Zal de Regeering-Colijn aftreden?
76,fe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 24 Juli 1935
Derde Blad
No. 23107
Kamerzitting over het bezuinigingsontwerp
geschorst,
Critiek van prof, Aalberse veroorzaakte het conflict.
WK
KABINET NOG NIET
DEMISSIONAIR.
Ons parlementair overzicht.
Spanning ln de lucht. Spanning ln de
laai en op de tribunes. Spanning overal.
Immers
de replieken bij het bezuiniglngs-ont-
werp zouden beslissen over de positie van
liet kabinet-.
WIJ zullen uit die replieken slechts het
voornaamste nemen; de rest laten wij
iwemmen.
-a LF
Dr. H. Colljn.
De eerste fractie-leider, die repliceer
de, was de heer Albarda. HIJ verklaarde
zich niet bevredigd door de mededeelin-
gen van de Regeering inzake den uitslui
tingsmaatregel van sociaal-democraten, ln
urband met het capltulanten-stelsel.
Rechtvaardig noemde hij alleen ophef
fing van het verbod, omdat hij dit verbod
beschouwt als machtsmisbruik. Wat het
algemeen beleid der Regeering betreft
was Ir. Albarda van oordeel, dat dit ln
de Kamer slechts weinig verdediging heeft
gevonden; de meeste sprekers hadden
bezwaren. Van zijn kant trad de afgevaar
digde nogmaals in een breedvoerige be-
itrUdlng van de regeerlngs-politiek. die,
volgens hem, geen gunstige resultaten
heelt opgeleverd, en ook niet meer op
leveren zal. Tot de katholieken zei ir.
Albarda. dat het thans het beslissende
oogenblik is, ook voor hen. Steunen zij
het kabinet, dan dragen zij verder mede
verantwoordelijkheid. De sociaal-demo
craten van hun kant riep hij uit i
denken er niet aan vertrouwen uit tel
spreken; zij staan tegenover de Regee-
ring, en zullen haar als zij zegeviert, blij
ven bestrijden en blijven werken voor
hun „Plan van den Arbeid". Zij zijn be
reid aan de uitvoering van hun denk
beelden mede te werken.
Met dit laatste bevestigde de heer Al
barda nogmaals, dat de sociaal-democra
ten regeerings-verantwoordelijkheld wil
len dragen.
De heer De Geer heeft den Minister-
President hulde gebracht voor zijn rade
van de vorige week, en betoogde vervol
gens nog eens, dat de Kamer het bezjii-
nigings-ontwerp behoort aan te nemen.
Er ls geen enkele reden om het te vjer-
werpen of om de beslissing uit te stellen:
dit laatste zou alleen kunnen, wanneer
men het ontwerp als pand ln de hand
zou willen houden voor de beslissing over
andere ontwerpen (vaste lasten). Zulk.een
tactiek achtte de heer De Geer echter
niet behoorlijk en staatsrechtelijk onzuiver,
maar als men dan zulk een pand zou
willen hebben, dan kan het afzonderlijke
ontwerp inzake het onderwijs ook daar
voor dienst doen De christelijk-histori-
sche afgevaardigde heeft zich opnieuw
tegen devaluatie verklaard, en hij waar
schuwde er tegen, om niet door „conse
quente deflatie" munt-vermindering uit te
lokken, want inderdaad zou door te ver
gaande deflatie de toestand zoo verward
kunnen worden, dat aan devaluatie niet
meer te ontkomen viel.
Behalve deze beide leiders van een
groote fractie hebben ook de heeren Wes
terman, Vervoorn en Kersten tijdens het
eerste deel van dezen middag hun stand
punt nader toegelicht.
REDE VAN MR. AALBERSE.
En toen kwam, als zesde spreker, de
heer Aalberse, de leider der katholieken,
op wien door alles en iedereen gewacht
werd.
