HET OPENBAAR GEHOOR
TE BATAVIA.
0
iBÜITENL. WEEKOVERZICHT
KONINGIN ASTRID
SEPTEMBER
jjifc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Augustus 1935
Derde Blad
No. 23140
Oranje, de meest hechte waarborg voor vrijheid
van godsdienstbelijdenis en geweten.
jfe?fol}Si)00©£]
BELGIÈ IN ROUW - VREDE OF
OORLOG?
U waren twee Koningskinderen, zij
lijden elkander zoo liefHoezeer gold
a voor Koning Leopold van België en
a'n gemalin, Koningin Astrid. Vroeger
Sn menschelljkerwijze voor mogelijk was
vdacht, werden zij geroepen tot het wer-
Sjke koningschap; dit tengevolge van
Sn voortljdlgen dood van Koning Albert.
5u zij, de- eenvoudige prinses uit het
inedsche land, zij wist door haar zon-
jje jeugd, door haar glanzende lieftal-
ntieid ook de liefde van het Belgische
Sik stormenderhand te veroveren. En zie
L een Hoogere Macht heeft plotseling aan
te Idylle van geluk een einde gemaakt,
[an koning Leopold Is zijn teer beminde
Ede, aan de uit hun echt geboren drie
[uderen een zorgzame en liefdevolle
coeder, aan het Belgische volk een aan-
leden Vorstinne gewelddadig ontrukt
(oor het noodlottig auto-ongeval bij Lu-
Sm. En met hen allen treurt de gansche
^schaafde wereld over dit verlies, waarin
(echts een stille berusting past, hoe zwaar
[et moge vallen
Hoe simpel op zich zelve klonk het be-
Scht over het droef gebeuren, maar welk
jtn weerklank vond het allerwege! Het
jo zwaar bezochte Belgische volk om
on de Koninklijke Familie maar te zwij-
jen moge echter troost vinden in den
ll;emeenene rouw over dit zoo wreed af
sneden jonge leven, dat lichtend stond
p hooge plaats. Mogen Koning en Volk
(nor de gemeenschappelijke smart over
[j! zoo diep smartelijke verlies nader tot
lïaar worden gebracht....
Het zoo in-droevlg gebeuren bij Luzern
keft voor een oogenblik de aandacht af-
[eleid van hetgeen overigens Europa nog
wjd intens bezig houdt: het Italiaansch-
jbessynlsch geschil, dat steeds verder
isar wapengeweld schijnt af te glijden.
De groote beslissing staat waarschijnlijk
l»r do deur: 4 September komt de Vol-
tinbondsraad in vergadering bijeen.
Na de mislukking van de conferentie
nn Drie te Parijs is er feitelijk niets ver
laden), noch ten kwade, noch ten goede.
Hst koortsachtlgen spned heeft Italië zijn
torlogsvoorbereidselen voortgezet, zelfs
ïreigend, dat het nemen van sancties, op
■elk terrein ook, een reden tot oorlog zou
djn tegen hen, die zich daarbij aansloten,
teelijkertijd werden aan de Oostenrijk-
Khe grens manoeuvres gehouden op
tngekend groote schaal, als ter demon-
Ktle, dat Italië, trots zijn voorbereiding
la het donkere werelddeel, ook in Europa
praat bleef voor iedere gebeurlijkheid,
too er ooit sprake is geweest van „bluf",
dan zeker hier! Want wat zou Italië ver
mogen tegen een eenheid van den Volken
bond, zelfs zonder Dultschland en Japan?
1* vraag is het antwoord tegelijk!
i En al klonk in het officleele communi-
Eë, uitgegeven na de kabinetszitting te
llzano de eerste ministerraad buiten
Ime, ooit gehouden de toon heel wat
piatlgder dan de jongst vernomen klan-
fen. speciaal aan het adres van Enge*
tnd. niettemin werd deze dreiging her-
bald. zij het bescheidener.
