Maatschappij der Ned. Letterkunde 76ste Jaargang WOENSDAG 12 JUNI 1935 No. 23072 Officieele Kennisgevingen De C. W. van der Hoogt-prijs niet toegekend. Het voornaamste Nieuws1 van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling "Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2S00 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f.2.35 per weet .'.r.f.0.18 Franco per post - f. 2 35 per 3 maanden -F portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENBARE SCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis: le. dat tot en met 29 Juni 1935 gele genheid bestaat tot inschrijving van nieuwe leerlingen, gedurende een half uur vóór den aanvang van eiken schooltijd, san: a. de Jongensschool voor u.l.o. aan de Pieterskerkstraat; b. de Meisjesschool voor u.l.o. aan de Breestraat; c. de opleidingsscholen voor Gymna sium en H.B.S. aan de Aalmarkt en de Boommarkt; d. de opleidingsscholen voor u.l.o. aan: de Langebrug, de Drie Octoberstraat, de Vrouwenkerksteeg (Leerschool), den Maresingel, de Driftstraat; e. de o.l. scholen aan: den Zuidsingel, de Medusastraat; f. de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar (Ingang Oude Vest); 2e. dat bij de inschrijving een geboorte bewijs moet worden vertoond; 3e. dat de kinderen met uitzonde ring van die waarvoor toelating tot de u.l.o.-scholen of tot de Centrale school wordt gevraagd voor 1 September a s. den leeftijd van 6 Jaren moeten hebben bereikt. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 12 Juni 1935. 5948 INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENBARE BEWAARSCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter kennis van belangheb benden, dat aan de Openbare Bewaar scholen in het Elisabethshof, aan de Atjehstraat en aan de Gortestraat tot en met den 29en Juni 1935 gelegenheid be staat tot het doen inschrijven van leer lingen en wel des voormiddags van kwart vóór 9 tot half tien en uitgezonderd Woensdags en Zaterdags des namid dags van kwart vóór 2 tot kwart na 2 u. De kinderen moeten op het tijdstip van toelating den leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. 5947 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 12 Juni 1935. GEMEENTELIJKE KWEEKSCHOOL VOOR ONDERWIJZERS EN ONDER WIJZERESSEN TE LEIDEN. Afdeeling A (3-jarige cursus). I. Aangifte van leerlingen voor den nieu wen cursus welke op 1 September aan- tangt, schriftelijk vóór 1 Juli a.s. of mon deling op Dinsdag 18 Juni en Donderdag 20 Juni telkens tusschen 7 en 8 uur, aan de Kweekschool. Oude Vest 35. De adspiranten voor het eerste leerjaar moeten op 1 Augustus a.s. hun zestiende jaar ingetreden zijn. Zonder toelatingsexamen kunnen tot het eerste leerjaar worden toegelaten: a. de bezitters van een einddiploma eener hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus; b degenen die de eerste drie leerjaren van een hoogere burgerschool met vijf jarigen cursus van een hoogere burger school voor meisjes met zesjarigen cursus, van een handelsschool met vijfjarigen cursus, van een middelbare school voor meisjes of van een gymnasium met gun s':? gevolg doorlooDen hebben, blijkende Uit hun toelating tot. de vierde klasse; c. de bezitters van het U.L.O.