De reis van de Koningin en Prinses Juliana naar Schotland GEVAARLIJK SPEL 76,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De oacantiereis oan de Koningin en Prinses Juliana naar Schotland. De Koningin en de Prinses begeven zich te Vlissingen aan boord: van het s.s. Mecklenburg". DE HEER VERNEDE herdacht het feit, dat hij 40 jaar geleden als burge meester van Voorschoten werd geïnstalleerd. De burgemeester dankt voor de hem door de gemeente geschonken monument. DE HERTOG EN DE IIEROGIN VAN KENT arri veerden te Bied (Jugoslavié). De begroeting aan het station door prins Paul. NIEUW MODEL FIETS te Londen gedemonstreerd. DE REIS VAN DE KONINGIN EN DE PRINSES NAAR SCHOTLAND. Het Drummond Arms Hotel te St. Fillians in het Schot- DE BURGEMEESTER VAN ALBURY bezocht generaal Snijders in diens sche hoogland, waar de yorstelijke bezoeksters tijdens haar vacantie woning te Hilversum. V.l.n.r. mrs. Waugh, de burgemeester, generaal zullen verblijven. Snijders en mevrouw Snijders. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 30) „Sommige menschen zijn nu eenmaal too aangelegd. Het is lief van je om me vanavond wat op te vroolijken. Ik weet »at ik geen aangenaam gezelschap ben". „Neen, dat ben je werkelijk niet. Om het Hoed te maken mag je me morgen mee Ut lunchen nemen. Ik verwacht je hier °m half één". Plotseling boog ze zich over hem heen. „Guy, verveel ik je erg?" Haar hand lag op zijn arm en hij bewoog zich onrustig. Geen van beiden JjM ^een zacht kloppen aan de deur ge- „Guy, ik ben heel eenzaam. Je moet je ten""* °m vr'entlen zÜn' n'e' verge- Nogmaals werd er geklopt. Ze trok zich riet terug. „Kom maar binnen, Marie", zei ze Wiendelijk. deur ging open en Stella kwam HOOFDSTUK XIX. naÜ°»n ®te"a Cameron Guy verlaten had, "Mat M hgm geZegd had dat ze hem '«Ue. keerde ze naar het hotel terug. onur K er in slaagde haar moeder te "woopen en haar slaapkamer te berei ken. Ze had zich met moeite kunnen be- heerschen en zoodra ze alleen was, begon ze zacht te schreien. Het scheen zoo on gelooflijk. dat de man, die ze zoo hart stochtelijk lief had, op zoo'n manier had gehandeld haar uit zijn leven had ge- stooten, zonder één woord van ophelde ring. Ze bleef langen tijd zitten, versuft van verdriet, tot ze werd opgeschrikt door een kloppen op haar deur. „Wie is daar", vroeg ze lusteloos. „Moeder. Doe de deur open", was het bevelende antwoord. „Ik wil alleen zijn". .Laat me dadelijk binnen". Met een vermoeide zucht ging Stella naar de deur en draaide den sleutel om. Mevrouw Cameron kwam de kamer bin nen en keek haar dochter achterdochtig aan. „Je hebt gehuild. Wat is er gebeurd?" „Laat u me toch als 't u blieft alleen". Morgen gaan we naar Newport terug. „Waarom ben je toch niet verstandig? Schrijf aan mijnheer Hallam en maak een eind aan de verloving". „Het is niet noodig om te schrijven", antwoordde Stella met een snik. Mevrouw Cameron's gezicht verhelderde zichtbaar en ze omhelsde haar dochter hartelijk. „Moet ik daaruit opmaken dat dat el lendige engagement af is? Dat is het heerlijkste nieuws dat je me vertellen kon. Is het waar, liefste?" „Ja". „Ik feliciteer je lieveling. Je zult me later dankbaar zijn. Je zoudt nooit ge lukkig zijn geworden als vrouw van een arm man", zei mevrouw Cameron verge noegd. „Guy is niet arm. Sir George Granston heeft hem geld gegeven en Guy wordt zijn erfgenaam". „Sir George Granston?", herhaalde mevrouw Cameron machinaal en haar ge zicht werd langzamerhand vuurrood. „Goede genade, kind, die man is ontzag lijk rijk en stokoud. Dat maakt een groot verschil. Misschien ben je wat voorbarig geweest; het is misschien maar een kleine twist, zooals alle verloofden die wel eens hebben. Zou je dien goeien jongen niet liever een lettertje