Het stoffelijk overschot van Koningin Astrid opgebaard. DE NIEUWE KWEEKSCHOOL AAN DEN VLIET 76"te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Augustus 1935 Vierde Blad No. 23140 Het défilé begonnen. BURG. STAND VAN LEIDEN DE WONING-PUZZLE VOOR „DE VROUW-ALLEEN". O (Van onzen Rels-redacteur). Het stoffelijk overschot van Koningin litrld is opgebaard in dezelfde zaal waar Sr niet zoo heel lang geleden Koning «bert was neergelegd, voordat hij naar Sta laatste rustplaats in den Koninklijken rafkelder te Laeken zou worden gebracht, peldra zal ook de jeugdige Koningin, Zijn jthoondochter, daarheen worden geleld }111 te rusten te midden van het volk, dat Lji met groote genegenheid als de vreem- EjUnge uit het Noorden eens is tegemoet 'getreden, en dat Haar met zijn innige wederliefde heeft beloond. De drukte bij het paleis, die in de mor- renuren reeds zeer groot was, heeft den eheelen dag geduurd. De bevolking had iehoefte in de omgeving van de over- tdene te blijven, als wilde zij Haar zoo jng mogelijk in haar midden behouden. Om vier uur des middags werden de leuren van het paleis geopend en werd elegenheid gegeven langs de lijkbaar te iefileeren, om een laatste afscheid te ne- jen van Haar, die men noode missen kan. Een enorme menigte was op het trottoir (gesteld en ieder wachtte geduldig tot- St de beurt aan hem was gekomen om de ireede trappen van het fraaie paleis te («tijgen en zwijgend langs de beminde Doode te defileeren. Ontroerend was ook deze eenvoudige kremonie waaraan niemand zonder diep Etschokt te zijn heeft deelgenomen. Het «ren personen van allerlei rang en stand, ie dezen droeven tocht maakten en na (ezen eersten dag zullen er nog velen, ter velen, volgen. Ik heb het défilé eeni- »n tijd mogen gadeslaan en was daarbij [etuige van de bewijzen van de groote unhankelijkheid, die algemeen jegens de Sonlnklijke familie hier wordt gevoeld. Het publiek betrad het palels door de poote poort aan de rechterzijde en werd jin linksom geleid door de groote midden- Slnaar de statige eeretrap. Stilte heersch- alom: er werd geen woord gefluisterd, :n voetstap hoorde men op het witte jijt. Op de eerste verdieping was de jddenzaal als chapelle ardente ingericht, let plafond ls met zwarte doeken bespan- :en en op den vloer ligt een dik. zwart (leed, waarin witte bloemen gewerkt zijn. fa het midden staat een gToot zilveren tniii De Koningin rust op een praalbed met jen crucifix aan haar hoofdeinde. Rechts ie links staan in een kring, afgewisseld Ml groene planten, eenige prachtige kernstukken: rozen, dahlia's en gladiolen, p alles wordt verlicht door kaarsen In lote koperen kandelabers. In witte zijde Fde overledene gekleed; zij ligt daar in h serene rust met om haar heen de geur Ui eenige bouquetten viooltjes. Van haar ieder gelaat straalt een zachte glans uit. litis van een aandoenlijke lieflijkheid, die set verstoord wordt door het witte ver- and, dat om haar voorhoofd is gelegd. 5 schijnt te slapen in een gelukzaligheid ümet de beminnelijkheid van haar ka- ilter in overeenstemming is. Om de baar list een wacht van hooge officieren, die in tijd tot tijd wordt afgelost. De bezoekers stroomden in een lang- isie optocht langs hun Koningin. Het enige geluid dat men hoorde, was het tikken der vrouwen, die de aanblik der diefde gestorvene te machtig was. Aller •sen vulden zich met tranen, de vrouwen hielden en de mannen maakten een diepe aging als laatste groet. Voetje voor töje schuifelde de file verder, vervuld id