76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 17 Juli 1935 Derde Blad No. 23101 BINNENLAND. DE COÖRDINATIE VAN HET VERKEER. bezwaren van de alg. nederl. verkeersfederat1e. De Algemeene Nederlandsche Verkeers- federatie, waarbij een aantal belangrijke organisaties op agrarisch, handels-, in dustrieel- en verkeersgebied zijn aange sloten. heeft zich tot den minister van Waterstaat en de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gewend en daarbij haar bezwaren tegen den inhoud van den verkeersparagraaf (par. 47) uit 't nader gewijzigd ontwerp van wet tot ver laging der openbare uitgaven ter kennis Kebracht. De Verkeersfederatie acht invoering bij algemeenen maatregel van bestuur en niet bij de wet van een vergunningsstelsel dienende tot ordening van het verkeer ten eenenmale onjuist; zij is van meening dat bij de regeling van deze uiterst belangrijke materie, de stem der volksvertegenwoor diging en daardoor die van het geheele Nederlandsche volk niet kan worden ge mist en wijst in dit verband op de belang rijke wijzigingen, welke als resultaat van de beraadslagingen in de Tweede Ka mer der Staten-Generaal in het wets ontwerp tot instelling van een verkeers- fonds aangebracht werden, wijzigingen, die inderdaad even zoo vele verbeteringen be- teekenen. De bezwaren der A.N.V.F. kunnen als Volgt worden geresumeerd: 1. Het principieele bezwaar van vele jeden der Tweede Kamer, dat bij algemee nen maatregel van bestuur niet van een ,wet moet worden afgeweken, blijft ook voor het nader gewijzigd wetsontwerp van kracht. 2. De artikelen 1 en 2 van het nader gewijzigd wetsontwerp geven slechts vage aanwijzingen; alleen uit de toelichting is op te maken, dat het gebruik van een auto voor eigen behoefte, dus ook het z.g. werkverkeer, niet aan een vergunning zal worden onderworpen. Elke aanwijzing, in welke gevallen wel en In welke geen ver gunning zal worden verleend, ontbreekt; de draagwijdte van eventueele vergun ningen wordt in geen enkel opzicht be- gTensd; ook wordt niet vastgelegd door welke autoriteit de vergunning zal worden Verleend. 3 Van de voorwaarden, welke krachtens art.' 3 van het nader gewijzigd wetsontwerp bij een vergunning moeten worden ge steld, behooren die, genoemd sub e, f en g door den algemeenen wetgever te worden Vastgesteld en niet te worden overgelaten aan de autoriteit, welke de vergunning .verleent. 4. Art. 1 van het nader gewijzigd wets ontwerp zou bovendien lelden tot een ge wrongen wetgeving; slechts wettelijke regeling der coördinatie in haar vollen omvang zou hieraan tegemoet kunnen komen. 5. Dat coördinatiemaatregelen voor de spoorwegen, voor zoover zij vallen buiten de bestaande spoorwegwetgeving bij af zonderlijke wetsvoorstellen zullen worden aanhangig gemaakt, terwijl die, betref fende het overige verkeer bij algemeenen maatregel van bestuur zullen worden vast gesteld, vormt een tegenstelling, welke op geen enkele wijze gemotiveerd kan wor den. 6. Het verband tusschen de coördinatie van het verkeer en de verlaging der open bare uitgaven is zoo zijdelings en indirect, I dat op grond daarvan een regeling der verkeerscoördinatie in een wetsontwerp tot verlaging der openbare uitgaven niet op haar plaats is. 7. Tegen regeling van de coördinatie van het verkeer door de Kroon na voorafgaand overleg met een commissie uit de Tweede Kamer bestaat bezwaar; slechts wettelijke regeling kan dit bezwaar ondervangen. 8. Overlegging van een volledig plan tot reorganisatie en inkrimping der spoor- ween en van een raming der daarvan te wachten vermindering der uitgaven zou Öe waarde van het wetsontwerp tot verla ging der openbare uitgaven zeer verhoogd hebben. 