Waar de trekkers verblijven. lT5ErU"«rWnTE fcO „BARCAROLLE" „THE THIN MAN" fl«le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 31 Mei 1935 Vierde Blad No. 23063 |De inrichting der Jeugdherbergen. Jeugdherberg kasteel „Revieren" bij Klimmen (Limburg). |Als hotel of pension kunnen ze niet worden gebruikt. Middeleeuwsche kasteelen (Van onzen reisredacteur) In een vorige editie heb ik verteld, hoe |ttn aanzien van het gebruik der Neder- iche Jeugdherbergen een sterke cen- nllsatie wordt toegepast. Vooral blijkt (it uit de uitgifte van de trekkerskaar- I, die alleen geschiedt door het bureau i de Nederlandsche Jeugdherberg Cen- ale te Amsterdam. Juist omgekeerd is met het beheer der verschillende aigdherbergen. Daar heerscht een ver oorgevoerde deoentralisatle. Iedere her- e.-g staat geheel op zich zelf; overal zijn Uitingen met eigen besturen in het ben geroepen, die voor de oprichting en exploitatie van zulk een inrichting zorg dragen. Het principe is, dat elke her berg self-supporting moet zijn, al bestaat er nog wel een fondsje, dat de zwakke zusters, die door haar ligging minder be zoek krijgen dan anderen en toch in het geheele net niet gemist kunnen worden, bij te springen. Aan het hoofd van elke jeugdherberg staat een leider, een soort curator, die geregeld toezicht houdt. Het bestuur be noemt in overleg met de Centrale te Am sterdam een vader en moeder, die ver antwoordelijk zijn voor den goeden gang van zaken en wien dat ook wel is toever trouwd. Deze laatste functies eischen veel tact, want het is waarlijk geen sinecure om dagelijks soms meer dan honderd jonge mer.schen in familie-verband bijeen te houden. Maar gelukkig is het over- groote meerendeel van zeer goeden wille, anders zouden het geen rechtgeaarde trekkers zijn! Van groot belang is ook, dat de ouders in geestelijke ontwikkeling boven de jeugdige bezoekers staan; wel het sterkst is dit tot uiting gekomen in een der drukst bezochte Jeugdherbergen, die ik nu niet bi] name zal noemen, maar waar men lang getobd heeft met 't vin den van geschikte ouders, totdat men nu een echtpaar gevonden heeft, dat een natuurlijk overwicht heeft Meer en meer gaat over het algemeen het streven in deze richting. Typen ven jeugdherbergen. Doordat iedere jeugdherberg in econo misch opzicht een gesloten geheel is, val len er groote verschillen te constateeren. De eene herberg is er veel beter aan toe dan de andere en dat niet alleen door meer of minder bezoek. Soms heeft men op zeer voordeelige voorwaarden de hand op een tehuis kunnen leggen, soms moest men er zware verplichtingen voor aan gaan. Vaak heeft men milde philanthro- pen voor het jeugdherbergwerk weten te interesseeren, zoodat de schuldenlast der stichting zeer gering is, op andere plaat sen zit men nog diep in de zorgen. Maar overal is men opgewekt en ziet men de toekomst met blijmoedigheid tegemoet. In de meeste herbergen, die we op onzen tocht bezichtigden, hangt een busje voor extra gaven van vrijgevige trekkers, die nog wat te missen hebben, en de inhoud daarvan heeft altijd een gelijksoortige bestemming. Meestal Is het de piano, die nog niet geheel betaald is, of hoopt men op verlichting van andere lasten Ook naar het uiterlijk is er een groot verschil tusschen de eene jeugdherberg en de andere. Men is natuurlijk begonnen met ze in bestaande gebouwen onder te brengen, die dan zoo goed mogelijk voor het nieuwe doel werden ingericht. Heel vaak is men daar aardig in gesiaagd, vooral In later tijd, toen men er blijkbaar meer den slag van had. De oudste jeugd herbergen in ons land doen een beetje primitief aan, al vindt men overal