Zal de Regeering-Colijn aftreden? 76,fe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 24 Juli 1935 Derde Blad No. 23107 Kamerzitting over het bezuinigingsontwerp geschorst, Critiek van prof, Aalberse veroorzaakte het conflict. WK KABINET NOG NIET DEMISSIONAIR. Ons parlementair overzicht. Spanning ln de lucht. Spanning ln de laai en op de tribunes. Spanning overal. Immers de replieken bij het bezuiniglngs-ont- werp zouden beslissen over de positie van liet kabinet-. WIJ zullen uit die replieken slechts het voornaamste nemen; de rest laten wij iwemmen. -a LF Dr. H. Colljn. De eerste fractie-leider, die repliceer de, was de heer Albarda. HIJ verklaarde zich niet bevredigd door de mededeelin- gen van de Regeering inzake den uitslui tingsmaatregel van sociaal-democraten, ln urband met het capltulanten-stelsel. Rechtvaardig noemde hij alleen ophef fing van het verbod, omdat hij dit verbod beschouwt als machtsmisbruik. Wat het algemeen beleid der Regeering betreft was Ir. Albarda van oordeel, dat dit ln de Kamer slechts weinig verdediging heeft gevonden; de meeste sprekers hadden bezwaren. Van zijn kant trad de afgevaar digde nogmaals in een breedvoerige be- itrUdlng van de regeerlngs-politiek. die, volgens hem, geen gunstige resultaten heelt opgeleverd, en ook niet meer op leveren zal. Tot de katholieken zei ir. Albarda. dat het thans het beslissende oogenblik is, ook voor hen. Steunen zij het kabinet, dan dragen zij verder mede verantwoordelijkheid. De sociaal-demo craten van hun kant riep hij uit i denken er niet aan vertrouwen uit tel spreken; zij staan tegenover de Regee- ring, en zullen haar als zij zegeviert, blij ven bestrijden en blijven werken voor hun „Plan van den Arbeid". Zij zijn be reid aan de uitvoering van hun denk beelden mede te werken. Met dit laatste bevestigde de heer Al barda nogmaals, dat de sociaal-democra ten regeerings-verantwoordelijkheld wil len dragen. De heer De Geer heeft den Minister- President hulde gebracht voor zijn rade van de vorige week, en betoogde vervol gens nog eens, dat de Kamer het bezjii- nigings-ontwerp behoort aan te nemen. Er ls geen enkele reden om het te vjer- werpen of om de beslissing uit te stellen: dit laatste zou alleen kunnen, wanneer men het ontwerp als pand ln de hand zou willen houden voor de beslissing over andere ontwerpen (vaste lasten). Zulk.een tactiek achtte de heer De Geer echter niet behoorlijk en staatsrechtelijk onzuiver, maar als men dan zulk een pand zou willen hebben, dan kan het afzonderlijke ontwerp inzake het onderwijs ook daar voor dienst doen De christelijk-histori- sche afgevaardigde heeft zich opnieuw tegen devaluatie verklaard, en hij waar schuwde er tegen, om niet door „conse quente deflatie" munt-vermindering uit te lokken, want inderdaad zou door te ver gaande deflatie de toestand zoo verward kunnen worden, dat aan devaluatie niet meer te ontkomen viel. Behalve deze beide leiders van een groote fractie hebben ook de heeren Wes terman, Vervoorn en Kersten tijdens het eerste deel van dezen middag hun stand punt nader toegelicht. REDE VAN MR. AALBERSE. En toen kwam, als zesde spreker, de heer Aalberse, de leider der katholieken, op wien door alles en iedereen gewacht werd. Het begin van zijn speech was al niet vriendelijk. Het kabinet verdraagt blijk baar geen critiek, riep hij uit. Hij pro testeerde daarom tegen de wijze, waarop het kabinet zich stelt tegenover redelijke en zakelijke critiek, en tegenover de me thode van debatteeren van den Minister- President. Deze was door de critiek blijk baar zoo verstoord, dat hij de critici be schuldigde van te hebben gezegd, dat ae ministers van de zaken geen verstand hebben Mr. Aalberse verklaarde groot respect te hebben voor de figuur van dr Colijn, maar het is geen aanmatiging om met hem van meening te verschillen en iw ,nlstel'-President zoo riep de ka- v.? v le'der uit aanvaardt thans "schillende maatregelen, die de katho lieken steeds verdedigden, o.a. de oprich ting van industrie-banken en de verlich ting van vaste lasten. Met kracht protes