Brochure „Tot verweer" van Mr. Marchant. LüJDSCH DAGBLAD - Derde Blad FINANCIEN. Berichten vorine ONS KAPSEL EN DE MODE Zaterdag 25 Mei 1935 Over geestelijke evolutie kan men slechts spreken met hen, in wie een klankbodem trilt, die op gelijkgestemde trillingen meetrilt. Mr, Marchant over zijn overgang naar het Katholieke geloof. Onder den titel Tot Verweer" is bij A YV Sythoff's Uitgeversmaatschappij alhier een brochure verschenen van den Katholiek geworden oud-mlnlster, m; H. P. Marchant Hij verklaart zich tot het schrijven van deze brochure gehaast te hebben opdat de Partijraad van den Vrljz. Dem. Bond zijn standpunt zal kennen voordat deze Raad op 26 Mei. dus morgen, voor het eerst zal vergaderen zonder hem Opheldering aldus mr. Marchant is verder noodig omdat sommigen In mij thans zien een bedrieger en een verrader; sommigen iemand, die heeft gehandeld uit winstbejag en zucht naar politiek of materieel gewin Voor mij is dit geen verrassing geweest. Ik wist uit de geschiedenis, wat de auto matisch intredende gevolgen zijn van een bekeering tot het Katholicisme. De tal- loozn, die mij zijn voorgegaan, en onder hen tot wier grootheid ik in de verte niet kan reiken, hebben hetzelfde ervaren. Pijnlijk is dat het verlies dreigt van vrien den. op wie men meende te kunnen rekenen Wat mij persoonlijk betreft, staat daartegenover een onvergelijkelijk grooter geestelijke winst In onzen tijd hebben de politieke par tijen harde aanvallen te verduren. Het ligt voor de hand dat zij van al wat min derwaardig is. zich hebben te onthouden. Gelukkig getuigt het laatste nummer van De Vrijzinnig-Democraat, dat in deze partij het besef hiervan levendig is ge bleven. De schrijver herinnert aan de zinsnede van prof Kranenburg, dat mr. Marchant blijkbaar een man was met een veel ge compliceerder natuur en als een veel een zamer mensch dan men vermoed had. Deze opmerking vloeit, aldus mr. Marchant, voort uit de verrassing over mijn bekee ring en verwondering over mijn zwijg zaamheid Laat ik omtrent het laatste antwoorden, dat men over een geestelijke evolutie, als ik heb doorgemaakt, vóór het einde van het proces alleen kan spreken met hen. in «1e men een klankbodem vindt, die op gelijkgestemde trillingen meetrilt. Waar die klankbodem ontbreekt, zwijgt men. Zoo kan het gebeuren, dat men daarover spreekt met menschen. die ons verder staan dan naaste vrienden. Ik heb echter nooit schuilevinkje ge speeld, allerminst toen eenmaal het be sluit begon te rijpen. De Vryz.-Dem. Bond beschouwde vroe ger godsdienst als privaatzaak Prof Van Embden o m. zoo gaat de brochure ver der zal moeten erkennen dat ik het mijne gedaan heb om met deze steriele ge dachte te breken De Vrijz Democraten streefden naar samenwerking van democraten van links en rechts Dat kon alleen op grondslag van de Christelijke liefde en ik zag daarin de analogie met den grondslag van de poli tiek der Katholieken Ik erkende de orga nische staatsleer als juist en heb daaraan 20 jaar gewerkt. De brochure herinnert aan vroegere redevoeringen in dien geest, aan de Eg- monder rede met den nasleep in de Tweede Kamer zijn toespraken voor het Katho lieke blindeninstituut te Grave, op de samenkomst van de Katholieke jonge- meisjes-vereeniging in 's-Hertogenbosch, een toespraak bij het openen van een Katholieke Nijverheidsschool te Rotter dam en meer. Goed beschouwd hadden zij tot naden ken kunnen