DE KWESTIE-SPOORHOUT BUITENL. WEEKOVERZICHT Een goed examen LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 29 Juni 1935 Ontstemming te Parijs over Britsch-Duitsch vlootaccoord. Zijn de overeenkomsten van Stresa in gevaar gebracht? THIJS IJS EN DE DIKKE HERTOG. Tweede deel van het rapport ingediend, FINANCIEN. „Groot-Brittannië had eerst met Frankrijk moeten overleggen" Francois de Tessan, de oud-onderataata- eecrotarls van BultoiUandache. Zaken te Parijs, zet ln dit artikel uiteen, de ont stemming die ln Fransche politieke krln- acn la ontstaan door de onderhandelingen, die Groot Brittannlë met Dultachland heeft gevoerd. Naar sl]n meening hed eerat met Frankrijk overlegd moeten wor den. HU brengt de overeenkomst van 3treaa hlerbU ter sprake en hoopt uit eindelijk op den terugkeer van Dultach land ln den Volkenbond. Het Bi'ltsch-Duitsche vloot-accoord (dat het resultaat tg van de samenvatting ln het Witboek), waarin Sir Samuel Hoare en Von Rlbbentrop de voorwaaiden heb ben uiteengezet waarop Dultschland 35 procent van de totale tonnage van de Brltsche vloot kon verkrijgen, ls niet in overeenstemming met den Franschen geest en verwekt daar in politieke kringen ontevredenheid en ongerustheid. Het zijn niet zoozeer de technische overwegingen, waarvan men ln ieder geval het belang niet kan ontkennen, dan wel de diploma tieke houding die Groot Brittannlë heeft gevolgd, welke tot crltiek aanleiding geelt. Frankrijk is niet in de eerste plaats ontstemd doordat het Verdrag van Ver sailles (dat ln werkelijkheid immers re geert), ln een nieuwe phase is gekomen, maar wel doordat Groot Brittannlë door haar handelwijze, die totnogtoe zeer cor rect was. de moeilijk verkregen resulta ten van de Britsch-Fransch-Itallaansche overeenkomst in gevaar brengt. Is het een wonder dat men ln Frank rijk verontrust is door de wending der gebeurtenissen, wanneer juist Baldwin aan den vooravond dat hU de leiding der regeering ln handen neemt, een gloed volle rede uitspreekt over de onmisbaar heid van dit verdrag? Hij was, toen Mac Donald op het punt stond als premier al te treden, voortdurend voorstander van een tactiek van bezorgdheid voor Frank rijk. Eden, met wien hij veel gezamenlijke Ideeën had, proclameerde in die dagen zijn geloof in de mogelijkheid van weder- zijdschen bijstand, door middel van den Volkenbond en een systeem van onderlin ge zekerheid. De regeeringspersonen ln Londen heb ben het communiqué van 3 Februari on derteekend, waarin de eenheid wordt uit eengezet van ideeën en handelwijze vol gens welke de bewapeningen te laijd, te water en ln de lucht onderling afhanke lijk zijn en volgens welke ook de vrede, naar de formuleering van Lltwlnoff, on deelbaar ls. De conferentie van Stresa heeft deze ideeën bevestigd en het leek erop dat Frankrijk, Italië en Engeland voortaan samen uitgebreide maatregelen zouden nemen om gezamenlijk een op bouwende beschermlngspolitiek naar deze richtlijnen te volgen. Frankrijk heeft voor haar aandeel, ge trouw aan deze leerstelling, de gelegen heid om onderlinge besprekingen te voe ren en bilaterale overeenkomsten aan te gaan. verworpen, omdat, dit kon worden uitgelegd als een daad van een afvallige of veroordeeld zou kunnen worden als een houding, die in strijd zou zijn met het opgestelde programma. Groot Brittannlë, dat zich geheel ac- coord heeft verklaard met het systeem van onderlinge veiligheid, onderhandelt met Dultschland (zonder vooraf met de mede-onderteekenaars overleg te plegen) over de her-bewapening ter zee, zelfs zon der den tijd te hebben genomen van de Fransche bezwaren kennis te nemen. Hierdoor zijn Fransche tegenmaatregelen om het algemeene evenwicht ter zee in Europa en in de wereld te handhaven, onvermijdelijk. Zeer zeker, Frankrijk was het met En geland en Italië eens over de noodzake lijkheid het vijfde deel van het Verdrag van Versailles te herzien en te vervangen door een algemeen reglement voor de be wapening op elk gebied afzonderlijk Maar dit reglement, dat als doel heeft tot vermindering der bewapening