja, en zul jij me mooie minnebrie ven schrijven?" „Het is niet goed om jou dat te laten doen. Je bent een jong meisje. Je moeder was wat anders". „Ik ben bereid het voor jou te doen". „Je zult er niet veel gevaar bij loopen tenslotte. Misschien komt er geen oorlog". „Twijfel jij daar nog aan?" vroeg ze heel ernstig. „Zelfs als de oorlog uitbreekt zul jij geen gevaar loopen. Niemand in dit land zal jou straffen". „Gelukkig dat je aan mij gedacht hebt. Dat zal ik nooit vergeten". De auto stopte voor de deur. „Ik vraag je niet om nog boven te ko men. Ik ben erg moe. Dag liefste!" zei ze teeder. „Dag Valda. Je hebt je kranig gehou den, ik zal het den admiraal vertellen". „Het was voor jou, alleen voor jou", zei ze vurig. Hij trok haar naar zich toe en kuste haar teeder op de wang. „Goeden nacht. Je bent dapper ge weest". Valda keerde zich bij de deur om en wuifde hem na. Ze dacht pas aan Stella toen zij den sleutel in het slot stak. De opwinding was voorbij en ze voelde zich afgemat. En toch moest ze sterk zijn, want de strijd was nog niet ten einde. Stella was in de zitkamer en stond met °en booze uitdrukking op haar gezicht op toen ze binnen kwam. „Je bent me een verklaring schuldig", begon ze opgewonden. Ze had al den tijd, dat Valda weg was, over de woorden, die ze gehoord had, na gedacht. Ze konden maar één beteekenis hebben dat Guy een spion was, en toch zei haar instinct haar dat zooiets onmo gelijk was. Eén ding was zeker Valda was in den Geheimen Duitschen Dienst. Er was ergens een geheim en dat zou ze oplossen. „Met wat voor recht vraag je me dat?" vroeg Valda bedaard. „Met het recht van mijn liefde voor Guy Hallam". „Dat recht erken ik niet. Ik kan je geen uitleg geven". „Dan moet ik naar mijnheer Hallam gaan". „Dat kan ik je niet beletten. Maar ik waarschuw je vooruit, je zult hem alleen hinderen". „Daar kan ik niets aan doen. Ik voel dat hij in groot gevaar verkeert. Jij bent een spion en je hebt een val voor hem uitgezet" „Dat is niet waar. Maar ik kan je niets zeggen. Hei is heel jammer dat je gehoord hebt wat niet voor jouw ooren bestemd was". „Ik begrijp dat je dat vindt ik heb je ontmaskerd en ik herinner me nu zoo veel dingen". „Ik wou dat je weg wilde gaan", zei Valda afgemat. Stella ging terstond en keerde naar haar hotel terug. Het was reeds laat en tot haar verbazing werd ze in de hall aangehouden door een bediende. „Mevrouw Cameron is gekomen, juf frouw. Ze is in haar oude zitkamer en heeft de boodschap gegeven, dat u bij haar moest komen zoodra u terug kwam". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5