Het begin van zijn speech was al niet
vriendelijk. Het kabinet verdraagt blijk
baar geen critiek, riep hij uit. Hij pro
testeerde daarom tegen de wijze, waarop
het kabinet zich stelt tegenover redelijke
en zakelijke critiek, en tegenover de me
thode van debatteeren van den Minister-
President. Deze was door de critiek blijk
baar zoo verstoord, dat hij de critici be
schuldigde van te hebben gezegd, dat ae
ministers van de zaken geen verstand
hebben Mr. Aalberse verklaarde groot
respect te hebben voor de figuur van dr
Colijn, maar het is geen aanmatiging om
met hem van meening te verschillen en
iw ,nlstel'-President zoo riep de ka-
v.? v le'der uit aanvaardt thans
"schillende maatregelen, die de katho
lieken steeds verdedigden, o.a. de oprich
ting van industrie-banken en de verlich
ting van vaste lasten. Met kracht protes
teerde mr. Aalberse er tegen, dat de Re
geering het voorstelt of de katholieke
critici aan haar „onwil" of „onkunde"
verwijten. Hadden de katholieken dit ge
daan. dan zou dit schandelijk, neen. be
lachelijk zijn geweest. De katholieken
ondermijnen de autoriteit der Regeering
niet, maar zij kunnen niet afzien van hun
recht van zakelijke critiek, die natuur
lijk ln behoorlijken vorm moet worden
geuit.
Wat het gelijktijdig stemmen betreft
over het Bezuiniglngs-ontwerp en het ont
werp inzake de vaste lasten, verklaarde
mr. Aalberse, dat de behandeling van dit
laatste ontwerp toch zeer bespoedigd zou
kunnen worden, maar nu de Regccring
tegen uitstel van stemmen ernstig be
zwaar heeft gemaakt, zal hij op dat uit
stel niet verder aandringen. Alleen zal dan
een noodwetje Ingediend moeten worden,
om executies te voorkomen.
In het vervolg van zijn rede kwam de
katholieke leider op tegen het onjuist in
terpreteeren van zijn argumenten door
den Minister-President. Hij gaf daarvan
eenige voorbeelden.
De Regeering vraagt van ons vertrou
wen zei hij maar dan moeten wij
ook weten of volgens haar het vaste-las-
ten-ontwerp voldoende is om den gaven
gulden te behouden en ons volk door den
nood heen te helpen
Wat het verlangen van de Regeering
betreft inzake een uitspraak van vertrou
wen: dit noemde de heer Aalberse iets
van Fransche allure, in strijd met ons
staatsrecht Is deze eisch spciaal gericht
tot de katholieke fractie? Waarom dan
alleen tot haar? Waarom b.v. ook niet
tot de vrijzinnig-democraten, die verleden
jaar tegen de militaire begrooting stem
den: een kras votum tegen de regeering?
Waarom ook niet tot de christelijk-hlsto-
rischen, die tegen het vaste-lasten-ont-
werp zijn?
Intusschen, de katholieken zijn bereid
een antwoord op de sommatie te geven.
Het zou een lafheid zijn, om het niet te
doen. Namens de katholieke fractie legde
mr. Aalberse daarop de volgende verkla
ring af:
Prof. Mr. Aalberse.
Het eenstemmig antwoord van de
Katholieke Kamerfractie, in enkele stellin
gen samengevat, luidt als volgt:
1. Evenwicht ln de Rijksbegrooting kan
alleen dan werkelijk worden bereikt, wan
neer voor het bedrijfsleven door maatre
gelen van wetgeving en bestuur de weg,
zoover als maar mogelijk is, wordt vrijge
maakt, om op rendabele basis aan het
economisch verkeer deel te nemen.
2. Alleen door aldus de mogelijkheid te
scheppen tot gezondmaking van het be
drijfsleven kan ook de toenemende werke
loosheid worden gestuit, en werkbehoud en
werkverruiming wezenlijk worden bevor
derd. waarbij niet slechts economische,
maar vooral ook groote zedelijke goederen
van het volk op het spel staan.
