De T. T.-races te Assen - Willem Pijpers muziekdrama Halewijn GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE BUITENSTE STADSWAL VAN AMERSFOORT is over een lengte van twaalf meter met donderend ge-, weid ingestort. In zïjn val nam hij een hooi'berg mee. WEDEROPVOERING VAN WILLEM PIJPER'S MUZIEKDRAMA HALEWIJN ter gelegenheid, van de opening van het nieuwe museum Boymans te Rotterdam. De foto stelt voor: Het koningskind (mej. Bessern) wordt gekleed door links mej. Hartong, rechts mejFie Coster. Knielend Lien Weterings en Evie Blijs. NIEUWE POSTZEGELS IN DU1TSC1ILAND ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Duitsche rijksspoorwegen. De postzegel links draagt de beeltenis van de eerste locomotief, in het midden een latere sneltreinlocomotief en rechts een stroomlijnlocomotief. AAN DEN VOORAVOND VAN DE T.T.-RACES TE ASSEN. Overzicht tijdens het keuren '4er motoren. IN DE RESIDENTIE KANTELDE EEN Sweelinckplein 'losschoot van den tractor, ongelukken bleven bij deze VERHUISWAGEN welke bij het waar hij aan vast zat. Persoonlijke sti-^ikejpartjj' gelukkig uit. TE ROTTERDAM vond in den tuin van het Museum Boymans de onthulling plaats van het monument voor dien oud-directeur der Ge meentewerken aldaar, den heer G. J. de Jongh. EEN KARAKTERISTIEKE HOUDING VAN DEN FRAN- SCHEN STAATSMAN HERRIOT die dezer dagen be sloot af te treden als leider van de radicaal-socialistische partij in Frankrijk. DE NIEUWSTE OPNAME VAN DEN KEIZER VAN ABESSYNIc den koning der koningen, Haile Selassi, wiens land bedreigd wordt door een aanval van Italiaansche troepen. VóóR HET BEGIN VAN DE ASSEN. De populaire Engelsche motorrijder Jimmie Guthrie wordt be stormd door autogram men jaagster s. T. T.-RACES TE Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 8b" Guy wierp een snellen- blik op zijn vader, want er was iets in zijn manieren, dat niet geheel natuurlijk was. Zoodra de deur gesloten was, kon hij zich niet meer be dwingen. „Vader, ik ben de gelukkigste man van de wereld. Ik kom juist van het meisje dat ik'lief heb en ze heeft me gezegd, dat ze ook van mij houdt", kondigde hij triom fantelijk aan. „Ik feliciteer je van harte. Wie is het meisje?" „Stella Cameron, de dochter van den admiraal die een paar jaar geleden is ge storven". „Ik wensdh je geluk, Guy. Maar je nieuws is een schok voor me", zei de heer Hallam zeer ernstig. „Wat bedoelt u?" Mijnheer Hallam antwoordde niet dade lijk, toen zei hij: „Laten wij er vanavond niet meer over praten. Kom me morgen ochtend opzoeken. Zou je verlof kunnen krijgen?" „Je vader opzoeken is altijd een goede redenVader u ziet er niet goed uit" „Ik ben best in orde, jongen. Om hoe- laat vertrekt de boot?" „Om elf uur Ik wou dat ik verlof voor den nacht had gevraagd". „Ik ben blij dat je het niet hebt ge daan. Ik ben nog al moe van dezen dag. Vertel me nu wat van Stella". Dit was een onderwerp waar Guy niet over uitgepraat raakte en hij vond in zijn vader een sympathiek toehoorder, zoodat de tijd vlug voorbij ging en hij zich haas ten moest om weg te komen. „Ik had de reden van uw bezoek graag willen weten. Nu is het te laat. Tot mor gen dus". Na een snelle wandeling kwam hij aan den steiger waar een half dozijn piket booten lag te wachten om de officieren naar hun schepen terug te brengen. De boot van de ..Drietand" lag langszij en Guy ging de hut binnen en werd begroet door Furber. „Wij zijn de twee eenigen, die aan wal zijn geweest" vertelde hij en gaf den adelborst bevel te vertrekken. „Je was gauw verdwenen", zei Furber met bedoeling. „Ik wilde mijn vader opzoeken". „En met de schoone Stella spreken". „Juffrouw Cameron", verbeterde hij koel. „Zooals je wilt. Het was duidelijk ge noeg te zien. dat je het leelijk te pakken hadt. Nou kerel, ik bewonder je smaak. Mag ik je feliciteeren?" „Juffrouw Cameron heeft me beloofd met me te trouwen". „Dan wensch ik je veel geluk. Ze zal een beste vrouw zijn voor een arme zee officier Mevrouw Cameron moet er warmpjes inzitten. De oude baas heeft haar flink wat nagelaten". „Je opmerking is niet direct kiesch. Je spreekt soms als een ploert". „Je neernt de dingen veel te serieus op, Hallam, overdrijf niet zoo". „Je vroeg me vanmorgen waarom we geen vrienden konden zijn. Een vriend van mij zou zoo niet kunnen