De hitte - Bliksem in boerderij geslagen - Electrische stroomlijntreinen
De Roman van Maxime
76sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
I H WK \/l I H uniformjas uit te trekken en in overheipd het verkeer te regelen. Rechts: de hoofd-
A—A_J 11 jlAA L»1yA A i_J tractatie voor kinderen in deze dagen: het ijsje.
De zee lokt
FEUILLETON.
T~x T A 1~^| "it crniH Links: in verband met de hitte is het aan de verkeersagenten te Delft toegestaan de
BIJ BE FIRMA BEYNEN TE HAARLEM wordt de laatste hand ge
legd aan de nieuwe electrische stroomlijn-treinen, welke op de lijn
DordrechtHoek van Holland komen te rijden.
Woensdagmiddag aan het Stille" Strand te Sch'eveningen.
TE VA A-S SEN SLOEG DE BLIKSEM in de boerderij van W. Kloeze-.
man. De boerderij brandde geheel af. De boer en de boerin kwamen
in de vlammen om.
door OCTAVE FEUILLET.
Uit het Fransch door H. A. C. Snethlage.
43)
Wonderbaar", voegde mijnheer Laubé-
pin er bij. Toen, na een pauze: „die Béval-
lan is van de baan".
„En de jonge Hélouin is denzelfden weg
op", voegde freule de Porhoët er bij.
Ik liet een kreet van verbazing hooren.
„Goede hemel! Wat beteekent dat alles?"
„Mijn vriend", zei mijnheer Laubépin, de
voorgenomen verbintenis bood alle te
wenschen voordeelen, en zij zou, daar valt
niet aan te twijfelen, het gezamenlijke
geluk der echtelieden verzekerd hebben,
indien het huwelijk alleen een zakelijke
verbintenis was: maar zoo is het niet.
Mijn plicht was het dus, toen mijn mede
werking ingeroepen werd in dit belang
wekkende geval, te rade te gaan met de
neiging der harten, en met de overeen
stemming der karakters, niet minder dan
met de evenredigheid van het fortuin. Nu
heb ik van het begin af gemeend op te
merken, dat het huwelijk, dat geregeld
werd, dit tegen had: dat het eigenlijk nie
mand naar den zin was, noch mijn voor
treffelijke vriendin mevrouw Laroque,
noch de beminnelijke bruid, noch de ver
standigste vriendinnen van die dames,
tenslotte niemand, misschien alleen den
bruidegom, om wien ik mij maar zeer ma
tig bekommerde. Het is waar (ik ben deze
opmerking aan freule de Porhoët ver
schuldigd), het is waar, zég ik, dat de
bruidegom een edelman is
„Gentleman, als 't u belieft!" viel freule
de Porhoët hem op strengen toon in de
rede.
„Gentleman", hernam mijnheer Laubé
pin, dat het amendement aanvaardde,
maar dit is een soort gentleman, dat mij
niet aanstaat".
„Mij evenmin", zei freule de Porhoët,
,,'t Zijn gekken, en palfreniers zonder fat
soen, zooals wij ze in de vorige eeuw
zagen, toen onder leiding van den hertog
van Chartres, die uit de Engelsche stallen
kwamen, om de revolutie in te lelden".
„O!" als zij niets anders gedaan hadden
dan de revolutie inleiden", zei mijnheer
Laubépin, alsof hij een spreuk uitsprak,
„dan zou men hen vergeven".
„Ik vraag u duizendmaal excuus, mijn
waarde heer, maar spreek voor u zelf!
Intusschen, daarom gaat het niet, gaat u
voort".
„Toen ik zag", ging mijnheer Laubépin
voort, „dat men met z'n allen naar die
bruiloft ging als naar een begrafenis, zocht
ik naar het een of andere middel, dat én
fatsoenlijk èn volgens de wet was, om
mijnheer de Bévallan zijn woord terug te
geven, om hem tenminste te bewegen het
terug te nemen. Deze handelwijze was des
temeer gewettigd, omdat hij, tijdens mijn
afwezigheid, misbruik gemaakt had van
de onervarenheid van mijn voortreffelijke
vriendin mevrouw Laioque en van de
zwakheid van mijn collega van het nabu
rige dorp. om zich buitensporige voordee
len te verzekeren Zonder af te wijken van
den letter der overeenkomst, gelukte het
mij den zin er van sterk te wijzigen. Even
wel stelden het fatsoen en het gegeven
woord mij grenzen, die ik piet kon over
schrijden. Ondanks alles bleef het con
tract nog voldoende voordeelig, zoodat een
man, die begiftigd was met. een zekere
grootheid van ziel. en bezield met een
wezenlijke teederheid jegens de bruid, het.
met vertrouwen, kon aanvaarden. Zou
mijnheer de Bévallan die man zijn? Wij
moesten het wagen. Ik beken u, dat ik
niet zonder ontroering vanmorgen, tegen
over een indrukwekkend gehoor, de lezing
van deze onherroepelijke acte begon".
„Wat mij betreft", viel freule de Por
hoët hem in de rede, „ik had geen droppel
bloed meer in mijn lichaam. Het eerste
deel van het contract gaf zelfs zóó'n mooi
deel aan den vijand, dat ik alles verloren
achtte".
