aA
IT5EIU.. ««WITTE kO
Een ongeluksvogel in de film
„Mach mich glücklich".
Bevordering van industrialisatie
door de overheid.
76,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 6 September 1935
Vierde Blad
No. 23145
FINANCIEN.
SPREEKCEL.
Critiek van den voorzitter van het Verbond van Ned. Werkgevers
De algemeene ledenvergadering te En-
ffitiede van het Verbond van Nederland-
iche Werkgevers werd heden geopend door
jen heer H. P. Gelderman C. Mzn., die er
0n wees, dat er sinds de vorige jaarverga-
jeiing weinig verbetering is gekomen in
jen intern, handel, hetgeen men ook moei
lijk verwachten kon nu de contingentee-
lingsmaatregelen In de meeste landen nog
toegenomen zijn en verschillende staten
voor het betalingsverkeer een clearing-
jjsteem i tegenover andere landen) in wer
king hebben gesteld. Gaan wij de cijfers
ia, dan ziet men, dat, wat volume betrett,
1932 het laagste punt te zien heeft gege
ven, maar wat de waarde betreft, de da
ling zich nog steeds voortzet. Ook is de
werkloosheid in de wereld als geheel wei
nig afgenomen. Voor ons land is de toe-
itand eveneens weinig bemoedigend.
Toch slaan wij, wat onzen uitvoer be
treft, tegenover onze nabuurstaten nog
niet eens zoo'n slecht figuur, want het per
centage hiervan bedraagt ten opzichte van
1929 35.8%. tegen Engeland 33.5, Duitsch-
land 30.5, Frankrijk 35,6 en alleen België
(2.3, Verder vinden wij, behalve België,
alleen Zweden met, 41.6 en Denemarken
®et 36,2% boven ons in West-Europa.
Dit neemt echter niet weg, dat onze uit
roer van nog 42.6% in 1932 tot 36.5% in
1933 en verder tot 35.8% in 1934 daalde.
Hoe slecht dan ook de toestand In ons
land is, springt in het oog, als men dc toe-
iitme van de werkloosheids-cijfers bekijkt.
Was het aantal werkloozen dat op het
einde van dc maand ingeschreven was bij
de organen van de openbare arbeidsbe
middeling, in 1932 gemiddeld 271.000, in
1933 bedroeg dit aantal 323.000 en in 1934
gemiddeld 333.000. Eind Januari 1935 be
droeg dit aantal rond 432.000, wat eind
Juni gedaald is tot 333.000, tegen eind
Juni 1984 292.000, of een toename van
41.000. Natuurlijk mag men bij de beoor
deeling van deze cijfers niet uit het oog
verliezen, dat door de zeer sterke geboorte-
toename van vroeger jaren thans aan het
serkloozenleger van jaar tot jaar duizen
den arbeiders meer worden toegevoegd dan
daaraan door ouderdom worden ont
trokken.
Intusschen ls het geen wonder dat deze
cijfers ieclereen met schrik vervullen en
dat men van verschillende zijden aan
dringt op het nemen van meer maatre
gelen tot bestrijding van dit euvel. Dras
tische onmiddellijk in te voeren bezuini
gingen zullen onvermijdelijk zijn, aldus
spreker. Het ls daarom onverantwoorde
lijk dat het bezuinigingsontwerp, dat in
dit opzicht lang niet ver genoeg ging, tot
na het zomerreces moest worden uitge
steld. Tenslotte zal het bedrijfsleven het
gelag moeten betalen in den vorm van
duur geld op langen termijn en hooge wis
selkoersen van vreemde valuta.
Naast bezuiniging zal de regeering, die
via het Werkfonds reeds veel gedaan heeft
moeten trachten op het gebied van pu
blieke werken verder tegaan met vermij
ding van de bezwaren, die daaraan ver
bonden zijn. Het stemt tot voldoening, dat,
nu de f. 60 millioen van dit Werkfonds
bijkans op zijn, de regeering binnenkort
'n nieuw crediet denkt aan te vragen, daar,
aldus werkgelegenheid kan worden ge
schapen, die anders onbenut zou blijven.
