AFSCHEID EN INSTALLATIE DER DIRECTEUREN
DER MARTHA-STICHTING.
76"le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 September 1935
Vierde Blad
No. 23152
Alphen's burgerij biedt een
monumentale bank aan,
welke aanbieding werd
verricht door den
burgemeester
den heer P. A. Colijn.
Van en over Plankenlantl.
BURG. STAND VAN LEIDEN
Prof. Dr. P. Zeeman.
Ds. A. W. Voors.
Gistermiddag was het voor de Martha-
Sticliting inrichting voor onverzorgde
kinderen wel een bijzonder plechtig
hui een uur'van weemoed en anderzijds
blijdschap, n.l. bij het afscheid van ds. en
mevr. A. W. Voors als directeur en direc
trice en de installatie van ds. en mevr.
J, Th. Meijer. Vooral voor ds. en mevr.
Voors moet het een bijzondere ure zijn
geweest om van hun levenstaak en een
verblijf van niet minder dan ruim 28 jaar,
afscheid te hebben moeten nemen.
Het afscheid en de installatie vond
plaats in de kerkzaal der inrichting. Ter
gelegenheid van deze plechtigheid had
men in het midden der zaal een spreek
gestoelte, omgeven door palmen geplaatst,
raarvooi' de scheidende en nieuwe direc
teur en hun echtgenooten met hun fami
lie hadden plaats genomen, terwijl overi
gens de zaal geheel was gevuld met an
dere belangstellenden. Onder de aanwezi
gen zagen wij o.m. benevens het bestuur
dei inrichting, medewerkenden, tal van
oud-verpleegden, afgevaardigden en ver
tegenwoordigers van verschillende chr.
philanthroplsche inrichtingen hier te
lande, voogdijraad te Leiden, plaatselijke
predikanten, een vertegenwoordiger van
bet classicaal kerkbestuur der N.H. Kerk
Leiden; den burgemeester en den ge
meente-secretaris der gemeente Alphen
aan den Rijn en tal van andere genoo-
digden en belangstellenden.
De bijeenkomst werd geopend met het
gemeenschappelijk zingen van Ps. 89 1
(n 7. Na een welkomstwoord door den
raorzitter ds. J. L. de Heer uit Rotterdam,
rerkreeg hierna het muziek-ensemble uit
tie Martha-stichting gelegenheid om een
andante uit de Symphonie met den Pau
kenslag van J. Haycjn. ten gehoore te
brengen. De voorzitter ging hierna over
tot het lezen van een schriftgedeelte uit
Homeinen 8 en Efeze 3 om vervolgens de
aanwezigen voor te gaan in gebed.
Vervolgens richtte zich de voorzitter tot
en mevr. Voors. Allereerst wees spr. op
de bijzondere beteekenis van dezen dag in
de geschiedenis voor de Martha-Stichting.
Tevens op de talrijke veranderingen die
sinds de komst van ds. Voors onder zijn
bekwame leiding in de inrichting hebben
plaats gegrepen en het groote gewicht
ran een juiste leiding, die bij ds. Voors
ioo bijzonder was vertrouwd. Vooral In
ten dergelijke inrichting is een speciale
leiding noodig. Deze inrichting is geen
dood ding. doch een levend organisme,
Kaarbij vooral een christelijke opvoeding
leer veel vraagt. Het ideaal en hoofdzaak
is niet alleen de maatschappelijke opvoe
ding, doch dat deze misdeelde kinderen tot
Christus worden gebracht. Vervolgens laat
spr. de geschiedenis der inrichting de
rtvue passeeren. Zich hierna weer tot ds.
Voors en mevr. Voors richtend, wees hij
ben er op hoe God hen in alles zoo won
derlijk heeft gesterkt zoowel lichamelijk
HET KOMENDE SEIZOEN.
t.