deernis en diep onder den indruk van it onzegbaar leed. Tegen den avond begon het in de stad 1 regenen, een druilerige regen, die de eurige sfeer nog scheen te accentueeren. en liep zonder opgewektheid door de ieste straten en de voorbijgangers ver engen zich alleen voor de talrijke rouw- lalages. die in den loop van den dag ®al in de stad waren ingericht. Vele takels toonen het portret van Koningin itrid, niet rouwcrêpe en bloemen omge- De bioscopen kondigden speciale films; in met episoden uit het leven der ge- orven Vorstin, zoo plotseling van Haar an en Haar kinderen weggerukt. Enkele reaters zijn nu reeds gesloten en alle Oscopen zullen op Dinsdag, den dag der igrafenis de deuren sluiten. Dien dag zal de wereldtentoonstelling is om twee uur opengaan. Er was van- '.sg nog wel bezoek, maar er ontbrak de «iruchtige uitbundigheid, die de expositie 1 andere dagen kenmerkte. Alle pavil- *ns en etablissementen zijn geopend, er wordt nergens muziek gemaakt, ttgeen een weldadige rust schept. Hier »wel als in de stad was de stemming ge takt. Minister van Zeeland herdenkt de Koningin. Zoowel voor den Vlaamschen als voor ta Franschen draadloozen omroep heeft ^ster-president van Zeeland gister- T?nd het verscheiden van Koningin -bid in enkele treffende woorden her- acht. ®1 herinnerde aan de onvergankelijke ppulariteit, gesmeed uit het edelste me tal, waarin de overleden Koningin zich tmeugde. Al Haar daden kenmerkten Jj door hartelijke toewijding. Hare ka- •«ertrekken waren doortrokken van Witheid, teederheid en rechtschapenheid. was een schoone moeder van drie -hoone kinderen, die in het hiernamaals -ar belooning zal ontvangen voor het- zij op aarde heeft gewrocht. ,Uf minister-president wees voorts op p slag die den Koning en zijn gezin getroffen. Haar tot weerziens tot de E™ «aderen is een laatste groet gewor- «D. Ook het Zweedsche Koninklijk Huis i bet Zweedsche volk betrok spreker in deelneming. armen en zwakken van ons volk, zoo ''Mgde hij hebben een onherstelbaar /"es geleden. Echte tranen zijn deze sen van rouw gestort, tranen die de schoon maken. fiÜren w« ons 'n deze droeve dagen, t. j' de minister-president, evenals bij "ood van koning Albert dichter rond den Koning en zijn beproefd gezin. Aan de overleden Koningin zal geheel België, dat haar vaderland was geworden, een onvergankelijke herinnering bewaren. De begrafenis-plechtigheid. Gisteren in den loop van den middag had aan het departement van Binnen- landsche Zaken een vergadering plaats van de ambtenaren, belast met de regeling van den rouwstoet, die Dinsdag pl.m. half elf het Koninklijk Paleis zal verlaten. De protocolaire regeling zal ongeveer dezelfde zijn als bij de plechtige uitvaart van Ko ning Albert, anderhalf jaar geleden, met dien verstande nochtans, dat de oud strijders en regimenten van Brussel's gar nizoen voorbij de catafalk niet zullen défileeren. Zij zullen samen met de school kinderen van de stad Brussel op den door tocht van den stoet worden opgesteld. Alle oud-strijdersvereenigingen werden door de regeering in dit verband aangeschreven; het zijn ook het Verbond van Vlaamsche Oudstrijders en de Federatie van socia listische oud-strijders. Na den plechtigen lijkdienst, die door den kardinaal-aarts- bisschop van Mechelen in de hoofdkerk van Brussel zal worden gecelebreerd, zal het stoffelijk overschot van Koningin Astrid met den staatsielijkwagen, die bij de uitvaart van Koning Leopold II en Koningin Marie Henriëtte diende, naar Laeken