De Koningin bezoekt Kunst S. O. S. -tentoonstelling - Buziau gehuldigd
GEVAARLIJK SPEL
76ite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Bladt
FEUILLETON.
„CALENDIO" EN ZIJN BERIJDER
bij een val tijdens de
Newton Abbot races.
SPROOKJES-OPTGGHT TE ROTTERDAM
in verband met de V.V.V,-week,
„Repelsteeltje",
NABIJ ZWOLLE is een auto geslipt en tegen een boom terecht gekomen. De wagen werd
zwaar beschadigd. Wonder bove.n wonder waren de inzittenden ongedeerd.
II. MDE KONINGIN bezocht de tentoonstelling „Kunst
6.0,8," in de Kon. Kunstzaal Kleykamp in den Haag. De
aapkomst van de Koningin bij Kleykamp.
VAN EEN AANTAL INGEZONDEN AFFICHES
welke door den Ned. Bioscoopbond werden ontvan
gen in verband met het 40-jarig bestaan van den
bond, werd bovenstaand bekroond.
DE ENGELSCHE LEGEKMANOEUVRES in de streek van Hampshire.
lichte tanks, gevolgd door de Irish" Guards.
De Gordon Lloyd
BL'ZIAU TE 's-HEUTOGENBOSCH GEHULDIGD. Na zijn val is Buziau bij zijn eerste op
treden te den Bosch gehuldigd. Het Bos' Muziekkorps brengt Buziau
een serenade.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
63)
Wat had hij opgegeven? Alles wat het
leven voor hem waarde gaf. Maar hij had
zijn eer ongeschonden bewaard en kon de
wereld nog in het gelaat zien. Hij moest
Valda met een glimlachend gezicht ont
moeten. Was het wel eerlijk haar te trou
wen, wanneer hij een andere vrouw zoo
hartstochtelijk lief had?
„Ze kan in ieder geval niet zeggen, dat
lk haar bedrogen heb", zei hij tot zichzelf,
bij wijze van troost.
Valda had hem vrij willen laten, wat hij
terecht had geweigerd, want hij was be
sloten dit spel te spelen, wat het hem ook
mocht kosten.
Te midden van zijn overdenkingen ging
de deur open en hij keek niet op voor zijn
naam genoemd werd.
„Guy, ik moest naar je toe".
Het was Valda en Guy sprong op en
staarde haar verbaasd aan.
„Ik kón niet wegblijven. Ik ben zoo ner
veus en ongelukkig. Er was iets dat me
scheen toe te fluisteren dat dat Ze
hield op en keek hem angstig aan. „Is
Stella hier geweest?" vroeg ze tenslotte.
„Ja", antwoordde hij zonder aarzelen.
„Waarom kwam ze? Ik zag haar van
middag en vreesde
„Je kunt me vertrouwen, Valda", viel hij
haar vlug In de reden.
„Dat weet ik", zei ze met een zucht van
verlichting, ..Wil je me vertellen wat ze
gezegd heeft? Is ze alleen gekomen?"
„Ze was met sir George Granston. En
wat ze gezegd heeft? Ik kan je dat niet
vertellen, maar je hebt geen reden om
jaloersch te zijn".
Valda begon zich af te vragen hoe ze
er ooit over had kunnen denken om Guy
vrij te laten. Zelfs nu werd ze verteerd
van jalouzie, ofschoon haar verstand
haar zei, dat ze er geen reden voor had.
Misschien was het verkeerd geweest om
dit bezoek te brengen, want het bracht
haar geen troost. Ze zag hoezeer Guy in
de war was en het herinnerde er haar
weer aan dat hij nog steeds Stella lief
had.
„Waarom kon ze niet wegblijven?"
vroeg ze bitter in zichzelf.
„Ik moet gaan eten, ik moet over een
paar minuten weg", zei hij plotseling.
„Mag ik bij Jfe blijven?"
De humeurige uitdrukking verdween van
zijn gezicht. Tenslotte was Valda niet ver
antwoordelijk voor het gebeurde en waar
om zou zij er dan onder lijden? De meld
was binnengekomen en Guy beval haar
voor een persoon meer te dekken.
„Ik zal blij zijn als de avond om ls", zei
hij, toen ze weer alleen waren. „Valda, heb
je al een dag bepaald? Kun je over veer
tien dagen klaar zijn?"
„Ja", antwoordde ze zacht en ze bloosde.
,Dat ls dan afgesproken, over veertien
dagen", zei hij met goed gehuichelde op
gewektheid, ofschoon hij het gevoel had
of hij zijn eigen doodvonnis teekende.
HOOFDSTUK XXXVIII.
Toen Hallam op de admiraliteit kwam,
zat admiraal Langton daar reeds onge
duldig op hem te wachten.
„Ik moet je even spreken, heb je dien
mijnheer Sinclair, die je vanavond hier
zou komen opzoeken, al gezien?" vroeg hij.
„De baron komt zelf".