Verder moet rekening worden gehouden
met mogelijke experimenten inzake het
fabriceeren van bepaalde artikelen in ons
land met flnancieelen steun via de in-
dustrlebanken. Nu minister Gelissen daar
zelf z'n schouders onder gaat zetten, is:de
draagwijdte daarvan niet te overzien, en
spreker meende in verband daarmede een
waarschuwing te moeten laten hooren.
Bevordering van industrialisatie is in
derdaad ter bestrijding van de werkloos
heid een afdoend middel. Pogingen daar
toe kunnen derhalve slechts worden toe
gejuicht. Van den voorzitter van het Ver
bond van Werkgevers zal men ook geen
andere uitspraak hebben verwacht. Anders
wordt het echter, wanneer de Overheid als
zoodanig zich op dit gebied gaat bewegen.
Want hier liggen voetangels en klemmen.
Zoo zal de Overheid zich er onder alle om
standigheden voor moeten hoeden zelfs
den schijn van protectie of van corruptie
op zich te laden. En ln dit opzicht loopt
men het valt niet te ontkennen
kwade kansen. Voorts vroeg spr. zich af,
hoe kan het mogelijk zijn, enkele uitzon
deringen daargelaten, dat de Overheid in
een tijd. dat ondernemingen, die geduren
de tientallen jaren hun bestaansmogelijk
heid bewezen hebben, een kwijnend be
staan lijden, op eenigs belangrijke schaal
nieuwe bedrijven zou oprichten met in
derdaad rendeerend perspectief? Niet en
kele ondernemingen lijden een kwijnend
bestaan, neen, bijna het geheele Neder-
landsche bedrijfsleven gaat slecht, teert
zijn reserves zelfs in vele gevallen op. En
onder deze omstandigheden zou dan de
Overheid, via een technologisch-econo-
misch instituut doen vaststellen, welke be
drijven nog wel mogelijk zijn en hiervoor
zelfs geheelf?) of gedeeltelijk!?) kapi
taal beschikbaar stellen? Spr. verwachtte
hiervan helaas bitter weinig en wilde dit
met een enkel woord nog natter toelichten.
De moeilijkheden voor de bestaande in
dustrieën zullen zich zeker in niet gerin
ger geldende mate voor nieuw op te rich
ten ondernemingen voordoen.
Waar men nu al door invoerrechten en
contingenteering de voor het binnenland
werkende industrie tracht te beschermen,
zal men dit voor de nieuw op te richten
ondernemingen eerst recht moeten doen,
daar deze nieuwe bedrijven de buiten-
landsche goederen toch van de binnen-
landsche markt zullen moeten verdringen.
Deze nieuwe industrieën zullen immers
de binnenlandsche markt nog moeten ver
overen, en dit zal alleen mogelijk zijn als
de overheid onzen invoer nog verder be
perkt, ditmaal ten bate van de nieuw op
te richten bedrijven. En is dat dan wel
mogelijk zonder dat men onzen uitvoer
schaadt?
Dit zijn vragen, die naar voren komen en
waarop ons zoo zwaar geteisterd bedrijfs
leven gaarne een duidelijk antwoord zou
'ontvangen.
Vele industrieën hebben getracht een
gedeelte van hun exportverlies op de Ne-
derlandsch markt terug te winnen door
uitbreiding van hun binnenlandschen af
zet. Daarbij zijn sommige eloor contingen
teering ongetwijfeld geholpen, maar vele
lang niet afdoende. Men heeft zich daar
bij moeten neerleggen, omdat men be
greep, niet de geheele binnenlandsche
markt, die steeds voor een belangrijk ge
deelte door het buitenland voorzien werd,
te kunnen opeischen. Het gold hier nood
zakelijken invoer ten bate van de instand
houding van onzen uitvoer, ten bate ook
van onzen handel en vervoerbedrijven. De
meeste industrieelen begrijpen dat ook, on
danks de moeilijkheden, waarmede zij te
kampen hebben.