9. Het moet wenschelijk worden geacht, dat de regeering inlichtingen verstrekt, of de centrale commissie van advies zich heeft uitgesproken en zoo ja, in welken ain omtrent de onmisbaarheid van een vergunningsstelsel als door de regeering pordt bedoeld. Ten slotte concludeert de federatie, dat naar coördinatie dient te worden gestreefd door een regeling bij een of meer afzon derlijke wetsontwerpen, waarin uitvoerig wordt vastgelegd in welke richting en op welke wijze de coördinatie zal worden tot stand gebracht, terwijl van minder belang zijnde uitvoeringsvoorschriften bij I algemeenen maatregel van bestuur zou- i den kunnen worden vastgelegd. De federatie is op grond hiervan dan ook van meening, dat de geheele para graaf 47 uit het wetsontwerp ter verlaging van openbare uitgaven behoort te worden gelicht en de voorstellen inzake regeling van de coördinatie van het verkeer in den vorm van afzonderlijke wetsvoorstellen bij de Staten-Generaal behooren te worden voorgebracht. RECLAME Wij lo*en deze maand da navolgend* prijzen uiti Voor de fofo, waarop het grootit aantal Perl-drinkende menjchen voorkomt, Fl. 100.-. Teven» voor de 5 meest origlnesle foto's waarop Perl voorkomt, elk Fl. 10 - Fl. 50.-. NIEUWE WETTELIJKE REGELING BINNENVAARTRECHT. de ontworpen regeling een belangrijke verbetering geacht. de feesten te 's hertogenbosch. Gisteravond had in verband met de jubileumfeesten in Den Bosch de eerste opvoering plaats van „Het spel van Bea trijs" van Max Reinhardt, Karl Vollemöl- ler en Engelbert Humperdinck onder regie van Hans van Meerten, in de groote rid derzaal op Oud-'s Hertogenbosch. Deze uitvoering is buitengewoon geslaagd. Er bestond hiervoor een enorme belangstel ling. Toen het langzamerhand begon te donkeren, werden de verlichtingen vaii Oud 's Hertogenbosch van de St. Jan en van andere monumenten in de stad ont stoken, wat een feeëriek schouwspel bood. stemming was erin, waartoe verschil lende muziekcorpsen en bands in de wij- ixen der stad het hunne bijdroegen Bosschenaar en vreemdeling, rijk of ou(*' hebben op dezen eersten ïfffi I av-Jkunnen genieten van die ouboi- rtf™ *2arom Den B°sch vooral bij den vreemdeling zoo bekend staat. ,.eerste feestdag is buitengewoon hehhPD mi' ^an ,nog komende dagen ebben wij de grootste verwachtingen. Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, inzake de wetsontwer pen nieuwe wettelijke regeling van bin- nenvaartrecht, goedkeuring van de te Genève gesloten verdragen van 9 Decem ber 1930, tot vaststelling van eenige een vormige regelen, betreffende aanvaring in de binnenscheepvaart en nopens dé teboekstelling van binnenschepen, de zakelijke rechten op die schepen en andere daarmede samenhangende onder werpen, alsmede uitvoering van laatst genoemd verdrag. Hoewel de vaste commissie tegen de regeeringsvoorstellen op verscheidene punten min of meer ernstige bezwaren koestert, acht zij de ontworpen regeling, vergeleken met de bestaande, een be langrijke verbetering. Totstandbrenging van één algemeene Transportwet acht de commissie, evenmin als de regeering, noodzakelijk of wensche lijk. Maar zij is geneigd, bevestigend te beantwoorden, de vraag, of niet op één punt, dat der aansprakelijkheid van den vervoerder, naar een zoo groot mogelijke uniformiteit van het recht voor de ver schillende vervoermiddelen, voor zoover deze met elkaar concurreeren, moet wor den gestreefd. Toch dringt de commissie er niet op aan, het ontwerp-blnnenvaart- recht te laten rusten, totdat ook de wette lijke bepalingen betreffende het vervoer te land kunnen worden herzien. Echter maakt zij het voorbehoud, dat rekening moet worden gehouden met wat zij verderop opmerkt omtrent de aansprake lijkheid voor vervoerde goederen. Voorts zou zij gaarne van de regeering de stellige verzekering ontvangen, dat de voorberei ding eener herziening van het geheele transportrecht, wat het