stemmen en een geestelijk proces doen vermoeden. Men heeft de uitingen echter minder ernstig opge nomen. Men heeft ze gezien door een poli- tieken bril. als gelegenheidsDolitiek. Maar ik zou over zaken van geloof nooit anders dan ernstig kunnen spreken. Ik heb voor profanatie nooit iets gevoeld. Mr. Marchant zegt afkeerig te zijn van bedrog en van huichelen. Hoe heb ik dan aldus de brochure toen ik op 21 December 1934 was opgenomen in de Katholieke Kerk. dat feit kunnen geheim houden? Hoe heb ik als Katholiek kunnen leven, terwijl men mij hield voor ik kan niet zeggen vrijzinnig-democraat, want dat was ik gebleven maar voor niet- Katholiek? De schrijver zegt. dat het besluit om tot de Katholieke Kerk over te gaan. uit zijn aard een ander karakter heeft dan bij voorbeeld een besluit om zich aan te mel den voor het lidmaatschap van een wille keurige organisatie. De uitvoering van dit laatste besluit kan men uitstellen, van het andere niet. Een niet-Katholiek kan zich niet volkomen indenken, door welk een macht men op het beslissende moment wordt gegrepen. Daar is voor wijken of uitstel geen mogelijkheid. Mr. Marchant herinnert er aan. dat het „aanpassings-ontwerp" in Januari bij de Tweede Kamer zou worden ingediend De wet zou uiterlijk In April het Staatsblad moeten hebben bereikt Had hfj toen ge sproken, dan zou het Kabinet in moeilijk heden zijn gebracht, wat in strijd zou zijn geweest met het landsbelang Dit was één overweging. Een tweede was dat de Staten verkiezingen in zicht waren Met groote felheid en met ongegeneerde leugens zou den de politieke vijanden zich op de partij geworpen hebben, indien ik gesproken had. Het zou een débacle zijn geworden, want men begrijoe goed dat men mij slechts dieper poogt neer te halen om ook de partij dieper te doen wegzinken Ook tegen zijn naaste vrienden heeft hij gezwegen, omdat dezen zich anders wellicht toch ge dwongen zouden hebben gevoeld de zaak aan de openbaarheid priis te geven en zijn aftreden te eischen. gelijk later minister Oud deed Men «reloove mij op mijn woord, dat ik sedert December near mijn per soonlijke vriiheid heb rereakt. Twee jaren lang heb ik ons onderwijs tegen den eisch der bezuiniging met hard nekkigheid verdedigd Ik ontken niet dat het hoofdbestuur door de uitvoering van mijn onderwijspolitiek in ongelegenheid kwam, maar wel dat die politiek zooals prof. Kranenburg schrijft „overhaast" is geweest. De schrijver herinnert er aan, dat hij begonnen is het oprichten van scholen te bemoeilijken en dat het vooral ten laste kwam van het bijzonder onderwijs. De concentratie der openbare scholen was reeds door zijn ambtsvoorganger voorbe reid en zijn politiek was die van hel ge- heele Kabinet. Zooveel mogelijk hoopte hij de belangen van het openbaar onderwijs te verdedigén Men weet niet, dat bij mijn aftreden nog een correspondentie hangende was met Fi nanciën om in den neergang ten minste nog het thans juist oplevende iandbouw- huishoudonderwijs te beschermen. Mijn aanpassingspolitiek was niet, in dolheid neer te slaan wat geld kost. Het zal verder tot nadenken stemmen, dat geen van de Ministers van mijn zwij gen een grief heeft gemaakt, althans zeker geen grief, die de politieke gevolgen kon bepalen. De eisch van minster Oud inzake ztln aftreden, acht mr. Marchant onjuist en onnoodig. De andere ministers konden ook zonder deze hun standount we! bepalen en minister