-dlploma B of het volledige diploma A. Bovendien kunnen in de eerste klasse geplaatst worden zij. die met gunstig ge volg een toelatingsexamen hebben afge legd, waaruit blijkt, dat zij de kennis en de ontwikkeling hebben van de onder a. o en c genoemden. II Zij, die nog geen Kweekschool be zochten kunnen tot het tweede leeriaar worden toegelaten na een voldoend toe latingsexamen waaruit blijkt, dat zij de kennis en de ontwikkeling bezitten, welke jo den voorgaanden studietijd volgens het leerplan van de kweekschool moeten ziin verkregen. Voor zoover er plaatsen beschikbaar zijn. Worden zonder examen tot het tweede leerjaar toegelaten de bezitters van het einddiploma eener H B S. met 5- of s Ari sen cursus van een gymnasium of van een middelbare school voor meisje1 met 5-iarieen cursus of van een hoogere han delsschool met tweejarigen cursus, welke aansluit aan een hoogere burgerschool «et drie- of vijfjarigen cursus. DE VERKEERSWEEK. Niet ontmoedigd door de minder gun stige weersomstandigheden van den eer sten dag, werd heden voortgegaan met de „Veilig-Verkeer-propaganda". De stre pen op het wegdek, die in den vroegen Dinsdagmorgen met vaardige hand op het wegdek waren geverfd om den wegge bruikers te zeggen, waar zij behooren te rijden of zich op te stellen, waren nog vlugger verdwenen dan ze waren aange bracht. De regen was de eerste uren de spelbreker. Echter werden de strepen an dermaal aangebracht, laten we hopen voor langer duur. Voortgegaan werd door bereidwillige dames met verkoop en verspreiding van verkeersvlaggetjes en ander propaganda materiaal aan de kiosken Rijnsburgerweg en Haagweg. De motorpolitie reikte in twee dagen meer dan 3000 Verkeerscou- ranten uit en verrichte voortdurend tech nische controle. Donderdag staat in het teeken van: „Veilig autoverkeer". Zorgt er voor. bestuurders van motor rijtuigen, dat de technische inrichting van uw motorrijwiel, auto, of ander mo torrijtuig in orde is. Bedenkt dat het 'lebben van één deugdelijke rem onvol doende is. Laat ook uw stuurinrichting deskundig controleeren. In 't bijzonder bestuurders van vracht auto's. rijdt niet op afgesleten gladde banden, of met onleesbare nummerplaten, die beroest of bemodderd zijn. Bedenkt dat te Lelden een maximum snelheid bestaat maar dat van nog groo- ter beteekenis is de regel, dat ge uw snel heid beheerscht, d w z. dat ge op een glad wegdek, of op een weg met veel zijwegen, enz. uw snelheid moet verminderen, ten einde elk oogenblik, als de omstandighe den dit noodig maken, tijdig en veilig uw wagen tot stilstand te kunnen brengen. Geeft geen onnoodige geiuidsignalcn; wanneer het noodig is, geeft ze dan kort. Geeft bij elke richtingverandering, ook naar rechts een teeken, tijdig en duidelijk. Rijdt een tram niet aan de linkerzijde voorbij als ge daardoor op de linkerweg helft komt. Doe het ook niet rechts, als de tram stilstaat voor het uit- of inlaten van passagiers tenzij ter plaatse een tramheuvel ligt. NED. VEREENIGING VAN HUISVROUWEN De heer Kwint spreekt over „Veilig Verkeer". Orde is een van de eerste begrippen, die wij huisvrouwen moeten kermen, aldus mevr van Gilse, toen zij gisteravond de bijeenkomst van de Ned. vereeniging van huisvrouwen, afd. Leiden, met een korte inleiding opende. En aangezien orde en „Veilig Verkeer" nauw verwante begrippen zijn en tevens omdat we aan dan voor avond staan van de Verkeersweek die over het geheele land zal worden gehouden, meenden wij iemand te moeten uitnoodi- gen om in onzen kring eens over „Veilig Verkeer" te spreken. Spreekster dankte den heer Kwint, burgemeester van Kou dekerk, dat hij bereid was gevonden die taak hedenavond op zich te nemen Deze hierop het woord nemend, ving aan met een en ander te vertellen over het tot stand komen der vereeniging en tevens over de wijze waarop zij propaganda voor haar werk maakt Onze vereeniging, aldus spr., is een der weinigen, die nauw met de politie samenwerkt. In verband hiermede wees hij op de cursussen in samenwerking met de politie gehouden en waardoor eenige maanden geleden aan 200 personen een diploma kon worden uitgereikt. Ook op andere wijze werkt echter de overheid mede want de projectielantaarn met plaat jes, welke laatste spr. na de pauze zou ver- toonen, was welwillend ter beschikking ge steld door