£)e oudste tweeling in Nederland - A.s. hutoelijksfeest in Stockholm
%sie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
:<JË
FEUILLETON.
De Roman van Maxime
DE OUDSTE TWEELING VAN NEDERLAND de ge
broeders Cornelis en Hendrik van Harten te Mijdrecht, i3
90 jaar oud geworden. De burgemeester en zijn echtgenoot©
feliciteeren den jarigen tweeling.
I HET A.S. HUWELIJK VAN PRINSES INGRID VAN ZWEDEN EN KROONPRINS FREDERIK VAN DENEMARKEN. Het Deeneche konings- DE STORMTROEPEN van de Amsterdamsche politie
paar, dat reeds in Stockholm aangekomen is, werd door de bevolking geestdriftig begroet. Koning Christiaan van Denemarken en koning Gustaaf van werden door burgemeester de Vlugt geïnspecteerd.
Zweden, gevolgd door den kroonprins en de kroonprinses van Zweden en de koningin van Denemarken. Achter hen ziet men het bruidspaar. Tijdens het défilé.
fl\ 4
h W'x*
IX OLMEHAN'D'8 DIERENPARK TE RH ENEN is thans een grootc collectie krokodillen te bewonderen.
Een duizendtal krokodillen is in een speciaal tropischbassin ondergebracht.
ZEVEN HONDERD EN VIJFTIG BRITSCnE R00DE KRUIS-VER PLEEG STERS bijeen ia
een kamp te Sparshott, tijdens eep oefening met gasmaskers.
door OCTAVE FEUILLET.
I ®t het Fransch door H. A. C. Snethlage.
115)
bekende mij, dat de demon van het
I2t naar 'n hooge mate kwelde, en
1 dj er over dacht op het kasteel ko-
IMdie te laten spelen. Zij vroeg mij raad
Ij" "et organiseeren van dit vermaak.
I hm vertelde haar toen enkele bijzonder -
I |,'°m van particuliere tooneelvoorstel-
InS?' we'be ik in de gelegenheid ge-
I J?f was in Parijs en in St. Petersburg
I bni'v wonen- EcWer wilde lk geen mis-
I Juik van gunsten maken en stond plot-
I op en verklaarde, dat ik het voor-
I '"d niljn werkzaamheden, zonder
I b»H s^"en, te beginnen, door een groote
I >i»i i :e gaan bezichtigen, welke een
I Mfm 'wee van het kasteel ligt.
IriiJ"*fv haroque scheen bij deze verkla-
I Plotseling te schrikkenzij keek mij
I J". schoof onrustig in haar kussens heen
15jjrWeÜr' bracht haar handen dicht bij
i brosero, en zei eindelijk met ge-
,;®Pte stem tegen mij: „Oc"h, wat doet
J 'oe? Laat dat toch!" En toen ik er
Ib«Jj rong: „Maar mijn God!" zei ze
I itrSS!5. vorlegen, „ik zeg dat, omdat het
I w-bkelijke wegen zijn... Wacht
het goede seizoen af
'fin i' mevr°uw". zei ik lachend, „ik zal
I t~" bdnuut wachtenmen is rentmees-
men is het niet".
„Mevrouw", zei de oude Alain, die in de
kamer was, „men zou voor mijnheer Odiot
de berliner van vader Hivart kunnen
aanspannen, die is wel niet gemakkelijk,
maar die is des te steviger"
Mevrouw Laroque trof met den blik van
haar oogen den ongelukkigen Alain, als
met een bliksemstraal, omdat hij voor een
rentmeester van mijn soort, die een too-
neelvoorstelling had bijgewoond, bij de
Groot-Hertogin Hélène, de berliner van
vader Hivart voorsloeg.
„Zou de Amerikaan er niet doorkomen?"
vroeg zij.
„De Amerikaan, mevrouw? Zeker niet!
Er is geen kans, dat die er door komt", zei
Alain, „en als hij er doorkwam, zou hij er
niet in zijn geheel doorkomenen ik
geloof niet, dat hij er doorkomt".
Ik protesteerde en zei, dat lk heel goed
te voet kon gaan.
„Neen, neen, dat is onmogelijk, ik wil
het niet! Laten wij eens kijken, laten we
eens kijken.. We hebben hier wel een
half dozijn rijpaarden, die niets te doen
hebbenmaar waarschijnlijk rijdt u
geen paard?"
..Pardon mevrouw, maar dat is heusch
onnoodig, ik ga
„Alain, laat een paard voor mijnheer
zadelen Welk? zeg jij het eens Mar-
guérite"
„Geef hem Proserpine", mompelde mijn
heer de Bévallan. terwijl hij honend
lachte.
„Neen, neen. niet Proserpine!" riep juf
frouw Marguérite, met vuur.
„Waarom Proserpine niet, juffrouw?"
zei ik toen.
„Omdat die u op den grond zou gooien",
zei het jonge meisje openhartig,
„O! hoe dat? Werkelijk?Pardon,
mag ik u vragen, of u zelf op dat paard
rijdt?"
„Ja, mijnheer, maar ik heb er moeite
mee"
„Nu! Misschien zult u er minder moeite
mee hebben, juffrouw, wanneer ik hem
een paar maal gereden heb. Dat beslist.
Laat Proserpine zadelen. Alain".