Wij schrijven medio September en dus
beeft de zomer afgedaan. Als vanzelf moet
taarop volgen; en beginnen de winter-
fenoegensl Daartoe rekenen wij in de
(erste plaats; tooneel
Er is en wordt wel eens beweerd, dat
bet Tooneel dood is. Niets is minder waar,
iet Tooneel beleeft slechts een crisis. Eens
tal deze overwonnen worden..,. Wanneer
(i weer tooneelschrijvers zullen opstaan
die den polsslag voelen van onzen zeer
'(zonderen tijd. Het Tooneel lijdt immers
diet aan gebrek aan vertolkers, o.i. slechts
tan gebrek aan tooneelstukken, die in
haat zijn, ons geslacht te boeien. Ons
tigeri Tooneel heeft de laatste 30 jaar
weinig goeds voortgebracht. Heyermans is
l(t ziele en Fabricius schijnt langzamer
hand uitgeput. Daarop volgt een reeks
middelmatigheden, die zich nog niet hoo-
Rr konden verheffen. En in het buiten-
and beginnen kopstukken als een Ber-
'ud Shaw. een Molnar hun greep op het
Publiek zelfs te verliezen. Hernieuwers
Ut er noodig.
Dat het Tooneel op zich zelf niet dood
un zijn, het wordt wel in 't bijzonder
«wezen door een Esther de BoerVan
Haar gezelschap heeft een zuiver
konomisch bestaan, omdat men onze
•Kniertje" nog zoo gaarne ziet, zelfs in
E'kken, die soms weinig te beteekenen
fbben. Men komt voor haar „spel"
"*ijs, dat het groote publiek werkelijk
3*1 wil en geen mooi-zltten en al dat
JWjk fraais, factoren, die aan het
Jteeel hebben gebracht krachten, die er
ajklijk nooit hadden behooren te komen,
illusie van een gezelschap, bestaande
alleen spelers van het eerste plan
Jals b.v. destijds het Wiener Hofburg-
«ater blijft voorloopig een illusie. De
ïien daarvoor schijnen in ons landje
niet rijp te zijn. Te veel gezelschap
als geestelijk en hen voor dezen arbeid
heeft willen gebruiken. Een plechtig m°-
,ment is het dan als de voorzitter hen He
belofte door hen 28 jaar geleden afge
legd, nu namens bet bestuur teruggeeft
en hen van de leiding der inrichting ont
slaat er hierbij op wijzende, dat de lijf
spreuk van ds. Voors ,,De Heer zal voor
zien" nu kan worden omgezet in „De
Heer heeft voorzien". Spr. neemt dan af
scheid met de woorden: „De Heere zegene
en behoede U, de Heere doe zijn aange
zicht over U lichten en zij U genadig. De
Heere verheffe zijn aanschijn over U en
zegene U in uw rust, zooals hij in uw
werk krachtig heeft gesterkt". Deze toe
spraak wordt besloten met het zingen van
Ps. 121 144; „De Heer zal U steeds gade
slaan".
De voorzitter gaat hierna over tot de
installatie van den nieuw benoemden di
recteur en zijn echtgenoote ds. J. Th.
Meijer, waarbij hij hen allereerst wijst op
de geheel andere omstandigheden als veor
28 jaar toen ds. Voors en zijn echtge
noote werden geïnstalleerd. De voorzitter
wilde hen echter ook een bemoedigend
woord mede geven en wel uit Filippenzen
4 19 „Mijn God zal naar Zijn rijkdom,
al Uw nooddruft vervullen, in Jezus
Christus den Heere".
Na deze toespraak werd den nieuwen
directeur en zijn echtgenoote verzocht zich
van hun zitplaatsen te verheffen en werd
hen op plechtige wijze de leiding der in
richting namens het bestuur overgedra
gen.
De aanwezigen bezegelde deze toespraak
met het zingen van gezang 224 1, 5 „U
zeegne God".
