Politiek bezoek - Brand te Haarlem - Einde Vierdaagsche
i GEVAARLIJK SPEL
76,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE VIERDE EN LAATSTE DAG VAN DE VIERDAAGSCHE AFSTAND SM ARSCHEN. ZOO ZIEN HAVANNA'S VROUWE. DE GROOTE LUCHTMANOEUVRES IN ENGELAND. Groote vliegt
De Koloniale Reserve presenteert zich, beladen met bloemen, LIJKE SOLDATEN ERUIT. Het tuigen, waarin 30 soldaten een plaats kunnen vinden, vervoerden troepen..
aan generaal Fabius. corps telt 5000 vrouwen. Het Wiltshire-regiment ondergaat den luchtdoop.
■pp
FELLE BRAND TE HAARLEM in een drogisterij. Bij het smelten van was sloeg de vlam
in.de pan. De naastgelegen manufacturen-zaak werd eveneens door het v\iur aangetast.
De beide uitgebrande perceelen.
POLITIEK BEZOEK. De leiders van verscheidene Tweede Kamer-fracties hebben gisteren een bezoek
gebracht aan prof. Aalberse voor besprekingen met den kabinetsformateur. Links de heer Albarda
(S.D.A.P.) voor de woning van den heer Aalberse, rechts de heeren
van Dijk en Schouten (beiden A.R.)
1 Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
81)
..Ik geloof, dat u het bij het rechte eind
heeft", zei sir George triomfantelijk.
„Zoudt u bereid zijn met den baron te
onderhandelen. Hem te laten gelooven,
dat u geneigd is voor hem te werken? Zou
u die rol kunnen spelen?"
..Ik gevoel er niet veel voor", antwoord
de Guy.
„Het is ook niet prettig, maar het zal u
«en kans geven uw onschuld te bewijzen.
Tegelijkertijd zult u uw land een dienst
bewijMn Ik mag wel zeggen dat er moge
lijk spoedig een crisis tusschen Engeland
en Duitschland zal ontstaan. Wanneer u
het vertrouwen van den baron kunt win
den, zult u misschien in staat zijn waar
devolle inlichtingen voor ons te verkrijgen.
Ik ben alleen maar bevreesd dat u die rol
hlet zult kunnen spelen".
„u vraagt me dus om een spion te wor
den?" vroeg Guy driftig.
„Niet precies. Maar ik wil u niet
dwingen".
..En anders?"
„Heeft z.M. uw dienst verder niet
noodig".
„Guy, je moet je tot den krijgsraad
wenden", zei sir George woedend.
„Als ik dat doe. zullen die vervloekte
rwn te?en me zijn".
"°°or mijn voorstel aan te nemen, zult
u een kans hebben om achter de waarheid
te komen", zei admiraal Langton ernstig.
Toen stond hij op en keek Guy aan met
een vriendelijken blik in de oogen.
„Het spijt me voor u. Ik geloof niet dat
u een verrader is. Het is geen prettig werk,
maar ik raad u toch sterk aan het te
doen".
„U zegt, dat ik onder verdenking sta.
Hoe kunt u me dan vertrouwen? Hoe zult
u weten dat ik niet den verrader speel".
„Officieel staat u onder verdenking.
Persoonlijk vertrouw ik u. Ik ben bereid u
alle mogelijken bijstand te verleenen. U
kunt Sylvester in alles gebruiken. Denk er
eens over".
„Het is een zwaar baantje. De baron is
zeer sluw", zei Guy weifelend.
„U heeft ook hersens. Ik geloof dat de
baron de fout begaat te meenen, dat u
alleen knap is in uw werk. Als u uw kaar
ten slim uitspeelt, zult u zeker zijn ver
trouwen kunnen winnen. En dan nog iets.
Niemand mag weten wat u doet,
niemand", herhaalde hij met nadruk.
„Juffrouw Cameron?"
„Niemand. Allerminst een vrouw".
„Dat is een moeilijk geval", zei Guy en
keek vragend naar sir George.
„We zullen daar onder de lunch nog
eens over praten. U zult ons besluit heb
ben vóór vier uur; is dat tijdig genoeg?"
vroeg sir George.
„Ben ik vrij om overal te gaan, of sta ik
onder arrest?" vroeg Guy kalm.
„U is vrij", zei de admiraal kalm.
HOOFDSTUK XIV.
Sir George Granston en Guy keerden
naar mijnheer Hallam's kamer terug. Nu
en dan schraapte de oude heer zijn keel,
maar hij sprak niet, vóór zij in de zit
kamer waren.
„Guy, ik zou het doen. Het is geen pret
tig werk, maar het geeft je een kans uit
die warboel te komen. Je kunt je geweten
gerust stellen met te denken, dat je voor
Je land werkt".
„Ik haat de gedachte", zei Guy driftig.
