Oefeningen der veld-artillerie bij Breda - Waterkamp bij Warmond GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE BEKENDE NATUURKENNER DR. J. P. THIJS SE is ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag te Amsterdam gehuldigd. Hem werd een natuurmonument op Texel aangeboden. Dr. J. P. Thijsse dankt. HET KONINKLIJK TUINFEEST TE SPAANSCH OPLEID IN GS CHIP „GALATHEA" TE LONDEN. Tal van fraaie costuums PORTSMOUTH voor een drie-daagsch bezoek, der aan het tuinfeest deelnemende dames vielen te bewonderen. De leerlingen verlaten het schip. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 20) „Er Is geen formeele beschuldiging lot nu toe, anders zou u gearresteerd zijn. Maar u wordt er van verdacht dat u marinegeheimen heeft verkocht aan een vreemde mogendheid". ..Dat ontken ik absoluut", zei Guy met duidelijke, heldere stem. „Wij willen liever voorkomen dat een Britsch zeeofficier voor den krijgsraad wordt gedaagd voor zulk een vergrijp. Na zorgvuldige overweging hebben wij beslo ten u dit onderhoud toe te staan. Ik wil zeer openhartig met u spreken. U zult den 'ollen omvang hooren van de bewijzen, die we tegen u hebben". „U kunt geen bewijzen hebben", zei Guy driftig. „Kalm, mijn jongen. Luister eerst naar wat hij te zeggen heeft", kwam sir George tusschenbeiden. „Kort geleden heeft u een groote verbe tering in de draadlooze telegrafie tot stand Bebracht. Zeer spoedig nadat wij uw rap port ontvangen hadden, kwamen wij te weten dat de Duitschers volkomen op de hoogte waren van uw uitvinding. Onmid dellijk is de geheime dienst aan het werk Bezet. In zulke gevallen is het onze poli tiek om iedereen te verdenken. Op de „Drietand" werd een onderzoek ingesteld en hoorden wij, dat u naar Londen was met verlof. Ik moet zeggen, dat u wel de laatste persoon was, die wij zouden ver dacht hebben. Uw conduite-staat is prach tig en u heeft vlug promotie gemaakt. Wij spoorden u in Londen op en vonden u in gezelschap van een van de meest bekende Duitsche agenten". .Baron Branden", zei Guy mechanisch.. „Ik geef u mijn eerewoord. „Laat de admiraal uitspreken. Je kunt later zeggen wat je te vertellen hebt", zei sir George beslist. „Sylvester besloot u niet dadelijk aan te spreken. U werd gevolgd en men zag, d«t u baron Branden in het Carlton hotel ont moette. Daarna werd u naar zijn huis ge volgd. Er was nog geen bewijs tegen u, maar er was verdenking, omdat u in ge zelschap van den baron was. Later op den avond handelde Sylvester op eigen initia tief door u te fouilleeren en de kamer, waar u verblijf hield, te doorzoeken. Er werden bezwarende papieren gevonden". ..Die behoorden mij niet toe", zei Guy. „Houdt je mond, ezel", bromde Sir George. „Hier zijn copieën van de documenten", zei de admiraal kalm. Hallam zag terstond de ernst van zijn toestand in, want de papieren bevatten onder anderen een lijst vragen over marinezaken, waarop antwoord werd ver zocht. „U zult bemerken, dat alle vragen han delen over zaken, waarvan u speciaal op de hoogte is. U zult ook zien, dat er een paar regels zijn, waarin wordt bedankt voor het „draadloos rapport". „Ik heb deze papieren nooit eerder gezien". „Wij hebben ook ontdekt, dat u kort geleden in financieele moeilijkheden ver keerde. Eenige dagen geleden ontving u de som van 150 pond in banknoten. Deze banknoten zijn uit uw kamer meegeno men. Vanmorgen is vastgesteld, dat de nummers overeen komen met de nummers van zekere banknoten, die door baron Branden bij zijn bankiers zijn opge nomen". „Mijn God", steunde Guy, en er was geen oneerlijkheid in zijn toon. „Wij hebben geen verdere bewijzen tegen u, maar u zult moeten toegeven dat het tamelijk overtuigend is". „De jongen had al het geld kunnen krij gen wat hij noodig heeft, als hij het mij maar gevraagd had", zei sir George. „Wanneer wist hij dat?" vroeg de admi raal, maar hij kreeg geen antwoord op die vTaag. „Nu ben ik bereid om te luisteren naar elke uitlegging, die u van deze zaak kunt geven. Onze meening nu is, dat u is be