Na de pauze werd het eerst het woord
gevoerd door den burgemeester, den heer
P. A. Colijn namens het gemeentebestuur
en vervolgens in zijn kwaliteit als voor
zitter van een zich uit de burgerij gevormd
comité. Het zich losmaken, aldus de bur
gemeester, van een zoo veeljarigen arbeid,
moge voor U zelf een der aangrijpenste
oogenblikken in Uw leven zijn, ook anderen
zijn van de beteekenis van dit heengaan
diep doordrongen. Als wij dit zeggen, heb
bed wij 't ook op een breeden kring waarin
uw arbeid groote waardeering heeft ge
vonden en waaruit men U noode ziet ver
trekken. Mij valt de eer te beurt namens
dien breeden kring, n.l. Alphen's burgerij,
van dien dank te gewagen. Uw arbeid
temidden van uw groote gezin, zooals ge
bijvoorkeur de inrichting noemdet, droeg
ongetwijfeld een veelzijdig karakter en
het is voor niet-ingewijden moeilijk de
beteekenis ervan ten volle te verstaan en
moeilijker nog te zeggen welk deel van
dien arbeid het belangrijkste was, omdat
het religieus en het sociaal element ten
nauwste met elkaar waren verbonden. Als
ons comité gemeend heeft op het laatste
in het bijzonder den nadruk te moeten
pen betwisten elkaar den voorrang, ge
groepeerd om eenige leidende figuren.
Het gebruikelijke va-et-vient, helaas te
dikwijls ook een gevolg van het „sauve
qui peut", heeft weer plaats gehad en
nog zijn er spelers van kaliber, die geen
plaats in een gezelschap, dat op behoor
lijke basis is geworteld, hebben veroverd.
Nogmaals, het Tooneel is in een pe
riode van crisis, die doorworsteld zal moe
ten worden. Moeizaam en vol opoffering.
Maar 't zij zoo. De gansche wereld ver
keert immers in een crisis A propos,
waar blijft b.v. het werk over onzen cri
sis-tijd?
Deze crisis-tijd zal ongetwijfeld verkil
lende adem doen gaan over het komende
seizoen. Voor experimenteeren in de juiste
beteekenis zal geen geld zijn, daarvoor
zijn de gezelschappen tezeer besnoeid op
hun inkomsten. Doch dit behoeft nog
geenszins te beteekenen: de dood in de
pot. Gelukkig blijft er nog ruimte genoeg
over voor tooneel naast experimenteeren.
En is feitelijk ieder nieuw stuk dat ge
bracht wordt, niet In zekeren zin een ex
periment, daar de knapste directeur en
de knapste tooneel-beoordeelaar niet vol
ledig in staat zijn met zekerheid te voor
spellen, of een stuk het bij opvoering zal
doen of niet?
Wat het komend seizoen ons brengen
kan, volgende opsomming moge daarvan
getuigen.
Voor Leiden is een der belangrijkste ge
zelschappen
Het Ver. Rotterd.Hofstad-Tooneel.
Helaas zal dit nog slechts één jaar be
staan in huidigen vorm, daar de leider
de heer Cor v. d. Lugt Melsert, aan het
einde van dit seizoen zijn taak als direc
teur neerlegt, die hem te zwaar is gewor
den. Wat er dan met het gezelschap zal
geschiedenErg hoopvol teekent zich
de toekomst niet af.
De heer v. d. Lugt zeif schijnt van plan
een klein, intiem gezelschap te vormen
en zoo tenminste behouden te blijven
voor ons tooneel, waarvoor hij zooveel
heeft gedaan.
Ds. J. Th. Meyer.
leggen, dan was zulks geen gevolg van
mindere waardeering voor den arbeid op
religieus terrein door U verricht, doch ge
schiedt zulks omdat de vuehten van dat
werk veeltijds in stilte en voor het men-
schelijk oog verborgen, rijpen. De resul
taten van uw opvoedend werk, zoowel voor
eik der aan uw zorg toevertrouwde kin
deren, als ook in zijn beteekenis voor de
maatschappij in haar geheel, zijn, voor
een ieder te zien en mogen gezien worden.