worden overgebracht, en aldaar in de Koninklijke crypte onder de kerk dicht bij de lijkkist van Koning Albert worden bijgezet. De koning en de koninklijke familie zul len zich na afloop van de plechtigheid naar Laeken begeven. De kwetsuren des Konings. Naar thans wordt bevestigd, heeft de Koning slechts lichte kwetsuren opgeloo- pen. De geneesheer heeft slechts een schram aan de rechterwang geconsta teerd, waarop een pleister is geplakt. Ver der is zijn linkerpols verstuikt. Men kan evenwel zeer goed aan hem zien, dat hij zeer geschokt is. Zwijgend en weenend volgde hij de baar met het stoffelijk overschot van zijn echtgenoote, toen dit in het paleis werd gebracht. Prins Karei te Brussel. Als een der eerste familieleden van de verongelukte koningin arriveerde te Brus sel haar vader, prins Karei van Zweden, diep onder den Indruk van het ontzettend gebeuren. De prins begaf zich dadelijk naar het koninklijk paleis, waar hij bij het stoffe lijk overschot van zijn dochter toegelaten werd. Naar eerst thans vernomen wordt, riep de prins, toen hem het droeve nieuws werd medegedeeld, uit: „Mijn leven is zoo gelukkig en zonder persoonlijke tragedie geweest, dat het ongeluk thans moest komen." Heden worden kroonprins Olaf van Noorwegen en zijn gemalin, prinses Martha, zuster van Koningin Astrid, ver wacht, evenals de Koningin-Moeder Eli sabeth en prins Umberto van Italië met zijn gade, prinses Marie José. Het rouwbeklag. Ontzettend blijft de stroom van rouw beklag, die binnenkomt. De Belgische Ar beiderspartij heeft aan den Koning het volgende telegram van rouwbeklag gezon den: „Uit naam van de Belgische Arbei derspartij drukken wij aan het staats hoofd ons gevoel uit van innige droefheid bij' het ongeluk dat hem treft. De socia listische arbeidersklasse neemt deel aan het verdriet van de drie kinderen, die be roofd zijn van een moeder, die jong was en goed." Voorts zijn verschillende bijeenkomsten voor Abessynië, door de Belgische Arbei derspartij op touw gezet, voor onbepaal- den tijd uitgesteld. RECLAME. 9516 ^jiabben.dat lade itilla wensch van I ledera vrouw. Hoe- I veel bevalligheid en 1 gratie ligt toch in Ideze harmonischo I lynen en in dc kra- Inige houding van I het lichaam! Wer- I kelyk mooi tezyn is 1 echter zonder een Jeugdige vorm der lichaamsgestalte onmogelyk, want „figuur" en „bewe- ligingsvorm" gaven l'daarby den door- I slag. Ook U kunt I dant zy een nieuw I ontdekte methode Uw figuur vormen an Uw geheime wenschen „werkelyk mooi te ryn" verwezenlyken. Geen oefeningen, apparaten of dieet noodlo. In Italië met de hoogste onderscheidingen bekroond. Bestelt U het boekje ,,Hoe verkryg ik een volmaakt figuur?" (32 afbeel dingen). Tegen inzending van 45 cents aan postzegels wordt U dit In gesloten brief toegezonden, oi tegen 35 cents als drukwerk. Aeskulap-My., Amsterdam C. Heerengr 33/U. 49 GEBOREN. Arie, z. v. J. Keijzer en W. v. d. Leek Hermanus, z. v. C. IJ. Paauw en M. E. de Haas Piet Albertus, z. v. J. de Vries en H. Schoneveld Anna Emilie Christa, d. v. F. A. R. Höhndorf en A. R. Wendt Willem, z. v. R. W. Posthuma en C. v. Dam Petrus Antonius, z. v. P. A. Hel ling en A. M. Lintsen Jannetje Corne lia, d. v. D. v. Duijvenvoorde en A. v. d. Plas Cornells Petrus, z. v. D. Wijnands en A. M. v. d. Berg Frits, z. v. G. Groe nendijk en C. Timmers Julius Marie, z. v. A. W. Meijer en W. J. Jansen Heinz, z. v. J. Vinke en F. E. Dietzmann Cor nells, z, v. M. Spreeuw en J. Stroomer. ONDKK l'ROIIWD H. Zwart jm. 24 j. en