„Natuurlijk. Maar ik zie geen anderen
weg voor je. Stel je voor dat je naar den
krijgsraad gaat. De schijn is absoluut
tegen en ik twijfel er niet aan of ze zullen
je schuldig verklaren. Als Je tijd en gele
genheid hebt, krijg je misschien de kans
den verrader te pakken te krijgen. Het zou
niet prettig zijn naar je schip terug te
keeren als die beschuldiging op je drukt".
„Nee, dat zou het zeker niet", zei Guy
huiverend. Hoe zou de baron dat draad-
looze rapport in handen hebben ge
kregen?"
„Verdenk je iemand op de „Drietand?"
„Nee, mijn kameraden staan boven ver
denking".
„Het is niet waarschijnlijk dat er bij de
admiraliteit iets is uitgelekt. Maar je kunt
nooit zeggen, waar de Duitschers hun
spionnen hebben. Het wordt tijd dat Enge
land het gevaar inziet. We hebben veel te
lang geslapen. Het land is overstroomd
met hunne agenten en het zijn niet alle
maal Duitschers. Ik heb er tallooze keeren
over geschreven, maar ze denken dat ik
een oude gek ben".
Guy stond op en streek ongeduldig met
zijn hand over het haar.
„Laten we het dan maar voor afge
maakt houden. Ik zal het aannemen".
„Goed. Geef er je met hart en ziel aan.
Je moet niet te kieskeurig zijn, mijn jon
gen. Bevecht ze met hun eigen wapenen.
Je moot met mij in contact blijven. Ik ben
wel oud, maar ik heb mijn hersens nog
goed bij elkaar. Ik ben de eenige persoon,
die je in je vertrouwen zult kunnen
nemen".
„Ik had Stella vergeten. Wat moet ik
aan haar zeggen?" vroeg Guy verslagen.
„Laat dat aan mij over. Je moet haar
niet laten vermoeden wat je gaat doen.
Je hebt het den admiraal beloofd, denk
daarom".
„Zal ze het niet erg vreemd vinden?"
„Laat het aan mij over", herhaalde Sir
George met vertrouwen. En nu ter zake.
Je gaat met me mee naar de bank en ik
zal een crediet voor je openen. Het zou
wel eens een kostbare geschiedenis kun
nen worden en je moet over al het geld
dat je noodig hebt kunnen beschikken".
„U is verbazend goed".
„Geld is bijzaak. Waarachtig ik voel me
jaren jonger. Je hebt me bezigheid gege
ven op mijn ouden dag". Hij zweeg en
scheen tot een besluit te komen.
„Je moogt het ook eigenlijk net zoo goed
weten. Jaren geleden had ik Je moeder
lief. Zij koos je vader hij was meer van
haar eigen leeftijd. Ik heb je moeder nooit
kunnen vergeten, dat is alles".
„Ik heb haar nauwelijks gekend; ik was
nog een baby toen ze stierf".
„Het is altijd mijn bedoeling geweest dat
jij mijn erfgenaam zoudt worden. Hoewel
we elkander nooit veel hebben gezien
sedert je bij de marine ging, heb ik je
toch in het oog gehouden Alles, wat ik
over je heb gehoord, is goed geweest. Je
bent de zoon van je moeder. Je hebt haar
sterke karakter gelukkig. Ik bedoel hier
mede geen onvriendelijkheid aan het
adres van je vader", voegde hij er snel bij.
Er werd aan de deur geklopt en Stella
kwam binnen, gevolgd door Valda. „Wat is
er gebeurd", vroeg de eerste bezorgd.
Sir George ging naar haar toe en klopte
haar op de schouder.
„Alles is in orde, lieve. Er is niets om
over te tobben".
„Goddank", zei Stella uit den grond van
haar hart.
„Ze hebben hem een speciaal baantje
gegeven bij de admiraliteit. Nu zullen we
gaan lunchen".
Sir George nam hen mee naar het Ritz
Hotel en voerde onder tafel bijna alleen
de conversatie. Guy was stil en nadenkend
en voelde dat Stella bezorgd over hem
was. Tevergeefs trachtte hij zichzelf op te
vroolijken en opgewekt te praten, maar er
moest een gewichtige vraag beslist worden
en vlug. Op het oogenblik was hij onder
verdenking de meest ernstige misdaad te
hebben begaan, waaraan een zeeofficier
zich kan schuldig maken. Het was waar
schijnlijk dat hij nog eenigen tijd onder
die verdenking zou stgan. Was het goed,
dat hij met Stella verloofd zou blijven? Er
kon maar één antwoord op die vraag zijn.
Het zou nog erger worden, want het was
onmogelijk om eerlijk met haar te zijn en
haar zijn redenen uit te leggen.
Onmiddellijk na de lunch excuseerde hij
zich en ging naar de admiraliteit. Nadat
hij een kwartier gewacht had, ontving
admiraal Langton hem.
„Heeft u uw besluit genomen?" vroeg
hij scherp.
„Ja, mijnheer. Ik ben bereid te doen wat
u wenscht", antwoordde Guy vast.
(Wordt vervolgd^