te ko men, moet ook worden bepaald door een netwerk van onderlinge verdragen en moet worden uitgevoerd onder leiding van den Volkenbond Londen beweert nu dat het zich met Dultschland direct in verbinding heeft gesteld om dit doel snel ler te bereiken. Verschillende documenten, vervat in het Witboek, herinneren aan de moge lijkheid van een toekomstig algemeen ver drag ter beperking der zeemachten en voorspellen een overdeenkomst tusschen Engeland en Dultschland. Maar wie ziet nu niet, dat na de onderhandelingen tus schen Sir Samuel Hoare en Von Ribben- trop Iets aan den gang van zaken ont- üreekt en de accoorden van Stresa geweld worden aangedaan. Groot Brittannlë heeft gedacht (haar buitenlandsche politiek ls zoo vaak ge kenmerkt door besluiteloosheid) dat zij een goede gelegenheid had zich te ont doen van de Duitsche rivaliteit ter zee en zij heeft ervan geprofiteerd, zonder de gevolgen te bedenken die dit kon hebpen voor de andere naties. Groot Brittannlë heeft voorts gemeend dat van het oogen- blik af dat zij het Derde Rijk bracht in een onderworpen positie, die toch ruim schoots voldoening zou geven en boven dien van onbeperkten duur zou zijn, zoo een Pax Brittannica verzekerd zou zijn, die ten slotte wel door de andere volken geaccepteerd zou worden. In plaats van te denken aan haar verbintenis met andere landen, heeft zij zich opgeworpen als scheidsrechter door een gedachtengang die niet alleen simplistisch was, maar ook van hoogmoed getuigde. De regeering van Baldwin heeft niet al leen voldoening geschonken aan de pu blieke opinie in Engeland, waar het pa cifisme niet altijd beredeneerd is, maar ook aan de bankiers, die een zekere ont spanning in den toestand noodlg hadden om de kapitalen terug te trekken, die on- voorzichtigerwijze aan de overzijde van den Rijn waren geïnvesteerd. Ten slotte zijn de imperialisten voldaan, die van meening zijn dat Groot Brittannlë sterk genoeg is, om het lot van Europa te be palen. Toch heeft Londen begrepen dat het verplicht was Frankrijk en Italië uitleg te geven en daarom is Eden naar Parijs gezonden. De Engelsche premier wenschte niet dat men zijn land zou kunnen be schuldigen van een niet loyale houding. Hij is trouwens reeds in een onaangename positie gekomen door bepaalde stroomin gen ln de Duitsche pers. Inderdaad leg gen de Duitsche bladen er den nadruk op, dat het vlootaccoord het trio Frankrijk- Italië en. Engeland verder van elkaar heeft gebracht. Zonder veel te zeggen over de technische bepalingen, die de Britsche vloot een onbetwistbare overheerschlng verzekeren, trekken zij partij voor de po litieke denkbeelden die de overeenkomst beheerschen en roepen zij uit dat het front van Stresa gebroken ls. Zekere ge- Inspireerde artikelen gaan zelfs zoo ver door te beweren dat een nieuwe Europee- sche politiek op komst is. Dit dank zij de Engelsch-Duitsche toenadering. Zonder te willen ontkennen dat de Duitsche manoeuvre een zeker 'succes heeft gehad, moet men toch zeggen, dat deze manier van doen de zaken drijft naar een punt waar zij nog niet zijn. Groot Brittannië heeft den levendigen wensch geen schade te doen aan den toe stand van evenwicht in Europa en om 2. Thijsje zat heel rustig dus bij 't knappend vuur; maar zijn kalme vreugd was niet van langen duur hij zat zoo nog geen uur, of daar werd op de deur geklopt. „Een reiziger heeft hier gestopt, vraagt onderdak voor dezen kouden nachtdat was, wat Thijs nu dacht. Het gaat niet aan om Iemand ln de koude en de regen lang te laten staan; en dus springt Thijsje op reilt naar de deur dan ln galop. Zie hem hier maar loopen; op 't volgend plaatje doet hij open. het vormen van onverbreekbare fronts tegen te gaan. Dat zij zoo onvoorzichtig ls geweest zich te verlaten op afgeschei den onderhandeling met Dultschland en dat zij niet den terugslag heeft berekend dien deze daad zou hebben, is oneindig te betreuren. Wij gelooven dat het een gevaarlijk denkbeeld is te meenen dat een tactiek van verdeellng. die Qroot Brittan nië nu wenscht toe te pSssen voor een