3. In een krachtdadig streven om het
aldus omschreven doel te bereiken, zou
doelmatig passen een complex van sluiten
de maatregelen, waardoor over de geheele
lijn kosten en prijzen, zoover en zoo spoedig
als mogelijk is, worden gebracht op een
niveau, waarop de mogelijkheid tot deel
neming aan het economisch verkeer natio
naal en internationaal, kan worden behou
den, en die deelneming daadwerkelijk
wordt gestimuleerd.
4. Het kabinet heeft de totstandkoming
van zulk een complex van maatregelen tot
dusver niet bevorderd, wijst het ook thans
af, en gaat voort op den weg van regulee-
rend ingrijpen in het aanpassingsproces,
deels remmend, deels stimuleerend.
5. Door deze houding van het kabinet
wordt eenerzijds de mogelijkheid steeds
kleiner om door middel van een complex
•'an sluitende maatregelen verlichting te
brengen voor staats- en volkshuishouding
terwijl anderzijds de drang steeds krach
tiger zal worden naar maatregelen op
monetair gebied als hulpmiddel in het
noodzakelijke aanpassingsproces.
6. Daarom kunnen noch het streven van
het kabinet om door op zich zelf onont
beerlijke verlaging van dc openbare uit
gaven evenwicht in de Rijksbegrooting te
bereiken, noch de voornemens ten aanzien
van verder doorgevoerde industrialisatie,
hoe noodzakelijk deze op zich zelf ook zij,
gedragen worden door een geloof en een
vertrouwen, als thans door het kabinet van
ons gevraagd
De practische conclusie hieruit is deze:
dat wanneer de door de regeering gevraag
de motie van vertrouwen in het algemeen
regeerbeleid waarvan dat op sociaal en
economisch gebied thans het voornaamste
onderdeel wordt voorgesteld en in stem
ming gebracht, wij daaraan onze stem niet
zullen kunnen geven.
Na deze verklaring ontstond groote con
sternatie. want zij beteekende zco goed als
zeker een kabincts-crisis. Verschillende
sprekers repliceerden nog. Daarbij poogde
de heer Joekes den toestand nog eenigszlns
te lijmen, door het voor te stellen, of er
door de Regeering geen votum van ver
trouwen gevraagd was en of er nog genoeg
punten van overeenstemming waren tus-
schen het kabinet en de katholieken En
de heer Schouten poogde in het licht te
stellen, dat er veel misverstanden ln de
discussie en in de verhouding zijn gerezen.
Maar aandacht was er niet meer voor
Op het eind van den middag was het
woord aan Minister Colijn, doch toen werd
de vergadering tot 's avonds 9 uur ge
schorst.
DR. COLIJN SCHORST
DE KAMERZITTING.
In een sfeer van gespannen belangstel
ling is 's avonds de Minister-President aan
het woord gekomen. De zaal was stamp
vol; op het Binnenhof stond een com
pacte menschenmenlgte.
Minister Colijn herinnerde er aan, dat
mr. Aalberse des middags namens de ge
heele katholieke fractie had verklaard,
dat zij geen vertrouwen kon stellen ln
het beleid van het kabinet. Die verkla
ring was een ondubbelzinnige veroordee
ling van het algemeen regeeringsbeleid.
Een soortgelijke verklaring is afgelegd
door de sociaal-democratische en commu
nistische Kamerfractie (Beweging), bene
vens door enkele eenlingen.
Waar aldus de meerderheid der Kamer
het beleid der Regeering blijkt af te keu
ren, heeft het kabinet besloten thans
sehorsing der behandeling van de werk
zaamheden te verzoeken, opdat het zich
kan beraden over den nieuw ingetreden
toestand en over zijn aan de Koningin uit
te brengen advies.
Hierna stelde de Voorzitter voor de be
handeling der agenda te schorsen, waar
toe besloten werd. Hij zal de Kamer weer
bijeenroepen, zoodra daartoe aanleiding
bestaat.
De vergadering was hiermee afgeloo-
pen. Toen de ministers zich op het Bin
nenhof vertoonden, werden zij luid toe
gejuicht. vooral dr. Colijn bracht men
een ovatie.
HAGENAAR.
WAT DE PERS ZEGT.