Wil de Duce dan inderdaad een
u-banque-spel spelen, of weet hij zich
loldoende gesteund om deze bluf de
ureld ln te slingeren? Ziedaar de kwestie
Sn het oogenblik, waarover men vol-
tólg in het duister tast. Men vergete
moral niet. dat leder besluit van den Vol-
lüibondsraad eenstemmigheid verelscht,
Mdat zelfs één tegenstemmer elk besluit
Sn tegenhouden!
Onwillekeurig richt zich in dit verband
iter oog naar Frankrijk, waaromtrent
Kn zich niet zeker gevoelt, trots de oude
-tide van Marianne voor den Volken-
iond. waaraan het zich anders gemeen
st placht vast te klampen als het eenig
lidding kunnend brengend instituut. En
1st gevoel van onzekerheid geeft maar
il te gereede aanleiding tot de geruch-
en, dat Frankrijk zich militair aan Italië
wft gebonden en deswege zijn bond-
lenoot den voet niet dwars wil zetten.
Sovendien geeft een deel der Fransche
ws gretig voedsel aan deze zienswijze,
'.oor hardnekkig het denkbeeld van sanc-
ies af te wijzen na de Italiaansche
urlogsdreiging.
Dat deel der Fransche pers redeneert
Mus: de Volkenbond is een lichaam tot
«houd van den vrede. Beter is dlenten-
Wolge nog Italië zijn aspiraties in Abes-
ïnlë te doen najagen, al gaat dat ge-
Hard met een gelocaliseerden oorlog, dan
5 Europa tengevolge van het in toepas-
®g brengen van sancties een oorlog te
'een ontstaan. Maar wat blijft van deze
«orie over bij eenig doordenken? Op die
ujze zou ieder land, dat een grooten
"ond opzet en op veroveringen van niet-
jlfemeenen aard uit is, zich straffeloos-
»d van handelen kunnen verzekeren en
'"gestoord zijn veroveringslusten kunnen
«vieren! Zelfs tegenover leden van den
'Olkenbond, zooals Abessynië toch ook is.
Mocht Genève zonder meer het aldus
""schreven standpunt ondersteunen, dan
•°u dat niet minder beteekenen dan het
"women failliet van dit lichaam!
Engeland schijnt daarentegen alle con
venties van het Volkenbondstatuut te
«Hen aanvaarden, zij het niet alleen en
het met tegenzin. Engeland voelt, dat
®f situatie voor den Volkenbond er een
worden is van to be or not to be en
~rzelt in deze omstandigheden niet om
'f.sewicht in de schaal te werpen tot
hi( ot toevallig eigen-belang daar-
H een woordje meespreekt, het is slechts
ondergeschikte beteekenis geworden,
rf Kleine Entente en Scandinavië staan
bil ,.?,nSelsche standpunt zeer nabij en
''enk denkt buiten Italië de communis
pmio desgelijk.. Wat zal Frankrijk te
SSH* besl'ssen, als tenslotte puntje bij
?a"ie komt? In het Fransche kabinet
U'al'Herri°' e a' ac'1'er Enge'nrid, doch
Zou intusschen op Italië nog niet op
'aatste oogenblik voldoende pressie
kiinui
'en worden geoefend, zoo het zeker
"rtp dat
sancties zouden volgen bij een
Ita? op bet riJ'< van den Negus? De
5r 'aanschc financiën staan momenteel
toch bijkans al zoo voor alsof een oor
rob "evoel'd met alle pecunaire ramn-
Itriphin van dien-- Dat Mussolini alle
bku op be barde werkelijkheid zou
j oen verloren, het is toch moeilijk aan
"nemen.
I^Ptamber staat voor de deur.... Het
wrt dag geworden I
doorluchtig geslacht in stand houdt ea
voortzet.