luchtpact, de orde op het continent kan herstellen. Maar geen enkel nadenkend mensch ln Frankrijk gelooft dat het de bedoeling ls van Groot-Brittannië haar politiek ten opzichte van Dultschland zoo geheel te veranderen. Alle openbare en diplomatieke uitlatin gen over dit onderwerp zijn ln strijd met het al of niet getoonde streven der re geerders ln Berlijn. Groot Brittannlë heeft geloofd te redden wat er te redden valt, na zich te hebben geschikt ln een herbe wapening van Dultschland (waarbij zij voor zichzelf een vergrooting van de luchtmacht veilig stelde) en zij hoopt door deze concessies en door moreelen druk Hitler eens weer in Genève terug te zien Dat ls haar streven, niet meer, niets minder. Frankrijk heeft bij nota van 18 Juni en door de verklaringen, gegeven aan Eden, haar gereserveerde houding verklaard, zoowel ten aanzien van de overeenkomst als ten aanzien van de door Groot Brit tannlë gevolgde handelwijze, als wat be treft Frankrijk's vlootbelangen Frankrijk vraagt voorwaar slechts Duitschland's te rugkeer ln den Volkenbond en haar ver bintenis met alle maatregelen, die op een harmonieuze wijze den toestand in geheel Europa verbeteren. De beste wijze dit te bereiken ls dat de vredelievende staten een strenge discipli ne in acht nemen, vooral tegenover zich zelf en tegenover elkander. Dit heeft La- val aan Eden gezegd en dit is de ware moraal die men trekken kan uit de ge beurtenissen der laatste dagen. (Nadruk verboden). EEN WERELD VOL ONZEKERHEDEN. De Engelsche ralsminister Eden heeft zijn' pelgrimage naar Parijs en Rome vol bracht. Tevreden zal hij echter wel niet zijn geweest bij zijn thuiskomst, durven we te veronderstellen. Weliswaar ontving Parijs hem zeer beleefd, evenals trouwens Rome, doch de oude hartelijkheid was verdwenen. Frankrijk kan in zeker opzicht het practische resultaat van het Engelsch- Dultsch vlootaccoord billijken, doch de wijze, waarop dit tot stand ls gekomen, kan Frankrijk niet goedkeuren en 't heeft dit niet onder stoelen of banken gestoken Laval moet trouwens zeer voorzichtig manoeuvreeren. want hli mag rechts niet te veel van zich vervreemden al steunt hij betrekkelijk meer op links dan zijn voorgangers. Frankrijk plaatst zich op het standpunt, dat Engeland door zijn aparte dans met Dultschland de andere landen de volle vrijheid heeft gegeven. Zij zijn niet gekend en dus.... En dit schijnt, helaas, meer dan een ijdele bedreiging, gelet op de uitspraak van den Franschen minister van marine. Frankrijk houdt zich thans de vrijheid voor om naar eigen inzicht te gaan bewapenen ter zee en kondigt officieus reeds den bouw van linie- kruisers aan! Op die manier heeft de ge troffen vdoot-overeenkomst slechts betrek kelijke waarde, daar Engeland zoodoende gedwongen zal worden tot uitbreiding van zijn vlöot. tengevolge waarvan Dultsch land. volgens de regeling van 100 tot 35. weer mag gaan uitbreiden. Zoodoende zou de bewapeningswedstrüd in optima forma herleven, zelfs in ernstiger mate dan voor de overeenkomst! Doch laat ons hopen, dat de booze bui bij beide bondgenooten van het Britsche rijk tlidig zakt. zoodat deze zee-bewapening kan worden afge wend! Zou Engeland er in slagen Duitsch- land, dat zich meegaander toont dan sinds langen tijd het geval was terug te voeren naar den Volkenbond dan zou er ontegen zeggelijk veel zijn gewonnen in dit opzicht. Te meer klemt dit. waar de kansen ge regeld grooter worden, dat. de Volkenbond weldra het verlies van Italië zal hebben te betreuren. Inzake het Italiaansch Abessynisch conflict heeft Eden's reis toch wel geleid tot verduidelijking der situatie, zij het dan niet tot verbetering van den toestand. De Duce schijnt met niet minder tevreden te willen zijn dan met de vesti ging van het protectoraat over het land van den Negus, zijn het ook gecamoufleerd. En waar het volledig onafhankelijke Abessynië daarin nooit zal toestemmen zonder daartoe door een oorlog te zijn gedwongen. Rikt er in Afrika rechtstreeks periculum in mora. Italië gaat dan ook geregeld door met het zenden van