Het overlijden van Koningin Astrid - Verloving hertog van Gloucester
GEVAARLIJK SPEL
76"e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Het overlijden van Koningin Astrid.
FEUILLETON.
OP DE PLEK WAAR KONINGIN ASTRID STIERF zijn door do bewoners vaQ
Küssnacht bloemen neergelegd.
Prinses Margaretha, een der twee zusters van wijlen Koningin Astrid, bij aankomst op het vliegveld te Brussel, ter
bijwoning van de begrafenis-plechtigheid op heden.
KONINGINNEFEEST TE BAARN. Het ringsteken
yoor versierde sjeezen. Een der deelnemers
in: actie.
BB YERLOI'ING VAN DEN HERTOG VAN GLOUCESTER. - De hertog van Gloucester en Lady Alice Montagu Mr. FRANK W. RICKETT EdcTl
Douglas^cott, zijn verloofde te Balmoral met den Koning en de de central© figuur in de kwestie
Koningin gefotografeerd. der olierconcessies in Abessynië.
bij het vertrek van Croydon' naar Genève.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
8)
Hij kon zich maar niet los maken van
1116 gedachte. Er waren geen woorden
ooodig om hem te zeggen hoe groot de
™nst zou zijn die Valda Engeland kon
"«ijzen. Het bezit van de Duitsche plan-
cw van spionnage zou van onschatbaar
Kwicht zijn. Het zou lafheid zijn om deze
Jaarheid niet onder de oogen te zien.
was de bedoeling dat hij Valda zou
pgen om zijn vrouw te worden en dat
haar zou trouwen, terwijl zijn hart
'et'uld was met verlangen naar een
yMere vrouw. Hü was even verlangend
J» de admiraal om haar geheim uit haar
tójgen. Hij stelde zichzelf gerust met
;e gedachte, dat geen enkele vrouw een
®aa zou willen trouwen, die een andere
[Jjaw liefhad en Valda kon niet aan zijn
"We yoor Stella twijfelen.
Precies om half acht belde Guy aan aan
van de ouderwetsche huizen achter de
pstminster Abbey. Het was de eerste
dat hij mevrouw Langton ontmoette,
,le hem zeer vriendelijk ontving. Hij zag
TjWdellijk dat er een volkomen begrij-
heerschte tusschen den admiraal en
vrouw. Na jaren lang getrouwd te
geweest waren ze nog dol op elkaar
^schaamden zich niet die genegenheid
Eenige minuten daarna opende een
dienstbode de deur en Valda kwam bin
nen en Guy kreeg een levendigen indruk
van haar oogen, haar mooie witte schou
ders en haar lange, slanke figuur. Ze bezat
een zelfbeheersching, die een weinig on
natuurlijk aandeed in zulk een jong
meisje, maar tocti was haar verschijning
sympathiek. Mevrouw Langton begroette
haar hartelijk en Guy vroeg zich af of zij
iets van de geschiedenis af wist.
Aan tafel kreeg Guy den indruk, dat de
admiraal tegen zijn vrouw had gezegd, dat
er een liefdeshistorie bestond tusschen
Valda en hem. Het gesprek was algemeen,
maar Guy sprak zoo weinig mogelijk en
was opgelucht toen mevrouw Langton op
stond en de dames de kamer verlieten.
„Ik geloof, dat juffrouw Glyn de mooi
ste vrouw is, die ik ooit gezien heb", zei
de admiraal met oprechte geestdrift.
„Haar vader was een buitengewoon
knappe man. Het. is jammer van het
meisje".
„Dat vind ik ook", antwoordde Guy.
„Heeft u al over mijn voorstel nage
dacht?"
„Ik heb nog niet veel tijd gehad".
„Ik kan u niet meer tijd geven. U moet
vanavond handelen. U moet juffrouw
Glyn thuis brengen. Ik hoop, dat ze me
morgenochtend zal komen opzoeken".
„Ik kan het niet doen, mijnheer. Ik ben
natuurlijk bereid om juffrouw Glyn te
vragen wat u wenscht te weten".
„Ze zal er betaling voor verlangen".
Guy legde zijn sigaar neer en keek den
admiraal recht in de oogen.
„Stel u zelf eens in mijn plaats, mijn
heer. Stel u voor, dat u van een vrouw
hield en dat voorstel werd u gedaan.
Zoudt u het doen?" vroeg Guy ernstig.
„De vrouw die je liefhebt gaat met een
anderen man trouwen".
„Ze zal nooit met Furber trouwen. Syl
vester verdenkt hem ervan, dat hij in
dienst is van Duitschland".
„En toch heeft ze je de bons gegeven".
„Dat was uw schuld, mijnheer. U hadt
me het stilzwijgen opgelegd. Ik durfde
haar niets vertellen en zij begreep alles
verkeerd. Ik zal spoedig in staat zijn alles
uit te leggen", zei Hallam heftig.