D. P. Kleinjan jd. 22 j. F. v. d. Wijngaard jm. 26 j. en H. A. Stam jd. 19 j. Er zijn heel wat statistieken over alles en nog wat, maar, zoover mij bekend, be staan die niet over het aantal vrouwen, dat, al of niet uit eigen verkiezing, alleen woont. Dat moet geen gering aantal zijn. Juist de kwestie „wonen" ls voor die vrou wen een heel belangrijk probleem, dat zich, nu de vacanties langzamerhand ge ëindigd zijn, weer eens extra aan haar op- diingt. Ik ctenk nu niet In de allereerste plaats aan de categorie meisjes-studenten, voor wie het „op kamers wonen" alleen nog maar hevig interessant is; alles is nieuw, het aanlokkelijke van de pasverworven vrijheid overheerscht alle andere indruk ken, en niet uitsluitend bij de spiksplin ternieuwe eerste-jaartjes. Ik geloof, dat dit komt, omdat ze op den achtergrond van hun bewustzijn toch steeds de over tuiging hebben, dat deze toestand maar tijdelijk ls en dat, als het zoo begeerde kamerleven zoo nu en dan ook wel eens een beetje tegenvalt, er nog steeds het ouderlijk huis is als toevlucht. Maar voor de vrouw, die alleen staat, is de oplossing van de vraag, hoe ze zal wonen, nog wel eens extra-overdenking waard. Die vraag ls op zoo vele wijzen op te lossen, dat er altijd wel een manier te vinden is, die het geschikste is voor elk type van „de vrouw-alleen". Is de dame in kwestie ruim met aard- sche goederen gezegend, zoodat ze zich de luxe van een eigen woning met voldoend personeel kan veroorloven, dan is het pro bleem gauw opgelost: ze kan haar leven inrichten zooals ze wil, bezigheden zoe ken, als ze daar zin in heelt, maar ze is er zeker van, dat ze een goede verzorging heeft; kan die in elk geval hebben. Anders is het gesteld met de vele vele vrouwen, h. b. b. h. h., die met die „be zigheden buitenshuis" maar net genoeg verdienen om heel eenvoudig op kamers of Ui een pension te wonen, vrouw met een eigen zelfstandigen werk kring is „en pension" wel de meest aan gewezen weg. De kamer is 's winters warm als ze thuiskomt, ik denk natuurlijk al leen aan zorgzame pensionhoudsters! ze behoeft zich niet te verdiepen in dienst boden kwesties of in vragen als: „Wat zullen we vandaag eten?"; kortom, er wordt materieel voor haar gezorgd. Daar bij behoudt ze een groote mate van vrij heid en zelfstandigheid, zoodat ze in ze keren zin haar leven naar eigen verkie zing kan inrichten. En dat is voor een vrouw met een eigen zelfstadigen werk kring niets te veel geëischt. Komen uit die behoefte niet vaak de conflicten voort tusschen ouders en grootere dochters, die een betrekking hebben in dezelfde plaats, waar de ouders wonen en „dus" in huis zijn gebleven! Dit „dus" is heelemaai niet zoo vanzelfsprekend. Zooals een oude dame, de moeder van een alleraardigst gezin, mij eens zei: ,,'t Is beter, dat de kinderen, als ze ouder worden en zelf een betrekking hebben, er eens heelemaai uit gaan en op eigen beenen staan, als het financieel maar everi"mogelljk is. Thuis blijven het toch „de kinderen", in hun werkkring zijn het volwassen vrouwen en mannen: dat moet innerlijke confilcten geven, die zich maar al te vaak vertoo- nen in uiterlijke botsingen, 't Is heele maai niet gek, als ze alleen gaan wonen, ook al is het in dezelfde stad. De band met het ouderlijk huis, dat dan in hun gedachten een „plechtanker" is, zal er juist sterker door worden." En met een vergenoegd gezicht zat ze alleen in het groote, oude huis, waar de uitgevlogen vogels telkens voor korter of langer tijd terugkwamen met