het zelfde zindelijke onderdak. Men kon toen nog niet overzien, welk een groote vlucht deze nieuwe instelling zou nemen, en moest wel op een bescheiden schaal be ginnen. Daarnaast zijn de nieuwste wel haast paleizen, vooral als ze, wat op vele plaatsen is geschied, geheel als jeugdher berg gebouwd zijn van de fundamenten af. De jeugdherberg „Hanskedune" op West-Terschelling is een voorbeeld van de laatste. Merkwaardig is in dit opzicht de herberg te Petten, waar de oude en de nieuwe vlak naast elkaar staan. De eerste was in een klein landarbeidershuisje ge vestigd, dat nog als bezienswaardigheid getoond wordt. Het mag wel een wonder heeten. dat daarin zooveel menschen ge borgen konden worden, en het voornaam ste zal dan ook wel geweest zijn, dat men een dak boven zijn hoofd had. Al geloof ik gaarne, dat het in deze primitieve ruimte bij de ouderwetsche schouw ge zellig zal geweest zijn. De nieuwe daar naast is echter heel wat anders. Daar vindt men lucht en licht; de sobere in richting is er practisch en smaakvol en van den beginune af is alles gedaan om er het verblijf voor de rondtrekkende jeugd zoo aangenaam mogelijk te maken. Ik sprak daar zooeven van paleizen voor de jeugd. Die naam is natuurlijk maar tot op zekere hoogte juist, want overal heerscht dezelfde soberheid en elk zweem van luxe is afwezig. Maar van kasteelen Jeugdherberg „Hanskedune" op Terschelling. in de meest letterlijke beteekenis mag ik wel spreken. In het Zuiden van Limburg bijvoorbeeld is het kasteel „Revieren" als jeugdherberg ingericht. Het is een roman tisch gebouw in een romantische omge ving, dateerend uit de veertiende eeuw. Oude familieschilderijen hangen er nog, maar het familiespook zal wel voor zoo veel jeugd op de vlucht zijn geslagen! Bijzondere vermelding verdient de jeugd herberg „Assumburg te Heemskerk N.-H., een oude burcht, die door 's Rijks monu mentenzorg voor dit doel is afgestaan. Zooveel mogelijk is er alles in tact gela ten en als 's avonds de burchtheer Geert Dils bij den haard de luit stemt, kan men zich geheel in de middeleeuwen wanen. Zelden heb ik de ballade van de twee koningskinderen mooier en indrukwek kender hooren zingen dan daar Met groote piëteit wordt het oude kasteel, waar eens Jacoba van Beijeren heeft ge vangen gezeten, bewoond en de door Mo numentenzorg verrichte restauratiewerk zaamheden maken 't tot een der schoon ste cultuurmonumenten van ons land. De inrichting. Naar het uiterlijk mogen alle jeugdher bergen (gelukkig! i zeer verschillend zijn, wat de inrichting betreft zijn ze zooveel mogelijk aan elkaar gelijk. De vorige maal memoreerde ik het woord betrouwbaar heid, door dr. Gunning in verband met zijn jeugdherbergen gebruikt. Welnu, die betrouwbaarheid treedt in dit opzicht wel het duidelijkst aan het licht. Er is voort durend toezicht en de geest is er voor treffelijk. Een in alle jeugdherbergen door gevoerd principe i«, dat de slaapplaatsen voor jongens en meisjes steeds volkomen gescheiden zijn. Meestal is er voor beide categorieën een geheel aparten opgang. Ook de waschgelegenheden zijn op de meest volstrekte wijze gesepareerd, zelf* is ervoor zorg gedragen, dat men aan weerzijden voor onbescheiden blikken in de slaapzalen, de waschgelegenheden of op weg daarheen gevrijwaard is. Slechts in het dagverblijf, waar overdag alleen de maaltijden worden gebruikt en des avonds de familie met de ouders gezellig bijeen zit, komen de jongens en meisjes bij elkaar. De waschlokalen zijn zindelijk, maar zeer eenvoudig. Er is een soort gootsteen met waterkraan erboven en ieder zorgt voor zijn eigen zeep en handdoeken. In de