Maar, als de Regeering deze moeilijkhe
den niet uit den weg kan ruimen ter ver
mijding van een ineenschrompeling van
onzen uitvoer, dan wil het mij voorkomen
aldus spr. dat het doen oprichten
van nieuwe industrieën, voorzoover dit dan
nie't door den „eenzamen durver" geschiedt
een uiterst bedenkelijken kant heeft. Kan
en wil men uitvoer aan verminderden in
voer opofferen, dan moet men dit eerst ten
bate van bestaande industrieën doen.
De moeilijkheden liggen niet in het feit,
dat onze ondernemers niet weten, wat hier
nog gefabriceerd zou kunnen worden ter
vervanging van ingevoerde producten. De
meeste industrieelen weten nog wel arti
kelen, die zij zouden kunnen maken ter
vervanging van buitenlandsche producten,
die op hun terrein of vlak daarnaast lig
gen. De vraag voor hen is alleen, of het
rendabel is En de rentabiliteit hangt in
deze crisistijden meer en meer af van de
mate van bescherming, die de Regeering
uiteindelijk kan geven.
Haat mengde rollen dus niet omdraaien:
eerst onderzoeken en dan geld beschikbaar
stellen en ten slotte beschermende maat
regelen afkondigen.
Verder ls ook de vraag gewettigd: wat
voor nieuwe Industrieën en van welken
omvang heeft men op het oog, waarmede
men dan eenige duizenden werk zou kun
nen verschaffen, om van tienduizenden
nog maar niet te spreken.
En verder: wat denkt men praktisch te
bereiken? Eenige duizenden aan het werk
te krijgen ten koste van vele en vele mil-
lioenen kapitaalsuitgaven?
Het standpunt: onze landbouw gaat niet
meer, nu moeten wij industrieën gaan op
richten, is zeker zonder meer niét juist.
Onze landbouw gaat ^rootendeels slecht
door maatregelen, die het buitenland ge
troffen heeft.
Onze veredelde land- en tuinbouwpro
ducten worden veeal geweerd. Waarom? Of
omdat men ze niet hebben wil, of omdat
men ze niet meer betalen kan
Met onze industrieele producten is dit
ook gedeeltelijk het geval, maar er is daar
naast nog een geheel andere oorzaak die
onzen industrieelen export belemmert. Er
zou nog heel wat meer hier te lande ge
maakt en geëxporteerd kunnen worden,
als wij maar niet te duur waren Te duur
in vergelijking met het buitenland.
Ons land, blijft waar het indexcijfer der
kosten van levensonderhoud van arbei
dersgezinnen te Amsterdam in de maand
Juni 1935, op basis van het peil der prijzen
van vóór den oorlog op 100 gesteld, nóg
altijd 135,8 bedroeg, terwijl de groothan-
delsprijzen op dezelfde basis teruggeloopen
waren tot 75, nog steeds het duurste land
van Europa.
Op zoo'n dure basis kan geen industrie
bloeien, laat staan dat men daarop nieuwe
industrieën zou kunnen vestigen.
Alleen door de tering naar de nering te
zetten zal ons land er weer bovenop kun
nen komen, maar niet door leuzen van
pot-verteren; dat doen wij al veel te lang!
Wij zullen jns een bestaansmogelijkheid,
een levenspeil moeten scheppen, dat in
overeenstemming is met de huidige om
standigheden en dat hoe eerder hoe beter.
Dat dit peil lager ligt dan 1929 weet een
ieder, maar wat niet overal beseft wordt,
is, dat het voor velen nog heel wat lager
zal moeten liggen dan het peil van thans.
Tot nu toe heeft onze Regeering steeds
een defensieve politiek op economisch ge
bied gevolgd. Men heeft de aanpassing be
vorderd maar ook geremd. Om calamitei
ten te voorkomen steunde men land- en
tuinbouw en voerde contingenteeringen in
voor menigen industrietak. Dit remde de
aanpassing natuurlijk, maar de Regeering
moest dit doen, zooals gezegd om de
volkomen ineenstorting van genoemde be
drijfstakken te voorkomen.