Colijn heeft nadrukkelijk ver klaard dat hij vóórdien zÜn meening al gevormd had Voortgaande zegt de schrij ver dat de indiening van het aanpassings- ontwerD meer voorbereiding vorderde dan verwacht was Zoo werd de periode van stilzwijgen verlengd Hii bestrijdt echter dat hij zijn ambt-Dlicht ooit vergat z'n objectiviteit verloor zoodra hij Katholiek was geworden Evenmin diende hij onge controleerde Katholieke belangen en week zelfs nooit af van zijn naaste adviseurs, onder wie zich geen enkele Katholiek bevond. De vraag of ik in mijn moeilijke positie eerlijk zou kunnen blijven tegen over mijn Partij, heeft mii zwaar gedrukt. Mijn conclusie was: het moét in het landsbelang: maar dan onder de scherpste zelfcontrole tegen partijdigheid. Ik kon mij aan die moeilijkheid alleen onttrek ken. door ir.ijn overgang onmiddelliik te publiceeren en heen te gaan. Ik heb ge daan wat, in mijn oog was het minste kwaad Daarom ook heb ik de opduikende geruchten ontkend zonder in strijd te komen met de waarheid. Een pertinente vraag van mr Joekes daaromtrent kwam niet te pas. Ik achtte mij zelf competent om te be- oordeelen. wanneer het oogenblik om te spreken zou zijn gekomen Ik wilde mij door den heer Joekes niets laten afdwin gen Ik heb hem gevraagd: wat verbeeldt gij U? Het concept van dien brief heb ik mr Oud laten lezen. De heer Oud heeft mij tot ernstige grief gemaakt dat ik zelfs toen tegenover hem mU niet uitliet. Het was heel wat pijnlijker dan het weigeren van een antwoord od de vraag van den heer Joekes. Maar ik wilde, als ik sprak, spreken in den Ministerraad. Toen daarna ook prof. Kranenburg een beroep op mij deed heb ik de waarheid en m'n besluit, tot uittreding meegedeeld, tevens opmerkende dat de uitgestelde in quisitie met het beginsel der partij niet te vereenigen was Vervolgens kwam de eisch van mr Oud inzake mijn aftreden als minister. Ik begrijp tot op dit oogenblik nog niet. waarvoor de haastige brief van den heer Oud moest dienen. Ik meende, dat nlj eerst wel eens had kunnen praten; als hij bezwaar had om met mij te praten, dan met den heer Colijn. De eenige rede lijke verklaring die ik er voor kan vin den ligt in ziin vrees, dat wellicht som migen zijner ambtseenooten op mijn aan blijven zouden aandringen. Mr Marchant verbelt dan van zijn brief wisseling met dr. Colijn en van zijn be sluit om af te treden, omdat da minister president vreesde dat Minister Marchant bij de verdediging van het aanpassings- ontwerp op onoverkomelijke moeilijk heden zou stuiten in de Tweede Kamer. Het afscheid van de Partij aldus de brochure valt mii hard. Ik heb aan haar mijn geheele publieke leven gewijd, en daarover gevoel ik nog een levendige voldoening Miin besluit tot overgang :s de vrucht van jarenlange overdenking Het gebeurde behoort intusschen geen wijzi ging te brengen in de verhouding van de partij tot het Kabinet. Aan het slot der brochure doet mr Marchant dan nog zooals hij het zelf p"drukt een poging om het gewich tigste besluit, dat hij in zijn leven heeft genomen, te verklaren. Een neiging in die richting, zegt hij, heb ik sedert het volbrengen van mijn acade mische studie altijd gevoeld. Het feit ech ter, dat de Katholieken in de maat schappij veelszins een afzonderlijk leven leiden, houdt niet-Katholieken dagelijks op een afstand Zoodra ik echter ambte lijk met Katholieke instellingen en per sonen in aanraking kwam