meeste herbergen zijn daarbij nog dou ches, die gratis of tegen een geringe ver goeding kunnen worden gebruikt. En het summum van luxe vormen in de nieuwste inrichtingen de douches met warm en koud water, die in den modernen tijd waarlijk niet als weelde-artikelen behoe ven te worden beschouwd. In de slaap zalen staan de bedden meest paarsgewijze boven elkaar, om zooveel mogelijk gasten te kunnen bergen. Zoowel boven als be neden slaapt men voortreffelijk, dat heb ben we alle op onzen tocht ondervonden! Sommige jeugdherbergen hebben daarbij dan nog zoogenaamde noodslaapplaatsen op zolder, door planken gescheiden. Die vinden bij de Jeugd juist den meesten af trek. Van elk soort slaapzalen is er bijna altijd meer dan een, zoodat men steeds wijziging kan brengen in de onderlinge verhoudingen. Dit vraagstuk is wel zeer vernuftig opgelost in de jeugdherberg „Dijkzicht" te Zwolle, waar telkens een kamer bij een der afdeelingen kan worden bijgetrokken. De inrichting van de jeugdherbergen, speciaal van de nieuwste, mag dan mo dern zijn en tot op zekere hoogte comfor tabel, de vergelijking met een gewoon hotel kunnen ze geen van alle doorstaan. Dat behoeft ook niet, het mag zelfs niet, want dan zouden deze nuttige inrichtin gen hun doel ganschelijk voorbijschieten. Wie desondanks een jeugdherberg als een goedkoop pension wil gebruiken, wordt onherroepelijk geweerd. Een leeftijdsgrens vaststellen is evenwel onmogelijk, omdat men rekening moet houden met de ge zinstrekkers, de leiders van groepen, de ouderen die een reisje voorbereiden en de genen, die met het werk willen kennis maken om er later de jeugd heen te stu ren, De leiding ziet echter steeds toe, dat er geen misbruik wordt gemaakt.De jeugd herbergen zijn er voor de jeugd. Zij leert erdoor de schoonheid van het eigen land kennen en vermeerdert haar levens geluk. Dat aan onze jongeren te schenken is een schoone taak. Veilig verkeer is ook heel wel mogelijk zonder een permanent gebruik van uw claxon. Een vroolijk moment uit de film „Bar- frolle" met Gustav Fröhlich en Lida Baarova, een nieuw ontdekte charmante Hongaarsche ster. Een film. die speelt to het sprookjesachtige Venetië en door diverse uitstekende kwaliteiten en een niblieme bezetting opvalt, een film, die •'gemeen de wereld veroverde en in prachtige beelden, door een .uitermate knappe regie en tal van bijzondere vond sten de Duitsche film weer als met één slag plaatste op het plan, dat zij eertijds innam en haar het terrein herwinnen deed, dat verloren dreigde te gaan. Ger hard Lamprecht betoonde zich een emi nent regisseur. "E HERKOMST VAN DE BARCAROLE. De nieuwe Ufa-film „Barcarole", waarin melodieën uit „Hoffmanns Erzahlun- W zijn verwerkt, speelt tegen den achter- Pond van Venetië. Gaat men haar oor sprong na, dan komt men van het Venetië- 'an-tëgenwoordig naar de Lagunenstad J# 1911, waarin het manuscript van Mfnzel speelt, en over het Parijs van 1880, *iar de Olymipiawals en de Barcarole ont sneden. naar 't Berlijn van 1820 en daar, 11 de historische „Weinstuben" van Lutter n Wegner, vertelde de „Kammergerichts- P" E. Th. A. Hoffmann zijn „Hoffmanns Ehahlungtn". Het was een mooi nummer, deze Ernst 'loodor Amadeus (eigenlijk Wilhelm i Hollmann uit Königsberg! Een voortvef- '™ik ambtenaar en jurist, die als lid van commissie van vooronderzoek, de mystë- JJJ» misdaden van „Vater Jahr.", moest Mereoeken. Hierbij kreeg hij met den "ïmlssarls van politie v. Kamptz zoo'n groot meeningsversöhil, dat er zelfs een aanklacht wegens hoogverraad tegen hem dreigde. Het corpus delicti was Hoffmanns sprookje van ..Meister Floh". waarin v. Kamptz