Het Huisgesprek met den commandant van de K XVIII GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE AANKOMST V AN DE K XVIII IX SOERABAIA. Het kruisgesprek tusschen den minister van Defensie en comman dant Hettersohey in het gebouw van de P.T.T. Zittend minis ter Deckers en ir. Damine, dir.-gen. der P.T.T.staand vice- admiraal de Graaff en luitenant ter ree Post Uiterweer. ONTHULLING VAN HET NATIONAAL HULDEBLIJK ter her innering aan de wereldreis van Hr. Ms. K XVIII een vijftal gedenk ramen, aangebracht in een der gebouwen van de Onderzeedienst- kazerne te Willemsoord. LANDBOUW DAG TE AXEL georganiseerd door de Paardenfokkersvereeniging „Arbeid Adelt" aldaar. Zeeuwsche boerin met haar koe. DE ENGELSCHE FILMACTEUR HARRY TATE in de film „Midshipman Easy". OP HET TERREIN VAN EE»N VOORMALIGE MEEL- FABRIEK TE ROTTERDAM heeft men een groot» fabrieksschoorsteen door middel van ondergraving doen omvallen. DE COMMANDANT DER MARINE SCHOUT BIJ NACHT T. L. KRUYS aanvaardt het nationaal huldebiijk namens het Nederlandsche volk door het oomité „Onze Marine" aangeboden. De plechtigheid! te Willemsoord. VERMOEDELIJK TENGEVOLGE VAN VUl RTJESTOKEN DOOR JONGENS is op den Amsteldijk te Amsterdam een per ceel gedeeltelijk uitgebrand. OVERZICHT TIJDENS I)E PLECHTIGHEID BIJ DE ONTHULLING VAN HET MONUMENT TE ETTEN-LEUR ter herinnering aan den 25sten verjaardag van de eerste viiegdemonstratie in Nederland. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 8) Ze waren bij de piketboot aangekomen en wisselden geen woord meer tot dat ze de Drietand bereikt hadden. Haliam haastte zich naar zijn hut en ging aan tafel zitten. Hij haalde papieren uit zijn bureau en toen Furber eenige minuten later voorbij kwam, was hij bezig het lap- port voor den admiraal over te schrijven. Hun hutten grensden aan elkaar en de laatste wachtte geduldig tot Hallam naar buiten kwam met een enveloppe In zijn hand. Furber keek de gang door, zag dat die leeg was en ging naar Hallam's hut. Het geluk diende hem, want de papieren lagen nog op tafel. Hij doorliep ze snel en nam den Inhoud in zich op. Zijn kennis van de draadlooze telegrafie deed hem inzien hoe belangrijk deze ontdekking was. Enkele vlugge potloodaanteekeningen en het zoo zorgvuldig bewaarde geheim was het zijne. Toen keek hij rond om te zien of alles was als te voren en stapte brutaal de gang op. Een zucht van verlichting toen hij het terrein veilig zag en hij keer de terug naar de longroom. De kapelaan, gewoonlijk de „padre" genoemd, zat daar over politiek te praten met den comman dant. Een paar luitenants van de wacht •peelden poker, terwijl de scheepsdokter een boek las. Deze laatste keek op, knikte en legde zijn boek neer. „Een koele dronk, Furber?" Hij was een Ier, Mahony geheeten, met een gezicht dat straalde van goedgehu meurdheid. „Best Paddy, ik verveel me dood. Wey- port is taai. Het schip lijkt wel een be graafplaats. Ik ga 14 dagen verlof vragen". „Ik hoop voor je, dat je ze krijgt". „Is de oude in zijn humeur?" „Ga 't zelf maar uitvinden. Waar ga je naar toe? Stad?" „Ja Als ik verlof kan krijgen. Ik ga het dadelijk probeeren". „Veel succes Ik wou dat ik mee kon. Maar ik ben blut". De commandant was goed geluimd en stond het verlof toe. De officieren hebben weinig te doen als het schip in een haven ligt, maar des te meer op zee en bij de manoeuvres. Furber kwam terug, dronk zijn glas leeg en beval zijn oppasser zijn valies te pakken. Tegen elf uur 's avonds was hij in Lon den en nadat hij zijn valies in een hotel had achter gelaten, ging hij naar een restaurant in Soho, waar hij een avond maal bestelde. Even later kwam een kleine man bij hem zitten en ze praatten eenigen tijd samen. Daarna keerde hij naar zijn hotel terug, trok zijn avondcostuum aan en ging er op uit om zich te amuseeren. Het tegenwoordige Londen heeft prach tige nachtclubs, die kort na twaalven open gaan en waar luchthartige vrouwen en mannen gaan dansen en soupeeren. Hij koos het Elysian en ging aan een tafeltje in een rustigen hoek zitten. Alle soorten en standen waren aan wezig. Mannen en vrouwen, wel bekend in de gezelschapskringen, actrices, wier ge zichten steeds voorkwamen in de geïllu streerde bladen. Een beroemd politicus danste met een van hen en scheen zich kostelijk te vermaken. Furber