en ik de practijk binnen in de organisaties en in het Ka tholieke leven leerde kennen, voelde ik mij opgewekt om te gaan onderzoeken, te gaan lezen wat tot dusver gesloten boeken waren gebleven. Het halve geloof, waarin ik ben opge voed, moest ik toen als onjuist en onlo gisch gedacht, verwerpen. In de Katho lieke leer meende ik te ervaren, dat daar alles logisch sluit. Hier vond ik de vast heid, die ik zocht. In vel an de honderden brieven, die ik bij deze gelegenheid mocht ontvangen ook in sommige van niet-Katholieken prijst men mij om mijn moed. Is het niet wonr'- ik dat er in Nederland zedelijke moed schijnt noodig te zijn om Katholiek te worden? RECLAME. urn WASCUMAC^INE S WRINGMACUINES .VooroorlocjSche prljzen.VI-aa^ten U zult versteld staan. N.V. LEVENS VERZEKERING-MIJ. NILLMIJ VAN 1859. Uit het jaarverslag kan nog het vol gende worden gemeld: Op 31 December J.l. beliep het totaal verzekerd bedrag de rente op de gebrui kelijke wijze tot kapitaal herleid door ver menigvuldiging met 10 voor de eigen lijke Nlllmij-portefeuille rond 143i/, mil- lioen gulden. Het verzekerd bedrag der af- loopende I.P.A. (Indische Portefeuille Al- gemeene) bedroeg eind van het boekjaar nog 7Vi millioen gulden Gezamenlijk was dus verzekerd 150 3 4 millioen guldén, ver deeld over 30.763 contracten. Het aan termijnpremiën en premiën in eens verschuldigd bedrag beliep rond f 6.072.900. tegenover rond f.5 634 400 in het Jaar te veren Het fondsenbezit werd. als steeds, ge waardeerd naar den ultimo December koers, met verwaarloozing van fracties, terwijl fondsen met een beurskoers bene den 10"pro memorie zijn afgevoerd. Noodzaakte de waardeering tegen beurs koers den vorigen keer tot een belang rijke afschrijving, ditmaal leidde "ii ot een winst van f. 465.900 welk bedrit: ge heel werd overgebracht naar de reserve voor eventueele rentedaling enz. De e re serve werd bovendien met f. 259.100 gedo teerd uit de winst waardoor zij van f 1.775.000 tot f. 2.500.000 steeg, een wel kome bijzondere waarborg bij de dalende tendenz van den rentevoet. Zij stelt ruim schoots in staat, wanneer dit noodig mocht blijken, onmiddelliik over te gaan tot een algeheele omrekening van de wiskundige reserve op 3' basis. Voor de effecten portefeuille der IP.A werd becijferd een koersavans van f 31.500. dat overgebracht werd naar de beleggingsreserve I.P.A., die zoodoende steeg tot rond f. 61.700. Op vaste eigendommen werd afgeschre ven f 250 000. terwijl verder de andere gebruikelijke afschrijvingen plaats vonden. Voorts werd de reserve voor oorlogsrisico door een aanvulling van f.31 500 op het noodig geachte poll gehouden. Uit de bedrijfswinst, becijferd op f 563 280 91 wordt voor aandeelhouders beschikbaar gesteld een dividend van 5"/» over het gestorte en lv'-'/o over het niet- gestorte kapitaal, waarmede f. 67.250 ge moeid is. Van het overige wordt f. 30.000 toegevoegd aan de extra-reserve, f 259 100 aan de reserve voor eventueele rentedaling enz wordt f 60.600 afgezonderd voor ven nootschapsbelasting en tantièmes en gaat het overige naar het bedrltfsoverschot voor de wlnstverdeeling over de vijfjarige pe riode 1930/1934. Dit bedrijsoverschot be draagt hierdoor In totaal f 892 061 en komt 1 in dit jaar tot verdeellng Hieruit komt een vijfjaarlijksotóo.'extra-divldend voor aandeelhouders té.r- beschikking van 10'/» over het gestorte kaoitaal Het overige ad rond f. 