Engeland en de Europeesche
vraagstukken.
HET ABESSYNISCH CONFLICT
76,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 17 Augustus 1935
Derde Blad
Np. 23128
Buitenl. Weekoverzicht.
Door Sir Herbert Samuel,
LAND- EN TUINBOUW
FINANCIEN.
Zal het Laval en Eden gelukken den slang te bezweeren
oud-Minister van Binnenlandsche Zaken in Engeland en leider der
Liberale fractie in het Lagerhuis.
jET RECHT VAN DE STERKSTE - DE
«INST ZAL VOOR ITALIË ZIJN,
TENZIJ HET VA BANQUE
SPEELT - LAVAL ALS
DICTATOR.
Er was een tijd en die ligt nog niet
■ad heel ver achter ons dat Italië haar
jrtigende houding tegen Abessynië verde-
lijde door zich op te werpen als de onver-
narde ridder, die kwaad bestrijdt, waar
„I j,et ziet, en die het oogenblik gekomen
Sitte om eindelijk eens orde en recht te
«schaffen in het allerminst moderne
Ibessynië met haar middeleeuwsche toe-
tanden en haar slavernij....! Wie cou-
anten opslaat van hoogstens twee maan-
«i geleden zal Italiaansche autoriteiten
a zelfs ook de Duce dergelijke theorieën
lm verkondigen en wc herinneren ons
oe een geestig journalist spottend ergens
•hreef dat men nauwelijks met droge
(gen van de verklaringen van 't mensch-
ivende Italië kon kennis nemen. Sinds-
kn is er toch wel iets veranderd! Wat
jm door Italië met groote hardnekklg-
ield ontkend werd, is thans door baron
Jolsl op de drie-mogendheden-conferentie
Parijs aangevoerd als de voornaamste
eóen van het conflict en moet dienen als
»sis voor Itallë's eischen.
Van den aanvang af was het trouwens
hiidelük: de staat der fascisten had land-
longer. Een steeds toenemend bevolkings-
irerschot en de geringe mogelijkheden
in expansie dwingen tot het zoeken van
Kn oplossing en Abessynië zal daar het
iachtoffer van'worden! Deze moderne
jjd kent een Volkenbond en Instituten,
,eike zich naarstig bezig houden met uit
praten inzake volkeren-recht en inter-
utionale justitie. Hun werk is echter
fehts zóó lang van kracht totdat één
!er Staten plotseling van idee verandert
in het zich in het hoofd zet haar gebied
-naar welke zijde dan ook uit te brei-
!en. Japan deed 't in China en Italië zal
irtdoen in Abessynië! Dit wil niet zeggen,
lü het huidige conflict persé tot een
orlog leiden zal, al is het waar. dat Mus-
oiirü zich zoo langzamerhand dermate
Mtgelegd heeft, dat een terugtocht heel
aoellijk wordt, maar het beteekent wel,
lit Italië althans ten deele, z'n zin krij-
;ta zal.
Baron Alolsl verklaarde te Parijs dat
[talie door de verdragen recht heeft op
«litieke concessies inzake Abessynië,
cjar dat zijn tenslotte „rechten", die
uiten het slachtoffer om! in onderling
verleg door de groote, belanghebbende
ititen zijn vastgesteld. Van rechten ge
stoken
Bet is, zoo kort na den aanvang van
I conferentie te Parijs, niet mogelijk
i te zeggen omtrent de waarschijnlijke
uitaten der besprekingen, maar het
it vast dat Italië reeds winst boeken
t indien het zich volkomen neerlegde
de voorstellen van Engeland, dat tot
verre weigerde politieke concessies toe
staan, doch bereid is economische con-
sies goed te keuren. Of het daarbij
iter blijven zal? Nogmaals werd van
bgelsche zijde dezer dagen gezegd dat
sn gedwongen gebiedsafstand niet geduld
an worden, maar daarnaast blijven toch
de geruchten aanhouden dat Engeland
aar medewerking zou willen beloven om
k geraken tot een nieuwe verdeeling van
de verschillende koloniale mandaten (met
de toezegging natuurlijk dat Italië daar
re! bij zou varen). En tenslotte Is er de
terklaring van den in het nauw gedreven
keizer van een slecht gewapend volk (bo-
tendlen nog gehinderd door wapen-
tZïoer-embargo's), dat Abessynië des-
Doods om den oorlog toch maar te
terhinderen haar rechten op een ge-
ieelte van haar gebied zou willen
prijsgeven, mits het in ruil daarvoor een
uitweg zou krijgen naar zee! Het spreekt
tanzelf, dat, bij verwezenlijking daarvan,
die uitweg onzegbaar duur gekocht zou
moeten worden, terwijl de winst voor
Italië zou zijn.