teerde mr. Aalberse er tegen, dat de Re geering het voorstelt of de katholieke critici aan haar „onwil" of „onkunde" verwijten. Hadden de katholieken dit ge daan. dan zou dit schandelijk, neen. be lachelijk zijn geweest. De katholieken ondermijnen de autoriteit der Regeering niet, maar zij kunnen niet afzien van hun recht van zakelijke critiek, die natuur lijk ln behoorlijken vorm moet worden geuit. Wat het gelijktijdig stemmen betreft over het Bezuiniglngs-ontwerp en het ont werp inzake de vaste lasten, verklaarde mr. Aalberse, dat de behandeling van dit laatste ontwerp toch zeer bespoedigd zou kunnen worden, maar nu de Regccring tegen uitstel van stemmen ernstig be zwaar heeft gemaakt, zal hij op dat uit stel niet verder aandringen. Alleen zal dan een noodwetje Ingediend moeten worden, om executies te voorkomen. In het vervolg van zijn rede kwam de katholieke leider op tegen het onjuist in terpreteeren van zijn argumenten door den Minister-President. Hij gaf daarvan eenige voorbeelden. De Regeering vraagt van ons vertrou wen zei hij maar dan moeten wij ook weten of volgens haar het vaste-las- ten-ontwerp voldoende is om den gaven gulden te behouden en ons volk door den nood heen te helpen Wat het verlangen van de Regeering betreft inzake een uitspraak van vertrou wen: dit noemde de heer Aalberse iets van Fransche allure, in strijd met ons staatsrecht Is deze eisch spciaal gericht tot de katholieke fractie? Waarom dan alleen tot haar? Waarom b.v. ook niet tot de vrijzinnig-democraten, die verleden jaar tegen de militaire begrooting stem den: een kras votum tegen de regeering? Waarom ook niet tot de christelijk-hlsto- rischen, die tegen het vaste-lasten-ont- werp zijn? Intusschen, de katholieken zijn bereid een antwoord op de sommatie te geven. Het zou een lafheid zijn, om het niet te doen. Namens de katholieke fractie legde mr. Aalberse daarop de volgende verkla ring af: Prof. Mr. Aalberse. Het eenstemmig antwoord van de Katholieke Kamerfractie, in enkele stellin gen samengevat, luidt als volgt: 1. Evenwicht ln de Rijksbegrooting kan alleen dan werkelijk worden bereikt, wan neer voor het bedrijfsleven door maatre gelen van wetgeving en bestuur de weg, zoover als maar mogelijk is, wordt vrijge maakt, om op rendabele basis aan het economisch verkeer deel te nemen. 2. Alleen door aldus de mogelijkheid te scheppen tot gezondmaking van het be drijfsleven kan ook de toenemende werke loosheid worden gestuit, en werkbehoud en werkverruiming wezenlijk worden bevor derd. waarbij niet slechts economische, maar vooral ook groote zedelijke goederen van het volk op het spel staan. 3. In een krachtdadig streven om het aldus omschreven doel te bereiken, zou doelmatig passen een complex van sluiten de maatregelen, waardoor over de geheele lijn kosten en prijzen, zoover en zoo spoedig als mogelijk is, worden gebracht op een niveau, waarop de mogelijkheid tot deel neming aan het economisch verkeer natio naal en internationaal, kan worden behou den, en die deelneming daadwerkelijk wordt gestimuleerd. 4. Het kabinet heeft de totstandkoming van zulk een complex van maatregelen tot dusver niet bevorderd, wijst het ook thans af, en gaat voort op den weg van regulee- rend ingrijpen in het aanpassingsproces, deels remmend, deels stimuleerend. 5. Door deze houding van het kabinet wordt eenerzijds de mogelijkheid steeds kleiner om door middel van een complex •'an sluitende maatregelen verlichting te brengen voor staats- en volkshuishouding terwijl anderzijds de drang steeds krach tiger zal worden naar maatregelen op monetair gebied als hulpmiddel in het noodzakelijke aanpassingsproces. 