807.000 korrrt bi} wijze van bonuj ten goede van de met recht op aandeel in de winst verzekerden Ieders aandeel hierin wordt thans uitgerekend en ieder rechthebbende krijgt daarvan tj.t. kennis door toezending eener kwitantie Na alle afschrijvingen wijst de balans thans aan extra-waarborgen aan een be drag van bijna 6 millioen gulden, zonde 2'it millioen maatschappelijk kaoitaal (waarop gestort f. 850 000 en 3'/« millioen extra-reserves. Vooruitloopende op de mededeelingen. die daaromtrent in net verslag over 1935 zullen worden gedaan, maakt de Maat schappij reeds nu bekend, dat 't reductie percentage der indertijd overgenomen I.P.A. oorspronkelijk 40"/n en sindsdien ver hoogd tot 60"/o, in 1935 wederom kan wor den verhoogd en wei tot 67°/o. Onderstaande berichten werden reeds in een deel van onze vorige oplaag opgenomen. BINNENLAND. DE HOOGE VELUWE. De Regeering is voornemens, in een nota aan de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal, welke binnen enkele dagen verschij nen zal, uitvoerig mededeeling te doen van de onderhandelingen en de regelingen In zake de Stichting De Hooge Veluwe en de daarop betrekking hebbende bescheiden voor de leden ter inzage te leggen. Dr. W. POOLMAN t Op bijna 69-jarigen leeftijd is in den nacht van Donderdag op Vrijdag ln Zeist overleden de vroegere Haagsche arts dr. W Poolman. Dr Poolman was ln de residentie, doch ook ln het geheele land een bekende per soonlijkheid. mede als gevolg van zijn werkzaamheid ten behoeve van Het Groene Kruis. Naast zijn jarenlange drukke prak tijk in Den Haag wist de heer Poolman tijd en werkkracht te vinden voor de beharti ging van de belangen van deze vereeniging welke door hem tezamen met dr, F C. Fleischer was opgericht, aanvankelijk met één afdeelmg te Lange Ruige Weide Spoe dig volgden daarop meerdere afdeelingen en ook in den Haag wist dr. Poolman eenigen tijd later een afdeeling te stichten. Van deze afdeeling is hij ongeveer 30 jaar voorzitter geweest, en na zijn aftreden in 1931 als zoodanig benoemde de afdeeling hem tot eere-voorzitter. Voorts was de heer Poolman secretaris van de Provinciale Zuid-Hollandsche Ver eeniging Het Groene Kruis, en tevens 2e secretaris van de Alg. Ned. Ver. Het Groene Kruis. Vooral in de laatste (aren hiyft dr Poolman zijn geheele persooon aan het werk van Het Groene Kruis gegeven. Hoe staat het met onze haardracht lil 't komende seizoen: houden we de heer schappij van het „knoedeltje", al of niet uitgebreid tot een serie krullen of wat ervoor moet doorgaan, zelfs tot een vol ledige haarwrong met echte haarspelden, of mogen we onze pruik weer zoo kort laten knippen, als we zelf willen? Dit laatste had toch wel heel wat voordee- len, die we al weer haast vergeten zijn, nu we den laatsten tijd ons afsloven met het samenstellen van min of meer inge wikkelde bouwsels van onze lokken. Als we alleen maar eens bedenken, hoeveel minuten we eiken morgen later konden opstaan, omdat met hoogstens drie kam- streken ons kapsel verzorgd was. Of over drijven we misschien, zooals gewoonlijk, de voordéelen van het voorbij gegane? Nu schijnen op 't gebied van onze haar dracht op 't oogenblik wel heel verschil lende mogelijkheden te bestaan; wie overwegende bezwaren heeft tegen lang haar, wel, die drage het kort, hoewel het „pagehaar" en de „jongenskop" vrijwel niet meer gezien worden, tenzij voor de 15- a 16-jarigen, voor wie