De drie groote mogendheden conferee-
len thans te Parijs. Spoedig zal men
welen hoe ver Engeland en Frankrijk
willen gaan met concessies ten gunste
Jan Italië en anderzijds of Mussolini de
openlijke oorlogs-voorbereiding definitief
'al willen en durven omzetten in een va
Janque-spel, dat van zeer langen duur
kan zijn en ontzaggelijke offers vragen
«1, Reeds thans heeft dit conflict trou
wens vele landen tot offers gebracht,
want allerwegen grijpt men de gelegen-
neld aan om de oorlogsbegrootingen te
Jerhoogen en uitbreiding te geven aan
per, vloot en luchtmacht. Na Japan en
Duitschland is ditmaal Italië de schui
ns. die daartoe gedreven heeft
Door het conflict tusschen Italië en
Abessynië is geleidelijk al het andere ge
beuren op den achtergrond gedrongen,
niettemin zijn er feiten, waarop even de
aandacht gevestigd dient te worden. Daar
eerstens de snel in felheid toenemende
aetie in Duitschland tegen de Joden en
de Katholieken: daar is verder de poli-
''eke moord in Japan op den chef van
den Generalen Staf als een (gelukkig
mislukte) poging om de continentale ex
pansie-politiek te forceeren, en daar is
bwendien het herstelplan van Laval in
'rinkrijk. waarvan de uitvoering tot ern-
ongeregeldheden aanleiding heeft
«geven, zij het dan in hoofdzaak door
biumunistisch gestook. Een merkwaar-
ia b'fbntle is er in Frankrijk ontstaan,
m ti ^aval a's een soort dictator re-
keert! Den zevenden Juni kreeg hij van
e Kamer volmacht om tot 31 October de
™™|e maatregelen te nemen ter bestrij-
dpn r r opeculatie en tot verdediging van
en Franc en die volmacht was zoo vaag
n,r"nu'eerd dat zij zeer groote speel-
Mte iiet Laval heeft daar een dank-
ar gebruik van gemaakt en zonder dat
ka„ Iolksvertegenwoordiging hem storen
tretp door meer dan tachtig de-
de m op enel'g'ëke wijze, ingegrepen in
Ij ^atshuishouding. Loonen zijn ver
tenevensKosten moeten noodgedwon-
OaeM en noo't werkte de regeerings-
june zoo vlot als in deze dagen. Een
tiet ^tische geest is aan dit alles
hJJWnl Onder dwang gaf het par-
Co m j v°lmacht, die veel op een blan
ked ilat gelijkt en terwijl Laval ge-
voiw., teugels in handen nam werd de
jeni brtegenwoordiging naar huis gezon-
W B'eehts achteraf zal zij het recht
«itiek hebben, maar aan de feiten
VERPLICHTING TOT PLEGEN VAN
•VERLEG BLIJFT.
Inzake vaststelling van loon.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid den heer Kersten betreffende bezwa
ren van landbouwers tegen het plegen van
overleg met de besturen van arbeiders
bonden inzake vaststelling van loon heeft
minister Gelissen, minister v. economische
zaken, geantwoord, dat hem inderdaad uit
de beantwoording van door hem verzon
den brieven wel eens is gebleken, dat
sommige Zeeuwsche landbouwers, uit
vrees, dat zij tengevolge van het plegen
van overleg hoogere loonen zullen moeten
betalen, bezwaren hebben tegen het plegen
van overleg inzake vaststelling van loon.
De minister is niet bereid medewerking
te verleenen tot het geven van ontheffing
van de verplichting tot het plegen van
overleg, aangezien het gevolg hiervan zou
zijn. dat de geheele door zijn ambtsvoor
ganger getroffen regeling illusoir zou
worden.
zal dan niet veel meer te veranderen
zijn. Laval is de baas en hij laat dat
voelen, zooals bleek in de vergadering
met de prefecten, de hoofden der pro
vincies, die meer dan eens lijdelijk ver
zet tegen de regeering schijnen te plegen.
Laval vertelde hun geen eischen in be-
leedigenden vorm meer te dulden. „Gij
kunt vertrekken zonder eenige ongerust
heid over de voornemens der regeering"
zeide hij, „maar gij kunt u wel zeer be
zorgd maken als gij uw plicht niet doet.
Zoo versterkt Laval de orde en bestrijdt
hij de crisis en het is zeker dat hij daar
bij in breeden kring meer in- dan ont
stemming vindt. De toekomst zal moeten
uitmaken of dit voor Frankrijk zoo onge
wone regime ook op den langen duur de
volksgunst zal kunnen blijven behouden!
