IN HET BOSCH OPLOSSINGEN. RAADSELS. 31 AUGUSTUS Sloten in Noord-Holland en Sloten in Friesland. 3. Trawanten (lijfwacht). Foei Jaap, wat ben je gulzig! Je laat heelemaal niets over voor an deren (thee). Heb je met Oom Bob Ierland bezocht? (bier). Voor An, Jacob en Piet was de wande ling te ver. (ranja). Koosje is zóó slim, O, na de wandeling had je haar eens moeten hooren! (limonade). Ik kom eiken dag voorbij jullie huis. (melk). VOOR KLEINEREN. (PLOSSING DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. VOOR GROOTEREN. H rat merel welland H a r I i n g e tulnm Harlingen n e g e n kei p I L r D A L A M Kastanje. Jan, kat, aas, teen, jas. 3. Peper, munt; pepermunt. Vee (de letter v). VOOR GROOTEREN. I. Wat krijg je, als je 4 lucifers bij elkaar ;t? u. Mijn geheel wordt met 7 letters ge- hreven en noemt een edelgesteente. Een 4, 3, 5, 6, I is een tijdsverloop, u 7, 2, 6 is een metaal. 1 Een 7. 3, 6, 1 maakt deel uit van je gebit. 1, 2, 6. 3 ls een verkorte meisjesnaam. De 4, 5, 3, 6 is een hemellichaam. m. Verborgen visschen. Is Caro gisteren weggeloopen, Vader? Wij hebben de laatste uren heel wat last van de warmte gehad. Wel is Oom Piet ongelukkig te pas ge komen. Ja, ontzettend! Ik zal met Moeder hem eens bezoeken. Waarom geloof je mij niet? Ik heb zelf toch gezien, hoe het gebeurd is! IV. Vul de stippen zóó in, dat je woorden van 4 letters krijgt. Maar denk er aan, dat het volgende woord altijd beginnen moet met dezelfde letter, ais waarmee het vorige geëindigd is. e een tijdsverloop. een deel van je gezicht. een roofvogel. een steenen massa. een weekdier. het tegenovergestelde van lang, een vervoermiddel. iets wat In hoornen en beende ren zit. een plaats in Overijsel. e een oude stad in Italië. In t bosch is 't donker en op eens Daar plast de regen neer. Kabouter Puntmuts loopt nu hard En zucht: Och, wat een weer! Maar., wat is dat? Een paddenstoel? Dat zal een schuilplaats zijn! Ja, 'k kan er onder, heelemaal! Gelukkig ben 'k maar klein! Nu wacht ik kalm den regen af. Mijn paraplu is groot! Zoo'n paddenstoeltje kan nog eens Een vriend zijn in den nood! 't Wordt helder weer, de maan komt door. Kabouter loopt dus voort. Wat is het, dat hij daar op eens Voor fijne stem nu hoort? Een klein konijntje zegt: Meneer, U mag een and'ren keer Bij ons in 't hol wel schuilen, hoorl Wat was het vrees'lijk weer! Dat 'sbest, Konijn! zegt Puntmuts dan. Nu had 'k een paddenstoel, Maar 'k kom toch graag bij j' op bezoek. 't Is zeker lekker koel, Bij jullie in 't konijnenhol, Ais daags de zon fel schijnt! Nu weet je allen, hoe het komt, Dat Puntmuts ploats verdwijnt. j En nooit een menschenkind hem ziet In 't groote, groote bosch. Al kijk je ook naar alle kant', Terwijl je zit op 't mos. Want geen kabouter 's overdag In 't heele bosch te zien, Al denk je ook: Als 'k heel goed kijk, Ontdek ik 'r een misschien! (Nadruk verboden). C. E. DE T.TTJ.E HOGERWAARD. VOOR KLEINEREN. I. Ik ben een kleine, nauwe poort Van hout, hoor! nóch van steen. Die nauwe poort is nooit op slot, Geen weg leidt ooit er heen. Toch ken je mij wel heel, heel goed, Een vreemde ben 'k dus niet! En als je 't antwoord weet, ben je In 't raden heusch een Piet! n. We gaven een dier, dat 's zomers in de wel loopt, een extra staart en toen kregen we.... den naam van mijn neefje. Hoe kan dat? ni. Welke mollen eten niet? Hebben nooit gewroet? Zeg eens even, welke mol Dat wel wezen moet! rv. Wat kun je maken van Kon Dien ging An? (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Jongens, meisjes, laat de vlaggen Vroolijk wapperen! Hoezee! Onze Koningin is jarig! Allen vieren 't feest graag mee. Tooien zich dus met oranje, Zingen opgewekt en blij. Kijk eens even naar dien optocht! Wat een lange, lange rij! Weet je, wie ook in haar schik is? Dat is de Oranje-zon, Omdat zij met al haar stralen Dit jaar 'k hoop het! meedoen kon. Opgewekt klinkt de muziek al, Wat zet die het feest goed in! Zingen wij uit volle borst nu: Heel lang leev' de Koningin! Want wij hopen, Koningin, dat U heel dikwijls nog verjaart En voor de Prinses en ons ook Vele jaren blijft gespaard! (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13