de gemeente. Spr. wees erop dat onze wegen zich nog weinig voor het hui dige verkeer leenen. Vervolgens gaf hij enkele cijfers van het aantal verkeers ongevallen. een getal (41195 in '341 dat aantoont, dat „Veilig Verkeer" een dank bare taak wacht. Ook behandelde spr. in het kort de oorzaken der ongevallen en stipte aan, dat de geneeskundige keuring voor bestuurders van motorrijtuigen vaak onvoldoende is. Een eigenlijke verkeerswet bezit ons land nog niet"; wijzigingen zijn echter in voor bereiding en we hopen dat we hierdoor toch een wet zullen krijgen, die in elk ge val het karakter van een verkeerswet draagt. Op het oogenblik b.v. kent de wet geen onderscheid tusschen hoofd- en zij wegen. iets wat dikwijls tot moeilijkheden aanleiding geeft. Na de verschillende Ver keersborden te hebben besproken, haalde spr ook nog de anti-lawaai-campagne aan en toonde zich hiervan geen voorstander. Immers indien men een dergelijk beginsel nastreeft, loopt men gevaar in conflict te komen met veilig verkeer. Na nog enkele practlsohe wenken te hebben gegeven, speciaal aan de dames, die vaak verkeerd de tram uitstappen, ein digde spr Na de pauze vertoonde de heer Kwint te- verduidelijking van ziin causerie een r?:ks (antaarnr'.sari: welke den aanwe zigen een goed beeld gaven hoe men het veiiig verkeer kan en moet bevorderen. Mevr van Gilse heeft tenslotte met een woord van hartelijken dank aan den heer Kwint den avond gesloten. N. Japikse wint den Dr. Wijnaends Francken-prijs. Aan den vooravond van den dag, waarop de Maatschappij der Nederl. Letterkunde hier ter stede haar jaarvergadering raad pleegt de Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde dezer Maatschappij bijeen te komen. Ook gisteravond was zulks het geval, mr. S J. Fockema Andreae te 's-Gra- venhage heeft in deze bijeenkomst een voordracht gehouden over: De bestuurs inrichting van de Over-Betuwe. De heden alhier gehouden jaarlijksche vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde werd geopend met een toespraak van den voorzitter prof. dr. J. de Vries die allereerst de in het af- geloopen jaar gestorven leden herdacht. Vervolgens gaf hij een beschouwing over de plaats der Maatschappij in het geestelijk leven van Nederland, hetgeen hem aan leiding gaf te gewagen van de geringe waardeering voor de literatuur door ons volk en van ons zwakke historische besef, dat niet verder teruggrijpt dan tot de Gouden Eeuw. De noodzakelijkheid van grootere activiteit werd betoogd en als een poging in deze richting werd gewezen op de voorstellen, die het bestuur aan de ver gadering heeft voorgelegd. Vervolgens bracht de secretaris de heer H. T. Damsté verslag uit over het afgeloopen jaar. Hierin wordt allereerst het overlijden van Z.K.H. Prins Hendrik, buitengewoon eerelid der Maatschappij, herdacht. Dank wordt gebracht aan de leden der commissie van voordracht voor den dr. Wijnaends-Franckenprijs, welke heden voor de eerste maal zal worden verleend. Tegenover de schrijvers van het jaarboek der maatschappij wordt aller erkentelijk heid uitgesproken. Op dit Jaareinde telt de Maatschappij een eerelid, 655 gewone en 75 buitenge wone leden Aan het verslag van den bibliothecaris ontleenen wij dat de verzameling verrijkt werd met een schenking van prof. dr. L. Knappert, die een verzameling brieven af stond, door vele binnenlandsche en buiten- iandsche geleerden gericht aan den be kenden kerkhistoricus dr. Sepp, zoomede een verzameling brieven en handschriften, betrekking hebbende op den bekenden uit gever-auteur Jan Willem Yntema en zijn tijdschrift de Vaderlandsche Letteroefenin gen, door prof. dr. J. W. Muller aan de bibliotheek geschonken. Hierna volgden de verslagen van den penningmeester, de commissie voor taai en