troepen naar Erlthrea en Somalcland. Het heet. dat pas in September de tijd gunstig is voor oorlog-voeren zoodat er nog eenige tijd zou zijn om het ergste af te wenden doch wie garandeert datKomt het tot oor log. dan krügt de Volkenbond het zwaar te verantwoorden. Ongetwijfeld zal het Instituut van den vrede de houding van Italië moeten afkeuren en dan ls het ge vaarlijke moment van Itallë's uittreden daar. Eden's aandrang te Rome om met economische concessies, waartoe Abbessy- nle wel bereid zou zijn. genoegen te nemen, heeft gefaald, daaraan valt niet te twijfelen. Neen. met opgeruimd gemoed al de En gelsche minister ditmaal niet zijn terug gekeerd. Zijn oprechte verzekering, dat Engeland er niet aan denkt over te loopen tot de tegenpartij, heeft niet het effect gehad, dat men daarvan had gedroomd. Onzekerheid is er ook verder te over in ons werelddeel. Hoe staat het feitelijk met het Donau-pact en het Locarno voor het Oosten? Men hoort er slechts spo radisch iets van, al heet het officieel, dat Londen en Stresa volledig overeind worden gehouden. En welke invloed heeft de regeerlngswlsseling in Zuid-Slavië, waar de regeering Jeftitsj plaats moest maken voor een meer tot samenwerking met de oppositie bereid zijnde regeering Stojadinowitsj? Dit is nog heel moeilijk te beantwoorden. Een korte verklaring van trouw aan de Kleine Entente en van handhaving der vriendschap met Frank rijk bleef te vaag om er veel gewicht aan te hechten. Jeftitsj had een bezoek aan Rome aangekondigd, hetgeen wees op ont spanning ln de betrekkingen met Italië, ook daarvan zal vermoedelijk thans eerst geinig meer terecht komen. Eigenlijk be- CRITIEK INZAKE HET GRINTBAGGERBEDRIJF. o BIJ de Tweede Kamer ls thans Inge diend het tweede gedeelte van het verslag der commissie to thet instellen van een onderzoek naar de bij de ln de Tweede Kamer ter sprake gekomen feiten ln ver band met de N V. „Spoorhout" en het grintbaggerbedrijf te Linne. Dit tweede gedeelte van het rapport be handelt het grintbaggerbedrijf. De com missie komt, wat de hoofdzaken betreft, tot de volgende conclusie. De exploitatie van het grintbedrijf ls voor de spoorwegen zeker niet onvoor- deelig geweest en heeft waarschijnlijk in den loop der jaren zelfs niet onaanzien lijke baten opgeleverd. Er bestaat geen reden, aan te nemen, dat de overeenkomsten, door de spoor wegen gesloten ter verkrijging van de beschikking over de voor de exploitatie van het bedrijf benoodigde terreinen, lichtvaardig en niet met Inachtneming van de regelen van goede koopmanschap zouden zijn gesloten. De contracten, met den leider van het bedrijf gesloten, verzekeren echter diens leider ais zoodanig een inkomen, dat ver uitgaat boven het bedrag dat, alle om standigheden in aanmerking genomen, als een redelijke vergoeding voor de door hem te leveren praestaties mag worden be schouwd. De commissie acht het daarom gewenscht, dat de spoorwegen gebruik maken van alle middelen, welke hun ten dienste staan om te verkrijgen, dat de finaneieele regeling, welke tusschen hen en den leider van het grintbedrijf bestaat, zoo spoedig mogelijk op een meer bevredi gende basis wordt gesteld. Het karakter van het Grintbedrijf is een geheel ander dan dat van Spoorhout. Bij Spoorhout is sprake van een afzonder lijke N.V.. waarvan de spoorwegen het meerendeel der aandeelen ln handen heb ben en met welke zij leveringscontracten sluiten. Met het Grintbedrijf is zulks niet het geval. Dit bedrijf mist formeel elke zelfstandigheid, het vorm teen onderdeel van het bedrijf der Spoorwegen. Vóór den wereldoorlog betrok de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen het door haar benoodigde grint van verschillende baggerbedrijven. De omstan digheid, dat de heer Th. Verhoeven een aanzienlijk lageren prijs dan de overige aanbieders berekende, leidde er toe dat hem in den vervolge de grintleveranties werden toegewezen. Tusschen de maat schappij en den heer Verhoeven kwam een regeling tot stand, waarbij de voor het te leveren grint te betalen prijs werd vast gesteld op