Bij uw heengaan denken wij onwillekeurig
aan het woord van den Heiland, die de
kinderen omving met zijn armen: Al wat
gij aan een van deze kinderen gedaan hebt,
dat hebt gij Mij gedaan. Dit te weten is wel
ds. en mevr. Voors, de heerlijkste belooning.
Ons comité heeft mij verzocht U er mede
in kermis te stellen dat het zeer op prijs
zou worden gesteld indien de herinnering
aan uw beider arbeid niet slechts zou
blijven voortleven in het geheugen van
hen die U thans omringen, maar dat hier
op het terrein der stichting iets zou ver
rijzen dat die herinnering ook zichtbaar
tot in de volgende geslachten zou bewa
ren. Daartoe willen wij U aanbieden de
plaatsing van een monumentale bank,
waarvan het ontwerp belangloos werd
vervaardigd door den Haagschen architect
van Nieuwkerken, een bank waarvoor wij
U vriendelijk verzoeken in overleg met
uw opvolger ons wel een plaatsje met uw
opvolger te willen aanwijzen. Voorloopig
moet ik mij bepalen tot het overhandigen
van het ontwerp, wat de burgemeester ds.
Voors daarop overhandigde, nadat hij ook
ds. en mevr. Meijer met eenige hartelijke
woorden had welkom geheeten.
Achtereenvolgens traden nu als spre
kers op, mr. de Graaf' namens de Chr.
Philantropische vereenlgingen en tevens in
zijn kwaliteit als directeur; voorts een
vertegenwoordiger van den voogdijraad te
Leiden; de heer Noordam directeur van
„Valkenheide" en namens de ver. van
directeuren en directrices van gestichten;
ds. Lammers van Buuren namens de ver.
Zetten; mr. Rippard oud-inspecteur dei-
rijksopvoedingsgestichten; ds. Stehouwer
namens het classicaal kerkbestuur en
kringpredikanten. Naast deze woorden van
afscheid richtten de verschillende sprekers
zich ook met hartelijke woorden van wel
kom tot den nieuwen directeur en zijn
echtgenoote. Namens de oud-verpleegden
spraken de heeren Brammeijer en Amse
en waarbij door hen aan ds, Voors een
keurige ets uit Amsterdam n.l. „Branden
burg" werd aangeboden en aan mevr.
Voors een zeer fraaien ijbel alsmede een
album van de namen der gevers. Ook- de
echtgenoote van den nieuwen directeur
werd een fraaie bloemenmand aangeboden,
waarbij zij ook de oud-verpleegden in de
liefde van den nieuwen directeur en zijn
vrouw aanbevolen. De rij van sprekers
Dames: Annie van der Lugt. Melsert^-
Ees, Bets RanucciBeekman, Fie Carel-
sen, Vera Bondam, Mimi Boesnach, Annie
van Duyn, Joekie Broedelet, Enny Hey-
mansSnijders, Helene Berthé, Else Wil-
lart, Myra Ward, Lies Veldheer, Cecilia
Bach, J. Koekv. Waayenborg.
Heeren: Cor van der Lugt Melsert, Dirk
Verbeek, Theo Frenkel, Anton Roemer,
Paul Steenbergen, Jan v. d. Linden, Piet
Bron, Eduard Palmers, Gérard Arbous,
Bob Oosthoek, Gerhard Alexander, Guus
Oster, J. Schouten, Joh. Hooft, Chr. v. d.
Haak.
Over het repertoire deelt de directie
mede:
In Oostenrijk kochten wij aan het blij
spel „Ping Pong", van Hans Jaray, waarin
de nu zoo bekende Paula Wessely een
hoofdrol speelde (hier zal Vera Bondam
die rol creëeren) en verder „Engelen onder
ons" van den Oostenrijkschen Frantisek
Langer.
In Frankrijk mochten wij 4 merkwaar
dige tooneelwerken verwerven: „Het Ge
luk" van Henri Bernstein, „Do Mi Sol Do"
van Paul Géraldy, „Rouge" van Henri
Duvernois en „Y'Avalt un Prisonnier" van
Jean Anoullh.