m.i. alle ge kunstelde coiffures uit den booze zijn. Toch zullen zij, die den kortgeknipten haartooi trouw willen blijven, zich niet moeten verwonderen, wanneer ze bij de keuze van een nieuw hoofddeksel moei lijk kunnen slagen. De mode schrijft nu eenmaal op 't moment meer vrouwelijk heid voor ln kleeding, hoeden en dus, als logisch gevolg, in het kapsel. De japon nen met capes, jabots en meer versierde mouwen, de hoeden met stroomlijn (ja dat is heusch „de" term tegenwoordig" geven de vrouw van heden een eenigszins „golvend" aanzien en daarbij behooren geen strakke, kortgeknipte haren Het „sieraad der vrouw" wordt weer een graag gebezigde uitdrukking We rusten niet. voor we ook aan de krulletjes-mode meedoen. „Alleen maar eens kijken, hoe 't me staat; als 't me niet bevalt, laat ik 't direct weer afknippen", is de gewone opmerking, wat dan een onbewust ver weer is tegen de macht van de mode. Och, laten we ons maar niet voorstellen, dat we ons daartegen kunnen verzetten. Toch moet die ,.modemacht>' wel enorm groot zijn! Hebben de Franschen, die als ex perts op 't gebied van mode en vrouwen mogen gelden, niet uitgemaakt, dal „ce que femme veut, Dleu ie veut"? En nu is daar een macht, nóg sterker dan die wil der vrouw, «'ant vrijwel leder van ons on derwerpt zich en meestal met graagte aan de voorschriften van de mode. Zeker, er zijn stemmen opgegaan om zich niet aan die dwaasheid te storen, er zijn van die sterke vrouwen geweest, die als protest tegen het telkens wisselende in de kieeding één uniforme vrouwenkleedlj wilden Invoeren: dat was zooveel verstan diger en goedkooper Er zijn zelfs veree- nigingen met dat doel opgericht, maar zijn er eigenlijk ooit meer leden gekomen dan degenen, die den oproep plaatsten? Uniforme kleeding en haardracht, dat zou toch niets minder dan tegennatuurlijk zijn! Hoe kan een vrouwelijke vrouw er nu altijd hetzelfde uitzien, en wat nog erger is. hetzelfde als een andere vrouw! Het is al akelig genoeg, dat we tegen diè CENTRALE BOND VAN NEDERLANDSCH P.T.T.-PERSONEEL (C.B.P.T.T.). In het voortgezet Congres van den Cen- traien Bond van Nederlandsch P.T.T.-per- soneel (C.B.P.T.T.i werd, nadat door een aantal afgevaardigden eenige wenschen waren geuit en aan den Redacteur van het Orgaan, den heer D. Stoffels, hulde was gebracht voor diens beleid, de gevoerde Orgaan-redactie goedgekeurd. Het Bondsbestuur werd gemachtigd voorbereidingen te treffen tot het bouwen van een Centraal Vacantie-Oord voor P.T T-personeel te Kootwijk-Radio. De begrooting werd verdedigd door den Penningmeester, den heer A. van der Baan. en door het Congres respectievelijk aan inkomsten en uitgaven vastgesteld op de bedragen f. 104.200 voor 1935 en f. 99.700 voor 1936. met inbegrip van de ontvangsten der afdeelingen. Het Jaarboek der organisatie, waarop veel prijs werd gesteld, zal aan de leden ook voortaan gratis worden verstrekt. Eenige wijzigingen in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement werden na een toelichting door den Algemeen-Secre taris. den heer H. van Giessel, goedgekeurd. Voortaan zullen gepensionneerden en wachtgelders lid van de organisatie kun nen blijven. De Bondsvoorzitter, de heer H. M. Roos, lid van de Centrale Commissie voor Geor ganiseerd Overleg, hield hierna een uit voerige inleiding over vraagstukken, ver band houdende met de positie der hulp- bestellers, adspirant-bestellers. locale