letterkunde en van de commissie voor geschied- en oudheidkunde. De Commissie voor Schoone Letteren adviseerde den C. W. van der Hoogt-prijs toe te kennen aan een diohtbundel van H. Marsman. Het bestuur kon zich met dit advies evenwel niet vereenigen op gro»d van het feit, dat de heer Marsman eenigen tijd ge leden in „de Groene Amsterdammer" een artikel heeft geschreven, waarin hij ageer de tegen het bestuur en de Maatschappij zelve Het bestuur verzocht derhalve de Commissie een nieuw advies uit te bren gen. waartoe deze niet bereid bleek. Uit de vergadering werd een motie inge diend teneinde vast te stellen, dat de ver gadering de houding van het bestuur ten deee betreurde. Deze motie werd verworpen met 45 tegen 39 stemmen, zoodat overeenkomstig het bestuursvoorstel de v. d. Hoogt-prijs dit jaar niet wordt toegekend. Aan het rapport van de Commissie voor de rubriek Biografie en Cultuurgeschiede nis, welk werk in het Nederlandsch ge schreven en versohenen gedurende de jaren 1931 tot en met 1934 voor de toeken ning van den dr. Wijnaendts Francken- prijs, groot 500 gulden het meest in aan merking komt, is het volgende ontleend: De commissie heeft zich allereerst be zig gehouden met de vraag, wat onder cultuur-geschiedenis moet worden ver staan en als antwoord daarop besloten dit woord zoo ruim mogelijk te nemen en dus daaronder alle geschiedenis te verstaan, die niet is politieke geschiedenis. Voor den prijs kwamen dus in aanmerking alle wer ken. waarin niet de staatkundige ge schiedenis alléén wordt behandeld, en elke biografie. Met het oog echter op den prijs, die de andere twee jaar zal worden uit gekeerd, werden uitgesloten alle werken, die liggen op het gebied der letterkundige geschiedenis. Uit een groot aantal werken, die met deze beperkingen in oogenschouw konden worden genomen, kon men ge makkelijk een schifting maken en 15 boe ken overhouden, waaruit men zeker zijn keuze zou moeten doen Het was echter heel moeilijk dit materiaal verder te schiften. Verschillende overwegingen leid den ertoe, tenslotte de keuze te bepalen op 4 werken n! le Jan Romein: De lage landen bij de zee. Utrecht 1934. 2e W. J. Kühler: Geschiedenis der Nederlandsche Doopsgezinden in de 16e eeuw. Haarlem 1932, 3e J. Vloemans: Spinoza. Den Haag 1931 en 4e N. Japikse: Prins Willem III, de Stadhouder en Koning. Amsterdam 1930 en 1933 (2 deelenl. Ook de vergelijking tusschen deze wer ken van verschillenden aard was een zeer moeilijke en van elk konden vele zeer goede kwaliteiten worden geapprecieerd. Aangezien echter op het werk van Vloe mans wel iets af te dingen was, wat be treft de weergave van de filosofie van Spinoza, en het werk van Kühler slechts éen bepaalden kant van de cultuur-ge schiedenis behandelt, spraken zich twee leden der commissie uit ten gunste van het cultuur-historisch werk van breeden opzet en buitengewoon frlsschen geest van Romein, die daarin mede getuigt van zeer groote belezenheid, ook al heeft hij niet alle deelen der beschavingsgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland zelf be handeld. De andere drie leden achtten dit werk echter niet voldoende bezonken en eenigszins haastig afgemaakt, terwijl zij in het bijzonder meenden, dat enkele hoofdstukken onvoldoende werden behan deld. Zij verkozen daarom het werk van Japikse. hoewel dit niet getuigt van zulk een frisschen geest en wat betreft zijn stijl en zijn conceptie bij het andere moet worden achtergesteld. De biografie van Willem in echter is in de le plaats de van een buitengewoon zorgvuldige studie van al het historisch materiaal, gedrukt en ongedrukt, dat over deze in onze ge schiedenis zoo belangrijken persoon aan wezig is. Met groote nauwkeurigheid en niet dan na rijpe overweging heeft Japikse