verhalen over hun wedervaren of, als ze eens behoefte hadden om alleen maar „de kin deren" te zijn. Maar zoo verstandig zijn helaas niet alle ouders. Nu is het „kamerleven" lang niet voor iedereen geschikt. Vooral de „ge meubileerde kamer met pension" kan voor sommige vrouwen, die op deze ma nier nu eenmaal hun woningvraagstuk moeten oplossen, een ware nachtmerrie worden. Meermalen heb ik opgemerkt, dat in zoo'n geval de bewoonster ook niets eigens aan de kamer had weten te geven. De meubels we kunnen ze uitgespro ken leelijk, dragelijk of mooi vinden hebben iets onpersoonlijks; ze staan daar om op te zetten, aan te eten of iets in op te bergen, maar ze zijn van niemand: niet van de tijdelijke bewoonster, maar eigen lijk ook niet van de eigenares van het pension niet „echt" tenminste; ik be doel hier dat ondefinieerbare iets, dat. een meubelstuk krijgt, als het langen tijd als een trouw huisgenoot eenzelfden mensch op zijn levensweg vergezelt. Maar deze meubels zijn van „de" kamerhnwoonster, zooals het meubilair van een hotelkamer of een stationswachtkamer van „den" reiziger is. En daarom, bewoonsters van gemeubi leerde kamers, breng er zoo gauw moge lijk een eigen sfeer in, door een aardige wandversiering met 'n beetje tact is die wel in de plaats te brengen van de aanwezige, die nu toevallig niet zoo met uw smaak overeenkomt door kleinig heden, waaraan voor u herinneringen vastzitten, door een enkel kunstvoorwerp, waarnaar het prettig is te kijken, Wist u, dat alleen het kijken naar iets moois ons al over een onbevredigde bui heen kan helpen? En bovenal door uw boeken, die als goede vrienden er voor zorgen, dat wij ons nooit heelemaai eenzaam voelen, en vooral niet te vergeten, ook bloemen. En verder 'n beetje geven en nemen, dat is overal en zelfs bij het kamerleven, een van de eerste vereischben voor een prettig bestaan. Natuurlijk kan men bij een be hoorlijke betaling een goede verzorging verwachten, maar heel veel vrouwen, die zelf nooit de huishoudelijke beslommerin gen van nabij hebben leeren kennen, stel len hun eischen wel wat heel hoog. Zou het daardoor komen, dat vele verhuur sters „liever geen juffrouw" op kamers hebben? We moeten niet vergeten, dat iemand, die door kamers verhuren geheel of ge deeltelijk in haar onderhoud moet voor zien, niet alleen de uitgaven heeft voor de voeding van haar pensionnaires, maar ook extra-posten moet boeken vooi lin nengoed, huisraad, materiaal om alles goed te onderhouden, en ook voor eventueele risico bij het korter of langer leeg staan van haar kamers. Veel alleenwonende vrouwen verkiezen Van de Ver. tot Opleiding van Bewaarschoolonderwijzeressen. Het extérieur aan den Vliet. Wij berichtten reeds, dat de opening van bovengenoemde school op 10 Septem ber a.s. plaats zal vinden en in verband daarmee zijn wij dezer dagen eens een kijkje gaan nemen aan dit mooie gebouw, dat onder leiding van den architect den heer Buurman, gedeeltelijk vernieuwd, ge deeltelijk volkomen gerestaureerd werd. Laten wij maar onmiddellijk zeggen, dat een en ander onze verwachtingen verre overtroffen heeft Men, weet, hoe de gevel der Bewaarschool aan het Rapenburg No. 131 niet den indruk geeft, dat daar achter zulk een mooie school voor de kinderen ligt, maar nu is daar nog bij ge komen een prachtig gebouw voor de Kweekschoolonderwijzeressen, met bij zonder veel smaak en juist inzicht ont worpen, modern en eenvoudig opgetrok ken uit twee oude perceelen,. die waarlijk dringend ajgeheele