Tentoonstelling Nederlandsche Trekpaard - Kersenpluk
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
De Roman van Maxime
GISTERMIDDAG IS TE NOORDWUK een vergadering gehouden van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten, waaraan 320 burgemeesters deelnamen. Een groep deelnemers.
MINISTER DECKERS bezocht de nationale tentoon
stelling van de vereeniging Stamboek voor het Ned.
Trekpaard" te den Bosch. De minister op de
tentoonstel ling.
VOOR DE A.S. REM BR VN DT-TENTO ON STELLING
in het Rijksmuseum te Amsterdam. Een waardevol schil
derij vap Rembrandt, mansportret" (eigenaar Mellon
Trust, Amerika) wordt uitgepakt.
De kersenpluk in de Betuwe is
begonnen.
BOVEN ZLID-BNGELAND HEEFT OP VERSCHILLENDE PLAATSEN EEN NOODWEER GE-
WOED. De Pilbrook trad buiten haar oevers. De Hamilton Avenue,
North Oheam, geheel overstroomd.
door OCTAVE FEUILLET.
Uit het Fransch door H. A. C. Snethlage.
44)
Ik kon mij inderdaad niet aan 'n vriend-
schappelijker of veiliger hart uiten. Ik heb
den waardigen grijsaard een gedetailleerd
verhaal gedaan van alle omstandigheden,
welke, sinds mijn komst op het kasteel,
mijn bijzondere verhouding tot Juffrouw
Marguérite gekenmerkt hebben. Ik heb
hem zelfs enkele bladzijden uit dit dag
boek voorgelezen, om hem beter duidelijk
te maken den toestand van deze verhou
ding. en ook den toestand van mijn ziel.
Met uitzondering van het geheim, dat ik
den vorigen dag In de stukken van mijn
heer Laroque had ontdekt, heb ik hem
niets verborgen.
Toen ik geëindigd had, nam mijnheer
Laubépin, wiens gelaat sinds een oogenblik
zeer bezorgd was geworden, weer het
woord: „Het dient nergens toe u te ont
veinzen, mijn vriend", zei hij tegen mij,
„dat, toen ik u hierheen zond, ik het
plan beraamde om u met juffrouw La
roque te vereenigen. Alles is eerst goed ge-
loopen, volgens mjjn wenschen. Uw bei
der harten, welke, volgens mij, elkaar
waard zijn, konden elkaar niet naderen,
zonder met elkaar te sympathiseeren;
maar die vreemde gebeurtenis, waarvan de
toren van Elven het romantische tooneel
is geweest, brengt mij, ik moet het je be
kennen, heelemaal van mijn stuk. Wat
duivel! mijn jonge vriend, uit het raam
springen met de kans je nek te breken,
dat was. vergun mij het je te zeggen, een
zeer voldoende aanschouwelijke voorstel
ling van je belangeloosheid; het was ten
zeerste overbodig, aan dit eervolle en fijne
optreden den plechtigen eed te verbin
den, dit arme kind nooit te trouwen, ten
zij bij gebeurlijkheden, welke ten eenen-
male onmogelijk verwacht kunnen wor
den. Ik beroem mij er op een man van
middelen te zijn, maar ik acht mij niet in
staat je tweehonderd duizend francs in
komen te geven, of ze aan juffrouw La
roque te ontnemen!
„Nu, mijnheer! geef mij raad. Ik heb
meer vertrouwen in u dan in mijzelf,
want ik voel, dat de tegenspoed, welke
mij steeds aan verdenking blootstelde, bij
mij, in het overdrevene, de gevoeligheden
op het punt van eer heeft kunnen prik
kelen Zegt u het. Raadt u mij den onbe
scheiden, maar toch plechtigen eed te ver
geten, die. naar ik geloof, op dit oogenblik
alleen mij scheidt van het geluk, dat u
voor uw aangenomen zoon gedroomd
hadt?"
Mijnheer Laubépin stond op; zijn dikke
wenkbrauwen hingen op zijn oogen, hij
liep, gedurende enkele minuten, met
groole stappen de kamer door; daarna
stond hij voor mij stil, greep met kracht
mijn hand vast en zei: „Jongeman, het
is waar, ik houd van je alsof je mijn kind
waart, maar. al moest je hart breken, en
het mijne met het jouwe, ik zou toch niet
transigeeren met mijn beginselen. Het Is
beter verder te gaan, dan de eer, dan aan
deze zijde te blijven; op het punt van
eeden; zij, aan wie zij niet met de punt
van het mes of met den mond van het
pistool afgeperst zijn, moeten ze óf niet
doen óf zij moeten ze houden. Dat is mijn
raad."
„Dat is ook de mijne. Ik zal morgen
met u vertrekken."
„Neen, Maxime, blijf nog eenigen tijd
hier. Ik geloof niet in wonderen, maar ik
geloof in God, die zelden duldt, dat wij
omkomen tengevolge van onze deugden..
Laten wij de Voorzienigheid een uitstel
gevenIk weet, dat wat ik je vraag,
je inspanning zal kosten, maar ik vraag
je, met allen nadruk, moed te houden, en
ik vraag het als vriend. Wanneer je bin
nen een maand geen bericht van mij ont
vangen hebt, kun je vertrekken."