Het „Handelsblad", het conflict be
sprekende, schijft:
Men kan opmerken dat de regeering door
de vertrouwensquaestie aan te roeren op de
wijze waarop dr. Colijn dat deed, het debat
naar deze scherpe vormen heeft toegedre
ven. Maar de regeering is begonnen met
blijk te geven dat zij tot overleg en rede
lijke tegemoetkoming bereid was. De heer
Aalberse heeft zelf moeten erkennen dat op
het punt van actieve handelspolitiek. In
dustrialisatie en de vaste lasten, toena
dering is verwezenlijkt tot een deel der
roomsche wenschen. Maar de katholieken
eischen blijkbaar het volle pond. Wat dat
volle pond precies is, weten zij weliswaar
zelf niet precies, gezien de verdeeldheid in
hun eigen fractie, waar, evenals elders,
bijv. zoowel devaluisten als anti-deva-
luïsten voorkomen. Maar in elk geval zijn
zij eenstemmig in hun oordeel dat wat de
regeering-Colijn, met inbegrip van drie
roomsche ministers, kan bieden, niet ge
noeg is.
Ondanks de tegemoetkoming van het
kabinet heeft de roomsche fractie haar ge
brek aan vertrouwen meenen te moeten
uitspreken ln den draaierigen maar onmls-
kenbaren vorm waarin dat gisterenmiddag
in dc Kamer is gesched. De verantwoorde
lijkheid voor de breuk ligt dus nadrukke
lijk bij haar.
Is hier sprake van een diepgaand verschil
van beginsel, of van een verschil van
meening over het nut en het rendement
van bepaalde opportunistische maatrege
len? Wij meenen het laatste. Wij gelooven
dat elke regeering door de praktijk ge
dwongen zal worden om nu en dan incon
sequent te zijn, aangezien de omstandig
heden welke zij ontmoeten zal, evenzeer
inconsequent zijn. Het verschil is dus in
dezen niet zoozeer een verschil van begin
sel. maar van tempo en graad. De vraag
is of men daarvoor op dit oogenblik een
regeeringscrisis mag rlskeeren, die tot zeer
moeizame kabinetsformeering moet lelden,
of tot een periode van verscherpt partij
politiek antagonisme ingeval er nieuwe
verkiezingen worden uitgeschreven.
Onze tijd en de benauwenis van ons volk
hebben toch waarlijk iets anders, opbou-
wenders van noode Het is een kwade
dienst aan het parlementaire stelsel wan
neer men in tijden als deze de bestuurs-
basis van een regeering die, als het kabinet
Colijn, op zoo breed mogelijke samenwer
king wilde steunen, zonder uiterste nood
zaak en zonder duidelijk alternatief om
verwerpt. Wie bij zulke verhoudingen
voordeelig visschen in het troebele water
hebben de jongste Staten en Gemeente-
vaadsverklezingen bewezen Moet het daar
heen ook in de landspolitiek? Het zou ons
niet verbazen wanneer de katholieken
reden zouden krijgen om hun houding van
gistermiddag ernstig te betreuren.
De N R. Crt. zegt:
Met dit conflict is een gezwel openge
barsten, waarvan het eerste symptoom zich
reeds bij de kabinetsformatie in 1933 heeft
vertoond. Reeds toen heeft de r.-k. fractie
geweigerd eenigerlei verantwoordelijkheid
te aanvaarden voor 't optreden en de werk
zaamheid van het Kabinet, omdat hierin
ook een vertegenwoordiger van de Liberale
Staatspartij was opgenomen. Dit was het
uitvloeisel geweest van de volharding van
dr Oriijn in zijn loffelijk pogen, een be
wind op oo breed msgelljke staatkundige
basis te fundeeren Zijn doel was, aan de
crisis met vereende krachten het hoofd te
bieden en een regeering te vormen, die
niet afhankelijk zou zijn van den onzeke-
ren steun eener verdeelde r.-k. partij. Een
kerkelijk kabinet, al of niet versterkt met
vrijzinnig-democraten, zou slechts over een
geringe meerderheid hebben beschikt,
welke ieder ojgenblik door een desertie van
den r.-k. linkervleugel zou kunnen zijn
weggesmolten.