Gaat de Regeering thans van koers ver
anderen? Gaat zij zich thans blind staren
op onze zoo beperkte binnenlandsche
markt met slechts 8.000.000 menschen?
Dit afzetgebied voor de toekomst als vol
doende voor onze agrarische en indu
strieele productie voor te stellen, zooali
sommigen thans doen, is struisvogelpoli»
tiek. Laat de Regeering in dit opzicht dui
delijke taal spreken, daar in den laatsten
tijd verschillende Regeertngsuitlatlngen op
dit gebied elkaar tegenspreken. Het be
drijfsleven moet weten, wat het op dit ge
bied te wachten staat.
Wij voor ons willen niet nalaten duide
lijk uit te spreken/ dat o.i. het beste mid
del tot bevordering van industrialisatie ge
legen is in verlaging van kosten en lasten.
Verlaging van kosten en lasten op elk ge
bied. Overheidslasten en sociale lasten in
begrepen. Met de verlaging van de uitkee-
ïingen uit de sociale verzekering van 80
op 70% is men daarbij op den goeden weg.
Bij dit alles moet het parool zijn: Maakt
het den energieken Nederlander, die wil en
kan aanpakken, gemakkelijk! Helpt hem
de werkloosheid bestrijden en tracht- niet
met de eene hand terug te nemen, wat gij
met de andere geeft. Steunt het bedrijfs
leven in zijn soms wanhopig pogen tot ver
laging der productiekosten: weert daarbij
misplaatste en remmende invloeden van
kortzichtigen, die niet anders dan het be
perkte eigen- of groepsbelang zien; maakt
ruim baan voor het persoonlijk initiatief
en schept aldus nieuwe werkgelegenheid
en nieuwe bestaansmogelijkheid. Want in
derdaad is alleen daarvan blijvende uit
komst te verwachten.
Moge dit inzicht meer en meer door
dringen.
NEDERLANDSCHE LINOLEUMFABRIEK.
In het jaarverslag over 1934 van de
Nederlandsche Linoleumfabriek te Krom
menie wordt medegedeeld, dat de om
zetten in het binnenland te lijden had
den van de verminderde koopkracht. De
uitwerking hiervan werd zooveel mogelijk
verzacht doorprijsverlaging.
De buitenlandsche afzet kon in 1934
worden gehandhaafd.
Na belangrijke afschrijvingen op de
voorraden bedraagt het winstsaldo
f. 151.538 (v.j. f. 117.289), waaruit een van
6 tot 8% verhoogd dividend wordt uit
gekeerd.
ANTI-LAWAAI CAMPAGNE.
Sedert eenigen tijd wordt in verschil
lende plaatsen, ook te Leiden, het lawaai
maken door auto's van overheidswege te
gengegaan. Het verdient alle aanbeveling
eveneens te verhinderen, dat radio-hande
laren met hun hinderlijke „radio-uitzen
dingen" kunnen blijven doorgaan, tot groot
ongerief van de omwonenden.
Else Elster, Richard Romanowsky en Albert Lieven tijdens een praatje in de
variété-cantine. opname uit de film .Mach mich glücklich".
Menschen. die altijd en eeuwig pech
«bben en zich steeds even onhandig too-
fa zijn er genoeg. Men kan ze overal
«moeten: het zijn menschen van allen
gs. Doch er is slechts één man. bij wien
jhe kleine tekortkomingen als onder een
"rgrootglas duizendmaal grooter schijnen,
01 die man is Ralph Arthur Roberts, die
hoofdrol in de U.F.A.-film „Mach mich
Öücklich" heeft. Moet men niet reeds
"then als men zijn naam hoort of noemt?
«iet zoodra is de man op het tooneel of
Ji'-'e doek verschenen, of men weet. dat
'fiets leuks gaat gebeuren. Altijd ziet hii
•t naar uit dat hij het een of ander heeft
5'hevoerd of dat hij iets op z'n kerfstok
heeft.