den kostprijs, vermeerderd met een zekere winst. Toén in 191? de heer T. Verhoeven overleed, werden de grintleve ranties op denzelfden voet voortgezet door zijn zoon, den heer B. Verhoeven. Bij de fusie van de spoorwegmaatschap pijen in 1921 oordeelde men het ge wenscht de grintvoorziening ln eigen be heer te nemen. Daardoor Zou de mogelijk heid van prijsopdrijving door leveranciers worden uitgeschakeld, terwijl een regel matige aanvoer verzekerd zou worden. Men heeft toen den heer Verhoeven uitgenoodigd, zijn baggermateriaal aan de spoorwegen over te doen én zich tegen genot van salaris en van een winstaandeel me tde leiding van de productie van het benoodigde grint te belasten. De heer Ver hoeven aanvaardde deze ultnoodiging. Aldus ontstond het eigen grintbedrijf van de spoorwegen. Wat de te explolteeren objecten betreft, werden door de spoorwegen drie contrac ten gesloten met de N.V. Maatschappij tot exploitatie van het landgoed Oosden, gevestigd te Beegden (L.). De gronden, waarop deze contracten betrekking heb ben. grenzen aan elkaar en liggen juist tegenover de installatie van het grint bedrijf en de spoorwegaansluiting te Linne. De contracten hebben materieel alle denzelfden inhoud. Zij geven aan de spoorwegen tegen zekere betaling het recht om grint aan de betreffende gron den te onttrekken. In formeel opzicht ls er echter een verschil. In de laatste twee contracten wordt eenvoudig aan de spoor wegen tegen betaling van een bepaalde som grintwlnnin gop de aangewezen ter- rust in Zuid-Slavië de macht wederom bij het onpolitieke leger, dat door generaal Zifkowitsj wordt beheerscht. In zulke ge vallen komt wel eens meer naar voren de regel: ik kan ook anders! In Azië schijnt eenige ontspanning te zijn ingetreden in het conflict ln Noord- China. doch een definitief oordeel is daaromtrent nog moeilijk te vellen, daar leder moment plotseling de situatie zich kan wijzigen. Zelfs gaat men zich afvra gen, of de tegenstelling tusschen de mili tairen en de regeering in Japan geen camouflage-politiek is om de tegenstan ders der penetratie van Japan in slaap te sussen. Voor het oogenbllk laat het zich aanzien, dat tengevolge van het terug wijken van China voor den Japanschen drang de ernstigste gevaren zijn geweken, doch leest men de eischen van het Japan- sche leger, dan twijfelt men volkomen terecht over den duur van de ingetreden ontspanning. Practisch verschillen deze eischen toch weinig van het streven van Italië in Abessynië, n.l. het vestigen van een protectoraat over het Hemelsche rijk, al heet het, dat Japan de Chineesche souvereinlteit niet wil aantasten. Een her haling van Mandsjoekwo durft Japan niet aan, doch langs anderen weg wil het blijkbaar toch hetzelfde bereiken en men lacht daar in Tokio in zijn vuistje over Europa's geschillen! Bovendien heeft Amerika nog steeds genoeg te stellen met zijn eigen inwendige moeilijkheden, zoodat ook van die zijde China weinig heeft te verwachten. En de sovjets wagen zich alleen ook niet op glad lis! Tot overmaat van ramp blijft de Chineesche eenheid een fictie Het wordt Japan wel gemakkelijk ge maakt! relnen toegestaan. Het eerste contract, van 14 Mei 1921, kent echter een geheel andere constructie. Bij dit contract werd een stuk grond aan de spoorwegen ver kocht, onder verplichting van terugleve ring van dien grond zonder eenige beta ling, zoodra de grintwinnlng aldaar zou zijn afgeloopen. Behalve de koopsom zou den de spoorwegen een vergoeding hebben te betalen voor eiken kubleken meter grint boven een zeker aantal per H.A., welke aan het gekochte terrein zou wor den ontleend. Deze laatste bepaling is later vervangen door de verplichting tot betaling van een bedrag van f. 40.000 boven de koopsom. Het ls vooral dit contract geweest, dat tot het uiten van ernstige bedenkingen aanleding heeft gegeven. Gezien de feiten, kan de commissie geen reden vinden om de door de spoorwegen gesloten contracten onjuist te noemen. Waneer den commissie de bedragen, door den exploitant ontvangen, zeer hoog noemt, dan ziet