Hij omhelsde mij en liet mij achter met
een rustig geweten, en met een veront
ruste ziel.
12 October
Vóór twee dagen heb ik mijn isolement
kunnen verlaten en naar het kasteel kun
nen gaan.
Ik had juffrouw Marguérite niet gezien,
sinds het oogenblik van onze scheiding in
den toren van Elven. Zij was alleen in het
salon, toen Ik er binnen kwam. Toen zij
mij zag, maakte zij een onwillekeurige be
weging alsof zij wilde opstaan; daarna
bleef zij onbeweeglijk: haar gelaat werd
plotseling door een gloeiend rood ge
kleurd. Dat was besmettelijk, want ik
voelde, dat ik zelf tot op mijn voorhoofd
bloosde.
„Hoe gaat het u, mijnheer?" zei ze tegen
mij, en stak mij haar hand toe en zij
sprak deze eenvoudige woorden zóó zacht,
zóó deemoedig helaas! zóó teer dat ik op
mijn beide knieën vóór haar had willen
gaan liggen. Evenwel moest ik haar ant
woorden op den toon van koude beleefd
heid. Zij keek mij bedroefd aan, vervol
gens sloeg zij haar groote oogen neer. met
een blik van gelatenheid en ging met haar
werk door.
Bijna op hetzelfde oogenblik liet haar
moeder haar bij haar grootvader roepen,
wiens toestand zeer verontrustend werd.
Sinds enkele dagen had hij zijn stem ver
loren en kon zich niet meer bewegen; de
verlamming was bijna geheel. De laatste
glimp van het verstand was uitgebluscht;
het gevoel bleef slechts, en hierin leed hij
zeer. Men kon er niet aan twijfelen, dat
het einde van den ouden man najuj was,
maar het leven had veel te sterk bezit
genomen van dat krachtige hart om er
zich, zonder een hardnekkigen strijd, van
los te maken. De dokter had voorspeld,
dat de doodstrijd langdurig zou zijn.
Evenwel, vanaf het eerste optreden van
het gevaar hadden mevrouw Laroque en
haar dochter met de hartstochtelijke zelf
verloochening en de natuurlijke toe
wijding, welke de bijzondere deugd en de
roem van haar sexe zijn, haar krachten
en nachten niet gespaard Eergisteren, in
den avond, bezweken zij van moeheid en
koorts; wij boden aan, dr. Desmarets en
ik, haar bij mijnheer Laroque te vervan
gen gedurende den nacht, die aanbrak.
Zij stemden er in toe enkele uren rust te
nemen, 't Duurde niet lang of de dokter,
die zelf erg vermoeid was, kondigde mij
aan, dat hij op een bed in de kamer er
naast ging liggen.
„Ik ben hier niet noodig", zei hij, ,,'t is
afgeloopen U ziet, hij lijdt zelfs niet meer,
de arme man!Dit is een toestand van
gevoelloosheid, die niets naars heeft.
Het ontwaken zal de dood zijn. Dus
kan men rustig zijn. Als u eenige ver
andering bespeurt, moet u mij roepen,
maar ik geloof niet, dat dit voor morgen
gebeuren kan. Ik verga intusschen van
slaap!"
Hij liet een luid gegaap hooren en ging
de deur uit. Zijn woorden, zijn houding,
tegenover dezen stervende, hadden mij
zeer gehinderd. Hij is evenwel een voor
treffelijk man, maar om aan den dood
den eerbied te geven, die hem toekomt,
moet men niet alleen de ruwe stof zien.
die hij ontbindt, moet men gelooven aan
het onsterfelijke bestanddeel, dat hij los
maakt.
Alleen gebleven in de sterfkamer ging
ik aan het voeteneinde van het bed zit
ten, waarvan men de gordijnen had opge
slagen, en ik trachtte, bij het licht van
een lamp, die naast mij op een tafeltje
geplaatst was, te lezen. Het boek viel uit
mijn handen; ik kon slechts denken aan
den vreemden samenloop van gebeurte
nissen. die, na zooveel jaren, aan dezen
schuldigen grijsaard den kleinzoon van
zijn slachtoffer tot getuige en verpleger
bij zijn laatsten slaap gaf. En, in de diepe
kalmte van dit oogenblik en van deze
plaats, riep ik, ondanks mijzelf, de too-
neelen van bloedigen strijd en geweld voor
mijn geest, waarvan dit bestaan, dat ten
einde liep, vol was geweest. Ik zocht er
den verren indruk van, op het gelaat van
dezen honderdjarige, die den doodstrijd
streed, op deze grove trekken, die bleek te
voorschijn kwamen, en zich in het half
duister afteekenden, als die van 'n gipsen
masker. Ik zag er slechts op den ernst en
de rust van den dood, vóór hij er nog was.
Bij oogenblikken naderde ik het bed om
mij te overtuigen, dat de levensadem de
verzwakte borst nog op en neer deed gaan.
.(Wordt vervolgd)..