De richtlijnen van de Britsche buiten-
landsche politiek kunnen er voor beschou
wers in andere landen soms verward uit
zien. De ingeslagen koers is dikwijls onver
wacht en men vindt het moeilijk zeker
heid ten opzichte van de toekomst te krij
gen. De vraag, die men zich op het oogen
blik stelt is: zijn de Engelschen vóór of
tegen Duitschland. Millioenen menschen
over het geheele vasteland van Europa
zien hierin een punt van vitaal belang
voor hun eigen veiligheid en welvaart.
De Britsche staatslieden en het Britsche
volk in zijn geheel voelen den ernst van
de verantwoordelijkheid, die op hen drukt.
Nog nooit is er in Engeland voor interna
tionale zaken zooveel algemeene belang
stelling geweest als op het oogenblik. De
lierinneringen aan den Grooten Oorlog
zijn nog steeds levendig Er is bijna geen
familie in het land, die niet een lid onder
de dooden of gewonden had. De huidige
toestand van Europa; de kansen op een
nieuwen oorlog; wat we kunnen doen om
dien te voorkomen deze onderwerpen
zijn de gewone hoogtepunten van de ge
sprekken in alle klassen der bevolking.
In den loop van dit jaar heeft een ver-
eeniging in het geheele land een stem
ming doen houden om de houding van de
bevolking vast te stellen tegenover den
Volkenbond, de ontwapening, de particu
liere wapenfabricage, de voorkoming van
oorlog. Ofschoon de stemming zonder de
hulp van regeeringspersonen of openbare
lichamen was georganiseerd, kwamen de
inzichten van niet minder dan ll'/i mil-
lioen menschen aan het licht. Meer dan
een half millioen vrijwillige krachten
stelde zich beschikbaar voor het versprei
den en verzamelen der stembiljetten. Van
de deelnemers aan de stemming sprak 96
percent zich voor den Volkenbond uit en
ül percent voor algeheele vermindering
der bewapeningen.
Maar er was nog een ander punt van be-
teekenis. Een -van de vragen, die gesteld
werden, was, of steun moest worden ge
geven aan internationale maatregelen te
gen een aanvaller, zelfs wanneer die maat
regelen de mogelijkheid van oorlog in zich
sloten. Het percentage, dat daaraan zijn
goedkeuring verleende, bedroeg 58. Of
schoon het merkwaardig is, dat llVt mil
lioen menschen hun standpunt kenbaar
hebben gemaakt, dient te worden opge
merkt. dat het aantal volwassenen, wier
inzichten niet tot uitdrukking kwamen,
tweemaal zoo groot was; en er is geen twij
fel aan, dat het grootste percentage hun
ner onverschillig staat zoowel tegenover
ontwapening als interventie.
De zaak is, dat het Engelsche volk even
als ieder ander volk er naar verlangt rus-
lig in vrede te kunnen blijven leven. En
als ieder ander volk wenscht het zich niet
in een oorlog te begeven om den vrede te
handhaven.
In een tijdvak van honderd jaar van
den slag bij Waterloo tot het uitbreken van
den wereldoorlog in 1914 is Engeland
slechts eenmaal in een oorlog op het Euro
peesche vasteland gemengd geweest de
Krimoorlog; en de meeste onzer historici
zijn de meening toegedaan, dat onze deel
neming aan dien oorlog vermeden had
dienen te worgen. En nu staat men er zeer
antipathiek tegenover om gewikkeld Hl
worden in de geschillen van twistzieke na»
ties zooais wij hen beschouwen hetzij
in Midden- of Oost-Europa of in verder
verwijderde deelen van den aardbol. Nie
mand heeft zelfs verondersteld, dat het de
plicht van de Europeesche volkeren was
een internationale expeditie voor den
Chaco te zenden teneinde den vrede tus
schen Bolivia en Paraguay te bewerken.
Dit zijn gevoelens, waarmede iedere
Britsche regeering rekening heeft te hou
den. Zij kan de algemeene verplichting
niet op zich nemen overal en ten allen,
tijde met de wapenen op te treden en on
der omstandigheden, welke vooruit niet
beschreven kunnen worden, want als de
vervulling geëlscht zou worden, zou het
zeer wel mogelijk zijn. dat de publieke
opinie de daaruit voortvloeiende maatre
gelen niet wenschte te aanvaarden.
Terzelfder tijd hebben we hier de ern
stige erkenning, dat de Volkenbond zijn
uiterste best moet doen om door collectief
optreden den vrede en de veiligheid te
handhaven. Groot-Brittannië is volkomen
bereid zijn volledig deel in die pogingen te
nemen, gelijk getoond is in het geval van
oen Saar en door de oplossing van ver
schillende gevaarlijke conflicten onder
auspiciën van den Volkenbond. Zoo i3
Engeland ook bereid zich tot speciaal op
treden te verbinden, ten einde den Vrede
en de veiligheid te handhaven in dat deel
van Europa, waarbij het door zijn geogra
fische positie nauw betrokken is. Vandaar
het verdrag van Locarno. Dit vormt een
aantal zeer serieuze verplichtingen en En
geland zal die binnen het kader van den
Volkenbond, zeer zeker nakomen. Het be
lang van Engeland's deelneming aan dat
verdrag en de ernst van de gevaren, die
het voor het Engelsche volk met zich
meebrengt, worden niet altijd voldoende
door onze buren gewaardeerd.