zweken voor een plotselinge verleiding. Wij gelooven niet, dat u van huis uit een verrader ls". „Ik dank u zeer voor uwe goede opinie", zei Guy bitter. „Houdt je kalm, jongen. Niet op die ma nier. Vertel ons nu gauw wat jij te ver tellen hebt", begon sir George. „Allereerst wil Ik je zeggen dat ik je absoluut vertrouw, als je dat misschien zou kunnen troosten". „Dank u", antwoordde Guy dankbaar en zweeg toen weer om zich te kunnen beheerschen. „Ik ontmoette baron Bran den twee avonden geleden. Ik was toer. juist verloofd. Het is waar dat mtin vader financieele verliezen nad geleden. Ik was wanhopig". „Voorzichtig", waarschuwde sir George. „Ik zal alles ronduit vertellen. De baron zei, dat hij agent was van een van de Zuid-Amerikaansche republieken. Hij vroeg me of ik geen zin had bij de marine van die republiek te dienen". „Welke republiek was dat?" vroeg de admiraal. „Dat wilde hij me niet vertellen, nog niet tenminste. Ik geef toe, dat dit voor stel me in verzoeking bracht. Ik sprak met hem af, met hem te dineeren gisteren avond en dat deed ik ook. Ik verkeerde in den waan, dat we een afspraak hadden gemaakt. Hij beloofde me vandaag bericht te sturen. Dit is alles, wat ik weet". „En de papieren?" vroeg de admiraal kalm. „Die moet iemand in mijn zak hebben gestoken. Misschien de baron". „Waarom zou hij dat doen? Dat zou geen zin hebben „Dat weet lk niet. Ik zweer u dat ik ze voor het .eerst zag, toen Sylvester ze uit mijn jas nam." Terwijl hij sprak ontmoette hij den blik van den admiraal frank en open. Zijn stem was vast en had een overtuigenden klank. ,Bn het geld?" vroeg de admiraal. „Ik dacht, dat het van mijn vader was. Ik heb den brief, die er bij was, bij me". De admiraal las de weinige woorden. „Is dit het schrift van uw vader?" „Ik dacht het eerst, maar nu ik het nauwkeuriger bestudeerd heb, zie ik het verschil". „Ronduit gezegd, mijnheer Hallam, uw verhaal is wel wat eigenaardig". „Ik zweer u dat ik de waarheid heb ge sproken. Mijn eerewoord als officier". „U veronderstelt, dat er een complot is gesmeed om u ten onder te brengen. Weet u iemand, die daar voordeel van zou heb ben?" „Niemand", antwoordde Guy. „U zult moeten toegeven, dat de schijn sterk tegen u ls". „Ja". „Als u in mijn plaats was, wat zou dan uw meening zijn", ging de admiraal rustig verder. „Dat is geen eerlijke vraag", viel sir George scherp in de rede. „Misschien heeft u gelijkMijnheer Hallam, ik wil persoonlijk met u praten, niet als officieel persoon. Ik voor mij ge loof, dat u onschuldig is, ofschoon de schijn tegen u is". „Dank u, mijnheer". „Maar toch kan ik de zaak niet afdoen zooals ik zou willen. U stapt onder ver denking en moet daaronder blijven tot het mysterie is opgelost. Natuurlijk heeft u het recht u tot den krijgsraad te wenden". „Wanneer ik er in toestem onder ver denking te blijven, is het mij dan toege staan naar mijn schip terug te keeren?" „Ik geloof niet, dat dat mogelijk zou zijn. In de allereerste plaats zou dat niet eerlijk tegenover uzelf zijn". De admiraal hield op én keek Guy scherp aan. „U moet weten, dat alle naties een uitgebreiden geheimen dienst heb ben. Duitschers munten in dat werk uit. Ik heb idee dat de baron zal trachten u te pakken te krijgen. Hij zal denken, dat u uit den dienst ontslagen zult worden; dat is te zeggen als wij aannemen dat hij die papieren in uw zak liet stoppen. In uw woede, dat u vaisch beschuldigd werd, zoudt u geneigd kunnen zijn hen te helpen". (Wordt vervolgd). HET WATERKAMP OP DE KAGERPLASSEN VAN 1)E VEREENIGING TOT BEVORDERING VAN WATER SPORT ONDER JONGEREN. Eten halen. HET 3e REGIMENT VEED-ARTILLER1E VIT BREDA hield in de omgeving een tweedaagsche oefening, in oorlogsverband. De artillerie trekt met stukken geschut over het Wilhelminakanaal nabij Oosterhout, waar de pontonuiers een pontonbrug geslagen hadden. DE POLITIEKE CRISIS. Belangstellenden voor het departe ment van Justitie, waar gisteren wederom ministerraad werd gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5