6. Daarom kunnen noch het streven van het kabinet om door op zich zelf onont beerlijke verlaging van dc openbare uit gaven evenwicht in de Rijksbegrooting te bereiken, noch de voornemens ten aanzien van verder doorgevoerde industrialisatie, hoe noodzakelijk deze op zich zelf ook zij, gedragen worden door een geloof en een vertrouwen, als thans door het kabinet van ons gevraagd De practische conclusie hieruit is deze: dat wanneer de door de regeering gevraag de motie van vertrouwen in het algemeen regeerbeleid waarvan dat op sociaal en economisch gebied thans het voornaamste onderdeel wordt voorgesteld en in stem ming gebracht, wij daaraan onze stem niet zullen kunnen geven. Na deze verklaring ontstond groote con sternatie. want zij beteekende zco goed als zeker een kabincts-crisis. Verschillende sprekers repliceerden nog. Daarbij poogde de heer Joekes den toestand nog eenigszlns te lijmen, door het voor te stellen, of er door de Regeering geen votum van ver trouwen gevraagd was en of er nog genoeg punten van overeenstemming waren tus- schen het kabinet en de katholieken En de heer Schouten poogde in het licht te stellen, dat er veel misverstanden ln de discussie en in de verhouding zijn gerezen. Maar aandacht was er niet meer voor Op het eind van den middag was het woord aan Minister Colijn, doch toen werd de vergadering tot 's avonds 9 uur ge schorst. DR. COLIJN SCHORST DE KAMERZITTING. In een sfeer van gespannen belangstel ling is 's avonds de Minister-President aan het woord gekomen. De zaal was stamp vol; op het Binnenhof stond een com pacte menschenmenlgte. Minister Colijn herinnerde er aan, dat mr. Aalberse des middags namens de ge heele katholieke fractie had verklaard, dat zij geen vertrouwen kon stellen ln het beleid van het kabinet. Die verkla ring was een ondubbelzinnige veroordee ling van het algemeen regeeringsbeleid. Een soortgelijke verklaring is afgelegd door de sociaal-democratische en commu nistische Kamerfractie (Beweging), bene vens door enkele eenlingen. Waar aldus de meerderheid der Kamer het beleid der Regeering blijkt af te keu ren, heeft het kabinet besloten thans sehorsing der behandeling van de werk zaamheden te verzoeken, opdat het zich kan beraden over den nieuw ingetreden toestand en over zijn aan de Koningin uit te brengen advies. Hierna stelde de Voorzitter voor de be handeling der agenda te schorsen, waar toe besloten werd. Hij zal de Kamer weer bijeenroepen, zoodra daartoe aanleiding bestaat. De vergadering was hiermee afgeloo- pen. Toen de ministers zich op het Bin nenhof vertoonden, werden zij luid toe gejuicht. vooral dr. Colijn bracht men een ovatie. HAGENAAR. WAT DE PERS ZEGT. Het „Handelsblad", het conflict be sprekende, schijft: Men kan opmerken dat de regeering door de vertrouwensquaestie aan te roeren op de wijze waarop dr. Colijn dat deed, het debat naar deze scherpe vormen heeft toegedre ven. Maar de regeering is begonnen met blijk te geven dat zij tot overleg en rede lijke tegemoetkoming bereid was. De heer Aalberse heeft zelf moeten erkennen dat op het punt van actieve handelspolitiek. In dustrialisatie en de vaste lasten, toena dering is verwezenlijkt tot een deel der roomsche wenschen. Maar de katholieken eischen blijkbaar het volle pond. Wat dat volle pond precies is, weten zij weliswaar zelf niet precies, gezien de verdeeldheid in hun eigen fractie, waar, evenals elders, bijv. zoowel devaluisten als anti-deva- luïsten voorkomen. Maar in elk geval zijn zij eenstemmig in hun oordeel dat wat de regeering-Colijn, met inbegrip van drie roomsche ministers, kan bieden, niet ge noeg is. Ondanks de tegemoetkoming van het kabinet heeft de roomsche fractie haar ge brek aan vertrouwen meenen te moeten uitspreken ln den draaierigen maar onmls- kenbaren vorm waarin dat gisterenmiddag in dc Kamer is gesched. De verantwoorde lijkheid voor de breuk ligt dus nadrukke lijk bij haar. Is hier sprake van een diepgaand verschil van beginsel, of van een verschil van meening over het nut en het rendement van bepaalde opportunistische maatrege len? Wij meenen het laatste. Wij gelooven dat elke regeering door de praktijk ge dwongen zal worden om nu en dan incon sequent te zijn, aangezien de omstandig heden welke zij ontmoeten zal, evenzeer inconsequent zijn. Het verschil is dus in dezen niet zoozeer een verschil van begin sel. maar van tempo en graad. De vraag is of men daarvoor op dit oogenblik een regeeringscrisis mag rlskeeren, die tot zeer moeizame