LEGKAART. OPLOSSINGEN. DE VERSTANDIGE TAKOET Deze legkaart stelt voor: Een wandeling (Nadruk verboden). Wat werd dat een heerlijke dag. Hier en daar werd eens halt gehouden en liet mijnheer zijn troepje een poosje door het bosch of over de hei dwalen. Bij de Pyra- mide van Austerlitz keken de jongens hun oogen uit. Maar niet minder genoten ze daar van de limonade en den speeltuin. Ze konden echter niet zoo lang blijven als 6e wel wilden, want om één uur had mijn heer het middagmaal in Apeldoorn besteld Prompt om één uur stapte ze het hotel binnen, waar ze eten zouden. Aan honger ontbrak het niemand, dus werd den maal tijd alle eer bewezen. Lachend keek mijnheer Van der Helm naar zijn jongens, die zoo heerlijk zaten te smullen. Maar eindelijk waren toch allen voldaan, en kon de reis weer voort gezet worden. Arnhem stond nu op 't programma met de bedriegertjes en de kettingbrug. Ook hier was de tijd natuurlijk weer veel te snel voorbij: maar daar was nu eenmaal niets aan te doen. Hoe 'took allen speet, ze moesten weer instappen en den terug tocht aanvaarden. „Aan alles komt een eind," zei mijn heer Van der Helm in de auto, en voegde hij er zachtjes aan toe, tot Hans die naast hem zat, „ook voor jou aan 't loopwerk. Ben je blij, dat je nu binnenkort in het kantoor mag werken?" „Ja. mijnheer," antwoordde Hans, „en ik bedank u nog wel voor alles." „Wij ook. wij ook," riepen de anderen, die dachten dat Hans alleen over het uit stapje sprak. „Doe dan maar goed je best. Hans, zoo dat je patroon tevreden over je kan zijn," had mijnheer nog gelegenheid Hans toe te fluisteren. Om negen uur reed de auto weer het schoolplein op. Allen stapten uit en onder vrooüjk hoera-geroep gingen de deelne mers aan dat heerlijke tochtje uit el kander, FBANCINA. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. I. Korenbloem. Berk, meloen, kerk, rok, oor. B A S T A N N A S N I K T A K S 3. Dit pak is veel te zwaar en daarom word je zoo moe. (arend) Heeft Greet je gezegd, hoe hoeken op dit patroon aangegeven zijn? (oehoe). Zie je die muschh op Ankie's schouder zitten? (hop) Ik zal het morgen aan Tante vragen, want ik kom er eiken dag. (merel) 4. Een schoorsteen. 5. Wie niet waag, die niet wint. 6. Dom, burg; Domburg. 7. Vink, pink. 8. Slak raar mast roos geel Anna hond melk Hein naam Sassenheim „Nu ben je mooi genoeg, Takoet! Kom, nu aan 't werk!" 't Was Simin, een oude Palembanger, die zoo sprak tot een brui nen aap, die zoo juist, dicht bij den kokos palm, waar hij de rijpe kokosnoten voor zijn baas moest plukken 1), een stukje spiegelglas had opgeraapt, waarin hij zijn apesnuitje spiegelde. Takoet 2) was eigenlijk geen goed ge kozen naam voor dit leuke en zeer ver standige dier. Want bang was Takoet nooit, zelfs al moest hij in den hoogsten boom de vruchten plukken. Hij had dit werkje vrij vlug geleerd en wist, dat als hij tien rijpe kokosnoten had afgeplukt, hij de elfde noot als belooning kreeg. Door een ruk aan het touw, geknoopt om een zijner achterhanden, beduidde hem dan Simin, dat hij naar beneden mocht komen om de noot, die voor hem werd opengekapt, op te peuzelen. Eerst slurpte hij dan de kokos melk op en daarna begon hij aan het nog heel zachte, witte vruchtvleesch, dat bij verschgeplukte noten zoo zoet en roomig is. En de grimassen, die Takoet al smul lende maakte, vertelden Simin. hoe dank baar het dier hem was. Na het laatste hapje klom hij ook dadelijk weer den boom in. En zoo ging het na ieder tiental vruch ten. Doch had hij door onoplettendheid een onrijpe vrucht afgeplukt, dan werd hij door Simin gestraft met een tik op zijn kopje, moest voortgaan met plukken en geen noot kreeg hij voordat hij weer tien geheel rijpe vruchten naar beneden had geworpen. Doch 't gebeurde bijna nooit, dat Takoet zich bij 't afplukken vergiste. Aan Simin en ook aan diens vrouw was Takoet zeer gehecht, want beiden waren zij goed voor hem. Doch kwam iemand in Simins huisje, die niet zoo goed was als zijn baas, dan werd Takoet boos en liep grommend in een hoek, van daar steeds lettende op den vreemde. Ook kon Takoet boos worden, als men om hem lachte; zelfs op Simin gromde hij dan soms.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 15