landvervoer be treft, met grooten spoed en voortvarend heid zal worden ter hand genomen. De Commissie zou het juister achten, als het binnenvaartrecht niet werd onder gebracht in den dertienden titel van het tweede boek van het Wetboek van Koop handel, maar in een afzonderlijk derde boek. Dat ook wat den inhoud betreft, aan sluiting bij het zeerecht gezocht is, acht de commissie in hoofdzaak juist. Maar het gevaar bestaat, dat regelingen, voor de zeevaart nuttig en noodig, op de binnen vaart toepasselijk worden, hoewel daarvoor niet geschikt of overbodig. Een ander ge vaar is, dat voor het binnenvaartrecht de onontbeerlijke eenvoud, helderheid en overzichtelijkheid minder worden bereikt, dan noodig ware. De commissie wijst ge vallen aan, waarin h.i. deze gevaren niet genoeg zijn omzeild. Het ligt ongetwijfeld op onzen weg, de conventies van Genève zoo spoedig moge lijk te ratlficeeren. Met de regeering meent de commissie, dat in beginsel de vervoerder aansprake lijk moet zijn voor het behoud der door hem ten vervoer aangenomen goederen. Een geheel andere vraag is echter, of par tijen in haar overeenkomsten van dezen hoofdregel mogen afwijken. De commissie meent, dat de verhoudingen, zooals die in de practijk bestaan, juister en billijker worden geregeld, wanneer het den vervoer der zou vrijstaan, het risico van onvol doende zorg voor behandeling en bewa king tot op zekere hoogte door zijn weder partij te laten dragen. De afzender is vrij gemakkelijk in staat de goederen tegen dit risico te verzekeren. Daarom vindt de commissie het wen schelijk, de regeling van de aansprakelijk heid van den vervoerder in het binnen vaartrecht te doen afwijken van die in het zeerecht Zij zet uiteen, dat de toe standen in de binnenvaart in dit opzicht niet op één lijn mogen worden gesteld met die in de zeevaart. Mocht het echter de bedoeling zijn ge weest tot uitdrukking te brengen, dat de vervoerder in de binnenvaart slechts die zorg voor goede behandeling en toezicht behoeft aan te wenden, die hem, gelet op alle omstandigheden van het geval, rede lijkerwijs tot plicht gesteld kan worden, dan verliest het bezwaar der commissie veel van zijn kracht. Want dan is er wel degelijk een belangrijk verschil met de aansprakelijkheid volgens het zeerecht. In het laatste wordt van den vervoerder ge- ëischt een zoodanige zorg als in de zee vaart redelijkerwijs gevergd kan worden en dit is een veel verder gaande zorg. dan in de binnenvaart mag worden geëischt. Is deze opvatting juist, dan meent de commissie, dat tegen de strekking der ont worpen regeling van de aansprakelijkheid van den vervoerder in de binnenvaart geen overwegende bezwaren behoeven te be staan. Maar een verduidelijking var. den tekst schijnt haar dan aan te bevelen. Anders dan de regeering acht de com missie het stelsel van het z.g. uniform charter aanbevelenswaardig, al ziet zij wel n. dat ook hiertegen bezwaren vallen aan ie voeren. De commissie stelt zich een regeling dezer materie zoo voor, dat de organisa ties van belanghebbenden bij de binnen vaart formulieren voor verschillende soor ten bevrachtingsovereenkomsten zullen opstellen, welke dan bij Koninklijk Besluit als erkende charters zullen worden toe gelaten. Daarnaast zal het noodig zijn, dat ook de regeering zelve voor de verschil lende vormen van bevrachtingsovereen komsten formulieren opstelt, welke echter slechts als subsidiair bedoeld zouden zijn. Hebben partijen slechts een mondelinge overeenkomst gesloten, dan zal haar ver houding moeten worden geregeld door het regeeringscharter, althans voor zoover het haar vrijstaat, het bestaan eener overeen komst te bewijzen. Wat dit laatste punt betreft, meent de commissie, dat het ontwerp in de uitslui ting van het bewijs door getuigen en ver moedens