krachten bij den kantoordienst der P.T.T. en van de geslaagden voor verschillende rangen. De bondsbestuurders, de heeren H. van Giessel en D. Stoffels, werden gehuldigd wegens hun 25-jarig ambtenaars- en bestuurdersschap. SAMENWERKING TUSSCHEN LUCHT VAART EN SCHEEPVAART. Tusschen een groep Nederlandsche en Engelsche reederijen waaronder de St.v. Mij ..Nederland", de Rotterd. Lloyd, de K.P.M. en de Java China Japan-lijn en de Engelsche lijnen P.and O., Blue F., de Orient Line, de B I. Steamship Naviga tion Cie en de luchtvaartmijen K.L.M. en Imperial Airways is een overeenkomst aangegaan om nauwere samenwerking te verkrijgen voor het vervoer van passa giers tusschen Europa en het Verre Oos ten en Australië. Het meest belangrijke punt dier over eenkomst ls wel dat de onderlinge retourblljel'.en geldig zullen worden bij alle genoemde maatschappijen. De overeenkomst gaat l Juni a.s. in. uniforme kleeding van de heeren to schepping moeten aankijken! Laat ik 4. reet, ter voorkoming van verontwaardig, blikken ln mijn richting, dankbaarde pogingen memoreeren, die de laatste jaren worden aangewend, oin ook ln de heeren kieeding wat variatie te brengen: het sportieve element heeft daarvoor gezored Maar bij officieele gelegenheden doet het sterke geslacht toch nog altijd denken aan massa-artikelen. En juist de variatie doet ons immers leven; die hebben we ln alle opzichten noodig. Waarmee tegelijk een lans gebro- ken ls voor de nieuwe mode in de kan sels. Werden onze hoofden bij het kort geknipte, vrijwel bij iedere vrouw geluk geonduleerde coiffure niet wat heel err „cliché"? Er ls ontegenzeggelijk bij het tegenwoordige lange of half lange haar veel meer verscheidenheid, en daardoor een meer persooniyk cachet te bereiken En wat zien we al niet: gezichten met golvend haar omiyst", zooals het ln oude romans heet, strak naar achter ge kamd haar met de scheiding ln 't midden waarby de van voren opgeslagen hoedjes zoo goed staan, mits de eigenares een zuiver ovalen gezichtsvorm heeft, iter wyi deze combinatie een vragende babv uitdrukking geeft, als het ovaal meer den cirkelvorm nadert)verder zien we weer vlechten om 't hoofd gewonden, den wrong laag in den nek gedragen en veel krullen krulletjes, in bevallige wanorde op 't ach hoofd aangebracht. Wie 't haar nog niet lang genoeg heeft om er veel van te brlceeren, kan zich ln afwachting van den verderen groei een stel krullen aanschal fen, die op 'n vernuftige wijze worden vastgeklemd. Men zegt, dat Je ze niet ver liest. zelfs niet by 't meest verontwaar dlgde „neen" schudden of 't heftigste knikken. Ook de haarkleur heeft voorname stem ln 't kapittel, 't Is heele maal niet vreemd tegenwoordig om zoo en dan eens de chemie te hulp te roepen en van blond op kastanjebruin over gaan. u weet wel, die mooie kleur van Iersche setters of 'n poosje met bleekte of platina-blonde lokken in I wereld rond te stappen. Mrrer nu de groote moeilykheld: welk kapsel behoort by ons type? Onlangs 1 hoorde ik beweren, dat we de beste critlei ln geval van twyfel krijgen van een niet te ver verwyderd manlijk familielid, broer b.vmits hy tot oordeelen bevoegd is op dit gebied. Door de nabye graad van bloedverwantschap zal hy het nie'. noodig vinden de ridderlykheld zoo In acht te nemen, dat hy zyn oordeel verzacht; doordat het een man is, ver valt ook de hoe zal ik 't noemen bedekte jaloezie. Schadenfreude, die