Terugkomst Koningin en Prinses Juliana uit Schotland
GEVAARLIJK SPEL
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
H.M. DE KONINGIN EN H.K.H. PRINSES JULIANA
van haar vacantie-reis uit Schotland teruggekeerd. De
Koningin en de Prinses bij het verlaten van het s.s.
„Prinses Juliana" te Ylissingen.
HET NAZI-CONGRES TE NEURENBERG. Honderd een en twintig vaandels van regimenten, die zich in den
wereldoorlog onderscheiden hebben, werden in een troepenparade meegevoerd.
I}c parademarscli der vaandel-compagnie,
De Volkenbondszitting.
De Britsche minister van Buiterdandsche Zaken, sir Samuel Hoare, tijdens zijn rede dn de
V olkenbondszittdn g.
DE AM ERIK A AN S CHE TORPEDO-
BOOTJAGER „MAC DONOUGH" die
;voor een kort bezoek te Amsterdam
is aangekomen.
DE PRINS VAN WALES IN GENEVE. De aankomst van den Prins
van Wales in Genève, waar hij o.a. het nieuwe
Volkenbondsgebouw bezichtigde.
MILITAIR SPORTFEEST
van het 2e regiment Infanterie in den Haag. Het in stelling brengen
yan een batterij.
Uit hét Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
tl)
„Misschien niet, maar ik dacht dat het
le wel interesseeren zou. Ga je naar haar
toe?"
„Niet als ik het voorkomen kan".
„Je naam is nu weer schoon. Jë bent in
Soede doen. Stella is vrij", zei ze-plotseling.
„Maar ik ben niet vrij".
„Vraag je me niet om je je vrijheid
«rug te geven?" vroeg ze met den moed
ter wanhoop.
„Neen. Ik zal met jou trouwen en hoe
ff hoe beter".
„Uuy, je bent een eerlijk man en ik
boud er des te meer om van je.- Als ik een
toede eerlijke vrouw was, zou ik je met
MJjke munt betalen. Ik zou zeggen, dat ik
geluk zou vinden als ik jpu gelukkig
®8. Maar ik kan het gewoon niet. Ik weet
jget eens of ik een betere vrouw dan
Ma voor je zal zijn. In ieder geval zal
niet aan den goeden wil ontbreken".
„Ik zou niet vrij willen zijn. Ik heb me
nooit teruggetrokken uit een overeen
komst,. Jij hebt jouw deel gedaan en ik zal
"u mijne doen", zei hij vastberaden,
«ik geloof, dat je nu beter doet met weg
Man. ik wil alleen zijn".
„Goed, Valda. Ik kom je morgen om één
J® halen om mee te gaan lunchen. Kijk
?®zoo ongelukkig", zei hij met ongewone
Jwerheid en zijn arm om haar schouders
ei«ide lsuste hij haar op de waug.
„Guy, je bent zoo goed", snikte zij en
duwde hem toen weg naar de deur.
Eerst toen hij wgg was gaf ze toe en
snikte hartbrekend. Het was niet het ver
driet van een vrouw, die spoedig toegeeft,
maar dat van een vrouw, die sterk is en
veel verdragen kan.
Het was het noodlot dat Stella nu juist
vrij terugbracht. Den hemel zij dank,
dat zij niet eerder was gekomen vóór
de bekentenissen aan den admiraal. Valda
bleef lang zitten en vocht tegen de verzoe
king om Guy zijn vrijheid terug te geven.
Maar ze had zoolang gestreden om hem te
hebben, ze had zelfs haar belofte aan
haar moeder er voor verbroken, en zij kon
geen afstand doen. Natuurlijk was Guy
ontroerd, maar hij zou weer gauw er over
heen zijn.
Eén ding was noodig, dat Stella zou hoo-
ren van haar verloving met Hallam. Valda
kende de vrouw, die eens haar vriendin
was geweest, door en door. Ze kon nagaan
dat het engagement met Furber alleen
verbroken was door Stella, in de hoop dat
ze zich weer met Guy zou kunnen ver
zoenen.
Valda ging naar de slaapkamer en
wiesch zich de oogen maar het duurde
lang voor zij alle sporen van tranen had
verwijderd. Stella mocht in geen geval
vermoeden, dat zij geschreid had.
Daarna ging zij naar het hotel, vroeg
juffrouw Cameron te spreken en werd in
de zitkamer gelaten.
„Wil je mee naar mijn slaapkamer
gaan? Ik heb geen zitkamer", zei Stella.
„Is je moeder niet hier?" vroeg Valda
nieuwsgierig.
„Neen. Ik ga vanavond naar huis of
morgenochtend".
„Heeft je moeder je alleen laten gaan?"
vroeg Valda verbaasd.
„Ik heb het haar niet gevraagd. Ik be
gin er spijt van te krijgen dat ik geko
men ben".
„Ais je kwam om mijnheer Hallam te
zien, spijt het me ook voor je".
„Ik kwam om hem te ontmoeten", zei
Stella koeltjes.