„Waardeeren wij dat wel genoeg? Stel
len wij onzerzijds daar wel tegenover wat
behoort, te weten onze trouw en gehoor
zaamheid, onze toewijding aan de pu
blieke zaak. onze bereidheid tot het bren
gen van offers ln 's Lands belang, onze
wil tot samenwerking, onze steun aan het
Gezag, en ons verzet tegen verdeeldheid
en verstoring van rust en orde?"
BATAVIA, 31 Aug. (Aneta). In zijn rede.
uitgesproken tijdens het Openbaar Gehoor
ten Paleize, ter gelegenheid van den ver
jaardag van H. M. de Koningin, wees de
voorzitter van den Volksraad, mr. W. H.
van Helsdingen, er op, dat de gelijkge
richte gevoelens van de bontgeschakeer-
de ingezetenen van Ned.-Indië een licht
glans beteekenen bij de overdenking van
den economischen nood en den geeste
lijken strijd.
Ginds en hier, in Holland en in Indië,
is de economische nood hoog gestegen.
Hier. waar het Lands- en het huisgezin
budget tot een ongedacht niveau is ver
laagd en vrijwel sluitend geworden; ginds,
waar de veelheid der steunverleeningen
de lasten voor Staat en ingezetenen on
gedacht verzwaart, en een gecompliceer
de samenhang van factoren een oplossing
naar de toekomst verschuift.
Spreker ging voort: ,Dat Oranje door
de hanteering ln vollen omvang van haar
grondwettelijke bevoegdheden stabiliteit
vermocht te brengen in den wankelen
polltieken toestand, verdient opnieuw de
erkentelijkheid van de geheele natie".
„Wat de toekomst ook moge brengen,
wij hebben de rustige zekerheid dat onze
Hooge Landsvrouwe, die wei-overdacht
Haar dochter noemde naar Juliana van
Stolberg, en die later den edelen naam
dezer vrome stammoeder der Oranjes zal
dragen, de meest hechte waarborg is....
voor vrijheid van godsdienstbelijdenis en
geweten, tegen welke aanslagen ook".
Met de bede dat het den Almachtige
behage de Koningin nog lange jaren te
sparen tot heil ook van deze gewesten,
riep spreker de bemiddeling van den Gou
verneur-Generaal in om de eerbiedige
gelukwenschen en betuigingen van aan
hankelijkheid aan de Koningin aan te
bieden.
De Gouverneur-Generaal, hierop ant
woordende verklaarde:
Het stemt tot groote dankbaarheid hier
weder samen te mogen zijn voor de vie
ring van den jaardag van H. M. onze ge
liefde Koningin.
De woorden, door den voorzitter van
den Volksraad gesproken, namens de In
dische gemeenschap, zijn een goede weer
klank van de gevoelens, die ons daarbij
bezielen. Zij geven weer wat in ons leeft,
getuigen van onze trouw en aanhanke
lijkheid en worden gedragen door de, lief
de en hoogachting, welke wij koesteren
voor onze Vorstin.
Telkens doen zich omstandigheden voor,
waarin wij steeds weer ervaren dat zulke
woorden niet slechts woorden zijn. maar
een even verheugende als waardevolle
realiteit.
Het laatst deed de ontwikkeling van de
politieke gebeurtenissen in Nederland
onze gedachten verwijlen bij de groote
moeilijkheden, welke hierbij te overwin
nen zijn. Wij hebben gezien, welk een be
langrijke taak H.M. daarbij had te ver
vullen en heeft vervuld.
Dan beseffen wij, welk een beteekenis
en een waarde voor ons allen, voor de
geheele gemeenschap en voor het staats
verband, gelegen is in het feit, dat wij
een Koningin hebben, die ln moeilijke
omstandigheden weet te handelen, met
zoodanige bekwaamheid, toewijding, lus
tige flinkheid en diepte van inzicht, dat
hierdoor eerbied en bewondering wordt
afgedwongen.