kabinetsformeering moet lelden, of tot een periode van verscherpt partij politiek antagonisme ingeval er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Onze tijd en de benauwenis van ons volk hebben toch waarlijk iets anders, opbou- wenders van noode Het is een kwade dienst aan het parlementaire stelsel wan neer men in tijden als deze de bestuurs- basis van een regeering die, als het kabinet Colijn, op zoo breed mogelijke samenwer king wilde steunen, zonder uiterste nood zaak en zonder duidelijk alternatief om verwerpt. Wie bij zulke verhoudingen voordeelig visschen in het troebele water hebben de jongste Staten en Gemeente- vaadsverklezingen bewezen Moet het daar heen ook in de landspolitiek? Het zou ons niet verbazen wanneer de katholieken reden zouden krijgen om hun houding van gistermiddag ernstig te betreuren. De N R. Crt. zegt: Met dit conflict is een gezwel openge barsten, waarvan het eerste symptoom zich reeds bij de kabinetsformatie in 1933 heeft vertoond. Reeds toen heeft de r.-k. fractie geweigerd eenigerlei verantwoordelijkheid te aanvaarden voor 't optreden en de werk zaamheid van het Kabinet, omdat hierin ook een vertegenwoordiger van de Liberale Staatspartij was opgenomen. Dit was het uitvloeisel geweest van de volharding van dr Oriijn in zijn loffelijk pogen, een be wind op oo breed msgelljke staatkundige basis te fundeeren Zijn doel was, aan de crisis met vereende krachten het hoofd te bieden en een regeering te vormen, die niet afhankelijk zou zijn van den onzeke- ren steun eener verdeelde r.-k. partij. Een kerkelijk kabinet, al of niet versterkt met vrijzinnig-democraten, zou slechts over een geringe meerderheid hebben beschikt, welke ieder ojgenblik door een desertie van den r.-k. linkervleugel zou kunnen zijn weggesmolten. Wel heeft men toen tot zijn groote ver wondering drie voormannen van de RK. Staatspartij op aanbeveling van hun lei der in het. Kabinet zitting zien nemen. Een verwondering die nog moest toenemen, toen zoowel binnen als buiten de Tweede Kamer uit en door die cartij een reeds van ondermijnende aanvallen od het be leid van de regeering werd ondernomen, aanvallen die in den loop van de laatste twee Jaren steeds heviger en algemeen-er werden. De oorsprong van die aanvallen lag vrijwel steeds in de oppositioneele hou ding van den linkervleugel welke de leiding tot het ODoeren van vage plannen bewoog. Men ontzag zich daarbii dikwijls niet de r.-k ministers van het Kabinet en in het bijzonder van den minister-president en den liberalen minister te scheiden, op die wijze Inbreuk makende op het constitu tioneel beginsel van de homogeniteit van het ministerie. Dit heeft ten slotte tot een breuk geleid, tot een crisis welke de r.-k. fractie ln de eerste plaats geroepen is op te lossen. Een zakelijke basis voor een nieuw Kabinet zou de R.K Staatspartij alleen met de S.D.A.P kunnen leggen. Industria lisatie en consequente deflatie onder aan tasting van de hoofdsommen der schuld vorderingen. ln welke uitbreiding van de door het Kabinet-Colljn voorgestelde maatregelen betreffende de vaste lasten der r.-k. de voorwaarde zien voor het sla gen van de industrialisatie, zouden dan de hoofdpunten van het gemeenschappe lijke program moeten zijn. Het staatscrediet is er goed voor en ook de aantasting van het credietwezen in de vrije maatschappij wordt licht geteld. Intusschen is herhaaldelijk van r.k. zijde verklaard, dat. een regeering met de s.d door de R.K. Staatspartij wordt afge wezen. Wie ziet hier een uitweg? Kamerontbinding zou vermoedelijk slechts verwarring In het kiezerscorps brengen en geen verbetering van den toe stand waarborgen. Vrijwel niemand van de groote massa begrijpt wat. van conse quente deflatie of devaluatie. Wel netelig zün de omstandigheden, waarin het politieke leven en het parle mentaire stelsel door het noodlottig op treden van den heer Aa'berse en zijn partijgenooten zijn gestort! Uit „Het Vaderlan d": Men kon het in de laatste maanden reeds zien aankomen, dat de radicale elementen in de Roomsch-Katholieke Staatspartij