„Je moet me niet kwalijk nemen. Ik ben
openhartig tegen je geweest. Voor je de
stad uit ging, heb ik je verteld, dat ik erg
op Hallam gesteld was. Hij was daarnet
bij me toen jij kwam".
Owas alles, wat Stella kon uit
brengen.
„Hij heeft me ten huwelijk gevraagd. Ik
heb toegestemd. Ik wist dat je verloofd
was met Furber".
„Wat ben ik dwaas geweest. Ik ga naar
bed. Goeden dag".
„Zal ik niet met je meegaan?"
„Neen. Ik zou je liever niet meer terug
zien. Toch kan ik het je niet verwijten,
Valda. Ik wil probeeren eerlijk te zijn. Je
hebt me gewaarschuwd. Maar toch zou ik
je heusch liever niet meer ontmoeten".
„Misschien heb je gelijk. Ik heb je
eigenlijk niet volkomen eerlijk bestreden.
Het was met vrouwenwapenen en ik ben
niet trotsch op mijn overwinning. Maar ik
houd van Guy innig en hartstochtelijk
en ik zal probeeren een goede vrouw voor
hem te zijn".
Valda had met opzet haar linker hand
schoen uitgetrokken en Stella's oogen vie
len op de glinsterende robijn in de ver
lovingsring. Haar hart brak toen zij de be-
teekenis ervan begreep en zij had groote
moeite om haar zeUbëhe§rsohigg te bewa
ren. Maar ze wilde niet, dat haar mede
dingster haar lijden zou zien en ze slaagde
er zelfs in om een glimlach op haar ge
zicht te voorschijn te roepen. „Goeden
dag", zei ze, en haar stem was helder
en vast.
HOOFDSTUK XXXVU.
Sir George grinnikte in zichzelf toen hij
de admiraliteit verliet. „Ik wist wel dat
de jongen een kraan was", mompelde hij
en begon toen dadelijk plannen te maken
om Guy te helpen.
Hij ging naar zijn club en zond een tele
gram aan mevrouw Cameron: „Zou graag
uw dochter spreken. Wilt u haar naar
Londen brengen?" Om half vijf kwam het
antwoord: „Mijn dochter logeert in het
Langhamhotel. Telegrafeer als u mijn
overkomst noodzakelijk acht. Indien niet,
zend haar terstond naar huis".
Sir George kwam eenige minuten na het
vertrek van Valda. Hij werd aamgediend
en hij liep nijdig heen en weer gedurende
het kwartier, dat hij moest wachten.
„Je ziet er niet goed uit", zei hij kortaf.
„Ik ben blij, dat je dien kwast Furber den
bons hebt gegeven. Je hebt zeker gehoord
van Guy's verloving?"
„Ja", zei ze met moeite. „Juffrouw Glyn
is net weg".
„Moed houden, kind. Wij gaan samen
thee drinken en zullen eens rustig met
elkaar praten. Mijn auto staat buiten. Zet
je hoed op, dan gaan we naar Carlton".
Toen Stella aarzelde, werd hij bevelend.
„Pas op, ais je een half uur over je toilet
doet. Ik geef je vijf minuten".
Stella haastte zich en was kort na den
opgegeven tijd klaar.
„Mooi zoo, je ziet er lief uit", zei hij met
een goedkeurenden glimlach.
Zij vonden een rustig tafeltje in een
hoekje van den palmentuin. Sir George
liet geer. tijd verloren gaan. Hij ging
regelrecht op zijn doel af. „Guy houdt
van jou, daar twijfel ik geen seconde aan.
En wat dat meisje Valda betreft nou,
daar zal ik maai' niets van zeggen, anders
maak ik me kwaad. Alleen ben ik er zeker
van, dat zij niet zooveel consideratie ver
dient. Je moet met mij meegaan en het
met Guy bijleggen".
„Neen", zei ze, maar haar oogen lichtten
hoopvol op.
„Beschouw mij als je vader. Ik heb al
een aangenomen zoon, dat is Guy. Het is
nu den tijd niet voor valsche preutsch-
heid. Als we niet voortmaken, is de jongen
getrouwd en in den val geloopen. Jij bent
de vrouw, die ik voor hem gekozen heb en
ik zweer dat hij met je zal trouwen", zei
sir George heftig. Als het niet zoo ernstig
geweest was, zou ze hebben gelachen om
zijn drift, maar nu stond haar gezicht
ernstig en ze keek hem weifelend aan.
„Guy heeft me niet noodig", fluis
terde ze.
„Welke bewijzen heb je daarvoor?"
vroeg hij.
„Hij heeft het afgemaakt".
„Toen stond" hij onder verdenking. Het
was overdreven, maar eervol. Die lamme
zaak is nu opgehelderd. Je moeder zal
geen bezwaren meer hebben nu hij mijn
erfgenaam is. Je moet Guy eens goed
onderhanden nemen en hem vragen je in
vertrouwen te nemen".
„Maar hij gaat met Valda trouwen".
.(Wordt vervolgd). J