te ver gaat. Het schijnt der com missie noodzakelijk, getuigenbewijs toe te laten, zoodra aan de overeenkomst een begin van uitvoering gegeven is. De commissie werpt de vraag op. of de positie van den scheepsbevrachter niet geregeld zal moeten worden in dien zin, dat voor uitoefening van zijn beroep een toe lating noodig is, of dat althans een zeker toezicht zal worden geoefend op de wijze, waarop hij zijn taak vervult. De commissie kan voorshands niet in zien. dat het instituut der averij-grosse uit de wet zou moeten verdwijnen. de burgemeester van albury naar nederland. Hij zal ook Katwijk bezoeken. De burgemeester van Albury, de heer Waugh, die behulpzaam is geweest bij het landen van de „Uiver" aldaar tijdens de Londen-Merbournerace, zal binnenkort naar Nederland komen. De heer Waugh zal dan o.m. een onderhoud hebben met minister Colijn en hij hoopt in de gelegen heid te zullen kunnen zijn HM. de Konin gin persoonlijk te danken voor de orde van officier van Oranje Nassau, die hem verleend is. Dit eerbewijs, aldus de heer Waugh, wordt door ons beschouwd als een nationaal blijk van vriendschap en dank aan heel Australië. Op het program Van zijn bezoek aan Nederland staat verder een bezoek aan den heer Plesman, directeur van de K.L.M. en aan de „Australische" bemanning van de „Uiver". Voorts zal de burgemeester van Albury de steden Amsterdam, Den Haag, Katwijk, Scheveningen, Nijmegen en Groningen gaan bezoeken. Hij zal wor den vergezeld door zijn echtgenoote, met wie hij reeds een reis van acht weken doo> Nederlandsch Indië heeft gemaakt, op welken tocht zij veel Hollandsche vrienden gekregen hebben. in dienst nemen van personeel bij crisis-instellingen. Het inschakelen van de arbeidsbeurzen. Naar aanleiding van schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Amelink zegt de minister van sociale zaken, zich reeds ln 1933 tot zijn ambtsgenoot van economi sche zaken gewend te hebben inzake ar beidsbemiddeling voor personeel van crisis instellingen en het daarbij inschakelen van de arbeidsbeurzen. In verband daarmede, i heeft de toenmalige minister van econo- mische zaken tot de betrokken crisis- instellingen een aanschrijving gericht om 1 bij de vervulling van vacatures gebruik te i maken van de gemeentelijke arbeidsbeur- j zen. wanneer daarin niet kon worden j voorzien door wachtgelders en geen recht- streeksche sollicitanten beschikbaar wa- 1 ren. Vertrouwd wordt, dat de leiders der crisis-instellingen mët deze aanschrijving nauwgezet zullen rekening houden. Van het geven van dwingende voorschriften tot het uitsluitend plaatsen door tussehen- komst van de arbeidsbeurzen bestaat daar om vooralsnog geen reden De minister van econ. zaken voegt hier aan toe, dat, indien uit den brief van den directeur van de gemeentelijke arbeids beurs te 's Gravenhage zou worden afge leid, dat andere dan zakelijke motieven bij het aanstellen van personeel bij de crisisdiensten een rol spelen, dat afleiden uiteraard geheel t£n onrechte geschiedt. 7644 de saneering van het bouwbedrijf. De n. a.p. B. en de collectieve arbeidsovereenkomst. Gisteren is in den Dierentuin te 's-Gra- venhage de tweedaagsche ledenvergade ring van den Ned. Aannemersbond en Pa troonsbond voor de bouwbedrijven ln Ne derland (N.A.P.B.i voortgezet. Ir. Thijssen werd met overgroote meer derheid van stemmen als voorzitter her kozen. terwijl verder als leden van het hoofdbestuur werden gekozen of herkozen de heeren Jac. van Dun (Den Bosch). B. van Eesteren (Den Haag). G. Elfferich (Overschie). A J de Haan Jr., (Amster dam), H. J Hannink (Enschede) en T. Wierlnga (Groningen). Daarna was aan de orde de bespreking van het in te nemen standpunt ten aan zien van het instituut der collectieve ar beidsovereenkomst. Over dit onderwerp ontstond