Da admiraal ontstelde van zijn uitbar
sting, maar ofschoon hij haatte wat hij
doen moest, week hij toch niet van zijn
plan af.
„Wetende wat ik weet, zeg ik ronduit,
dat een menschenleven en een menschen-
geluk niet de moeite waard zijn vergeleken
bij de ontzettende belangen, die op het
spel staan. Hallam, ik twijfel er niet aan
of je zoudt je leven zonder aarzeling op
offeren voor je land".
„Dat zal ieder soldaat doen. Maar u
eischt nu, dat ik mijn eer opoffer".
„Ik ben dat niet met je eens. Je bent
aan geen vrouw gebonden. Je bedriegt juf-
frouw Glyn niet. Ze zal geen kat in den
zak koopen".
„Is u daar zeker van?" vroeg Guy
ernstig.
„Wij mannen begrijpen de vrouwen rriet.
Als zij iets willen hebben, deinzen ze voor
geen middel terug om het te krijgen. Juf
frouw Glyn houdt van je. Ze wil jou bo
ven alles in de wereld hebben en ze denkt
vast, dat ze je liefde zal kunnen winnen.
Dat neem ik haar niet kwalijk. Ze is
allerliefst en ik weet, dat er niet veel man
nen zullen zijn, die haar zullen kunnen
weerstaan. Waarachtig, er wordt heusch
niet zooveel van je gevergd", eindigde de
admiraal lachend, maar zijn lach klonk
niet natuurlijk.
„U vindt het denkbeeld net zoo afschu
welijk als ik, mijnheer".
„Maar al vond ik dat, dan zou ik het
toch doen als ik in jouw positie was".
„Pardon, mijnheer. Herinner u eens den
tijd toen u uw roem liefhad voor uw huwe
lijk; zoudt u toen een andere vrouw heb
ben kunnen trouwen?"
„Met dezelfde dingen, die op het spel
staan, zou ik het gedaan hebbenzelfs
al had ik mezelf later van kant gemaakt",
voegde hij er binnensmonds bij, maar Guy
ving de woorden op.
„Dus is er geen andere weg, mijnheer?"
„Geen en ik moet zelfs er op aan
dringen dat je het plan uitvoert met een
lachend gezicht. Ais de koop eenmaal ge
sloten is, tracht dan ook het meisje ge
lukkig te maken. Het zal niet moeilijk
zijn om vriendelijk tegen haar te zijn".
„Ik kan haar niet bedriegen, ik kan niet
doen of ik haar liefheb. Ze weet dat ik
van een ander houd".
„Ik vraag Je niet om haar te bedriegen,
maar ik wil niet, dat je doet of je je on
geluk tegemoet gaat. Behandel haar zoo
vriendelijk mogelijk. Je moogt haar toch
graag lijden?"
„Ja, dat doe ik zeker".
„Nu. toon haar dat dan. Als je mijn
raad opvolgt, zul je me er later dankbaar
voor zijn. Zullen we nu naar de dames
gaan?"
In de salon ging de admiraal regelrecht
op Valda toe en ging naast haar zitten.
„Zingt u gens wat voor ons", vroeg hij.
„Hoe weet u dat ik zing?" antwoord
de zij.
„Uw vader had een prachtige stem".
Valda ging naar de piano en bladerde
in een stapel muziek. Guy keek nieuws
gierig toe, want hij had geen flauw idee
dat ze zingen kon. Maar spoedig luisterde
hij betooverd. Haar stem was goed ge
schoold en ze zong zoo gemakkelijk of ze
ademde. Het was een eenvoudig liefdelied
en Guy ademde vlugger toen de laatste
nooit weerklonk.
„Prachtig", fluisterde mevrouw Langton
tegen Guy.
„Ga door, als 't u belieft", vroeg de
admiraal.
„Ze is een mooi meisje. Weet u wel, dat
u een gelukkig jongmensch is?" zei me
vrouw Langton tegen Guy.
Hij had gelijk gehad in zijn veronder
stelling, dat de admiraal toespelingen had
gemaakt over een liefdeshistorie en het
hinderde hem, dat hij in deze dubbel
zinnige positie was geplaatst.
Mevrouw Langton was een vrouw met
gevoel een geboren koppelaarster. Het
huwelijk had haar zooveel geluk gebracht,
dat ze altijd verlangde om vrouwen en
mannen, die ze geschikt voor elkaar vond,
tezamen te brengen. Ze had Valda direct
mogen lijden en deze jonge luitenant met
de heldere, eerlijke oogen en ferme kin
zou een ideaal echtgenoot zijn.
„Ik houd van juffrouw Glyn. Ze heeft
men een en ander over zichzelf verteld,
terwijl u beiden uw sigaar rookte. Het
aime meisje staat geheel alleen en ik ben
van plan haar een beetje te bemoederen.
Ik zal het altijd prettig vinden u hier te
zien, mijnheer Hallam".
.(Wordt vervolgd).