verbetering van noode hadden. Het front der Kweekschool ijgt aap den Vliet: de hierbij gereproduceerde foto toont duidelijk, welk een uitstekend aspect hier verkregen is. De lichte, gele steen stemt vroolijk en deze blijde indruk wordt sterk verhoogd, zoodra men het gebouw binnentreedt. De directrice, mej. Voltman, was zoo vriendelijk ons rond te leiden, nadat zij ons eerst nog eens het een en ander had verteld over de bijzondere ver diensten van wijlen den heer Wijbrand Haanstra, de groote voorvechter van het Bewaarschoolonderwijs, wiens bijzondere paedagogische methode eerst nu de volle waardeering verkrijgt, die zij verdient. Volgens diens methode wordt op deze school het onderwijs gegeven. - De eerste steen werd gelegd door een kleinzoon van wijlen den heer Haanstra op 6 Maart 1935: daaraan herinnert de gevelsteen in de muur, die- wij even voor het binnentreden van den ingang aan den Vliet ontdekken. Wij treden binnen en, al is de school nog niet geheel gereed, al gaat men bedrijvig heen en weer. om de laatste hand aan de afwerking te leggen, tóch kunnen wij on middellijk constateeren. mei welk een over leg deze bouw is voorbereid. Wij zien een ruime vestibule en een even ruime fietsen bergplaats voor de plus minus 70 leerlin gen, die aan deze school zoowel ex- als intern hét onderwijs genieten. Overal een gele betegeling die weldadig aandoet en dan betreden wij eenige leslokalen, ruim van vorm, licht en frisch gelegen onder de dikwijls matglazen plafonds, die veel gezonde lucht toelaten, wapneer de ramep op ingenieuse wijze opengedraaid worden. Fraaie parketvloeren van de firma Bruyn- zeel verhoogen den uitnemenden indruk: de hygiëne viert hier hoogtij, ook wat de sanitaire verzorging betreft. De bekende z.g. „Pleyte"-zaal is geheel gerestaureerd en maakt eveneens een uitnemenden in druk: deze zal gebruikt worden voor gym nastiek- en zanglessen. Nergens is luxe, doch overal is merkbaar een streven naar doelmatigheid. Men speurt den wensch om met sobere midde len zooveel mogelijk te bereiken. Zoo is het ook op de eerste verdieping, waar weer eenige leslokalen liggen, als op de tweede yerdieping, ingericht voor het internaat der meisjes en voor de onderwijzeressen. Ruime slaapkamers met mooi uitzicht, overal veel ramen, die den indruk geven glazen wanden, Geruischloos loopen wij de trappen op: daarvoor zorgt de rubbervloerbekleedlng wel, die de stilte zoo zeer bevordert. In de royale hall hangt, als eerbiedige nage dachtenis aan den heer Haanstra, diens plaquette, welke indertijd werd aangebo den. De Kweekschool voor de Onderwijzeres sen sluit door middel van een mooien tuin met kinderspeelplaats aan bij de eigen lijke Bewaarschool waar het Fröbelonder-. wijs wordt gegeven, zoodat de leerling- onderwijzeressen onmiddellijk de theorie aan de practijk kunnen toetsen. Wij gaven hier in 't kort een overzicht van de school, die bij de opening zeker een nog treffender indruk zal maken. Het Bestuur voelde zich bij de plannen voor deze vernieuwing ter zeerste gesteund door de overweging, dat in dezen tijd de belangstelling voor de ontwikkeling van het jonge kind zoo sterk groeiende is. Niet alleen vele wetenschappelijk georiënteerde paedagogen, doch ook de ouders erken nen meer en meer het belang van het onderwijs, dat hier gegeven wordt en zoo achtte men het gerechtvaardigd, ondanks den druk der tijden, die ook het onder wijs treft, tot deze vernieuwing over te gaan, vooral daar ook van belangstellende zijde financieelen