een uitge breide gedachtenwisseling. Op het oogen- blik zijn alleen de confessioneele arbei dersbonden door een collectief contract gebonden. Aan de naleving waarvan hier en daar veel ontbreekt. Met name geschiedt dit door aannemers van buiten. Ook de beunhazerij, aldus de vergadering, becon curreert de bona fide werkgevers door lage loonen en slecht werk. Een aantal afdeelingen zou dan ook een nieuw collec tief contract ondoenlijk achten. Indien er wel een overeenkomst tot stand zou ko men, dan zou dit slechts op beperkte schaal en niet voor alle gemeenten kun nen geschieden Anderzijds werd een groot maatschappelijk nut gezien in het collec tief contract als zoodanig. Er waren stemmen, die meenden dat het loonverschil tusschen de steden en het platteland te groot is. In de groote steden zijn ook de coöoeraties fataal. Op aanpassing aan de tijdsomstandigheden en meer rekening houden met de wen- schen der Regeering werd door een der afgevaardigden krachtig aangedrongen, onder verwiizing naar het Werkfonds De voorzitter antwoordde bevestigend np de vraag of het collectief contract in het verleden nuttige diensten heeft be wezen. Voor spreker is het standpunt: ziet de vergadering de mogelijkheid een collectief contract te sluiten, dan moet dit worden gedaan. Intusschen, ook de werk nemersbonden hebben hierin hun stem. Als eindindruk meende spr. te mogen zeggen, dat het bestuur instemt met de gegeven conclusies. De vergadering toonde door applaus hiermede accoord te gaan. Bij de hierop volgende bespreking van het rapport der commissie tot saneering van het bouwbedrijf, wees de voorzitter (er inleiding er op, dat de hoofdgedachte is te trachten den toestand draaglijker te j maken. Een ding staat vast: er is te wei nig werk, naar verhouding tot het aan tal belanghebbenden. Het aantal bouwbe drijven bedraagt thans 26.000. zoodat be perking hiervan wel dringend noodzake- j lijk is. Wanneer de vergadering hiertoe mocht besluiten, dan kon straks 't hoofd bestuur met de andere organisaties in na dere bespreking treden over de te nemen maatregelen. Van verschillende zijden werden bezwa ren naar voren gebracht. Het bleek wel. dat de zaak nog niet voldoende rijp was voor een definitieve beslissing, weshalve de vergadering op voorstel van het be stuur accoord ging met het denkbeeld van één der aanwezigen om deze aangelegen heid tot een volgende vergadering aan te houden. Tot districtscommissarissen werden ge kozen: District I (Noord-Holland-Noord) C. Kakes te Zaandam; district n (Noord- Holland-Zuid) herstemming tusschen G. van 'tEnde, te Amsterdam en Jac. Klerk te Haarlem; district III (Zuid-Holland- Noord) ir. J. J. G. van Hoek te Leiden: district IV (Zuid-Holland-Zuld) H. Zanen Czn., te Gouda; district V (Zeeland) J. Lindenbergh Czn.. Wemeldinge; district VI (Utrecht), M. van Hoogevest, Amers foort; district VII (Gelderland); G. H. Kinkelder, Arnhem; district VIII (N. Brabant). H. L. J. Kreté, 's-Hertogen- bosch; district IX (Limburg) H. J. Rijs- dijk. Hoensbroek; district X ('tGooi). J. Boonacker, Hilversum, district XI (Over ijssel), J H. Kreijenveld, Hengelo (O.); district XII (Drente); J. Huitzing. Coe- verden; district XIII (Groningen) (Pro vincie) A Huizing. Veendam; district XIV (Groningen-stad) H. A. Birza, Gro ningen; district XV (Friesland) U. W. Krikke, Heerenveen. De voorzitter bracht dank aan den heer Ringers voor hetgeen deze als voorzitter van den Patroonsbond die thans is ge- fusionneerd met den Aannemersbond heeft gedaan en die nu met de heeren Huurman en Mulder is afgetreden. Ook tot laatstgenoemde beiden richtte spr. woorden van dank. Des avonds vereenigden de deelnemers zich aan een maaltijd in den Dierentuin. belasting van personenauto'» i als van vrachtautomobielen. De K.N.A.C. meldt