praten". „Het is stom van je me tot vijand te maken". „Ik prefereer je vijandschap boven je vriendschap", zei Guy beslist. „Zooals je wilt. Ik hoop dat je er nooit spijt van zult hebben. Heb je al met me vrouw Cameron gesproken?" Guy gaf geen antwoord, maar keek door de patrijspoort. „Ik heb zoo'n idee dat de oude vrouw haar eigen belang op 't oog zal hebben". De boot kwam langszij. Guy Het Furber, die ouder in rang was, vóór gaan, maar volgde vlug en ging regelrecht naar zijn hut. Hij had geen zin naar de kajuit te gaan en met zijn collega's te praten, want hij verlangde alleen te zijn met zijn ge dachten. Wat kon Furber hem schelen? Wat kwam al het andere er op aan zoolang Stella hem lief had? Eindelijk viel hij ln slaap en ontwaakte 's morgens met het gevoel, dat het leven werkelijk toch de moeite waard was. Het kostte hem geen moeite verlof te krijgen en om twaalf uur was hij bij zijn vader. „Gisteravond wilde ik je geluk niet be derven, Guy, maar ik heb slecht nieuws voor je. Ik zie er tegen op het je te vertellen". „Zeg me maar ln eens het ergste". „Ik ben een oude dwaas geweest. Ik heb zwaar gespeculeerd en nu ben ik straatarm. Ik ben gekomen om je te ver tellen, dat de toelage moet ophouden". De heer Hallam keek zijn zoon in span ning aan. Guy's gezicht stond strak en het was hem aan te zien dat hij moeilijke oogenblikken doorleefde. „Voor mezelf vind ik het zoo erg niet. Ik ben een oude man, maar jij staat aan het begin van je loopbaan. Is het erg moeilijk bij de marine zonder geld? Is het niet mogelijk van de tractement rond te komen?" vroeg mijnheer Hallam bezorgd. „Gemakkelijk is het niet, maar het is mogelijk. Vader, tob maar niet over mij, ik zal er wel doorrollen", zei Guy met goed voorgewende opgewektheid, maar voortdurend waren zijn gedachten bh Stella. „Ik zal probeeren op de een of andere manier geld te verdienen. Ik vrees dat het te laat is om weer als advocaat te gaan practiseerenHoe moet het nu met Stella?" „Ik weet het niet! We zijn jong en kun nen wachten". „Je bent dapper mijn jongen. Je neemt het erg licht op. Ik ben nooit heel rijk geweest. Ik was eerzuchtig voor jou. Ik dacht, dat geld je helpen zou in je car rière en het was voor jou, dat ik specu leerde", verontschuldigde mijnheer Hal lam zich zwakjes. „U is altijd een bovenste beste vader geweest. Het is pech, anders niet. We moe ten het maar van den besten kant bezien. Ik zal weer bij de luchtvaart gaan. Tus- schen twee haakjes Ik heb een paar schulden die ik graag zou willen betalen". „Hoeveel?" „Twaalf honderd gulden zou meer dan genoeg zijn voor alles. Mijn cheque is ver vallen". „Ik ben bang dat Ik het niet heb. Ik heb geen cent meer en zit zelf in de schuld". „En u logeert toc'n in dit hotel?" De opmerking ontviel hem. Het was het eenigste verwijt dat Guy zijn vader maakte en hij had er onmiddellijk spijt van. „Vergeef me, vader", zei hij impulsief. „Ik zal er me wel uitredden". „Als ik piet direct geld kan krijgen, vrees ik, dat ze me failliet zullen verkla ren. Zou je dat veel kwaad doen?" „Neen. Bij de marine kom je vooruit door kennis, bekwaamheid en goed gedrag. Maar ik denk er over of ik niet eigenlijk den dienst uit moet gaan". .Doe dat niet. Als je dat doet, zal ik het me nooit vergeven. Als die aandeelen maar omhoog gingen". Belden zwegen. Guy's voorhoofd was ge- fronsd in diepe gedachten. Over een paar uur zou hij bij Stella zijn. Wat kon hij tegen Baar zeggen? Zijn oogen ontmoet ten die van zijn vader. ,Arme, oude heer", zei.hij vriendelijk en stak zijn hand uit. HOOFDSTUK m. Mark Furber was klaar met zijn och tendwerk en slenterde de officierskajuit binnen, waar hij een whisky soda bestel de. De kamer was vol officieren, die met elkander zaten te praten met de lucht hartigheid, hun stand eigen. De „Drie tand" was, wat men gewoonlijk noemt, een „gelukkig" schip en bijgevolg had het een bijzonder goeden naam. Bij de kort geleden plaats gehad hebbende schiet oefeningen was het nummer één geweest en van den commandant tot de kleinste scheepsjongen was trotsch op het schip, dat hen droeg. Nu maakten zij zich gereed voor de groote revue, die binnenkort gehouden zou worden. De commandant kwam snel binnen en ging naar Furber toe. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5