steun ondervonden werd. Deze Kweekschool is de eenige in ons land, die een internaat bezit en neemt reeds daardoor een speciale plaats in. Mo gen velen zich geroepen voelen in de toe komst, die op den duur toch ook weer haar lichtpunten zal aanwijzen, haar studies op deze Kweekschool aan te vangen; de tal- looze leerlingetjes, die wij in de Bewaar school zoo vroolijk bijeen zagen zitten, zullen in volgende jaren weer door nieuwa opgevolgd worden. Zij allen behoeven den steun van jonge vrouwen, voor wie onge twijfeld een edel en nuttig arbeidsveld is weggelegd. Den heer Buurman komt een woord van lof toe voor de wijze, waarop hij deze nieuwe omgeving voor de kweekelingen heeft ingericht tot een smakelijk geheel, dat bij de opening zeker de groote tevre denheid van de vele belangstellenden zal kunnen wegdragen. het wonen op kamers zonder pension. Ze eten dan buitenshuis, of van den kok, of kokkerellen zelf; het heeft iets gezelligs, iets huiselijks, om klaar te maken, wat je zelf lekker vindt en er zoo nu en dan een ander op te tracteeren (laten we hopen, dat die het dan ook lekker vindt!) Maar er is een gevaarlijke zijde aan deze manier van leven: zoo gauw komt er toe, maar wat te maken van het eten en vaak heeft men geen trek meer als het maal door ons zelf klaargemaakt, op tafel komt terwijl dan de prikkel van het „zien eten doet eten" ontbreekt. In de groote steden zijn de flatgebou wen een ware uitkomst voor de alleenwo- nenden. Men heeft de vrijheid, die men zich wenscht, men kan de maaltijden be stellen in het bijbehoorend restaurant of daar gaan eten, men kan dienstbode-hulp krijgen voor het onderhoud van het meu bilair, de portier is er voor boodschappen enz. Maar het blijft „alleen" wonen. En wie daar niet tegen kan, laat die zoo gauw mogelijk met een familie of met een vrien din samen gaan wonen. Ze dient echter wel te bedenken, dat tegenover de winst van meer gezelligheid het verlies staat van veel eigen vrijheid. Opname in een gezin is dan misschien nog 't meest aan te be velen. Samen wonen van twee vriendinnen is altijd heel moeilijk; men is uitsluitend op elkaar aangewezen, 't Komt voor, dat ze, zoo oppervlakkig beschouwd, uitste kend met elkaar overweg kunnen, ze spre ken elkaar dikwijls, gaan zelfs samen op reis. Maar laat u niet bedriegen, zelfs dit laatste is nog geen garantie voor een goede harmonie in het leven van alle dag. Op reis zijn we toch altijd 'n beetje in een Zondagsstemming? Er zijn onder ons vrou wen, die gezellig en opgewekt zijn, als ze uit zijn, afleiding hebben, maar in het gareel van het dagelijksche leven prikkel baar en humeurig worden. Daarbij Komen de dagelijks terugkeerende kleine hebbe lijkheden, die nu eenmaal ieder mensch heeft, maar die vaak de ander, vooral als die critisch van nature is„ buiten verhou ding gaan prikkelen. Ik vroeg eens aan een lid van een dergelijk ontbonden compag nonschap: „Waarom wonen jullie eigen lijk niet meer samen? Ruzie gehad?" „Och nee, dat niet", was 't antwoord, maar zij kon zoo vreeselij k vervelend binnensmonds loopen zingen". 't Leek overdreven, om dat als reden op te geven, en de oorzaak lag natuurlijk ook dieper maar klinkt er niet een wereld van opgekropte geirriteerdheid uit? Denk dus goed na, welke manier van wonen het beste bij u past. Het is een onplezierige menschelijke eigenschap om van ons eigen bestaan alleen het „tegen" te zien en van andersmans leven het „voor". CRITICA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13