Men kan zich moeilijk voorstellen, dat
'"e man met ziin monocle deze perma-
mopperende keurige heer. in werke-
jiiheid een ernstig werkend mensch is,
zonder aan z'n privé-leven te kunnen
®nken öi een nieuw stuk voor ziin
"tater in studie heeft dan wel filmt, of
tsMs regie voert.
.hoe is 't mogelijk dat deze dikwijls som-
kijkende theaterdirecteur tevens een
Smotste grappenmakers isJ
jk heb er schoon genoeg van zoo zbgt
11" altijd dezelfde rollen te spelen, ik haat
1 "tijd dezelfde grimassen te moeten
maken of met water begooid te worden.
..En ls dat in Uw nieuwe rol in de film
„Mach' mich glücklich" anders geworden?"
Ja daar vervul ik een heel goede ka
rakterrol. Ik speel daarin een wat ouder-
wetsche revue-directeur, trek met m'n
troep de heele wereld door en heb ge
legenheid te over mü over m'n menschen
dood te ergeren
„Dus vrouwe Fortuna laat u nog steeds
in de steek; wat dat betreft is er dus niets
veranderd?"
Neen inderdaad niet, luidde het
antwoord op de hem eigen manier, met
een zuur gezicht. Pech heb ik, niets dan
verschrikkelijke pech. ook in deze film.
M'n s.ter die met haar onweerstaanbare
schoonheid de heele troep op stelten zet,
wil ik. om eindelijk rust te hebben, met
een mijner tooneelspelers laten trouwen,
maar een beetje aangeschoten breng
ik haar met een verkeerde samen en dan
breekt het noodlot eerst recht boven m'n
arm hoofd los! Gedurende een overtocht
moet ik met mün meisjes in de turnzaal
van het schip trainen Daar raakte ik met
m'n rokcostuum in die behekste machine-
ketel en met m'n garderobe-juffrouw
lAdèle Sandrockl kent de ergernis natuur
lijk heelpmaal geen grenzen meer!
Met Adèle Sandroek treedt Roberts dan
in de „arena van den lach": dat wordt
.zeker weer een feestdag voor de film!
FILMNIEUWS.
Carl Froeligh maakt een nieuwe film
met Emil Jannmg^.Direct na het be
ëindigen van de Toijis-film „Ik was Jack
"Möbtimer" is £arl> jfiöelich begonnen met
de voorbereidingen ,vtói een nieuwe Tobls-
film: „De Sabijnscije Maagdenroof".
Voor de hoofdrol -is Emil Jannings ge
ëngageerd.
Jannings zal dit jaar zoowel op het too
neel als voor de film den theater-directeur
Emanuel Striese spelen. Het belooft de
grootste komische rol te worden, die hij
tot nu toe gespeeld heeft.
„Michaël Strogoff. de koerier van den
Tsaar". Richard Eichberg begint mid
den September met de opnamen van de
Tobis-film: „Michaël Strogoff. de koerier
van den Tsaar", waarin Adolf Wohlbrück
de hoofdrol zal spelen.
Bing-films. De bekende schlager
componisten Mack Gordon en Harry Revel
hebben vier nieuwe songs geschreven voor
Bing Crosby's volgende film: „Two for
tonight", welke alle vier gebaseerd zijn
op veelgebruikte zegswijzen. Het zijn „From
the top of your head to the tip of your
toes". ..Without a Word of Warning", „It
takes Two to make a Bargain". „I wish I
was Alladin".
In Nederland zullen wij Bing intusschen
eerst nog te zien krijgen in „De Dappere
Lafaard", waarin hii samenspeelt met de
buitengewone komiek W. C. Fields, en
waarin hij zingt: „Down bij the River",
"It's easy to Remember" en het aloude
„Swanee River".
o
KURT GERRON IN FILMSTAD.
Onderhoud met den regisseur.
In het vertrek van den regie-staf zit
Kurt Gerron dis-posities te maken voor
„Het Mysterie van de Mondschein-sonate",
maar hij is zoo vriendelijk, de pen een
oogenblikje voor ons neer te leggen.