ons: Gedurende den laatsten tijd bereiken dë K.N.A.C. herhaaldelijk klachten dat han delsreizigers. vertegenwoordigers enz., dia in hun personen-auto's hun handelsgoede ren of monster-collecties vervoeren meestal nadat zij het kussen van de achterbank daaruit verwijderd hebben, geverbaliseerd worden wegens overtreding der motor- rij tuigen'belastingwet (vroeger wegenbe lastingwet geheeten). Door de belasting-administratie schijnt in dergelijke gevallen het standpunt te worden ingenomen, dat dergelijke auto's ais „niet voor personenvervoer ingericht" zijn te beschouwen, waardoor belasting als voor vrachtauto's zou verschuldigd zijn. De K.N.A.C. acht deze uitlegging van de desbetreffende bepalingen der wet onjuist. Haars inziens verandert eer. auto door het uitnemen van een kussen niet van aard of bestemming. Slechts wanneer een perso nen-auto (gelijk bijvoorbeeld de z.g. „luxe bestelwagens") kennelijk door 'n bepaalde stellage, die daarin min of meer vast is ingebouwd, ingericht is tot 't vervoer van goederen, is naar de meening der K.N.A.C. wegenbelasting naar het hoogere vracht auto-tarief verschuldigd. De K.N.A.C. is dan ook doende om in enkele proefprocessen rechterlijke uitspra ken uit te lokken omtrent hetgeen in deze quaestle de juiste uitlegging der wet is. de heer effendi wil ook naar indië. De heer Effendi (Communist) heeft den minister van Koloniën de volgende vragen gesteld 1 Is het juist, dat de algemeene leider der Nationaal Socialistische Beweging, de heer Mussert, zich met toestemming der Regeering op reis naar Ned.-Indië zal be geven en daar gelegenheid krijgt, zoowel op Java als Sumatra's Westkust en elders voor een aantal vergaderingen, in besloten kring, doch met lntroducé's te spreken, en dat hij aldaar door officieele personen zal worden ontvangen? 2. Indien vraag 1 bevestigend moet wor den beantwoord, is de minister dan bereid mede te deelen, welke overwegingen er toe hebben geleid een dergelijke propaganda- reis voor het nationaal-socialisme in Indië toe te staan, waar de Regeering zich voor Nederland immers op het standpunt heeft gesteld, dat het lidmaatschap van de NSB voor de overheidsdienaren verboden is? 3. Is de minister bereid mede te deelen, of aan ondergeteekende dezelfde waar borgen voor een reis naar Indië en vrije beweging aldaar zouden worden toege staan, als aan den leider der N.S B. is ge geven, en wel zoodanig, dat hij de heen reis naar Indië op het door hem gekozen tijdstip kan aanvaarden? 4. Indien ondergeteekende zoodanige waarborgen niet zouden worden toege staan, wil de minister dan mededeelen, waarom aan den heer Mussert een vrij heid wordt veroorloofd, welke aan onder geteekende zou worden onthouden? o het sportfondsenbad te dordrecht. Op uitnoodiging van den Dordtschen Raad van Toezicht hebben de spaarders van de N.V. „De Sportfondsen" aldaar een vergadering gehouden, zulks naar aan leiding van het feit, dat de Kroon de gemeentelijke garantie van f. 180.000 niet heeft goedgekeurd. Verschillende spaar ders eischten hun geld terug. Zij beriepen zich op een artikel in het reglement, dat men recht op teruggaaf van gestorte gel den had, wanneer een jaar na de oprich ting de onmogelijkheid van totstandko ming der inrichting zou gebleken zijn. Nu er vier jaren verloopen zijn en de beslis sing der Kroon de zaak op losse schroe ven heeft gebracht, wenschten spaarders hun geld terug. Een motie in dien geest werd aange nomen, doch mr. Bierenbroodspot zeide, dat de N.V. te Amsterdam die motie naast zich kon leggen. Toen de voorzitter verklaarde, dat de motie allen rechtsgrond miste en haar alleen in stemming te hebben gebracht, om te zien, hoevee) personen hun geld terug verlangden, ging het nogal heftig toe. Mr. Bierenbroodspot zeide de conse- quenties