„Goed. Hij zal makkelijker te overtuigen
zijn. Je moet goed comediespelen van
avond, Hallam. Doe nerveus, maar vooral
natuurlijk. Er hangt vanavond heel veel
van jou af".
„Dat weet ik, mijnheer. Ik heb goed
alles wat ik doen zal, overdacht".
„Ik weet zeker, dat je zult slagen. Heb
je sir Granston ook gezien?"
„Ja, mijnheer", antwoordde Guy norsch.
„Hij heeft me opgezocht vandaag. Het
was een moeilijke positie. We moeten
morgen eens praten. Zou je graag weer
naar zee gaan?"
„Ja mijnheer", zei Guy zoo snel, dat de
admiraal lachte. „Ik ga over veertien
dagen trouwen".
„Ik wou dat het over een maand was.
De „Clytie" is op het punt in dienst te
worden gesteld".
„De Clytie?" herhaalde Guy. „Dat is een
nieuwe lichte kruiser".
„Ja, en ze wordt een flotille-leider. Ze
zal het meeste van den oorlog zien".
„Zegt u dit alles met opzet, mijnheer?"
„Wij moeten jou beloonen, Hallam. Er
wordt ook gedacht over promotie, maar
daar zul je later wel van hooren. Veel
succes vanavond".
„Goeden avond, mijnheer".
Hallam ging aan zijn schrijftafel zitten
en eenige oogenblikken vergat hij al zijn
verdriet. De „Clytie"! Juist het schip, dat
hij zou hebben gekozen, een nieuw type,
waar hij groot vertrouwen in had. Weer
naar zee en het werk doen, dat hij lief
had!
Waarom zou de admiraal hebben ge
zinspeeld dat zijn huwelijk nog veertien
dagen zou worden uitgesteld?
Die toespeling beteekende eigenlijk een
bevel, dat hij moest gehoorzamen. Was dit
oneerlijk tegenover Valda dit gevoel
van opluchting, dat het uitstel hem gaf?
Hij begon rusteloos heen en weer te
loopen en dacht over alles na, wat de ba
ron gezegd had met betrekking tot den
aanstaanden oorlog. Zoo iemand zou niet
zonder reden zoo spreken. Bovendien had
admiraal Langton ook eenige toespelingen
gemaakt, die veelbeteekenend waren. Het
is natuurlijk, dat een zeeofficier met blijd
schap het onvermijdelijk einde ziet nade
ren van de jaren van oefening.
Guy had veel theorieën, die hij graag
op de proef zou willen stellen en de mo
gelijkheid, dat die gelegenheid nabij was,
deed bem ontzettend veel genoegen. Er
werd aan de deur geklopt.
„Binnn", zei hij.
„Daar is een zekere mijnheer Sinclair
om u te spreken, mijnheer", zei de waker.
„Laat hem binnenkomen".
Eenige oogenblikken later kwam een
heer in avondcostuum binnen. Clarkson
was merkwaardig goed geslaagd en eerst
toen hij begon te spreken was Guy er
zeker van dat hij den baron voor zich had.
„Alles veilig?" vroeg de baron, toen de
deur dicht was.
„Ja, maar we moeten dadelijk aan het
werk. Het gebeurt zelden dat er nog zoo
laat iemand terug kogit, ©aar het is al
tijd mogelijk. Ik zal me niet gerust voelen
voor u weer weg is".
„Waar is de brandkast?"
„Die deur is van de kamer van den ad
miraal. Ik heb een electrlsche lantaarn.
Zal ik de plannen halen?"
„Ik ga mee".
„Zooals u wilt".
Guy bracht hem naar de andere kamer,
zette het licht op de brandkast en stak de
sleutel in het slot.
„Maak voort", zei de baron ongeduldig.
De safe was open en na een oogenblik
zoeken haalde Guy er een groote enve
loppe uit.
„Ga mee naar je kamer, gauw wat",
riep de baron,
„De enveloppe is gesloten", zei Guy met
goed gehuichelde teleurstelling.
„Dat doet er niet toe. Geef hier. Luistert
u aan de deur. Hoest hard als Je iets ver
dachts hoort".
Terwijl hij sprak, peuterde de baron
met een scherp mesje aan de enveloppe.
Zulk werk was kinderspel voor hem en in
korten tijd lagen de plannen voor hem.
Hij bleef er lang over gebogen zitten,
alleen nu en dan eenige aanteekeningen
makende van de belangrijkste punten. Hij
werkte meer dan een uur door, maar ein
delijk slaakte hij een zucht van verlich
ting. De papieren werden terug gedaan in
den omslag en de enveloppe zorgvuldig en
handig weer dicht gemaakt.
„Dat is een goed stuk werk geweest.
Mijnheer Hallam ziet u er iets verkeerds
aan?"
Guy bekeek de enveloppe zorgvuldig.
„Neen, het is gewoon merkwaardig".
.(Wordt vervolgdj.