In dezen tijd van spanning op zoo ve
lerlei gebied, terwijl de internationale
politieke sfeer reden tot bezorgdheid geeft,
en de werelddepressie en haar gevolgen
nog steeds ons beklemmen terwijl de bin-
nenlandsche moeilijkheden in ieder land
elke Regeering voor bijkans onoplosbare
vraagstukken plaatsen is het een verhef
fende gedachte, dat wij kunnen rekenen
op een Vorstin, die door wijs beleid en
doeltreffende leiding, op zoo voortreffe
lijke wijze de beste tradities van Haar
Jhr. De Jonge.
Wel niemand zal zich ten deze vrij van
tekortkoming voelen; nimmer zal men in
dit opzicht kunnen meenen genoeg ge
daan te hebben.
Dit geldt uiteraard ook voor de Indi
sche gemeenschap, maar toch zou Indië
op vragen, als door mij gesteld, mogen,
antwoorden: Naar mate mijner krachten
heb ik gestreefd mijn plicht te doen;
tegen den ongunst der tijden heb ik ge
streden: offers zijn gebracht, het Gezag
is gesteund en de eenheid is bewaard.
Ik zeg dit uit diepe overtuiging en uit
de volheid van mijn hart. waartoe ik ge
rechtigd ben. omdat ik vier lange jaren
van nabij getuige ben geweest van tegen
slagen, waaraan dit land heeft blootge
staan en van de wijze, waarop het zich
daartegen heeft verweerd.
Ik zeg het, omdat ik daardoor kan be
seffen, welke een moed, geestkracht, toe
wijding, berusting en burgerzin noodig
zijn geweest om dit verweer te kunnen
aanvaarden en te kunnen volhouden.
Spreker wekte op dat te realiseeren
opdat wij de levensvatbaarheid bewaren
en legde hierop den nadruk omdat „mij
in den laatsten tijd een zekere moede
loosheid en angst voor de toekomst treft,
welke ik bij sommigen meen te onder
kennen".
Daaraan mag niet worden toegegeven.
De vraag wat er moet gebeuren, als de
toestand nog erger wordt dan thans, be
hoeft ons niet te benauwen. „Oranje en
Nederland zijn samen door de eeuwen
staande gebleven".
Het werk dat nog gedaan moet worden
duldt geen krachtverlies door kleinmoe
digheid en verdeeldheid.
Spreker wees er op dat thans de gevol
gen van hetgeen vroeger geschiedde zich
meer en meer doen gevoelen en memo
reerde het pijnlijk proces, dat door den
eisch tot versobering noodzakelijk was.
Hij verklaarde verder, dat een verlaagd
levensniveau, een versoberde administra
tie en een sluitende begrooting voorwaar
den zijn voor de handhaving, straks voor
een opleving en voor een hernieuwden
bloei. Aan de vervulling van die voor
waarden moet blijvend met opgewektheid
en vertrouwen worden gewerkt. Een ieder
heeft daarbij zijn taak.
Spreker wees er tenslotte op dat, hoewel
wij telkens weer voor dreigende wereld
gebeurtenissen staan, de drang naar her
stel, rust, evenwicht en stabilisatie niet
te miskennen is.
Het gaat er dus om vol te houden tot
dat die drang tot resultaat heeft geleid.
Op een dag als heden mogen wij optimis
tisch zijn. Wij beseffen nu meer dan ooit
dat de voorwaarden voor zulk een vol
houden aanwezig zijn.
Met de verzekering dat wij ook in de
toekomst stand kunnen houden indien
wij ons één blijven voelen als getrouwe
onderdanen van Hare Majesteit, ons spie
gelend aan Haar voorbeeld en onze besle
krachten inspannend om Haar te dienen,
eindigde de Gouverneur-Generaal met:
„God zegene Haar en beware Haar voor
Land en Volk".
Daar gaat de zomerpracht.
milliarden blaadjes moeten van
de boomen.daar liggen ze.
op den weg. Nu 'n malsch
buitje... een slipperig laagje,
en dan nog gladde banden.
Zóó wordt September de
herfst van uw leven!