een belangrijke rol zouden gaan spelen. Kort voor de behandeling van het Be zuinigingsontwerp is echter eerst recht de aanval in de Roomsch-Katholieke pers ontketend. Slechts een enkel blad als de Maasbode trachtte olie op de opgezweepte golven te storten, maar tevergeefs, het schip van de Roomsch-Katholieke Staats partij was op drift geraakt en in zijn vaart niet meer te stuiten. Men mag aannemen, dat de kapitein dit zoo niet gewild heeft. Wij kunnen ons althans moeilijk voor stellen, dat de heer Aalberse een conflict, als thans is ontstaan, zelf werkelijk ge- wenscht heeft, zooals met zijn radicale partijgenooten het geval is. Hij schijnt echter de leiding uit handen te hebben laten glippen en zoo zat er voor hem niet veel anders op, dan zich aansluiten bij het radicale deel van zijn bemanning, dat steeds meer den boventoon ging voeren. In uiterlijke eenheid heeft deze beman ning thans verklaard de vaart aldus te hebben gewenscht. Het is een onbetwistbaar feit, dat alleen de houding van de Roomsch-Katholieke fractie tot dit conflict heeft geleld. Geen van de overige partijen, die tot de vorming van het Kabinet Colijn hebben mede gewerkt, hebben zich tegenover de Regee ring geplaatst. Op de katholieken alleen rust daarom de verantwoordelijkheid voor het uitgebroken conflict en zijn politieke gevolgen. De oplossing, welke thans voor de hand ligt, lijkt ons, dat het Kabinet-Colljn zijn portefeuilles ter beschikking van de Koningin zal stellen. Dit zal echter de politieke situatie evenmin verhelderen als een Kamerontbinding. Het politieke pers pectief is buitengewoon duister, want het jongste bezuinigingsdebat heeft ook dit wel geleerd, dat de twee groote groepen, die thans tegenover de Regeering in de oppositie staan, elkaar nog niet zoodanig genaderd zijn, dat zij zonder eenig be zwaar een Kabinet zouden kunnen for- meeren. Het ls immers een van de merk waardigheden van dit debat, dat de Sociaal-Democraten, hoezeer de heer Al barda er zijn best voor gedaan heeft, niet in het middelpunt van de belangstelling ztin gekomen, en dat ook van Katholieke zijde weinig toenadering tot de roode fractie is betoond. De R.K fractie zal trouwens moeite genoeg hebben, om in eigen boezem tot klaarheid te komen. De verklaring welke de heer Aalberse gisteren in zijn repliek als het eenstemmige ant woord van de Katholieke Kamerfractie heeft afgelegd, is zoo vaag. dat daarin nog het noodige „hineininterpreMert" kan wor den als het tot concrete maatregelen zou moeten komen. Met dit al. deze verklaring biedt in zekeren zin een zakelijken grondslag voor een mogelijke overeenstemming met de Sociaal-Democraten. Daarin wordt immers de consequente deflatie met aantasting van de hoofdsommen ais richtsnoer ge steld en het is reeds gebleken, dat van dezen Iaatsten maatregel ook de Sociaal- Democraten geenszins afkeerig zijn Intusschen is de indruk van het blad dat de Roomsch-Katholieke fractie gees ten heeft ontketend, die zij niet gemak kelijk zal meester worden. Wij gaan een zorgvollen tijd tegemoet. DE GULDEN BLIJFT BESCHERMD. De Regeerings Persdienst meldt: Naar aanleiding van de verklaring door Minister Colijn gisteravond namens het kabinet in de Tweede Kamer afgelegd) wordt er ter voorkoming van alle misver stand de aandacht op gevestigd, dat hef kabinet niet als demissionair beschouwd: mag worden. Het kaibnet kan pas zoodanig genoemd worden wanneer het beraad, tot, het hou den waarvan het oo grond van de politieke situatie aanleiding vond. er toe leidt dat het kiezende t.usschen aftreden en Kamer ontbinding. aan de Koningin zijn ontslag aanbiedt. Het kabinet blijft in functie en er ver andert zoolang het ztin verantwoordelijk heid draagt niets aan het regeerings beleid. Dit betreft ook het regeerings beleid t.o.v. onze munt. Ook te dezen aan zien blij ft het kabinet-Colijn op zijn posti en met betrekking tot het. vraagstuk der devaluatie huldigt het onveranderd het afwijzende standpunt, door den voorzitter van den Ministerraad en den Minister vani Financiën Vrijdag j.l uiteengezet. Hieruit! kan