op grond van deze studie de feiten uit het leven van den koning-stadhouder in zijn boek beschreven, terwijl gelijkmatig alles tot zijn recht komt, wat in dit rijke leven van beteekenis is geweest, misschien te evenwichtig, zoodat elke verheffing uit blijft, maar dan ook zeer objectief en met een den historicus waardig gevoel voor verhoudingen voor wat belangrijk is en wat meer op den achtergrond moet staan. Het werk over Willem III zal niet een boek zijn, dat door een groot publiek met graagte wordt gelezen, maar het zal voor zeer langen tijd blijven het standaardwerk, dat elk die deze periode bestudeert, met vrucht ter hand zal nemen als een in alle opzichten betrouwbare gids en als zooda nig is het aan te merken als een boek van buitengewone waarde in de Neder landsche historiegrafie. Het is op grond van deze overwegingen, die door de min derheid der commissie ln alle opzichten konden worden gedeeld, maar die haar niet van standpunt deden veranderen, dat de meerderheid der commissie aanbeveelt den Dr. Wijnaendts Francken-prijs 1933 toe te kennen aan N. Japikse. Tot nieuwe leden der Maatschappij werden benoemd: Dr. Hans Reutercrona, (Zweden); Erik Rooth (Zweden); Hans van Werveke (België); Gerard Walschap (België); Mevr. M. M. de VriesVogel, Lei den; H. de Vries, Groningen; Dr. H. de Vleeschauwer (België); Simon Vestdijk, den Haag; Dr. M. Valkhoff, Amsterdam; Dr. C. Tazelaar, Amsterdam; Dr. G. A. S. Snijder, Amsterdam; Dr. A. Sizoo. A'dam; Mr. J. J. Schrieke, Leiden, mevrouw J. G. van SchalkWilling, Amsterdam; mej. dr. C. W. Roldanus, Groningen; Dr. D. Rog gen (België); A. de Ridder (Willem El- schot), België; Dr. G. A. van Poelje, Den Haag; Dr B W. T. Nuyens, A'dam; mevr. G. van NesUilkens Apeldoorn; Mr. J. Linthorst Homan, Vledder; Dr. W. R. Juynboll, Leiden; Dom. J. Huyben, Oos terhout; Mr. F D. Holfeman, Leiden; A. Hallema, Ginneken; mej. Dr. C. C. ter Haar, Hengelo; Dr. J. Grauls (België); Dr. F L. Ganshof (België); J. H. Eekhout, Groningen; M. A. A. A. Defresne, A'dam; Dr. O. Damsté, HilversumDr. L. A. J. Bur- gersdijk, Middelburg; Dr. A. de Buck, Lelden; Dr. W. H. Beuken, Helmond; Dr. J. W. Berkelbach van der Sprenkel, Haar lem; Dr. K. L. Bellon, Nijmegen, en Mr. A, J. L. van Beeck Calkoen. Den Haag. Na afdoening van verschillende huis houdelijke zaken en de verkiezing van be- stuurs- en commissieleden hield onze stad genoot, prof. dr. J. Huizinga een voor dracht over „Abaelard". Hieraan is het volgende ontleend: Een poging om in een korte schets de plaats van Abaelard in de cultuur van zijn tijd eenigermate te bepalen, zonder diep in te gaan op zijn filosofie en theologie heeft uit te gaan van een omschrijving der algemeene trekken van die bij uitstek scheppingskrachtige en vormkrachtige 12e eeuw, waarin de westersch-christelijke be schaving haar gedaante heeft aange nomen. Het is een tijd van ontwaking en ont luiking zonder weerga. De nieuwe lyriek in het Latijn en in de volkstalen, de rid derlijke epiek, de ontplooiing van ridder schap en courtoisie als sociale vormen, de overgang van Romaansche bouw- en beeldhouwkunst tot de Gothiek, de op bloei van steden en handelsleven, de stichting en werkzaamheid van nieuwe kloosterorden, de opgang der scholen, die eerlang de universiteit als vorm van gees telijk leven zal opleveren, een nieuwe mystiek, het is alles 12e eeuw. En de bo dem, waarin dat alles bovenal kiemt en opgroeit, is Frankrijk. De preponderance van Frankrijk op het gebied der cultuur in de 12e eeuw is eigenlijk veel wezenlijker en glorieuser dan zij het later zou zijn in „Le grand siècle". In de onrust der be- ginnende 12e eeuw valt de aanvang van BINNENLAND. Jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. (Stads nieuws, le Blad). Vreeselijk