Iedere füm-enthouslast kent de kolos
sale verschijning en het uitbundige gebaar
van Kurt Gerron, die sinds eenige dagen
in Loet C. Barnstijn's Filmstad vertoeft.
Wat wij van hem weten wilden? Zijn
carrière in vogelvlucht! Want het is heel
wat interessanter, een overzicht van de
vruchtbare loopbaan uit zijn eigen mond
te vernemen dan daar alle mogelijke hand
boeken op het gebied der film-astronomie
op na te slaan.
De acteur-regisseur, die Berlijner van
geboorte is vertelt dan. dat hij als tooneel-
speler is begonnen en wel bij Max Rein-
hardt. De habitué's van het Deutsche
Theater te Berlijn hebben hem daar heel
wat keeren zien spelen. In 1927 debuteerde;
Gerron als film-acteur.
Ik ben in honderd films opgetreden,
waarvan de bekendste ..De Blauwe Engel"
is. Hierin was ik de directeur van het
cabaret, waarin Mariene Dietrich speelde.
Daarop werd ik redacteur bij de Ufa, en
ik maakte o.a. „Meine Frau. die Hoch-
staplerin" met Kathe von Nagy en Heinz
Rühmann. „Rauschgift" met Hans Albers
en „Ein toller Einfall" met Willy Fritsch
Rosie Barsony en Dorothea Wieck en ver
der regisseerde ik o.a. nog films met Dolly
Haas en Magda Schneider. Zeven films in
anderhalf jaar.
Vervolgens toog ik naar Partis zoo
vervolgt hij. om Henri Garat en Lisette
Lamin te laten optreden in Une Femme
au Volant" en verder kwam onder miirt
regie „Incognito" tot stanfi, met Pierre
Brasseur. Toen vertrok ik naar Weenen,
en daar ben ik nog onder contract bij de
Tobis-Sascha.
Kurt Gerron zegt dat hij in Weenen
verlof heeft genomen om enkele weken
in N.ederland ite-kunnen werken. Daarna
zal hij weer naar Weenen teruskeeren. en
Gerron. die meestal de lachers op zijn
hand trachtte te krijgen, zal dan een
ernstige rolprent in elkaar zetten, met
eerste-rangs-acteurs als Albert Basser-
mann en Ernst Deutsch.
Hij hoopte van harte, dat zijn arbeid
geheel en al op den smaak van het Neder
landsche publiek zou zijn afgestemd.
o
EEN DRIETAL ARLISS-FILMS.
De nieuwe productie van United Artists
biedt driemaal gelegenheid om den groo-
ten karakterspeler George Arliss in een
film te zien. Reeds is „De Vijf Frankfor-
ters" vertoond, waarin de lotgevallen van
het vermaarde bankiersgeslacht Rotschild
worden geschilderd en Arliss een dubbelrol
vertolkt. Deze film heeft vele pennen in
beroering gebracht.
In genoemde film stelt Arliss een figuur
voor, die er steeds maar op uit is om geld
te verdienen, in „The Last Gentleman"
een creatie van den regisseur Sidney Lan-
field, is hij iemand, die nagaat hoe hij zijn
geld op de beste manier kan weggeven;
een rijke oude heer, die een zeer originee-
len zin voor humor bezit.
DisraëliVoltaireWellington,
George Arliss deed ze op het filmdoek her
leven Wie had de regisseur Rowland V. Lee
dus beter kunnen kiezen voor de uitbeel
ding der briljante gestalte van Kardinaal
Richelieu? Arliss heeft zich buitengewoon
groote moeite gegeven om deze titelrol met
het meesterschap en de majestueuze al
lure, die zij verdient, te vertolken. Uren
bracht hij in de voornaamste bibliotheken
en musea van Londen en Parijs door om
gegevens te verzamelen, en schilderijen,
Richelieu voorstellende, te bestudeeren. Te
Hollywood liet hij meer dan dertig proef-
opnamen maken .alvorens hij tevreden was
over zijn typeering van dezen grooten
staatsman.