tevens worden afgeleid dat het kabi net. zoo noodig zonder verwijl de krach tigste maatregelen zal nemen om den gulden teven directe of indirecte aanval len. in welken vorm dan ook. te bescher men. De „Maasbode" schrijft: Zulk een snellen afloop heeft wellicht niet iedereen verwacht. Maar indien mis schien wel velen hebben verwacht, dat het Kabinet, na Aalberse's verklaring on middellijk en zonder meer. daaruit de verst mogelijke consequenties zoude trek ken, dan zullen zij toch ook wel verbaasd staan over de wijze, waarop Minisiter Colijn de verklaring heeft Ingekleed. Wij willen wel zeggen, dat wij er ons niet alleen over hebben verbaasd, maar er pijnlijk door zijn getroffen geweest. Minister Colijn heeft gedaan alsof er een staatsrechtelijke daad door de Kamer was gesteld. Wij meenen, dat dit niet is geschied. Er is geen motie hoegenaamd ingediend; er ls in het geheel niet ge stemd. De Minister zeide Vrijdag, dat het Kabinet het als een oorlogsverklaring zou beschouwen, indien de meerderheid der katholieke fractie tegen het bezuinigings ontwerp zou stemmen. Er is echter niet over dat ontwerp gestemd, ofschoon ons bekend is, dat de Katholieke fractie una niem voor dit ontwerp zou hebben ge stemd. Daarbij had de Minister de, we zullen maar zeggen onvriendelijkheid, de katho lieken in den hoek te duwen met sociaal democraten. communisten en enkele los- loopende leden, zooals Z. E. zich uit drukte Behalve dat dit tactloos was te genover de katholieke fractie was het zakelijk volstrekt onjuist. Noch aan de sociaal-democraten, noch aan anderen is zoo uitdrukkelijk om ver trouwen gevraagd als aan de katholieken en ook de Iaatsten alleen hebben bij monde van hun president op die uitdruk kelijke vraag geantwoord. Wij begrijpen niet, waarom Minister Colijn. die zeer goed weet, dat de katho lieke fractie er natuurlijk niet aan denkt te gaan regeeren met de groepen, die hij aanwijst, in zulk een vorm zijn verkla ring aflegde en het is ons een raadsel hoe de andere ministers wij staan hier toch zeker voor een Kabinets-verklaring? - aan zulk een formuleering hun goedkeu ring hebben kunnen hechten. Wat daarvan zij: het conflict tusschen Kamer en Kabinet staatsrechtelijk door Minister Colijn geforceerd, is een feit. Het Kabinet, zoo deelde de Minister mede zal zich nu beraden over den nieuw ingetre den toestand en de Kroon van advies die nen. Het schijnt staatsrechtelijk beden kelijk, dat een ministerie na zelf arbi trair geconstateerd te hebben het ver trouwen van de Kamer niet meer te be zitten. terwijl geen uitspraak is gevallen, zich zou opwerpen als adviseur van de Kroon en de Kroon aldus zou beletten andere adviezen in te winnen. Zoolang immers het Kabinet in functie is, zijn de ministers staatsrechtelijk de gewone raadslieden der Kroon en niemand an ders. Het „Volk": De langverbeide regeeringscrisis is aan gebroken. Want, dat de regeering zal terugkeeren, achten wij evenzeer uitgeslo ten, als dat men het op een Kameront binding zal laten aankomen. Voor het eerste is de klove te diep, die gaapt tus schen de beginselen van het kabinet en de in oppositie zijnde meerderheid, ter wijl de kritieke situatie een beroep op het kiezerscorps verbiedt. De financieele en economische toestand van ons land verdraagt geen langdurige crisis. Wij hebben dit reeds eerder met nadruk doen uitkomen. Er zal dus nu snel moeten worden gehandeld. Allereerst door het kabinet, dat zijn conclusie nog trekken moet. Dan door de Kroon, wan neer zij zich laat voorlichten omtrent de meest wenschelijke oplossing van de gerezen moeilijkheden en tegelijk hier mede door de politieke partijen, die zul len worden geroepen de mannen aan te wijzen, die den boedel moeten overnemen. Het zullen ongetwijfeld kritieke dagen zijn diè voor de deur staan. Maar, indien met kloekmoedigheid en breeden zin naar een oplossing wordt gestreefd, zal onge twijfeld een wending kunnen intreden in onze economische politiek, die voor de Volkswelvaart rijke vruchten zal kunnen dragen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9