zli daarbli niet voorbij, dat de heer Verhoeven, toen hij zich ln 1921 door het aangaan van de exploitatie contracten aan de spoorwegen bond. de winstmogelijkheden die hij als particulier grinthandelaar had. prijs gaf. Naar haar meening dient daartegenover echter ook te worden gesteld dat de bedoelde con tracten den heer Verhoeven nagenoeg ge heel van de risico's welke een particulier grinthandelaar loopt, bevrijdden. Het moge waar zijn dat. de spoorwegen van het ln eigen beheer nemen van hun grintvoorziening min of meer belangrijke voordeelen verwachtten, naar de meening der commissie ls het moeilijk te verdedi gen. dat in de ter zake gesloten contrac ten bepalingen werden opgenomen, welke zoo belangrijke Inkomsten verzekerden aan hem. die met de exploitatie van het inderdaad zoo betrekkelijk eenvoudig be drijf der eigen erintwinning zou worden belast. Naar het oordeel der commissie was de constructie, welke den exploitant in staat stelde een belangrijke winst te maken op de huur van sleepbooten aan het be drijf. onjuist. Nu de constructie Inmiddels ls verlaten, meent zij zich daaromtrent tot deze opmerking te kunnen bepalen. Geklaagd is over het feit. dat door het Grintbedrijf ook grint aan derden zou worden geleverd. Aldus zou met kapitaal van de Spoorwegen aan particuliere be drijven concurrentie worden aangedaan. Bij haar onderzoek is aan de commissie, behoudens enkele te verwaarloozen zeer kleine hoeveelheden, in de onmiddellijke omgeving op verzoek van de koopers verstrekt, niets gebleken van eenige andere levering aan derden dan van betongrint, een voor de spoorwegen onbruikbaar nevenproduct van het ballastgrint. Het medegebaggerde betongrint wordt, sinds de bevaarbaarmaking van de Maas een voldoend economisch vervoer toelaat, door de spoorwegen van de hand gedaan. De commissie vermag hierin niet een ontoelaatbare concurrentie met het par ticuliere bedrijf te zien, integendeel ziet zij daarin een daad van goed economisch beleid, zij het ook. dat de particuliere igrintbedrijven daarvan eenig nadeel kun nen ondervinden. Als grief tegen de wijze van exploitatie van het grintbedrijf is nog aangevoerd, dat de toch voor de hem bewezen dien sten zoo ruim beloonde exploitant zou worden bijgestaan door een „onder directeur". die een salaris van f. 6000 zou genieten. Der commissie is gebleken dat aanvan kelijk bij het bedrijf een bedrijfsleider in dienst was. die het genoemde salaris ge noot. Deze bedrijfsleider was reeds bil deh vader van den exploitant ln dienst en bleef bij den overgang van het bedrijf naar de Spoorwegen daaraan verbonden. Na zijn overlijden in 1925 is zijn plaats niet meer vervuld. De hoogstbezoldigde em ployé is thans de administrateur, die een salaris van f4000 ontvangt en daaren boven het genot van vrij wonen, vuur en licht heeft. RECLAME- 6885 doet Ge, als Ge rustig kunt nadenken, zónder angst-gevoel, zónder gejaagdheid, zónder hoofdpijn. Neem daarvoor 'n „AKKERTJE". Zoo'n metalen zakdoosje met 3 stuks voor slechts 20 cent is voor U bijzonder geschikt. Overal verkrijgbaar. TIJDELIJKE AFWIJKING VAN ART. 1 DER ZEGELWET. Ingediend is een wetsontwerp tot tijde lijke afwijking van art. 1, lid 1, letter c der Zegelwet 1917, waarvan de memorie van toelichting als volgt luidt: In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende hoofdstuk VIIB der Rijksbegrooting voor 1935, is de toe zegging gedaan, om de conversie van pandbrieven van een hooger rentetype in die van een lager rentetype te vergemak kelijken. Ter voldoening aan die toezegging, wordt bij het onderhavige wetsontwerp voorgesteld het zegelrecht, dat bij der gelijke conversies geheven wordt, tot op een-vijfde gedeelte van het normale tarief terug te brengen. De maatregel moet als tijdelijk worden beschouwd; als tijdstip van beëindiging is gekozen het tijdstip, waarop ook andere belastingwetten (wet op de omzetbelas ting, wet op de couponbelasting, wet op de belasting van de doode hand) ophouden van kracht te zijn. 8-0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 11