Wel heeft men toen tot zijn groote ver
wondering drie voormannen van de RK.
Staatspartij op aanbeveling van hun lei
der in het. Kabinet zitting zien nemen. Een
verwondering die nog moest toenemen,
toen zoowel binnen als buiten de Tweede
Kamer uit en door die cartij een reeds
van ondermijnende aanvallen od het be
leid van de regeering werd ondernomen,
aanvallen die in den loop van de laatste
twee Jaren steeds heviger en algemeen-er
werden. De oorsprong van die aanvallen
lag vrijwel steeds in de oppositioneele hou
ding van den linkervleugel welke de leiding
tot het ODoeren van vage plannen bewoog.
Men ontzag zich daarbii dikwijls niet de
r.-k ministers van het Kabinet en in het
bijzonder van den minister-president en
den liberalen minister te scheiden, op die
wijze Inbreuk makende op het constitu
tioneel beginsel van de homogeniteit van
het ministerie.
Dit heeft ten slotte tot een breuk geleid,
tot een crisis welke de r.-k. fractie ln de
eerste plaats geroepen is op te lossen.
Een zakelijke basis voor een nieuw
Kabinet zou de R.K Staatspartij alleen
met de S.D.A.P kunnen leggen. Industria
lisatie en consequente deflatie onder aan
tasting van de hoofdsommen der schuld
vorderingen. ln welke uitbreiding van de
door het Kabinet-Colljn voorgestelde
maatregelen betreffende de vaste lasten
der r.-k. de voorwaarde zien voor het sla
gen van de industrialisatie, zouden dan
de hoofdpunten van het gemeenschappe
lijke program moeten zijn.
Het staatscrediet is er goed voor en ook
de aantasting van het credietwezen in de
vrije maatschappij wordt licht geteld.
Intusschen is herhaaldelijk van r.k. zijde
verklaard, dat. een regeering met de s.d
door de R.K. Staatspartij wordt afge
wezen.
Wie ziet hier een uitweg?
Kamerontbinding zou vermoedelijk
slechts verwarring In het kiezerscorps
brengen en geen verbetering van den toe
stand waarborgen. Vrijwel niemand van
de groote massa begrijpt wat. van conse
quente deflatie of devaluatie.
Wel netelig zün de omstandigheden,
waarin het politieke leven en het parle
mentaire stelsel door het noodlottig op
treden van den heer Aa'berse en zijn
partijgenooten zijn gestort!
Uit „Het Vaderlan d":
Men kon het in de laatste maanden
reeds zien aankomen, dat de radicale
elementen in de Roomsch-Katholieke
Staatspartij een belangrijke rol zouden
gaan spelen.
Kort voor de behandeling van het Be
zuinigingsontwerp is echter eerst recht de
aanval in de Roomsch-Katholieke pers
ontketend. Slechts een enkel blad als de
Maasbode trachtte olie op de opgezweepte
golven te storten, maar tevergeefs, het
schip van de Roomsch-Katholieke Staats
partij was op drift geraakt en in zijn vaart
niet meer te stuiten. Men mag aannemen,
dat de kapitein dit zoo niet gewild heeft.
Wij kunnen ons althans moeilijk voor
stellen, dat de heer Aalberse een conflict,
als thans is ontstaan, zelf werkelijk ge-
wenscht heeft, zooals met zijn radicale
partijgenooten het geval is. Hij schijnt
echter de leiding uit handen te hebben
laten glippen en zoo zat er voor hem niet
veel anders op, dan zich aansluiten bij
het radicale deel van zijn bemanning, dat
steeds meer den boventoon ging voeren.
In uiterlijke eenheid heeft deze beman
ning thans verklaard de vaart aldus te
hebben gewenscht.
Het is een onbetwistbaar feit, dat alleen
de houding van de Roomsch-Katholieke
fractie tot dit conflict heeft geleld. Geen
van de overige partijen, die tot de vorming
van het Kabinet Colijn hebben mede
gewerkt, hebben zich tegenover de Regee
ring geplaatst. Op de katholieken alleen
rust daarom de verantwoordelijkheid voor
het uitgebroken conflict en zijn politieke
gevolgen.