bestelde een whisky soda. Er was iets afwachtends in zijn houding en hij keek voortdurend naar den ingang, maar het was niet voor na eenen, toen de vroo- lijkheid op zijn hoogst was, dat zijn ge duld beloond werd. Een lange man, onberispelijk gekleed, met een witte snor en puntbaard, die hem iets voornaams gaven, kwam binnen en keek langzaam rond. Zijn blik bleef even rusten op Furber, maar hij gaf geen tee- ken van herkenning. Integendeel, hij liep de tegenovergestelde richting uit. nu en dan een woord wisselend met een bekende. Een vrouw alleen klampte hem aan. Hij ging aan haar tafeltje zitten en bestelde een flesch champagne, waarvan hij alleen maar proefde en eenige minuten later stak hij naar Furber over. „Mag ik hier gaan zitten", vroeg hij be leefd. „De andere tafels schijnen overvol te zijn". „Zeker, het is hier vanavond verbazend druk". „Dat is het hier bijna altijd. Deze ge legenheid is erg in trek". Er was een eenigszins vreemd accent in zijn spraak, maar het was moeilijk uit te maken tot welk land hij behoorde. „Heeft u juffrouw Glyn gezien?" „Ja, baron. Ik heb de inlichtingen, die u verlangt", antwoordde Furber. „Prachtig, jonge vriend, je hebt goed werk verricht en we zullen ons niet on dankbaar toonen. Het was van belang om onze inlichtingen spoedig te krijgen. Eenige weken later zou het te laat zijn geweest". „Waarom zegt u dat?" „U heeft bewezen dat we u kunnen ver trouwen. U heeft jarenlang goed werk ge daan. Reeds als adelborst heeft u ons al goede diensten bewezen. Ik durf u het groote geheim wel vertellen. De dag is nabij". „Oorlog?" „Sst." De baron keek snel rond. Er was niemand in de buurt en hij ging gerust gesteld voort: „Niemand kan precies zeg gen wanneer de dag daar zal zijn. We weten alleen dat het zeer spoedig zal wezen. Verdenkt iemand u? Denk goed na vóór u antwoord". „Niemand. U moet bedenken, dat ik al jaren bij de marine ben. Ik ken honderden officieren. Misschien ben ik niet populair, maar ik heb getracht geen vijanden te maken. Tenzij ik een groote stommiteit uithaal, zal niemand mij verdenken". „Goed. Ik zal u nu instructies geven. Is het zeker, dat u op de Drietand zult blij ven als de dag komt?" „Niets is zeker. Wij jonge officieren weten niets van de oorlogsplannen". „De Britsche admiraliteit moet altijd voorzichtig zijn. Wat zouden wij niet wil len geven om hun plannen te weten. Als het zoover is. moet u onvoorwaardelijk elke order, u door juffrouw Glyn gegeven, opvolgen. U moet met haar een middel vmden hoe u met haar in verbinding zult blijven. U zult mij onvoorwaardelijk ge hoorzamen. nietwaar?' De vraag werd scherp gesteld en Furber antwoordde vast: „Ja". „Zelfs als de dood daarmede gemoeid is? Stel u voor, dat u bevel kreeg de „Drie tand" met één van uw torpedo's op te blazen". Dan zou ik gehoorzamen. Maar ik zou trachten het zóó te doen, dat ik mezelf tegelijkertijd kon redden". „En als dat onmogelijk was?" „Dan zou ik toch gehoorzamen", zei Furber kalm. „Ik geloof u. Ga mee naar de vestiaire. Als ik weg ga. zullen we van enveloppe ruilen. Heeft u het rapport hij u?" „Ja". ,.En ik heb geld. Jonge menschen kun nen dat altijd goed gebruiken, is 't niet?" HOOFDSTUK VI. Toen Hallam zijn rapport naar het vlaggeschip had verzonden, keerde hij naar zijn hut terug. Het zien van de pa pieren op zijn tafel deed hem schrikken en hij ergerde zich over zijn eigen zorge loosheid. Hij sloot ze secuur weg en ging zitten om na te denken. Zijn gezicht ver zachtte merkbaar toen hij er aan dacht, hoe flink Stella geweigerd had hem vrij te laten. Het maakte zooveel goed te we ten dat ze hem zoo innig lief had. Ten slotte hangt geluk niet altijd van geld af. Had hij haar niet even eerlijk tegemoet moeten komen als zij hem genaderd was en moeten weigeren toe te staan dat iets zich stelde tusschen hun liefdeEr waren getrouwde zeeofficieren, die leefden van niets anders dan van hun tractement. Het is waar, je moest op elke cènt let ten. Je moest, je elk genoegen, dat geld kostte, ontzeggen, maar was het leven, met de vrouw die je lief had, dat niet waard? En bovendien, er waren manieren genoeg om geld te verdienen. De gebrui kelijke toelage voor lucht- en onderzee dienst zou hem in staat stellen behoorlijk te leven. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5