schrijven?" „Moeder, u begrijpt er rdets van. Ik zou Guy nooit hebben opgegeven, daarvoor houd ik veel te veel van hem", zei Stella en haar oogen vulden zich weer met tranen. „Waarom maak je dan zoo'n druke? Guy zal natuurlijk niet maar dat is onmogelijk". „Ik geloof niet, dat hij nog om me geeft. Hij heeft het engagement zelf af gemaakt". Mevrouw Cameron richtte zich in haar volle lengte op, haar gezicht een en al verontwaardiging. „Je moet hem verkeerd begrepen heb ben. Hallam zou mijn dochter niet zoo dur ven behandelen. Weet je het zeker van dat geld?" „Ja. sir George heeft het me zelf ver teld". „Dan ga ik naar Hallam toe Ik ga hem een verklaring vragen. Ik ga nu dadelijk". Stella greep haar moeder bij den arm. ,.U gaat niet. Denkt u dat ik geen trots heb? Ik heb mezelf al genoeg vernederd. Ik heb Guy zóó gesmeekt, dat ik er me nu over schaam". „Ik moet mijnheer Hallam spreken", zei mevrouw Cameron beslist. „Als u dat doet, ga ik weg. Dan kan het me niets meer schelen wat er van me terecht komt", zei Stella roekeloos. Maar haar moeder scheen vastbesloten en begon haastig haar handschoenen dicht te knoopen. „Moeder, als u van me houdt, blijf dan vanavond bij me thuis. U sticht er alleen maar kwaad mee, als u naar Guy toe gaat. Hij is niet makkelijk en u zult hem misschien boos maken. Misschien schrijft hij me vanavond", zei Stella overredend. „Het is alles erg vreemd. Ik zou wel eens willen weten wat hij tegen je gezegd heeft. Je bent den geheelen dag weg ge weest". Stella vond het het beste haar moeder alles te vertellen en mevrouw Cameron luisterde aandachtig. „Ik weet niet, wat ik er van denken moet. Het lijkt wel of Guy onder dwang van een ander handelde. Nu ik kalmer ben. geloof ik dat hij nog van me houdt". „Misschien is hij door een andere vrouw ingepalmd?" „Dat geloof ik niet. Zoo'n man is hij niet". „Je kunt nooit weten. Maar misschien heb je gelijk. We zullen tot morgen wach ten en zien of hij schrijft". Stella zuchtte van verlichting bij deze concessie. Ze trachtte gewoon te praten en probeerde zelfs te eten. Maar ze ging zoo vroeg mogelijk naar bed en zocht tot laat in den nacht naar een oplossing van dit mysterie. Ze kon maar niet gelooven, dat Guy iets kon doen dat niet eervol was. Eindelijk viel ze in een onrustigen slaap en toen de dag aanbrak, kleedde zij zich vlug aan en ging naar de zitkamer. Haar moeder was ook reeds op en begroette haar met een droevig hoofdschudden. „Er is geen brief voor je", zei ze. „Wat doe je nu?" „Niets. Als Guy nog arm was, zou ik niet aarzelen. Maar moeder, u heeft zoo'n drukte over het geld gemaakt kom hem nu in vredesnaam niet tegemoet". „Ik had gelijk er drukte over te maken. Ik heb ronduit mijn meening gezegd". „Veronderstel nu eens, dat sir George zei, dat hij van gedachte was veranderd en Guy niet zijn geld naliet. Zoudt u dan nog in een verloving toestemmen?" vroeg Stella kalm „En je zei, dat hij het zeker van plan was?" „Het komt me nu voor, dat er in dit leven niets zeker meer is". „Sir George mag oud zijn, maar hij is geen dwaas. Na wat je me verteld hebt, geloof ik niet, dat er eenige risico is". „Ik zou het liefst dadelijk naar Wey- port teruggaan". „Neen, niet vóór ik een verklaring heb gehad", zei mevrouw Cameron beslist. Het was een ellendige morgen voor Stella, maar zij slaagde er in haar moeder te kalmeeren. Kort na twaalven werd de heer Hallam aangediend. Beiden ver wachtten Guy te zien binnenkomen. Tot Stella's groote teleurstelling was het Guy's vader. „Ik ben zoo blij u te zien, gaat u zitten", begon mevrouw Cameron overdreven har telijk. „Ik voelde dat ik moest komen. Ik moet alleen excuses maken voor mijn zoon". (Wordt vervolgd), j ftai»»*'"»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5