De oplossing, welke thans voor de hand
ligt, lijkt ons, dat het Kabinet-Colljn zijn
portefeuilles ter beschikking van de
Koningin zal stellen. Dit zal echter de
politieke situatie evenmin verhelderen als
een Kamerontbinding. Het politieke pers
pectief is buitengewoon duister, want het
jongste bezuinigingsdebat heeft ook dit
wel geleerd, dat de twee groote groepen,
die thans tegenover de Regeering in de
oppositie staan, elkaar nog niet zoodanig
genaderd zijn, dat zij zonder eenig be
zwaar een Kabinet zouden kunnen for-
meeren. Het ls immers een van de merk
waardigheden van dit debat, dat de
Sociaal-Democraten, hoezeer de heer Al
barda er zijn best voor gedaan heeft, niet
in het middelpunt van de belangstelling
ztin gekomen, en dat ook van Katholieke
zijde weinig toenadering tot de roode
fractie is betoond. De R.K fractie zal
trouwens moeite genoeg hebben, om in
eigen boezem tot klaarheid te komen. De
verklaring welke de heer Aalberse gisteren
in zijn repliek als het eenstemmige ant
woord van de Katholieke Kamerfractie
heeft afgelegd, is zoo vaag. dat daarin nog
het noodige „hineininterpreMert" kan wor
den als het tot concrete maatregelen zou
moeten komen.
Met dit al. deze verklaring biedt in
zekeren zin een zakelijken grondslag voor
een mogelijke overeenstemming met de
Sociaal-Democraten. Daarin wordt immers
de consequente deflatie met aantasting
van de hoofdsommen ais richtsnoer ge
steld en het is reeds gebleken, dat van
dezen Iaatsten maatregel ook de Sociaal-
Democraten geenszins afkeerig zijn
Intusschen is de indruk van het blad
dat de Roomsch-Katholieke fractie gees
ten heeft ontketend, die zij niet gemak
kelijk zal meester worden. Wij gaan een
zorgvollen tijd tegemoet.
DE GULDEN BLIJFT BESCHERMD.
De Regeerings Persdienst meldt:
Naar aanleiding van de verklaring door
Minister Colijn gisteravond namens het
kabinet in de Tweede Kamer afgelegd)
wordt er ter voorkoming van alle misver
stand de aandacht op gevestigd, dat hef
kabinet niet als demissionair beschouwd:
mag worden.
Het kaibnet kan pas zoodanig genoemd
worden wanneer het beraad, tot, het hou
den waarvan het oo grond van de politieke
situatie aanleiding vond. er toe leidt dat
het kiezende t.usschen aftreden en Kamer
ontbinding. aan de Koningin zijn ontslag
aanbiedt.
Het kabinet blijft in functie en er ver
andert zoolang het ztin verantwoordelijk
heid draagt niets aan het regeerings
beleid. Dit betreft ook het regeerings
beleid t.o.v. onze munt. Ook te dezen aan
zien blij ft het kabinet-Colijn op zijn posti
en met betrekking tot het. vraagstuk der
devaluatie huldigt het onveranderd het
afwijzende standpunt, door den voorzitter
van den Ministerraad en den Minister vani
Financiën Vrijdag j.l uiteengezet. Hieruit!
kan tevens worden afgeleid dat het kabi
net. zoo noodig zonder verwijl de krach
tigste maatregelen zal nemen om den
gulden teven directe of indirecte aanval
len. in welken vorm dan ook. te bescher
men.
De „Maasbode" schrijft:
Zulk een snellen afloop heeft wellicht
niet iedereen verwacht. Maar indien mis
schien wel velen hebben verwacht, dat
het Kabinet, na Aalberse's verklaring on
middellijk en zonder meer. daaruit de
verst mogelijke consequenties zoude trek
ken, dan zullen zij toch ook wel verbaasd
staan over de wijze, waarop Minisiter
Colijn de verklaring heeft Ingekleed.