Uit Hongarije Molnar's groote succes
stuk, dat in de geheele wereld gespeeld
zal worden „Het Onbekende Meisje", hier
met Annie van Ees in de hoofdrol.
Uit Engeland: van G. Bernard Shaw
„Dorpsvrijage", nu eens geen politiek, hier
geen diepzinnigheid, maar een echte
Shaw'sche geestigheid in 4 tafreelen met
twee rollen; „De vos verliest zijn haren.."
van Ronald Jeans en „Durf te leven" van
John. van Druten.
Uit Duitschland: „Van voor en achter
het voetlicht", een stuk van Hans Chlum-
berg, den bekenden auteur, die eenige
jaren geleden overleden is, en „N. V. Zon
voor Renate", een blijspel van Erch Eber-
mayer.
Uit Amerika: „Doktersgeheim" van Syd
ney Philips.
Verder zal „Boefje" van Brusse dit sei
zoen zijn 500ste vertooning beleven en her
denken.
In een door dit gezelschap uitgegeven
werd besloten door den heer Welvaars, die
namens het personeel nogmaals ds.. Voors
en eega dank bracht voor den hartelijken
omgang en bijzondere leiding en waarbij
spr. aan ds. Voors een fraaie foto van
personeel en het muziekensemble aanbood.
De verschillende sprekers werden dooi
den voorzitter ds. de Heer beantwoord.
Na gemeenschappelijke zang, verkreeg
hierna ds. Voors gelegenheid tot een af
scheidsgroet. Spr. wilde geen speech hou
den, doch releveerde allereerst de wijze
van zijn ontslag en gewaagde met groot
vertrouwen het werk voor het huis over
te dragen aan zijn opvolger. Deze ried hij
aan hem niet te imiteeren. doch dit te
doen naar eigen inzicht. Het bestuur
bracht hij vervolgens dank voor het
groote in hem gestelde vertrouwen. Ver
wonderend was spr, over de goede ge
zindheid der burgerij, waarvoor hij wel
bijzonderen dank bracht, zoomede ook
aan den burgemeester. Niettegenstaande
zijn 28-jarig verblijf in deze gemeente en
hij zich veel vrienden had verworven,
had hij zich toch altijd gevoeld als een
vreemdeling, omdat hij zich altijd moest
beperken tot zijn bijzonderen arbeid. De
dank hem gebracht moest hij aanvaarden
met gebogen hoofd, want al wat is ge
schied, heeft God gedaan. Na tenslotte
alle sprekers dank te hebben gebracht en
de verzekering te hebben gegeven dat
zoolang hij leeft zeker de oud-verpleeg-
dendag der inrichting op Hemelvaartsdag
jaarlijks te zullen bezoeken, riep hij de
medewerkers toe: „Blijft getrouw", om te
eindigen met de woorden: ik beveel u
allen in de schaduw des Almachtigen,
want wat de Heer voor 50 jaar is begon
nen, zal hij zeker voortzetten. Kinderen
vreest God, hebt den Heiland lief, en
aanwezigen leeft onder den zegen van
God en hij vervulle u allen met den on-
sterfelijken vrede.
Direct hierna verkreeg de nieuwe direc
teur ds. Meijer nog het woord, die ds. de
Heer allereerst hartelijk dank bracht voor
de hartelijke en bemoedigende woorden
tot hem gesproken bij de bevestiging in
dezen dienst; zoomede ds. en mevr. Voors
voor de wijze waarop deze hem en zijn
echtgenoote terstond waren toegetreden.
Na voorts te hebben verklaard dat hij
en zijn vrouw zich geheel aan het werk
der inrichting willen wijden, doordrongen
van de groote verantwoording die op hen
is gelegd en door hen aangenomen in
vertrouwen op dien God die Jozua ook
sterkte, beriep hij zich op een nauwe en
hartelijke samenwerking met de mede
arbeidenden.