Juffrouw Marguérite fronste haar
zwarte wenkbrauwen en ging zitten, terwijl
zij met haar hand een beweging maakte,
alsof zij alle verantwoordelij kheid van de
dreigende katastrofe, die zij voorzag, van
zich af wou schuiven
„Als u sporen noodig hebt, heb ik een
paar, die u gebruiken kunt", zei mijnheer
de Bévallan toen. die beslist meende, dat
ik niet terug komen zou.
Zonder te laten merken, dat ik den ver
wijtenden blik zag. dien juffrouw Mar
guérite den dienstvaardigen edelman toe
wierp, nam ik het aanbod van zijn sporen
aan. Vijf minuten later liet een onregel
matig getrappel hooreivdat Proserpine in
aantocht was: met nogal wat moeite
leidde men haar tot bij een der trappen
van den tuin; het was. tusschen twee
haakjes, een erg mooi halfbloed, gitzwart
Ik ging dadelijk de stoep af. Enkele
jongelui, met mijnheer de Bévallan aan
het hoofd, volgden mij op het terras, uit
menschlievendheid. geloof ik, en men
opende op hetzelfde oogenblik de drie
vensters van het salon, met het oog op de
dames en oudere menschen. Ik had graag
■I die drukte willen missen, maar ik moest
er mij tenslotte aan onderwerpen, en ik
was overigens niet erg ongerust over den
afloop van het avontuur, ik ben een heel
oude ruiter. Nauwelijks kon ik loopen, of
mijn arme vader had mij al op een paard
geplant, tot groote wanhoop mijner moe
der, en sindsdien had hij niets nagelaten
om mij tot zijn gelijke te maken, in elke
kunst, waarin hij uitblonk. Hij had mijn
opvoeding op dit punt zelfs zoo verfijnd
mogelijk gemaakt, doordat hij mij dikwijls
oude. zware familie-harnassen liet aan
trekken, opdat ik des te gemakkelijker
mijn kunsten op het slappe koord zou
volbrengen.
Proserpine echter liet mij haar teugels
uit de war halen, en zelfs haar hals aan
raken, zonder het minste teeken van ge
prikkeldheid te geven, maar nauwelijks
voelde zij mijn voet op den stijgbeugel, of
zij sprong bruusk op zij. terwijl zij drie of
vier keer achteruitsloeg, over de groote
marmeren vazen heen. welke de trap ver
sieren; vervolgens ging zij overeind staan,
alsof zij kunstjes wilde vertoonen. terwijl
ze met haar voorpooten in de lucht sloeg
en daarna stond zij weer trillende op haar
beenen
.Niet gemakkelijk op te komen", zei de
stalknecht tegen mij, terwijl hij een knip
oogje gaf
„Dat zie ik, jongen, maar ik zal haar
wel voor het lapje gehouden, wacht maar!"
Op hetzelfde oogenblik sprong ik in het
zadel, zonder den stijgbeugel aan te ra
ken, en, terwijl Proserpine er over na
dacht, wat met haar gebeurde, ging ik
stevig in het zadel zitten. Het volgend
oogenblik verdwenen wij in een kleine
jachtgalop door de kastanjelaan onder
handgeklap, waarvoor mijnheer de Béval
lan, in een gelukkigen inval, het sein gaf.
Dit voorval, hoe onbeteekenend het ook
was, liet niet na, zooals ik denzelfden
avond al merken kon. mijn crediet, wat
betreft hetgeen men over mij dacht, te
verhoogen. Enkele andere talenten van
dezelfde sooit, die ik door mijn opvoeding 1
verworven heb, hebben tenslotte mee
gewerkt mij hier alle aanzien te verzeke
ren, dat ik wensch, dat, wat mijn persoon
lijke waardigheid stevig moet maken.
Men kan intusschen duidelijk genoeg mer
ken, dat ik heelemaal niet er op uit ben
om misbruik te maken van de vriendelijk
heid en achting, die mij ten deel kunnen
vallen, om mij in het kasteel een rol aan
te matigen, welke weinig in overeenstem
ming is met de bescheiden positie, welke
ik er inneem. Ik sluit mij, zoo dikwijls ik
kan. zonder in formeele beleefdheid te
kort te schieten, in mijn toren op; ik
houd mij, in één woord, strikt op de mij
gegeven plaats, opdat men nooit in de
verzoeking komt mij er van te ver
wijderen.
Enkele dagen na mijn aankomst, toen ik
aan een van de ceremonieele diners deel
nam, welke hier, in dit seizoen, bijna da
gelijks gegeven worden, werd mijn naam,
door den dikken onder-prefect van het
naburige stadje, die aan de rechterzijde
van de gastvrouw zat. op vragenden toon
uitgesproken, en mevrouw Laroque, die
nogal lijdt aan dit soort verstrooidheid,
vergat, dat ik niet ver van haar af zat, en
of ik wilde of niet, ontging mij geen
enkele syllabe van haar antwoord: „Mijn
God! praat mij er niet van! Er is daar
een onoplosbaar mysterieWij denken,
dat hij een vermomde prins is.Er zijn
er zooveel, die door de wereld loopen. op
goed geluk!.... Deze heeft beslist alle
denkbare talenten: hij rijdt paard, hij
speelt pinano, hij teekent. en dat alles in
de volmaaktheid Onder ons gezegd,
mijn beste mijnheer de onder-prefect, ik
geloof wel dat hij een erg-slechte rent
meester is, maar, heusch, hij is een zeer
aangenaam mensch", IWordt vervolgdj.