„Zonder twijfel, freule, maar, zooals wij
de ingewijden onder elkaar, het zeggen:
in de staart zit het vergif, in cauda vene-
num! 't Was grappig, mijn vriend, het
gezicht van mijnheer de Bévallan en dat
van mijn collega uit Rennes, die hem ter
zijde stond, te zien, toen ik opeens mijn
plan verried. Eerst keken zij elkaar zwij
gend aan, toen fluisterden zij met elkaar,
tenslotte stonden zij op, en naderden zij
de tafel, waarvoor ik gezeteld was, en
vroegen mij, met zachte stem, om ver
klaring".
„Spreekt luid, als 't u belieft, heeren",
heb ik tegen hen gezegd, „er moeten hier
geen geheimen bestaan. Wat wilt u?"
„Het publiek begon de ooren te spitsen.
Mijnheer de Bévallan insinueerde tegen
mij, zonder zijn stem te verheffen, dat dit
contract één stuk wantrouwen was".
„Eén stuk wantrouwen, mijnheer!" heb
ik geantwoord, zoo luid als mijn orgaan
het toeliet. „Wat bedoelt u daarmee? Is
dat tegen mevrouw Laroque, tegen mij,
of tegen mijn collega, die hier aanwezig
is, dat u deze vreemde aantijging richt?"
„Ssst! stilte! geen lawaai!" zei toen de
notaris uit Rennes, op den meest beschei
den toon, „maar laten wij eens kijken:
eerst was overeen gekomen, dat de kwestie
van de bruidschat zou weggelaten wor
den".
„De kwestie van de bruidschat, mijn
heer? En waar ziet u, dat hier kwestie is
van een bruidschat?"
„Kom, collega, u weet best, dat u haar
er weer in brengt door een achter
deurtje!"
„Achterdeurtje, collega? Laat ik, als uw
oudere Collega, u mogen vragen dit woord
uit uw woordenboek te schrappen!'
„Maar", mompelde mijnheer de Béval
lan, „men bindt mij aan alle kantenmen
behandelt mij als een kleine jongen".
„Wat mijnheer? Wat doen wij hier
dan, op dit oogenblik, volgens u? Is dit
een contract of een testament? U vergeet,
dat mevrouw Laroque in leven is, dat
mijnheer haar vader in leven is, dat u
trouwt, mijnheer, dat u niet erftnog
niet. mijnheer! nog een beetje geduld,
wat duivel!"
Bij deze woorden stond juffrouw Mar-
guérite op. „Nu is 't genoeg", zei ze,
„mijnheer Laubépin, gooi dit contract in
de kachel. Moeder, laat aan mijnheer zijn
eadeaux teruggeven". Daarna ging zij de
kamer uit. als een beleedigde koningin.
Mevrouw Laroque volgde haar. Op het
zelfde oogenblik gooide ik het contract in
de kachel.
„Mijnheer", zei toen mijnheer de Béval
lan, op een dreigenden toon, „er is hier
een manier van optreden, waarvan ik het
geheim zal uitvinden!"
„Mijnheer, ik zal 't u zeggen", heb ik ge
antwoord. „Een jeugdige persoon, die, met
gepasten trots, achting voor zichzelf heeft,
had den angst gekregen dat uw aanzoek
alleen haar fortuin gold; zij heeft er
zekerheid van willen hebben. Nu twijfelt
zij niet meer. Ik heb de eer u te groeten".
„Ik ben, mijn vriend, daarboven de
dames gaan opzoeken, die mij op mijn
woord! om den hals gevallen zijn. Een
kwartier later verliet mijnheer de Béval
lan het kasteel, met mijn collega uit Ren
nes. Zijn vertrek en zijn in ongenade
vallen hebben het niet te ontkennen
resultaat gehad, dat de tongen van het
dienstpersoneel los gekomen zijn tegen
hem, en zijn onbeschaamde intrigue met
juffrouw Hélouin is weldra aan het licht
gekomen. De jonge dame, die reeds sinds
eenigen tijd op andere gronden, verdacht
was, heeft haar ontslag gevraagd en men
heeft het haar niet geweigerd, 't Is niet
noodig er bij te voegen dat de dames haar
een fatsoenlijk bestaan waarborgen....
En, mijn jongen, wat zeg je op dit alles?
Heb je meer pijn? Je bent zoo bleek als
een doode.
De waarheid is, dat deze onverwachte
mededeelingen zooveel emoties bij mij
opwekten, die tegelijk gelukkig en pijn
lijk waren, dat ik op het punt stond flauw
te vallen.
Mijnheer Laubépin, die morgen, heel
vroeg, vertrekken moet, is vanavond mij
komen goedendag zeggen. Na enkele ver
warde woorden over en weer zei hij tegen
mij: „Mijn beste kerel! Ik ondervraag je
niet over wat hier gebeurt, maar, als je
soms toevallig een vertrouwden raads
man noodig mocht hebben, dan zou ik de
voorkeur willen vragen."
(Wordt vervolgd).