Spr. eindigde met den bede, dat God
hen bruikbaar zal doen zijn tót heil der
inrichting en ook bij hen in vervulling zal
moge gaan, de lijfspreuk van zijn voor
ganger „De Heere zal voorzien". Om zich
daarna nog met enkele woorden tot de
oud-verpleegden te wenden, opdat de be
staande banden met de inrichting ook
niettegenstaande de directeurswisseling
bestendigd zullen mogen blijven.
Rest ons nog te vermelden dat het mu
ziek-ensemble nog enkele malen optrad,
de schoolkinderen op keurige en ontroe
rende wijze ds. en mevr. Voors een af
scheidslied toezongen, terwijl ook het
dameskoor der Martha-stichting onder
leiding van mevr. Welvaars het scheiden
de paar toezongen.
De sluiting werd hierna verricht, door
ds. Voors en het gemeenschappelijk zin
gen van Gez. 96.
GEBOREN.
Jan Franciscus, Z. van J. Gijsman en
P. Serdljn Anthonius Hendrikus, Z.
van H. J. Hensing en W. H. Schoone
Elisabeth, D. van J. D. Nieuwenhuijzen en
L. A, v. d. Steen Jacoba, D. van J. A.
Verduin en J. Wolvers Antonius Johan
nes Franciscus, Z. van H. J. Nieuwenhoven
en C. J. v. Haasteren.
ONDERTROUWD.
H. v. d. Kwaak jm. 31 j. en M. M. Kreu-
ger jd. 31 j. H, A. Chaudron jm. 23 j.
en C. M. de Gunst jd. 25 j.
OVERLEDEN.
J. W. v. Leeuwen, M. 42 j.
communiqué worden enkele rake opmer
kingen gemaakt, die wij hier willen laten
volgen.
Na de mededeeling, dat het Haagsche
gezelschap zijn 19de seizoen ingaat, waar
van de laatste 11 jaar als vaste bespeler
van den Koninklijken Schouwburg, heet
het:
EERVOL ONTSLAG, INGAANDE
16 SEPTEMBER.
Cor v. d. Lugt Melsert.
„Men zou zich kunnen afvragen, of men
in dezen tijd, waarin men slechts spreekt
van „crisis", „aanval op den gulden", ver
laging der tractementen" enz., niet ver
standiger zou doen de schouwburgdeuren
gesloten te houden.
Het grootste gedeelte onzer inwoners,
zeker 3/4, bezoekt toch de tooneelvoorstel-
Prof. Dr. P. Zeeman.
In verband met het bereiken van den
70-j. leeftijd is met ingang van 16 Sept.
a s. op zijn verzoek door den Gemeente
raad van Amsterdam eervol ontslag ver
leerde uit de rij der actiefdienende hoog
leeraar in de faculteit der wis- en natuur
kunde aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam.
Met hem verdwijnt een eminent ge
leerde uit de hij der actiefdienende hoog
leeraren.
Dr. Pieter Zeeman werd 25 Mei 1865 te
Zonnemaire (Z.) geboren en studeerde aan
de H.B.S. te Zierikzee. In 1885 deed hij
eindexamen aan het Gymnasium te Delft
en studeerde vervolgens wis- en natuur
kunde aan de Leidsche Universiteit. In
1893 deed prof. Zeeman aldaar zijn doc
toraal examen en werd datzelfde jaar stu
dent aan de Universiteit te Straatsburg. lil
1896 deed de scheidende hoogleeraar de
ontdekking van een nieuw verband tus-
schen licht en magnetisme, het z.g. Zee
man-effect. dat zijn naam voorgoed in
de wetenschappelijke wereld tot ver over
de grenzen vestigde. In 1897 volgde zijn
benoeming tot lector aan de Amsterdam-
sche Universiteit, waaraan hij in 1900 op
trad als buitengewoon hoogleeraar in de
natuurkunde. Sedert 1902 is prof. Zeeman
als gewoon hoogleeraar aan deze hooge-
school werkzaam.