ome seksegenooten vaak noopt haar oord Integendeel wat te verscherpen Dat er soms moed toe behoort, een ver nietigend oordeel blymoedig te aanvaar den, kan niet anders dan veredelend ons karakter werken! Trouwens, moed en uithoudlngsverm gen kan de vrouw van heden al even ontzegd worden als de vroegere genera ties. Zou een man het ooit uithouden I a 4 uur vrywel onbeweegiyk te blij zitten, door helsche apparaten gepijn en dat alles om „permanent waved" der de handen van den kapper te v schyn te komen? (Tusschen haakjes, h u ook zoo omstreeks het 3e uur nei om tegen het plafond op te vliegen ol met iets te gooien?) Eigenaardig, dat de Europeesche vro door alle tijden heen. over 't algem gestreefd heeft naar golvende, krullend kapsels, terwyi de Oostersche vrouwen hel juist mooi vinden, als het haar zoo gis mogeiyk wordt gedragen. Toch zyn ook Europa niet altyd de krullen ln de moie geweest; even voor en ln 't begin van Middeleeuwen werd het haar meestal een voudlg gevlochten gedragen, ook door adellijke dames, die echter gewoonlijk 1 linten, gouddraad of parelsnoeren in be' haar meevlochten. Later werden I vlechten om het hoofd gelegd en wegge stopt ln een net van gouddraad, terwijl vaak het geheel bedekt werd met I meest wonderiyke mutsen, b.v. de suiker broodvorm in den tyd van Jacobs van Beleren, Steeds kunstiger werden de kapsels, tot ze in 't begin van de 17e eeuw van ker- keiyke zyde verboden werden en een tyd lang het haar heel eenvoudig gedragen werd. Maar, de natuur ls sterker dan de leer, en de vrouw zou geen vrouw zijn. als ze zich toch langzamerhand niet weer te bulten ging aan ingewikkelde coiffures, die, zeker als reactie, eel gauw tot exces sen oversloegen: torenhooge bouwwerken op een geraamte van gaas en ijzerdraao. versierd met veeren, bloemen, soms heele voorstellingen, betrekking hebbend op po litieke en andere gebeurtenissen, vaas werden die gevaarten als pruiken gedra gen, wat het voordeel had, dat de kappe' al zijn moeite aan het bouwwerk kon be steden, zonder dat de draagster uren be hoefde stil te zitten. Natuurlijk waren deze buitenissigheden alleen beperkt to de voornaamste kringen en 't schijnt,da vooral het Fransche hof in dit opzien' nogal berucht of beroemd was. Het dragen van pruiken was trouwens niets nieuws, want al by de Romeinen droegen de dames graag pruiken van net haar der Germaansche vrouwen, waarvan ze de rood-blonde kleur zeer bewonder den. Nog vroeger droegen de voorname Egyptische dames korte, fijngekroesM prulken, die we op vele afbeeldingen kun nen zien en die min of meer den 1™™, maken van recht afgeknipt „page-haar Ten tijde van Napoleon was de pruiken tijd ten einde en ls het kapsel een tb lang den Emplre-tyd geïnspiree op de Grleksch-Romelnsche haardracw. Daarna kwamen de krullen weer ee In de mode, die vaak aan weerszijden 't gezicht afhingen, afgewisseld me' meer eenvoudige „opgestoken haar als wij dat van onze moeders en moeders kennen. Omstreeks 1900 were er bedenkeiyk hooge kuiven Bedragen, het meestal niet zonder opvulling ko" stellen, terwül kort daarop het ..en loppé" kapsel werd gezien, waarbij haar zoo glad mogeiyk in elkaar wen werd, zoodat het er uitzag, kort was. Maar eerst de tyd van den Oorlog bracht ons het garconne-typ^ Groot*" met het. werkeiyk korte haar. En we na de huidige krullen-periode critica. M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 10