uit de motie te zuilen trekken. Hij was van meening dat de N.V. zich wel terug zou trekken en den spaarders hun geld zou restitueeren. chr. werkgevers-vereeniging. Met ingang van 1 September as. is tot sècretaris der Christelijke Werkgevers Var- eeniging te Amsterdam benoemd mr. A. Hoekema, wonende te Heemstede. De heer Hoekema is thans werkzaam aan de afdeeling Juridische Zaken aan het Landbouw-Crisisbureau. contingenteering van kunstzijden garens. Blijkens het Verslag der Tweede Ka mer achtten sommige leden een beperking van den invoer tot 80 pCt. van de hoe veelheid, ingevoerd gedurende de basis periode. onvoldoende Zij zouden aan een beperking tot 60 pCt. de voorkeur geven. Voor de kunstzijde-industrie heeft, naar zij meenden de dumping van buiten- landsch product, noodlottige gevolgen. Gaarne zouden zij vernemen, welke maat regelen de regeering daartegen denkt te nemen. koninklijke holl. lloyd. Personeel. Op vragen van mevr. BakkerNort be treffende het nemen van maatregelen van Regeeringswege ten behoeve van de pen sioengerechtigden van den Koninklijken Hollandschen Lloyd, wier persioenen sedert 1 Juni jl. niet zijn uitbetaald, heeft mi nister Gelissen het volgende geantwoord: Het feit, dat ten gevolge van de op 16 Mei jl. voorloopig verleende surséance van betaling de uitbetaling van de pensioenen aan de 212 pensioengerechtigden van den Koninklijken Hollandschen Lloyd gestaakt werd, is den ondergeteekende bekend. Dat velen daardoor in een allertreurig- sten toestand verkeeren, is eveneens be kend; dit geldt echter niet voor alle 212, omdat onder hen ook beter gesitueerden voorkomen. Naar aanleiding van deze gebeurtenis overweegt de Regeering of ten aanzien van de pensioenfondsen van par ticuliere bedrijven niet een regeling moet worden getroffen, waardoor deze meer af zonderlijk naast de overige vermogens positie der onderneming komen te staan. De, ondergeteekende heeft nauwgezet overwogen, in hoeverre het mogelijk 4s eenigen bijzonderen maatregel ln het be lang van de berokkenen te nemen; tot zijn groot leedwezen bleek echter geen moge lijkheid tot een zoodanigen maatregel te bestaan. verspreide berichten. Bij Kon. besluit is aan J. Knoppers, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Meppel. Bij Kon. besluit is met ingang van 16 Augustus 1935: le benoemd tot direc teur van de gevangenis te 's-Hertogen- bosch M. Hoekma, directeur van het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage: 2e be noemd tot directeur van het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage H. van Ros senberg, adjunct-directeur bij de Bijzon dere strafgevangenis aldaar: 3e. aan J. V. H. L. Scholten eervol ontslag verleend als directeur van het Huis van Bewaring te Zutfen, wegens voorgenomen benoeming in een hoogere betrekking bij hetzelfde dienstvak. UIT NED. OOST-INDIE. directie holland—amerika-lijn. BATAVIA, 17 Juli. Aneta verneemt dat de heer Bouman, vertegenwoordiger van den Rotterdamschen Lloyd in Ned.-Indië, is aangezocht voor de positie van directeur van de HollandAmerika-Lijn, welke functie de heer Bouman t.z.t. zal aan vaarden. - -o geen werkloosheid op bali. BATAVIA, 16 Juli (Aneta). De heer Soekawati, vertegenwoordiger in den Volksraad voor Bali, verklaarde aan Aneta dat Bali tot het gelukkige deel van den Indischen archipel behoort waar prac- tisch geen werkloosheid heerscht De heer Soekawati zette uiteen, dat, on danks de crisis, Bali nog werk heeft voor zijn landbouwbevolking, welke voor zoo ver deze aan de kuststreek werkzaam was de kans op bijverdiensten uit, de scheep vaart grootendeels zag afgesneden In ander opzicht wordt echter den in vloed van de crisis uiteraard, evenals over al elders, wel degelijk gevoeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9