Een groot aantal werken en bijdragen
heeft prof. Zeeman in den loop der jaren
het licht doen zien. Naast zijn dissertatie
over: „Metingen over het verschijnsel van
Kerr", waarop hij in 1893 promoveerde,
verscheen van zijn hand: Rose arches hi
Magneto optics (1913); Magneto-optische
Untersuchungen (1914): Hoofdstukken in
het Handbuch der Radiologie dat met F.
L. de Bruin in hetzelfde jaar verscheen;
Magnetische Z erlegung der Spektralllen;
Hoofdstukken in Gehrcke, Handbuch der
Physikallschen Optik (1927); alsook vele
verhandelingen in de verslagen der Aka-
demie voor Wetenschappen te Amsterdam
en in het Natuurkundig Tijdschrift.
Vele onderscheidingen zijn prof. Zee
man als erkenning van zijn wetenschap
pelijke verdiensten ten deel gevallen.
Reeds in 1902 viel hem ten deel de No
belprijs voor Natuurkunde. Voorts: Baum-
gartnerprijs van de Akademie voor We
tenschappen te Weenen (1899); de Prix
Wilde van de Académie des Sciences te
Parijs; Henri Draper med. Ac. of Science
Washington; Franklin med. Franklin-
instituut te Philadelphia; Matteucci med,
Soc. delle Scienzo Romo; Rlemford med.
Royal soc. London. Eere-doctoraten wer
den hem door onderscheiden universitei
ten verleend zoowel in de philosophic als
in de natuurwetenschappen. De Regee
ring erkende de groote verdiensten van
prof. Zeeman door zijn benoeming tot
ridder in de Orde van den Ned. Leeuw,
zoowel als tot commandeur in de Orde
van Oranje-Nassau.
lingen niet, of een enkele maal, en boven
dien bestaat de vrees, dat de tooneelkun-
stenaars meer en meer hun heil en finan
ciën gaan zoeken bij de film.
Met hen, die de tooneelkunst boven het
filmen stellen, gaan wij dan het 19de sei
zoen in, ondanks de crisis, den gulden, de
film, want het gemachineerde tooneelspel
(de film) geeft den tooneelspeler op den
duur geen voldoening, wel een zekere po
pulariteit. De tooneelleider staat voor
steeds moeilijker problemen, vermakelijk
heidsbelasting, schouwburghuur. spoor
wegtarieven, reclame, zijn vrijwel op de
zelfde hoogte gebleven als in den tijd, dat
er geen crisis, geen aanval op den gulden
etc. bestond. Publiek en pers stellen, voor
zoover het de dramatische kunst betreft,
even hooge eischen als voorheenen de
tooneelauteurs schrijven weinig goede
stukken, of liever ze schrijven dikwijls
stukken, die zeker goed en mooi zijn, maar
die het publiek geen belangstelling inboe
zemen. en toch.komen er steeds meer
tooneelgezelschappen zich aan het publiek
vertoonen.
Het Haagsche gezelschap, door storm en
onweer zeilend, bracht tot dusver ieder
jaar de bemanning weer veilig aan land
en meent ook het nu komend seizoen het
zelfde kunststuk te volbrengen, maar daar
heeft het de medewerking van 't publiek
voor noodig. Zonder publiek is een schouw
burg een onding. De tooneelspeler heeft
de reactie van een publiek nóódig. Stoelen
en fauteuils zijn nuttige voorwerpen om in
te zitten, maar niet om voor comedie te
spelen
In het kleine Oostenrijk schreef 2 jaar
geleden wijlen dr. Dollfuss in een aanbe
veling in het reclameboekje voor coupons
voor het Burg-theater, o.m.: „ons kleine
land heeft de dramatische kunst noodig.
Wij kunnen onze moeilijkheden niet over
winnen, wanneer wij niet 's avonds ver-
poozing en afleiding bij de kunst zoeken.
Niet één land, zelfs het kleinste kan niet
zonder kunst bestaan. Daarom steunt Uw
theater".
Holland is toch ook niet groot".