zichzelf als den snuffelgragen politieman Knarrpanti. terugvond. Zelfs toen hij nog niet als jurist geplaatst was, had E. Th. A. reeds een dergelijke wraak genomen op de hem onaangename nota belen en andere hooggeplaatste personen, van wie hij vinnige caricaturen schiep en ze in het openbaar ronddeelde. Hieruit ziet men, dat onder de oppervlakte van den vlijtlgen en gewaardeerden ambtenaar een dubbele natuur schuilt en dat hij bui ten de ambtenaarskamer wel tot de zon derlingste persoonlijkheden in hel roman tische Berlijn van die dagen behoort. De andere Hoffmann, die geen ambte naar was, had zijn hoofdkwartier in de wijnkroeg op de Gendarmenmarkt. Daar ontmoette hij zijn „Serapionsbriider" eiken avond weer, dikwijls doordrinkende tot vroeg in den morgen. Fouqué, de dichter van „Undine", waar voor E. Th. A. de muziek schreef, behoorde ook daartoe; nu en dan als gast, ook eens de geniale Chi. D. GraWbe uit Detmold. De intieme vriend echter was Ludwig Devrient, de demonische treurspelspeler, wiens overweldigende caricatuuruitbeel- dingen Hoffmann steeds weer door theo rieën, invallen en critieken in nieuwe banen leidde, terwijl hij door zijn lange monologen en karakterbeschrijvingen tus schen tabakswalm en flesschen, den dichter steeds opnieuw inspir.eerde. Het gebeurde dikwijls dat Devrient on zeker opstond, om zfëh dan al pratende en met een dronkémansgang naar huis te be geven. E. Th. A. Hoffmann ging dan echter aan zijn lessenaar zitten, om alles op papier te zetten, wait hij onder den invloed van den wijn gefantaseerd had. Dwaze, afgrijselijke figuren, soms zoo spookachtig, dat zijn vrouw bij hem waken moest, om het vermeende onheil dat hem bedreigde, uit zijn hoofd te praten en hem te kalmeeren. Zoo weinig als hij zichzelf beheerschen kon, kon hij ook zijn woordenvloed in toom houden. Niettegenstaande zijn groot talent om te vertellen, zijn zijn manuscrip ten meestal zeer verward, nu eens ver deeld, gauw afgeleid, dan opeens weer doorkruist met nieuwe figuren en tafe- reelen. De overvloed der verschijningen dreigt hem te verstikken. Alcohol was voor E. Th. A. evenals voor zijn vrienden het ware levenselixer, die hen uit 't nuchtere alledaagsche naar een andere wereld voerde. Tragisch was het einde. Het lichaam van Devrient en de geest van Grabbe werden verwoest. De tooneelapeler Lombard, ging eveneens aan dit onmatige leven ten gronde. Allereerst werd echter Hoffmann aangetast. Terwijl de verlamde afscheid nam. zat hij aan „Das Vetters Eckfenster". Aan den over kant bouwde Schinkel een mooi, nieuw theater voor den roem van een geliefden vriend en van een geliefde kunst. Niet ver van hem verwijderd, klonken de „Sera pionsbriider" de champagneglazen tegen elkaar. Maar de champagne smaakte hen niet, want de eene, de grappigste, de vurig ste, de meest demonische, ontbrak: E. Th. A. Hoffmann. De kring der „Serapionbrüder" viel uit elkaar. Doch nu. na ruim honderd jaar, brengt de film ons door middel van haar muziek en fotografie weer terug naar die spookachtige vroolijke sfeer, waarin Hoff mann en zijn trawanten leefden. JACKIE COOPER, DE 12-JARIGE FILMACTEUR IN „DINKY." Jackie Cooper is zonder twijfel een van de beste jongens-acteurs van dezen tijd. Dat deze jongeman in staat is om, zooals men dat noemt, op eigen bcenen te staan, heeft hij bewezen, toen Warner Bros hem onlangs de titelrol toevertrouwden in „Dinky", een film, die ook in ons land zal worden uitgebracht en waarin hij als te genspeler van Mary Astor en Roger Pryor werd geplaatst. Door intermediaire van zijn neef Norman Taurog, een voor aanstaand filmregisseur werden Jackie's