Wat het geweldige vraagstuk van
Duitschland's herbewapening betreft, hier
liggen en ze zijn er sinds den oorlog ge
weest voor de andere landen twee mo
gelijke richtingen open. De eene is
Duitschland te beschouwen als ongenees
lijk militaristisch, van nature agressief en
als een gevaar voor zijn buren; de juiste
handelwijze zou daarom zijn het land met
kracht ontwapend te houden en het te
omringen met een kring van machten, die
voor wederkeerige bescherming tezamen
moeten worden gebracht. De andere is,
wat Duitschland betreft, het gevaar te er
kennen dat schuilt in een agressieve mili
taristische politiek, doch evenzeer te er
kennen. dat het in feite niet mogelijk is
een trotsch volk van zeventig millioen
mensehen permanent ontwapend en
krachteloos te houden te midden van een
kring zwaarbewapende buren; dat een po
litiek van onderdrukking slechts een sti
mulans voor militaristische tendenzen kan
vormen en dat het voor Europa noodzake
lijk is een weliswaar voorzichtig, doch te
vens rechtvaardig staridpunt in te nemen.
De Britsche meening helt zonder twij
fel naar deze tweede politiek over. Wij
hebben jaar-in jaar-uit steeds aangedron
gen op een algeheel ontwapend Europa, in
overeenstemming met de verzekeringen,
die ten tijde van de onderteekening van
het verdrag van Versailles gegeven zijn.
Wij zagen hierin het eenige alternatief
voor herbewapening in Duitschland en een
voortdurende uitbreiding der bewapenin
gen elders. Die pogingen faalden en het
resultaat zien we thans. De volgende stap
moet zijn het zoeken naar maatregelen,
die het kwaad binnen de perken houden;
en bij het vaststellen van grenzen is de
medewerking van Duitschland onvermij
delijk.
Maar omdat het Engelsche volk dit dui
delijk inziet, volgt daar niet uit, dat het
zijn oordeel over enkele voorname pro
grammapunten van het Nazi-regime in
eenig opzicht heeft gewijzigd. De een of
twee Britsche kranten, die daar in sym
pathieke bewoordingen over spreken, ver
tegenwoordigen de algemeene opvatting
niet in het minst. Dezelfde kranten steun
den een tijdlang de Engelsche fascistische
beweging, aan wie het volslagen mislukt is
ook maar een heel klein deel van de kie
zers voor zich de winnen en die thans bij
na geheel uit 't gezizchtsveld verdwenen is
Het jongste bezoek van een deputatie
oud-strijders aan Duitschland wordt ge
loof ik in het algemeen met instemming
begroet. Toch verkeert men in sommige
kringen in onzekerheid met het oog op
misverstanden zoowel in Duitschland als
daarbuiten. De Britsche volkeren verlan
gen naar een algeheele terugkeer van den
vrede. Zij wenschen geen bittere herinne
ringen aan den oorlog levendig te houden.
Zij beschouwen met sympathie de ver
broedering der oud-strijders van Frankrijk
en Duitschland. Zij zijn bereid het voor
beeld te volgen. Doch men moet in dit op
zicht niet meenen, dat zij politieke onder
drukking, religieuze of rassenvervolgin-
gen, waai" deze ook mogen voorkomen oog
luikend zouden toelaten. Interventie in de
binnenlandsche aangelegenheden van an
dere landen is noch uitvoerbaar, noch wen-
schelijk; volgens dat principe kunnen de
kwesties die zich in de wereld voordoen,
niet opgelost worden. Maar wat in Duitsch
land gebeurt wordt eiken dag nauwkeurig
door de Britsche meening gevolgd en zal
ongetwijfeld zijn invloed doen gelden op
de betrekkingen tusschen beide landen.
(Nadruk verboden).
DE RIJKSMIDDELEN.
De Rijksmiddelen brachten in de maand
Juli f. 32.061.609 op of ruim f. 1 millioen
minder dan de raming, terwijl dit bedrag
bijna f. 4,4 millioen bij het cijfer van Juli
1934 ten achter bleef.
Voor de Kohieirsbelastingen was eind
Juli in totaal f. 64.053.737 op kohier ge
bracht voor rekening van het loopende
jaar of ruim 7 ton meer dan het vorige
jaar op dezen datum.
o