Wij willen wel zeggen, dat wij er ons
niet alleen over hebben verbaasd, maar
er pijnlijk door zijn getroffen geweest.
Minister Colijn heeft gedaan alsof er
een staatsrechtelijke daad door de Kamer
was gesteld. Wij meenen, dat dit niet is
geschied. Er is geen motie hoegenaamd
ingediend; er ls in het geheel niet ge
stemd. De Minister zeide Vrijdag, dat het
Kabinet het als een oorlogsverklaring zou
beschouwen, indien de meerderheid der
katholieke fractie tegen het bezuinigings
ontwerp zou stemmen. Er is echter niet
over dat ontwerp gestemd, ofschoon ons
bekend is, dat de Katholieke fractie una
niem voor dit ontwerp zou hebben ge
stemd.
Daarbij had de Minister de, we zullen
maar zeggen onvriendelijkheid, de katho
lieken in den hoek te duwen met sociaal
democraten. communisten en enkele los-
loopende leden, zooals Z. E. zich uit
drukte Behalve dat dit tactloos was te
genover de katholieke fractie was het
zakelijk volstrekt onjuist.
Noch aan de sociaal-democraten, noch
aan anderen is zoo uitdrukkelijk om ver
trouwen gevraagd als aan de katholieken
en ook de Iaatsten alleen hebben bij
monde van hun president op die uitdruk
kelijke vraag geantwoord.
Wij begrijpen niet, waarom Minister
Colijn. die zeer goed weet, dat de katho
lieke fractie er natuurlijk niet aan denkt
te gaan regeeren met de groepen, die hij
aanwijst, in zulk een vorm zijn verkla
ring aflegde en het is ons een raadsel hoe
de andere ministers wij staan hier toch
zeker voor een Kabinets-verklaring? -
aan zulk een formuleering hun goedkeu
ring hebben kunnen hechten.
Wat daarvan zij: het conflict tusschen
Kamer en Kabinet staatsrechtelijk door
Minister Colijn geforceerd, is een feit. Het
Kabinet, zoo deelde de Minister mede zal
zich nu beraden over den nieuw ingetre
den toestand en de Kroon van advies die
nen. Het schijnt staatsrechtelijk beden
kelijk, dat een ministerie na zelf arbi
trair geconstateerd te hebben het ver
trouwen van de Kamer niet meer te be
zitten. terwijl geen uitspraak is gevallen,
zich zou opwerpen als adviseur van de
Kroon en de Kroon aldus zou beletten
andere adviezen in te winnen. Zoolang
immers het Kabinet in functie is, zijn
de ministers staatsrechtelijk de gewone
raadslieden der Kroon en niemand an
ders.
Het „Volk":
De langverbeide regeeringscrisis is aan
gebroken. Want, dat de regeering zal
terugkeeren, achten wij evenzeer uitgeslo
ten, als dat men het op een Kameront
binding zal laten aankomen. Voor het
eerste is de klove te diep, die gaapt tus
schen de beginselen van het kabinet en
de in oppositie zijnde meerderheid, ter
wijl de kritieke situatie een beroep op het
kiezerscorps verbiedt.
De financieele en economische toestand
van ons land verdraagt geen langdurige
crisis. Wij hebben dit reeds eerder met
nadruk doen uitkomen. Er zal dus nu
snel moeten worden gehandeld. Allereerst
door het kabinet, dat zijn conclusie nog
trekken moet. Dan door de Kroon, wan
neer zij zich laat voorlichten omtrent
de meest wenschelijke oplossing van de
gerezen moeilijkheden en tegelijk hier
mede door de politieke partijen, die zul
len worden geroepen de mannen aan te
wijzen, die den boedel moeten overnemen.
Het zullen ongetwijfeld kritieke dagen
zijn diè voor de deur staan. Maar, indien
met kloekmoedigheid en breeden zin naar
een oplossing wordt gestreefd, zal onge
twijfeld een wending kunnen intreden in
onze economische politiek, die voor de
Volkswelvaart rijke vruchten zal kunnen
dragen,