D
RAADSELS.
't Was op een morgen, juist In den tijd
dat de kokosnoten moesten geplukt wor
den, dat Simin zich ziek voelde, zóó ziek
zelfs, dat hij niet van de baleh-baleh 3)
kon opstaan.
„Gariah", sprak hij tot zijn vrouw, „loop
eens naar Pak Kawiroh en vraag hem, of
hij mij vandaag wil helpen
De vrouw ging en kwam weldra met Pak
Kawiroh terug.
„Vandaag moeten de rijpe kélapas 4)
geplukt", begon toen Simin tot den man.
„Takoet weet zijn werk zóó goed, dat je
hem maar rustig zijn gang laat gaan. En
denk er vooral aan, hem na de tiende
rijpe vrucht door hem geplukt één noot als
belooning te geven. Je zult zien, hoe hij
dan zijn best doet
Pak Kawiroh beloofde stipt te zullen
doen, zooals Takoet dit was gewend. Daar
na nam hij het dier aan het touw mee
Rustig liep Takoet naast hem voort, maar
toch keek hij telkens eenlgszins wantrou
wend naar den man, alsof hij voelde, wat
deze dacht. En eerlijk waren Kak Kawirohs
gedachten juist niet.
,,'t Zou toch al te dwaas zijn om dit
dier zóó veel kostelijke noten te geven",
dacht hij. „Als ik hem na het afplukken
van twintig vruchten een noot geef, is dit
reeds ruim voldoende. Ja, zoo doe lk!"
En zoo deed hij ook werkelijk, terwijl de
aap de noten plukte. Doch Takoet vond
het blijkbaar wat vreemd, dat hij nog
steeds geen rukje aan het touw voelde, het
teeken, dat hij uit de boomkruin mocht
afdalen om zijn noot op te eten. En hij
had reeds zoo heel veel rijpe noten ge
plukt. Hij besloot dus maar zonder de ge
wone waarschuwing naar beneden te gaan,
liep toen naar Pak Kawiroh, die onder een
boom liggende een strootje 5> rookte en
keek hem aan. alsof hij wilde vragen:
„Waar blijft mijn belooning?"
Pak Kawiroh keek ook hem aan, wees
daarna naar de boomkruin en sprak:
„Kom, klim naar boven en pluk verder!"
De aap, verstandig genoeg hem te be
grijpen, klom. boos-grijnzende, weer tegen
den hoogen stam op. Doch nauwelijks was
hij boven, of hij begon met het afrukken
van eenige nog onrijpe noten. Ja, hij greep
in zijn woede alle noten, die hij in de
boomkruin zag, hetzij rijp of onrijp, en
wierp ze den man toe, die nu angstig naar
hem kijkende, riep „Kom naar beneden,
Takoet!"
Maar noch zijn geroep, noch zijn ruk
ken aan het touw, ja zelfs niet de belofte,
een lekkere noot te zullen krijgen, deed
Takoets plukwoede bedaren en niet vóór
dat de kruin geheel was leeggeplukt, kwam
hij naar beneden. Dóór greep hij, boos
grommende tot den nu zeer angstigen
man. twee rijpe noten en rende, hem het
touw uit de handen rukkende, vlug weg.
Ook Pak Kawiroh verliet den tuin om
Simin de schade, die Takoet had aange
richt te vertellen.
„Dat ellendige dier heeft óók alle on
rijpe noten afgeplukt!" klaagde hij, op
den weer tot hem grommenden aap wij
zende, die reeds naast Simins baleh-baleh
zat.
Simin zei echter niet veel; hij begreep,
dat Pak Kawiroh den aap niet de beloo
ning had gegeven, die hem toekwam.
Doch den volgenden dag kwam Soeroh,
een arm, maar eerlijk man, zich aanbie
den, de vruchten in Simins kokostuin, met
behulp van Takoet, te plukken. En nauwe
lijks zag Takoet Soeroh, of hij liep op hem
toe en legde zijn rechterhand heel ver
trouwelijk op Soerohs arm. Neen, boos was
Takoet toen niet meer. Boos werd hij zelfs
niet op Soeroh, toen deze lachte, omdat
hij zijn apesnuitje weer in het stukje
spiegelglas bekeek, nu grijnzende tegen
zichzelf.
Dien dag en nog vele dagen daarna
plukte Takoet de rijpe kokosnooten, die
zoo hoog in den kokospalm aan hun sten
gels wiegelden en hij smulde heerlijk van
de vele noten, die de arme, doch eerlijke
Soeroh hem tot belooning gaf.
TANTE JOH.
1) Op Sumatra, vooral in het Indraglri-
sche, waar uitgestrekte kokostuinen zijn,
laat men de rijpe kokosnoten meestal door
apen plukken. Den aap zóó te dresseeren,
dat hij alléén de rijpe vruchten plukt,
duurt ongeveer een jaar.
2) „Takoet" beteekent angst of vrees;
"t woord stamt af van het Maleische „Mé
nakoeti" (bang of bevreesd zijn voor iets).
3) Rustbank, gemaakt van bamboe.
4) Kokosnoten.
5) Sigaret.
(Nadruk verboden).
Vier uur! 't Uur, dat Vader opbelt!
Slaat de klok. Moes is niet thuis!
In een hoekje zit klein Liesje,
Lulst'rend, doodstil als een muls.
Daar gaat plots de telefoon en
Liesje neemt vlug van den haak
Nu den hoorn, weet wat ze doen moet.
Zag 't van Moeder al zoo vaak!
(Nadruk verboden.)
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
I.
Op de beide krulsjtjnen komt de naam
van een dier, dat dikwijls aardige kunsten
vertoonen kan.
x
x
X
X
xxxxxxxxx
X
X
X
X
le rij een medeklinker.
2e een uitroep.
3e een bekende, veel voorkomende ziekte
4e kinderspeelgoed.
5e het gevraagde woord.
6e Iets wat onder den voet gebonden
wordt.
7e een knaagdier.
8e een boom.
9e een klinker.
n.
Mijn geheel wordt met 9 letters geschre
ven en noemt een groente.
5. 4, 9, 6 is een voedzame drank.
Een 1, 8, 5 is ontplofbaar en zeer ge
vaarlijk.
Een 3, 7, 5 is een familielid.
Een 1, 3, 6 is een viervoetig dier.
De 2, 4, 6 is een rivier in ons land.
Paps, ben jij daar? klinkt het ernstig
Ja, maar ikke ben wel thuis
Komt u over een kwartiertje?
Pappie, bent u dan in huis?
Ikke zal gauw thee gaan zetten,
Die is in een wipje klaar!
Pappie, zorgt u dan voor koekjes?
Nou tot straks dus! Even maar!
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
IH.
Verborgen rivieren in het buitenland.
Waar gaan jullie naar toe? We gaan
naar Nora.
Ga je met Piet Scheveningen of Noord-
wijk bezoeken?
Waarom nam u roode gordijnen in de
eetkamer?
Ik wilde geen ongenoegen hebben en
zweeg er dus maar over.
IV.
Wie kan een sieraad maken van:
Edam Nol Li
V.
In onzen tuin is een waterplas. Als je
daar één vijfde deel van wegneemt, blijft
er iets over, dat je op school maar
eigenlijk ook in huis moet hebben.
VI.
Keer een klein en schaad'lijk beestje
Eens precies en handig om.
Je krijgt dan (het is geen grapje!)
Werkelijk mijn broertje
VII.
Buiten welke tijden kan geen enkel
mensch of kind?
vra.
Wie kan een boom maken van:
.(Nadruk verboden.)