eerste schreden op de celluloidstrook vast gelegd en het is niet onwaarschijnlijk, dat deze familie-relatie van grooten Invloed is geweest op de prestaties van dezen jon gen acteur, ofschoon men toch ook als vaststaand moet aannemen, dat Jackie's talent en aantrekkelijk kwajongensgezicht aansprakelijk zijn voor het succes, dat hij thans, op den aanminnigen leeftijd van twaalf jaren gekomen, geniet, Jackie Coo- Zooals wij ae vorige week in deze ru briek reeds opmerkten, zijn tegenwoor dig de detectivefilms in de mode. Zij wor den in serie's gemaakt, dikwijls volgens bepaalde regelen, zoodat zij lang niet al tijd door de bijzondere kwaliteiten uit munten. Toch komt er zoo nu en dan een product te voorschijn dat meer dan gebruikelijke aandacht verdient. Dit is bijv. het geval met de film „The thin man" onder regie van den bekenden re gisseur W. G. van Dyke, die ook de ver maarde Tarzanfilm vervaardigde en te vens geen onbekende is door zijn regie in het Zuidpoolgebied. Nu wierp hij zich op de „detective-story" en plaatste Wil liam Powell, die tegenwoordig in crimi- neele films meer en meer van zich doet spreken en Myrna Loy in het middelpunt. De eigenlijke hoofdpersoon is echter de onbekende Edward Ellis, die speciaal ge kozen is om zijn bijzondere lengte en mager voorkomen, waarmee hij geheel voldoet aan den eisch, die door den schrij ver van den roman Hammett gesteld werd. Dan is er o.a, nog Maureen O'Sul- livan, die men zich herinnert als dè ac trice uit Tarzan. „The thin man" de magere man zal ook hier den toe schouwer het griezelen wel leeren Hierboven William Powell, Murna Loy en Maureen O'Sullivan in de bovenge noemde film. per is 15 Sept. 1923 geboren, onder de rook van de studio, waar hij later onder contract werd geplaatst. Zijn eerste op voeding genoot hij in een fröbelschool, doch weldra kreeg hij privé onderricht, toen bleek, dat zijn carriere in het ge drang kwam met zijn elementair school onderwijs. Want toen hij nog nauwelijks spreken kon, debuteerde hij reeds in een comedy, waarbij de thans overleden Lloyd Hamilton de hoofdrol vervulde. Dit eerste contract bracht hem reeds een inkomen van 5 dollar op. Door deze kleine rol werd de aandacht op hem gevestigd en het duurde dan ook niet lang of verscheidene filmmaatschappijen legden beslag op hem Wie herinnert zich hem niet meer in de titelrol van „Skippy"? een rol waardoor hij meteen wereldberoemd werd. Nadien vertolkte "hij nog rollen in „Donovan's Kid en „Sooky" en het was dan ook niet te verwonderen, dat men hem het wondc- kind van de film noemde. Jackie u-- achtereenvolgens in een groot aantal films op en voltooide onlangs voor Warner Bros een van zijn schitterendste rollen van zijn loopbaan, n.l. „Dinky". Jackie wordt al een flinke boy en meet thans M. 1.30. Zijn moeder heeft er nog al moeite mede zijn gewicht, dat 75 pond moet zijn, op peil te houden. Hij heeft blond haar en licht bruine oogen. Jackie houdt er verschil lende liefhebberijen op na, waarbij vlie gen zijn voorkeur heeft. Tijdens een be zoek van Lindbergh aan Californië waren de Colonel en Jackie de beste maatjes. Zooals het met vele kinderen gaat, zijn er leervakken, waarvan hij wel en niet houdt. Zoo heeft hij een zwak voor ge schiedenis en aardrijkskunde, doch hij heeft een besliste hekel aan rekenen. Wilt ge Jackie's vijand worden, vraag hem of hij wat voor u zingen wil, doch ge maakt hem voor altijd uw vriend, wanneer ge uw hond zoo ge die hebt medebrengt. Tot zijn beste vrienden behooren Wally Beery, Richard Dix, Robert Coogan en Betty Jean Hainey.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13