Een belangrijke rol speelt in deze film de
lieftallige Maureen O'Sullivan, die o.a.
reeds optrad in „The Thin Man" en „The
Barrets of the Wimpole-street".
DE AVONTURENFILM „BAVIANENLAND"
20 maanden op expeditie in het
Zwarte Werelddeel.
Een der sensationeelste avonturenfilms
jjs „Baboona". de nieuwe expeditie-film.
opgenomen door de beroemde ontdekkings
reizigers Martin en Osa Johnson. In Ne
derland zal deze door Fox uitgebracht
worden onder den naam „In Bavianen-
land".
Ditmaal hebben deze onverschrokken
natuurvorschers zich voor hun expeditie
bediend van een paar Sikorsky Amphibie-
vliegtuigen waarmede zij zoowel op land
als water konden landen. Het resultaat
hiervan was. dat zij door konden dringen
tot de meest ontoegankelijke landstreken
en oerwouden van Afrika, nog nimmer
door eenigen blanken voet betreden, waar
door zij er in slaagden een groote ver
zameling unique beelden op den filmband
vast te leggen.
Reusachtige kudden antilopen, zebra's
giraffen en andere typische Afrika-iungle-
bewoners werden door hen eerst van uit
de lucht en na de landing van vlakbij
gefilmd.
In een gebied, zelfs door de inboorlingen
om het ongezonde klimaat en het veelvul
dig voorkomen van de Tse-Tse-vlieg ge
meden. zagen zij eenige groote troepen
leeuwen, waarvan de zeldzaamste opna-
men werden, gemaakt.
Ook reusachtige zwermen flamingo's die
zich ophouden aan het Rudolf-meer en
eveneens de krokodillen en nijlpaarden,
waarmede de waterrijke omgeving daar
overbevolkt is. werden gefilmd.
In de nabijheid van het Victoria-meer
werden vervolgens eenige groote troepen
olifanten waargenomen. Een er van telde
alleen reeds 500 exemplaren en vlogen de
Johnson's al filmende over meer dan
10.000 olifanten in deze streek. Ook het
gefilmde overvliegen van een der grootste
hoogten van Afrika, het Kenia-gebergte,
is van een zeldzame schoonheid, vooral de
ongerepte gletscherwereld. vlak bii den
Equator, vormt een fantastischen aanblik.
De beelden uit het land der bavianen,
vormen het hoogtepunt van deze expeditie-
en cultuur-film. Schitterende opnamen
van deze half menschelijke- half dierlijke
eigenschappen vertoonende apensoort,
konden hier door een gelukkig toeval ge
maakt worden.
De Johnsonjs slaagden er in tijdens deze
expeditie die 20 maanden duurde, een af
stand af te leggen van 60.000 mijl. Zij;
brachten 170.000 voet geluidsfilm mee uit
de wildernis, waarmede het mysterie der
Afrikaansche jungle, door de geluids
camera wordt ontsluierd.
EMIL JANNINGS.
Emil Jannings zagen wij al in heel wat
merkwaardige rollen spelen, maar Emil
als kindermeisjemet de zuigflesch in
de hand dèt is toch iets volkomen nieuws!
In die rol fungeert hij in zijn nieuwe film
„De zwarte walvisch" waarin gevoel en
humor om den voorrang wedijveren. Hij
wordt o.a. terzijde gestaan door de jeug
dige Duitsche filmactrice Angela Salloker,
die in meerdere belangrijke films reeds de
aandacht op zich vestigde. Jannings ex
ploiteert in een havenkwartier van een
groote stad een café. dat de origineele
naam „De zwarte walvisch" draagt: tiidens
de avonturen die zich daar afspelen ziet
men Jannings in een geheel nieuwe rol.
Niet meer is hii de lijdende figuur maar
hii ontplooit een hartelijke, gezonde hu
mor. Achter een ruwe bolster bevindt zich
een blanke pit!