ongeluk te Alphen; sleepboot uit elkaar geslagen; de twee opvarenden gedood. (Laatste Berichten, le Blad). Te Den Haag is, 70 jaar oud, overleden de heer W. Westerman, oud-directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging. (Binnen land, 3e Blad). Het Werkfonds; 93 plannen tot een bedrag van bijna 25 millioen. (Binnenland, 3e Blad). Storm op de Loosdrechtsche plassen. (Gemengd, 3e Blad). De dubbelweeksche vliegdienst op Indië is heden geopend, (le Blad). BUITENLAND. Uitwisseling van gedachten tusschen Engelsche en Duitsche oud-strijders. (Buitenland, le Blad). Interview met Goebbeis. (Buitenl., le Blad). De Japansche politiek in China. (Bui tenland en Tel. le Blad). Een deviezenregeling in Danzig. (Buiten land, le Blad). Koning George van Engeland lijdend aan bronchitis. (Tel. le Blad). Abaelard's werkzaamheid. Hij was een dergenen, tegenover wien niemand ooit onverschillig heeft kunnen staan, bij zijn leven noch later; de felle tegenstellingen in zijn persoonlijkheid lieten hemzelf noch de anderen in rust. De briefwisseling met Het is Juist dit virtuozendom der filoso- ler aanneemt, dat Abaelard zelf die heeft samengesteld, het belangrijke document voor wat men de pré-Courtoise liefde zou kunnen noemen. In een tijd, dat de scho len, de boeken en de meesters nog zeld zaam zijn is de functie der schooi een buitengewoon intensieve; het woord valt op een nog maagdelijken bodem; ieder die het weet te spreken is als het ware een wonderman. Het schoolbedrijf neemt vormen van heftigen wedijver aan; de disputeerende filosofen trekken van land tot land als ridder op avontuur; de strijd der meenin gen heeft het karakter van een sport. Het is juist dit virtuozendom der foloso- fische disputaite, waarin Abaelard een meester boven allen was, wat den geest der 12de eeuw meesleept naar gevaarlijke hellingen der gedachte. De formuleering, waardoor Abaelard de kloof tusschen het realisme en het nominalisme wist te over bruggen, maakt hem geenszins tot om verwerper. Op grond van de talrijke nieuwe vondsten van werken van Abae lard, hebben onderzoekingen als die van Grabmann. Cottiaux en Sikes kunnen aan- toonen. dat hij hierin, evenals in het be faamde sic et non, dat veelal als een hand leiding tot sceptisisme geldt, niet anders doet, dan denkbeelden van Aristoteles weergeven en ontwikkelen, of naar Aristo telische methode werken. Toch is Abaelard als geest ln menig ojozicht aan veel later tijden sterk verwant: een man der nuance, met een inzicht in de wederzijdsche be trekkingen der dingen, die in de plaats van een muurvast zoo-is-het overeenkom sten, gezichtspunten stelt die in alle weten een in-zooverre invoert. In dit alles evenwel moet men Abaelard niet beschou wen als een voorlooper der renaissance, doch integendeel als een praegothleke. Hij is extravagant, omdat het terrein nog niet omheind is. Dat zou het werk zijn van de vol-ontplooide scholastiek, Abaelard blijft een vroeg rijpe. Zijn geest was niet gerijpt, in de warmte van de groote ziele- krachten. die zijn eeuw doorstroomen. Het. is zijn groote tegenstander Bernard van Clervaux, die ze vertegenwoordigt. In hun bitteren haat tegen Abaelard hebben Ber nard en de zijnen aan diens ernst en op recht geloof tekort gedaan. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: D. J. van Rijn, Nic. Barnhoornweg 5, Noordwijk aan Zee. Brood- en Koekbak- kerij. Uittredend Eigenaar: D. J v. Rijn. RIJKSPOSTSPAARBANK. In den loop der maand Mei j.l. werd aan het kantoor Leiden op spaarbankboekjes ingelegd f. 153.685.08. en terugbetaald f. 165.296.88. Derhalve minder ingelegd dan terugbetaald f. 11611.80. Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 83.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1